HOOFDSTUK 15
JAKE
Ik heb nog nooit een verbondenheid gevoeld die zo intens is dat ik het fysiek kan voelen. Het is geen afleiding. Het is geen middel om het doel te bereiken. Het is tastbaar. Ik voel het in elke spier en over heel mijn lichaam. Ik heb me nog nooit zo opgeslokt gevoeld door een vrouw dat ze ervoor zorgt dat ik mijn ziel voor haar wil offeren.
Ik heb me nog nooit zo gevoeld. Nooit.
Vele woorden schieten door mijn gedachten, maar er zijn er slechts twee die blijven hangen.
Van mij.
Haar lichaam tegen me aan houden voelt beter dan elk genot dat ik ooit in mijn leven heb ervaren. Het is een gevoel dat voor mij zeer makkelijk te accepteren is, maar heel moeilijk om te begrijpen. Dit alles. Ik ben niet teder met vrouwen. Ik neem niet de tijd om hun genot te verlengen of de wens dat het nooit zal eindigen.
Deze vrouw heeft daar verandering in gebracht. Ik wil dat hier nooit een einde aan komt.
Ze hijgt oppervlakkig in mijn gezicht en kan met moeite haar ogen openhouden. Ze is er bijna en ik wil bij haar zijn wanneer ze klaarkomt. Ik duw mezelf van het matras omhoog met mijn vuisten om zo in een betere positie te komen.
‘Wacht,’ zeg ik, niet in staat om de wanhopige paniek op haar gezicht te negeren.
‘Ik ben bijna zover.’ Ik versnel mijn tempo, neem een andere positie aan en neem de controle over. Dan is het zover. Het komt eraan. ‘O fuck!’ schreeuw ik en ik blijf maar stoten. Snel glijd ik in en uit de weelderige warmte van haar strakke poesje.
‘Jake!’ Ze schreeuwt mijn naam uit en wanneer ik haar onder me hevig voel schudden kan ik het niet meer tegenhouden. Het voelt als een explosie, schreeuwend kom ik klaar. Ik voel haar trillen en spuit haar vol. Ik ben totaal overweldigd en val voorover, boven op haar. Het lijkt wel alsof het eeuwig duurt. In mijn oor hoor ik mijn bloed pompen en Cami’s slaperige gekreun. Mijn lichaam is opgelucht, voldaan, maar mijn hart en geest zijn verknipter dan ooit. Ik voel me opgelucht maar ook ongerust. Ze zucht lang en vol tevredenheid en de onrust overschaduwt alles, alle rust en kalmte en de juistheid van het moment.
Fuck, het lijkt wel alsof ik onder vijandelijk vuur lig. Ik neem de verschillende mogelijkheden door in mijn hoofd en analyseer de veiligste en snelste weg uit de gevarenzone. Dit keer voelt het alsof er geen uitweg is.
Het is een bijzonder gevoel van rust en verschrikking. Zij is een slimme jonge vrouw met een prachtige toekomst. En ik? Ik ben een gestoorde klootzak met een duistere ziel en een hart van steen. Ik zou het risico niet moeten nemen dat ik haar besmet met mijn demonen. Maar tegelijkertijd heb ik de hoop dat zij de genezing kan zijn waar ik níét naar op zoek ben geweest. Het is altijd alleen maar ik en mijn bitterheid en herinneringen geweest. Dat was prima wat mij betreft. Maar sinds ik Camille ken, wordt al mijn last overschaduwd door een verlangen dat zo krachtig is dat ik me amper nog ergens anders op kan concentreren. De ironie van deze hele situatie is barbaars. Het is mijn plicht om haar te beschermen tegen een mogelijke bedreiging. Een onbekend gevaar.
Ík ben de grootste en meest reële bedreiging voor deze vrouw. Ze moet tegen míj beschermd worden.
Ik weet zeker dat ik haar zal kwetsen. Ik ben een gevaar voor haar. Haar vader zal er niet blij mee zijn en Lucinda zal me mijn nek omdraaien. Geen emotionele band met je cliënt. Het is verdomme regel nummer één. Het zorgt ervoor dat je je niet kunt focussen en je werk niet kunt doen. Het zorgt er ook voor dat je heel snel je baan kwijt bent. Maar er gaat momenteel een heleboel emotionele shit door me heen en ik ben niet in staat het tegen te houden. Me machteloos voelen is niet iets waar ik goed mee om kan gaan. Ik heb een doel nodig. Mijn doel is mijn werk. Wat ik zojuist heb gedaan, kan ervoor zorgen dat ik dat straks kwijt ben. En dan zit ik weer in een donker zwart gat. Zonder doel en met alleen maar nachtmerries.
