HOOFDSTUK 18
CAMI
Het was niet mijn bedoeling om hem zo door een hel te laten gaan. Het was niet mijn bedoeling dat hij zich helemaal kapot zou schrikken. Ik wilde gewoon weg van die vechtpartij en in mijn wanhoop heb ik niet nagedacht over de risico’s. Ik heb niet nagedacht over Jakes zorgen.
Ik ben naar buiten gewankeld en heb een taxi aangehouden en de chauffeur mijn adres gegeven terwijl hij wegreed. Ik dacht niet na over het feit dat ik geen geld had totdat hij bij me voor de deur stopte. Hij had medelijden met me en ik was dankbaar en stond erop dat hij me zijn gegevens zou geven zodat ik het geld later alsnog kon geven. Hij weigerde en gaf me nog een papieren zakdoekje voordat hij zachtjes eiste dat ik zou uitstappen.
Het geweld dat Jake in zich heeft is enorm. Het contrasteert met de controle die hij uitstraalt. Toch lijkt het alsof hij elke beweging die hij maakt goed heeft doordacht zonder dat hij erover hoeft na te denken. Hij lijkt wel een machine.
Ik ben niet weggerend omdat Seb er was, of omdat ik niet zou kunnen aanzien dat Jake gewond zou raken. Ze waren per slot van rekening met zijn vijven, exclusief Sebastian, en allemaal zagen ze er groot en dreigend uit. Ik wist wat er zou gaan gebeuren. Ik wist dat Jake gehakt van ze zou maken. Ik ben weggelopen omdat ik het niet kon aanzien. Hij is ex-SAS. Een getraind soldaat. Een getrainde moordenaar. Waarom hij bij het leger is gegaan kan ik begrijpen, gezien het feit wat er met zijn ouders is gebeurd. Maar hij is een natuurlijke krijger, ook al was dit gevecht persoonlijk.
Wat ik echter niet snap is waarom hij niet meer in het leger zit. Hij is pas vijfendertig, dus zeker nog niet oud genoeg om met pensioen te gaan. Van zijn kogelwond heeft hij geen last wanneer hij moet vechten dus dat is niet de reden. Er is meer aan de hand, ik weet het zeker. Ik weet dat hij geen familie heeft. Maar vrienden? Ik weet niet eens waar hij woont.
Ik moet weten wat er in Jake Sharp om gaat. De vrouw op die foto. De paniekaanval. De diepgewortelde pijn die hij niet kan verbergen. Het mysterie wordt met de dag groter. Ik maak me los en hij neemt mijn gezicht in zijn handen. Hij ziet er zo opgelucht uit. ‘Kom,’ zegt hij en hij staat op en trekt me omhoog.
‘Wat is dat?’ vraag ik wanneer ik zie dat hij samen met mijn tas en zijn telefoon een verfrommelde envelop oppakt.
‘Niets. Gewoon wat papierwerk van kantoor.’ Hij tilt me op en we gaan mijn appartement binnen. Hij draagt me de badkamer in en zet me neer op de rand van de badkuip. Dan pakt hij een handdoek en maakt deze nat onder de warme kraan. Hij knielt voor me neer en begint voorzichtig mijn betraande gezicht af te vegen.
‘Hoe lang werk je al als bodyguard?’ vraag ik zachtjes. Ik begin maar met een eenvoudige vraag en hoop dat ik daarna verder kan gaan. Nu hij me een paar dingen heeft verteld wil ik meer weten. Ik wil alles weten waar hij zich zorgen om maakt.
Zijn antwoord komt makkelijk en snel. ‘Vier jaar.’
Een snelle optelsom maakt me nog nieuwsgieriger, omdat ik zeker weet dat niemand met pensioen gaat bij het leger op de leeftijd van eenendertig jaar. Misschien krijgen ze een keer promotie of worden ze overgeplaatst naar een ander regiment, maar met pensioen… nee. Er zou een reden voor moeten zijn en een kogelwond waar hij volledig van is hersteld, is dat zeker niet. ‘Waarom ben je het geworden?’
Dit keer is hij een stuk minder snel met zijn antwoord want ik zie hoe hij even aarzelt bij het schoonmaken van mijn gezicht. Hij lijkt hard na te denken over welk antwoord hij moet geven. ‘Om me nuttig te voelen.’ Hij fronst en ziet er een beetje verward uit.
‘Zoals toen je je land diende?’ vraag ik.
Hij glimlacht voorzichtig en kijkt me aan. ‘Ik denk het ja.’
Ik pers mijn lippen op elkaar, kijk aandachtig naar hem en probeer er niet al te achterdochtig uit te zien. Hij is het met me eens maar mijn instinct zegt me dat hij dat alleen maar doet omdat dat een stuk makkelijker is dan dat niet te doen en het risico te lopen dat ik nog verder ga vragen.