Ik knijp mijn ogen dicht, til mijn heupen omhoog en trek mezelf terug uit haar warmte. Ik negeer hierbij het gevoel van verlies. Haar slaperige protesten zouden me als muziek in de oren moeten klinken… als het niet zo’n chaos zou zijn in mijn hoofd.
Wat heb ik verdomme gedaan?
Ik rol op mijn rug en staar omhoog naar het plafond, mijn hand op mijn hijgende borst. De drang om mijn wapen te pakken en mezelf een kogel door de kop te schieten is verleidelijk. Maar dat geldt ook voor de drang om me aan te kleden, mijn tas te pakken en weg te lopen.
Maar dan zal ze niet meer beschermd zijn.
Wie gaat haar verdomme beschermen tegen mij? Wie gaat haar waarschuwen, haar zeggen dat ik niet deug? Ik weet precies wie. Ik. Ik zou het moeten doen.
Ik draai mijn hoofd opzij wanneer ik haar naast me voel bewegen. Ze ligt op haar rug, haar blonde haar over het kussen uitgespreid en haar armen slap boven haar hoofd. Ze is slaperig en heeft haar gezicht verborgen in de plooi van haar bovenarm. Het lijkt verdomme wel een engel. Lief, onschuldig en kwetsbaar.
Van mij.
‘Godverdomme,’ hijg ik en ik sta snel op voordat ik toegeef aan mijn verlangen en haar tegen me aan trek. Ik ga op de rand van het bed zitten met mijn ellebogen op mijn knieën en laat mijn gezicht in mijn handen vallen.
‘Jake.’ Haar zoete stem klinkt slaperig en gebroken, maar het fluweelachtige randje doet me huiveren. Ik kijk over mijn schouder en zie hoe ze me aankijkt met die prachtige, halfopen ogen van haar.
‘Ga slapen, Cami.’ Mijn antwoord komt automatisch, net als mijn behoefte om haar aan te raken. Ik draai me om en veeg een paar van haar gouden lokken van haar roomkleurige wangen. Ze kreunt en geniet van mijn aanraking en doet haar ogen dicht.
Mijn hart valt in stukken uiteen. Mijn gezicht vertrekt van de pijn en wanhoop. Ik trek mijn hand terug en sta op, vechtend tegen het overheersende gevoel om weer in bed te klimmen en haar de hele nacht vast te houden.
Afstand.
Ik moet afstand nemen. In elk geval zo veel mogelijk afstand als mogelijk is wanneer ik iemand schaduw. Ik ga zitten in de stoel bij het raam, mijn grote lichaam in strijd met mijn brein over het besluit daar te gaan zitten. Het is een kleine stoel die eigenlijk meer decoratief is dan comfortabel voor zo’n grote gespierde kerel als ik. En comfortabel zal het niet worden. Steeds maar weer verschuif ik, net zo lang tot ik enigszins prettig zit, met mijn kont op het randje zodat ik zo veel mogelijk achterover kan leunen, mijn benen uitgestrekt en over elkaar geslagen bij de enkels. Het moet maar. Ik heb wel erger doorstaan.
Ik plant mijn elleboog op de leuning en leg mijn kin op mijn vuist.
En kijk naar haar.
De hele nacht.
En met elke minuut die voorbij gaat, wordt mijn spijt groter.
#
Ik heb nooit veel slaap nodig gehad. Dat zit helemaal bij me ingebakken. Uitputting is geen term die in mijn woordenboek voorkomt, dus het gevoel dat ik nu heb is me onbekend. Ik ben totaal kapot. Ik heb ook een barstende koppijn. Je zou kunnen zeggen dat ik me brak voel. Zelfs mijn goede vriend Jack Daniel’s kan me dit gevoel niet geven.
Ik zit hier nu zes uur lang te kijken naar hoe ze slaapt. Het is de meest prettige en verwarrende tijd van mijn leven. Ik heb meer gevloekt dan ik wil toegeven. Nee verdomme, ik geef het wel toe. Ik kan het allemaal niet erger maken dan het al is.
En het is erg. Fucking erg zelfs. Mijn verstand zegt me dat ik moet weglopen voordat ze wakker wordt en hoopt dat ze denkt dat ze het allemaal gedroomd heeft. Maar een diepgewortelde bezitterigheid waarvan ik het bestaan niet kende zegt me dat ik haar nooit meer mag laten gaan.
De tegenstrijdigheid speelt spelletjes met mijn hoofd waardoor ik niet meer rationeel kan nadenken. Ik ben in gedachten alle mogelijke vervangers nagelopen op zoek naar iemand die ik kan vertrouwen met deze klus en die haar kan beschermen zoals ik dat kan. Er zijn er wel een paar: allemaal ervaren en vermaarde bodyguards. Maar niemand is zo goed als ik, hoewel ik hier momenteel zelf aan twijfel. Ik denk terug aan de afgelopen dagen en dan met name aan het bloedbad dat ik heb veroorzaakt in het damestoilet gisteravond.
En ik heb er geen spijt van. Nee, dat is niet waar. Er is één ding waar ik spijt van heb.
Camilles gezicht toen ik wakker werd uit mijn blinde woede. Ze zag de duisternis in me. Een duisternis die ik verborgen moet houden, vooral voor haar. Ik zag de vragen in haar ogen. Ik voel een drang om mijn last te delen. Deze vrouw doet dingen met me die ik zowel verafschuw als prachtig vind. Ik heb over haar gelezen en behoorde tot het stel idioten dat denkt dat ze deze vrouw kennen. Door ouders als de hare en het vermogen van de pers om van onschuldige verhalen roddels te maken en ook nog eens de invloed van een verkeerd vriendje, denkt iedereen in Londen dat ze Camille Logan begrijpen. Ik had haar net een paar minuten ontmoet en wist al dat wat ik had gelezen van geen kanten klopte. Degenen die haar goed kennen weten ook dat het lulkoek is, maar deze wereld zit vol met cynische mensen. Mensen die genieten van de ellende van anderen.
Een zacht gemompel laat mijn hart bonzen en ik schiet overeind. Al mijn tegenstrijdige gedachten vallen weg en in stilte kijk ik toe hoe ze haar naakte lichaam uitstrekt.
Mijn pik wordt ook wakker.
Ik kreun en leg mijn hand op mijn kruis en dwing mijn pik tegen mijn dijbeen aan te blijven liggen. Maar het heeft geen zin. De roze puntjes van haar perfecte borsten roepen me en mijn blote voeten kriebelen. Ik zit rechtop in mijn stoel en probeer mezelf wanhopig te beheersen. Het is de meest uitdagende taak die ik ooit heb moeten uitvoeren. Mijn hele lijf zegt me dat ik naar haar toe moet gaan, dat mijn plek naast haar is in bed, dat ik haar moet beschermen en vasthouden. Ik zal mijn instinct niet beledigen door tegen mezelf te zeggen dat het de professionele beveiliger in me is die dat zegt. Het is veel meer dan dat. Ik ben in haar gegaan en heb haar geneukt met een tederheid waarvan ik niet wist dat ik die bezat.
Mijn behoefte om deze vrouw te beschermen is geen plicht. Het is instinct.
Ze doet haar ogen open en ik kijk hoe ze wakker wordt. Ik zie ook hoe ze probeert zich te herinneren wat er vannacht allemaal is gebeurd. Ik zie wanneer ze zich het etentje met haar bemoeizuchtige moeder herinnert. Ik moet glimlachen wanneer ik denk aan haar lach. Ik zie het ook wanneer ze zich het voorval in het toilet herinnert en haar hand de plek aanraakt op haar roomkleurige wang. En ik zie het wanneer ze weer terug is hier bij mij en haar lichaam verstijft en ze zich afvraagt of het allemaal een droom was of niet. Mijn lichaam verstijft ook en mijn hart bonst langzaam. Haar ademhaling stokt en ze schiet overeind en kijkt uitzinnig de kamer rond.
Hier ben ik, engel.
Het lukt me nog net om die gedachte niet uit te spreken, maar het geeft niet. Het is niet nodig dat ik haar roep.
Ze ziet me onmiddellijk zitten met die sprankelende blauwe ogen van haar. Dan kijkt ze naar beneden. Ze schudt haar hoofd, alsof ze in conflict is met zichzelf. Dan kijkt ze naar mij. Het vuur in mijn lijf blijft branden.
‘Kom terug naar bed,’ zegt ze zachtjes. Het klinkt alsof ze zelf niet weet of het wel een goed idee is. Ik weet dat ik zou moeten weigeren. Ik heb al duizenden keren nee gezegd tegen vele andere vrouwen.