Hij heeft me ooit eens verteld dat hij een doel nodig heeft. Zijn doel was oorlog, vechten tegen het kwaad in de wereld. Er is iets gebeurd waardoor hij dat niet meer kan, iets groots, en nu heeft hij zijn doel gevonden in persoonlijke bescherming. Het doet me vermoeden dat hij nog steeds in het leger zou zitten als dat kon. Dus waarom kan dat niet meer?
Van welke demonen Jake ook last heeft, hij zal ze pas laten gaan als hij daar klaar voor is. Ze zullen hem voor altijd gevangen houden en het is om gek van te worden dat hij er geen probleem mee lijkt te hebben. Ik heb de bodem van hopeloosheid gezien en dacht dat er geen weg terug was. Het was moeilijk, maar ik heb mijn weg terug weer gevonden. Dus kan Jake dat ook.
‘Vertel eens waarom je het leger uit bent gegaan.’
Hij aarzelt even en herpakt zichzelf dan en gaat verder met mijn gezicht schoonmaken. Het was maar een fractie van een seconde, maar ik heb het gezien en ik zag ook de pijn in zijn ogen. ‘Ik heb mijn land gediend. Tijd om verder te gaan.’
Ik geloof hem niet en hij zou gek zijn als hij dacht dat ik dat wel zou doen. De pijn is nog steeds aanwezig in zijn donkere ogen, hoe hard hij ook probeert het te verbergen achter die stoere blik. Zijn uitvlucht maakt me boos en ik duw zijn hand weg en negeer zijn bezorgde blik.
‘Ik moet me klaarmaken,’ zeg ik en ik sta op en laat hem gehurkt voor me zitten. Hij kijkt me aan terwijl ik langs hem heen loop, op weg naar mijn slaapkamer. Ik hoop dat hij de boodschap begrijpt en de badkamer voor me vrijmaakt zodat ik kan gaan douchen.
‘Camille?’ roept hij en ik hoor zijn voetstappen op het tapijt wanneer hij me achternaloopt. ‘Waarom loop je van me weg?’
‘Je hebt het zeer duidelijk gemaakt dat dit gesprek nergens toe zal leiden. Ik ben niet gek, Jake. Er zijn dingen die je me niet vertelt. Ik moet me gaan aankleden voor het feest.’
Ik pak een oversized T-shirt met bloemenprint en leg het op mijn bed. Dan loop ik naar de douche en laat Jake als een reserveonderdeel achter in mijn slaapkamer. Ik doe de deur achter me dicht, zet de douche aan, kleed me uit en stap eronder. Het hete water voelt goddelijk en terwijl ik me verstrooid inzeep en naar de tegels staar, gaan mijn gedachtes met me aan de haal.
Hij is zo gecompliceerd, maar toch ook zo simpel. Ik sta versteld van hem, maar nog meer van mijn behoefte om door te dringen tot die koude, harde buitenkant van hem. Maar hij heeft me ook een zachte kant laten zien. Hij heeft aangetoond dat hij niet harteloos en gevoelloos is en ik heb hem ook ineen zien storten. Hij heeft me kleine stukjes over zijn verleden verteld. Heel kleine stukjes. Maar het voelt allemaal waardeloos zonder zijn vertrouwen. Het voelt als eenrichtingsverkeer zolang hij beslist wat ik wel en niet mag weten.
En dan stel ik mezelf een vraag. Een belangrijke vraag.
Waarom wil ik het weten?
Ik houd mijn handen tegen mijn buik en ik staar naar de vloer en haat de conclusie waartoe ik gekomen ben. Het heeft niets te maken met nieuwsgierigheid. Ik heb geen brandend verlangen om de puzzel Jacob Sharp op te lossen. Ik wil het weten zodat ik hem kan helpen.
Omdat ik van hem houd.
Een enkele traan vermengt zich met het warme water op mijn gezicht. Ik kan hem niet helpen als hij niet geholpen wil worden. Ik kan hem niet naar het licht leiden wanneer hij er de voorkeur aan geeft om liever in de duisternis te blijven. En ik kan ook niet toestaan dat hij me meesleurt die duisternis in.
Ik kan hem niet beter maken als hij niet beter gemaakt wil worden.
Ik voel hoe de druk die ik mezelf heb opgelegd te veel voor me wordt. Ik weet niet wanneer dit meer emotioneel dan fysiek is geworden, maar ik weet wel dat ik mezelf moet loskoppelen voordat ik te ver deze duisternis in word getrokken en er niet meer uit kan komen. Ik ben daar al eerder geweest en ik wil er nooit meer naar terug. Andere omstandigheden ja, maar de uitkomst zal hetzelfde zijn.
Pijn. Hoewel ik bang ben dat de pijn die Jake me kan bezorgen ondraaglijk zou zijn, en ik weet dat ik er nooit van zou herstellen.