Maar de woorden komen niet.
Ik kan ze niet vinden.
En ik zoek toch echt heel hard.
Ik kijk naar hoe ze daar zit, haar haar helemaal door de war, haar prachtige gezicht, haar lange slanke ledematen die trillen van onzekerheid. Ik probeer niet langer te zoeken naar een weigering want die wil ik niet vinden.
Ik haal mijn hand van mijn pik en laat hem zijn gang gaan. Hij wil omhoogspringen, alsof-ie me de weg wijst. Camille ziet het ook. Haar ogen – hoopvol en zenuwachtig – kijken naar mijn kruis, haar lippen uit elkaar zodat ik haar glinsterende tong kan zien. Langzaam sta ik op en gebruik elke seconde om mijn lot te accepteren.
Ik ga nergens heen. Zij is mijn lot.
Het is niet iets waar ik tegen wil vechten. Al mijn twijfels en zelfhaat verdwijnen wanneer ik zie hoe ze me aankijkt met die grote ogen van haar. Ik zie haar huiveren en ze is bang en onzeker en… hoopvol en ze wil mij net zo graag als ik haar.
Ik begrijp het dan misschien wel niet, maar ik ga het ook niet negeren. Mijn verleden is niet mijn enige uitdaging die ik moet confronteren om bij haar te zijn. Er zijn ook nog haar vader en haar ex. Er zijn nog heel wat problemen waar ik mee te maken zal krijgen. Ik zal dan ook niet doen alsof het allemaal gemakkelijk zal zijn. Maar voor haar…
Ik beantwoord haar stille smeekbede en loop naar haar toe.
Ik streel haar met mijn blik en sla het beeld dat ik van haar heb in me op. Ik verzet me tegen het feit dat mijn onderbewustzijn dat met een reden doet. Alsof het zich voorbereidt op het onvermijdelijke. Alsof ik niet heel lang van haar zal kunnen genieten.
Ik sta naast het bed en ze tilt haar hoofd op zodat ze me aan kan kijken. We kijken elkaar aan en ik bid dat ze niet doorheeft hoe mijn lichaam trilt. Ik ben bang voor de schade die ik haar kan berokkenen, de haat waar ik haar mee kan vergiftigen. De duisternis waarmee ik haar licht kan doen doven.
‘Ik ben niet geschikt voor je, Camille,’ waarschuw ik. De details doen er niet toe. Ik zal haar niet met nog meer zaken belasten. Dit is mijn plicht: haar waarschuwen omdat ik vind dat ik dat moet doen. Heel hoffelijk misschien maar ik weet niet wat ik zal doen als ze naar me luistert.
Ik verwacht dat ze zal terugschrikken maar in plaats daarvan komt ze dichterbij en schuift met haar kont over het matras. Ze pakt mijn hand beet en dwingt me zo op mijn knieën. Ik gehoorzaam gewillig. Ze slaat haar benen om mijn middel. De kracht van haar dijbenen trotseert elke redenering. Haar handen glijden over mijn lichaam. Dan trekt ze me tegen zich aan en onze borsten raken elkaar. Ze verbergt haar gezicht in mijn nek. Het gevoel dat dit goed is overschaduwt mijn paniek en ik word onmiddellijk rustig en volg haar. Ik sla mijn armen om haar en verbaas me weer over haar kracht en vastberadenheid. Ze is verdomme zo sterk. Ik sta op met haar in mijn armen en loop zo naar de badkamer en doe de douche aan. Ik houd haar lekker tegen mijn borst aan en bedek haar met mijn lichaam. Ik voel rust over me heen komen. Mijn pogingen om haar af te schrikken hebben geen enkel nut gehad. Want ik wil niet dat ze weggaat.
Ik geniet van haar lichaam tegen het mijne terwijl de douche opwarmt. Ik probeer nergens meer aan te denken, behalve aan de voldoening die ik in dit tedere moment vind. Tederheid. Weer een gevoel waar ik niet mee bekend ben. Gisteravond, nadat ik die klootzak een pak slaag had gegeven, was mijn eerste prioriteit om haar een veilig gevoel te geven. Ik ga daarbij niet voorbij aan het feit dat mijn pik pijn deed van verlangen, maar ik weet wel dat ik veel meer behoefte had om lief tegen haar te zijn. Ik wilde haar niet alleen maar neuken. Ik stopte die manische zoen voordat ik kon doen wat voor mij natuurlijk is: haar alleen maar neuken om klaar te komen. Ik wilde genieten van haar genot van mijn aandacht. En dat deed ik ook en ik genoot er meer van dan ik had mogen doen.
Zodra het stoom ons heeft omringd loop ik met haar naar de douche. Camille zakt op haar knieën en kijkt me aan met zware, zoekende ogen. Ik zie wat ze van plan is, laat mijn hoofd achterovervallen en zet me schrap.
Ze pakt mijn heupen beet en trekt ze naar voren, mijn pik weet haar mond blindelings te vinden.
‘Jezus!’ Ik pak de achterkant van haar hoofd beet, mijn dijbeenspieren trillen.
De warmte van haar mond rond mijn pulserende pik is ongeëvenaard. Mijn hoofd valt voorover en ik zie haar blonde haren als een waterval naar beneden hangen. Ik wil haar zien. Ik wil zien hoe haar mond me in extase zal brengen. Ik strek mijn arm uit en haal haar haar uit haar gezicht.
Wat ik zie zal ik nooit meer vergeten. Volmaakt. Haar mond glijdt op en neer, langzaam en voorzichtig, en ze heeft haar ogen dicht van genot. Ik ontspan mijn spieren en ga ontspannen tegen de muur aan staan en onderga het genot. Mijn plan om haar af te wijzen was gedoemd te mislukken, of ze me nu had verleid of niet. Ze heeft een enorme aantrekkingskracht.
Mijn hand glijdt over haar wang en ze kreunt terwijl ze mijn pik in haar mond heeft en plagend met haar tanden over mijn huid glijdt. Mijn ballen worden strak en mijn knieën slap en mijn hand glijdt van haar wang naar de achterkant van haar hoofd. Mijn heupen beginnen mee te gaan met de bewegingen van haar mond. ‘O, jezus christus,’ zeg ik snakkend naar adem.
Weer kreunt ze en de trillingen kietelen het puntje van mijn pik zodra hij de achterkant van haar keel raakt. Dan neemt ze hem in haar hand en houdt hem stevig vast terwijl ze het natte puntje likt. Ze trekt er zo hard aan dat er al wat vocht uit begint te komen. Ik kijk hoe ze het oplikt, alsof het het lekkerste is wat ze ooit heeft geproefd. Kreunend gaat ze te werk.
En hoewel ik geniet van al het gelik en gezuig, voel ik toch de drang om haar helemaal te nemen. Ik grijp haar haar beet en trek haar zachtjes weg. Ik glimlach maar ze krijgt niet de kans om te vragen wat er aan de hand is. Ik zou het toch nooit kunnen uitleggen. Met een krachtige ruk aan haar arm trek ik haar tegen me aan en zet haar dan vast tegen de muur. Ze snakt naar adem en kijkt me gechoqueerd aan.
‘Dank je,’ zeg ik, oprecht dankbaar voor haar aandacht. Maar eigenlijk moet ik haar overladen met de tijd en aandacht die ze verdient. Ik pak haar dijbeen beet en trek hem omhoog naar mijn middel. ‘Je bent goed, Camille, maar niets zal zo goed voelen als jouw strakke warme poesje om mijn pik heen.’
Haar topaaskleurige ogen stralen van genot en er staat een tevreden grijns op haar gezicht. Dan tilt ze haar andere been op en slaat ’m om me heen, trekt me naar zich toe en laat dan weer los, zodat ik in haar kan glijden. Haar lichaam ruikt naar het mijne, het bedwelmende mengsel van mijn schone zweet en haar vrouwelijke bloemengeur zijn een wilde combinatie.
Ik stoot een stukje in haar zodat ik door de eerste stroefheid heen ben. Mijn adem stokt. Haar lippen zijn nat en uitnodigend. Ik kus haar en glijdt dan helemaal naar binnen. Haar warme zachtheid kan alleen worden vergeleken met een fleecedeken die om mijn lichaam is geslagen en me opwarmt. Het goede gevoel. De bevrediging. Het gemak. De rust. Het is een snelle realitycheck. Het is een indicatie dat ik veel te lang heb nagedacht over iets wat zo natuurlijk voelt dat het onmogelijk verkeerd kan zijn. Ik zal geen tijd meer verspillen om te proberen dit te begrijpen of om te proberen eronderuit te komen.
Van mij. En zelfs ík zal dat niet van mezelf afpakken.