#
De rit naar het enorme buitenhuis van mijn vader is lang en pijnlijk. Jake en ik zijn stil en in gedachten verzonken.
De hekken van het buitenhuis gaan langzaam open. Op de oprijlaan staat een zee aan dure auto’s geparkeerd. Jake rijdt rustig in de richting van het huis. Het geluid van geklets en gelach komt ons tegemoet en ik kijk op tegen de avond die komen gaat. Er zijn tientallen bizar rijke mannen die willen aanpappen met mijn vader, zowel op zakelijk als persoonlijk gebied. En allemaal zijn ze net zo meedogenloos als hij. Hun vrouwen zijn even oppervlakkig als glamoureus en de meesten van hen wachten alleen maar op het moment dat ze ingeruild zullen worden voor een jonger model dat hun bevoorrechte leventje inpikt en hen onderuit haalt.
Als mijn vader ook maar probeert om een potentieel vriendje op me af te sturen, dan ga ik gillen. Het is onder normale omstandigheden al moeilijk genoeg om te blijven glimlachen. Maar wanneer ik me zo wanhopig en leeg voel, dan weet ik niet of ik mijn vaders bedoelingen wel zal kunnen doorstaan.
Ik spring uit Jakes Range Rover en loop over het pad dat leidt naar het grote landgoed achter het huis. Ik passeer eindeloos veel tuinhuisjes met watervallen van kamperfoelie. Wanneer ik onder de laatste koepel door loop die in de richting van de tuin gaat, zie ik honderden mensen voor me. Ze staan allemaal te nippen aan hun Pimm’s of champagne. Ik scan de gezichten en zie TJ bij het zwembad staan. Ik loop naar hem toe en hij glimlacht wanneer hij me ziet.
‘Klein sterretje!’ roept hij en hij pakt een glas van het dienblad van een zojuist passerende ober en duwt het in mijn hand. Dan geeft hij me een zoen op mijn wang. ‘De laatste die arriveert, maar ik durf te wedden dat je als eerste weg zult gaan.’
Ik corrigeer hem niet. Hij kent me veel te goed. ‘Dank je.’ Ik houd mijn glas omhoog en proost met hem en neem dan een slok. ‘Is Heather er al?’
‘Ja, daar.’ Hij wijst naar de andere kant van het zwembad waar ik mijn beste vriendin en haar ouders zie staan. TJ kijkt me weer aan. ‘Word je nog steeds achtervolgd?’ vraagt hij omdat hij Jake blijkbaar ergens achter me heeft zien lopen.
Ik kan niet zien waar mijn schaduw zich momenteel bevindt. ‘Pap heeft gezegd dat ze al bijna weten wie er achter de bedreigingen zit. Weet jij iets?’ vraag ik en ik ga dichter bij TJ staan. Hij woont bijna in mijn vaders broekzak dus als er iemand iets weet, dan is hij het wel.
TJ buigt zijn hoofd en kijkt me aan met een waarschuwende blik. ‘Je weet dat ik nooit praat over zaken die ik hoor binnen de muren van zijn kantoor.’
‘Zelfs niet wanneer het over mij gaat?’
‘Vooral niet wanneer het over jou gaat.’ Hij lacht en geeft me een zoen op mijn wang. ‘Je zult gauw weer zo vrij als een vogeltje zijn, meisje,’ zegt hij en hij versterkt daarmee mijn vaders bewering van vanmorgen.
Hij loopt weg, handen schuddend en wangen kussend. Ik zie Jake een paar meter verderop staan, zijn ogen op mij gericht. Ik kan mezelf wel wat aandoen dat ik naar hem heb gekeken. Het is me gelukt om oogcontact te vermijden sinds onze woordenwisseling en ik weet dat het geen zin heeft mijn geheugen nog op te frissen. Hij is gekleed in een donkergrijs kostuum en ziet er perfect en walgelijk knap uit. Terwijl ik rondkijk, zie ik dat de vrouwen in zijn buurt naar hem kijken. Ik staar naar mijn glas en ik moet mezelf inhouden om niet tegen al die vrouwen te zeggen dat ze de andere kant op moeten kijken.
‘Cami!’
Ik kijk op en zie dat Heather naar me wuift en omdat ik wel wat afleiding kan gebruiken, loop ik om het zwembad heen naar haar en haar ouders toe. Onderweg word ik door diverse mensen aangeklampt.
‘Hé.’ Ik kom bij Heather aan en begroet haar en haar familie allemaal met een zoen.
‘Hoe gaat het met je, Camille?’ vraagt Heathers vader en hij wijst over mijn schouder. ‘Je hebt gezelschap zie ik.’
Ik had mezelf moeten excuseren en weg moeten blijven. Ik weet zeker dat alle aanwezigen inmiddels weten dat ik een bodyguard heb, en als dat nog niet zo is, denk ik niet dat ik hem hier verborgen kan houden. Hij zal onderwerp van gesprek zijn op dit feestje en niet alleen vanwege zijn officiële functie. Ik zie dat Heathers moeder discreet naar Jake kijkt met een goedkeurende glimlach om haar lippen. Dan kijkt ze naar Heather en knikt. Wat was dat? Ik kijk mijn beste vriendin aan, die nonchalant haar schouders ophaalt.
‘Het gaat goed, Henry, dank je,’ zeg ik tegen Heathers vader. ‘Hoe is het met jou?’
‘Het zal stukken beter gaan zodra je vader stopt met moeilijk doen en mijn bod accepteert op zijn scheepswerf in Belfast.’
‘Je weet dat hij graag spelletjes speelt.’ Ik lach en pak Heather voorzichtig bij de elleboog. ‘Willen jullie ons even excuseren?’ Ik trek haar mee naar een paar lege loungestoelen.
‘Wat is er?’ vraagt ze en ze gaat zitten en zet haar zonnebril op.
‘Die blik van je moeder, zoals ze naar je keek. Wat was dat?’ Ik draai er niet omheen. Wat heeft ze haar ouders verteld?
Heather doet net alsof haar neus bloedt, een trekje dat ik uit duizenden herken. ‘Welke blik?’
‘Kom op, Heather.’
‘Misschien heb ik haar wel verteld over die stunt die Jake heeft uitgehaald op het feestje van Saffron.’
‘Je bedoelt toen hij dat gore ex-vriendje van me op zijn flikker gaf nadat de klootzak me had geslagen?’
Haar lip krult minachtend omhoog. Ik voel precies dezelfde walging voor dat stuk ellende.
‘Nee, je weet dat ik dat nooit aan iemand zou vertellen. Ik heb haar verteld over hoe Jake je de bar uit droeg als een soort ridder op een wit paard.’
‘Hij deed gewoon zijn werk.’
Ze lacht. Het is neerbuigend en dat is ook de bedoeling. ‘Camille, doe niet net alsof ik gek ben. Je bent voor hem gevallen.’
Haar woorden raken me vol in het gezicht. Is het zo duidelijk? ‘Ik ben niet voor hem gevallen,’ zeg ik slapjes terwijl mijn ogen afdwalen naar Jake.
Hij ziet eruit als een solide marmeren standbeeld. Ik maak me geen zorgen dat hij ons kan horen; het lawaai om ons heen is te hard. Hij heeft me duidelijk in zicht. De situatie is niet anders dan anders, maar toch vind ik het vandaag niet prettig. Het voelt alsof hij mijn gedachten aan het lezen is. Zijn kaak staat strakgespannen en zijn wangen zijn ingevallen. De irritatie staat op zijn knappe gezicht geschreven.
Het is belachelijk dat hij hier is. Ik ben omringd door familie en vrienden en voor zover ik het begrijp, ben ik bijna veilig. Hier zou trouwens toch niets kunnen gebeuren.
‘Ik ben niet voor hem gevallen,’ mompel ik weer en ik haal mijn ogen van Jake af.
Heather legt haar hand op mijn been. ‘Waarom geef je het niet toe?’ vraagt ze.
Ik haal diep adem en besluit ter plekke een eind te maken aan het gesprek. ‘Er valt niets toe te geven,’ zeg ik resoluut, mijn hart en het ongelovige gezicht van mijn beste vriendin negerend.
Ze zucht, zakt achterover en maakt het zich gemakkelijk. ‘Weet je nog dat we hier elke zomervakantie lagen om onze sprookjeslevens te plannen en vruchtenpunch dronken? En dat je broer en zijn vrienden ons dan natgooiden?’
Ik glimlach en denk terug aan die tijd dat het leven daadwerkelijk zo simpel was. Gewoon wij tweetjes, onze perfecte wereld creërend zonder de lasten van het echte leven. Er waren geen ondermijnende gevoelens van hopeloosheid of angst. Er waren ook geen uitdagingen zoals verleiding en verkeerde besluiten. Er was geen vader die probeerde keuzes voor me te maken en om me te vertellen wie mijn prins moest worden. Er waren geen bedreigingen. Er was geen Jake Sharp. ‘Was het allemaal nog maar zo gemakkelijk.’
‘Dat kan het wel zijn.’ Heather zet haar bril af en kijkt me aan met wel duizend geruststellende woorden in haar ogen. ‘We maken het vaak zelf veel te gecompliceerd.’ Ze zwaait haar benen van de stoel af en staat op. ‘Ik weet niet wat jou tegenhoudt, afgezien van je vader en ik wéét dat je je niks aantrekt van wat hij zegt. Jij bent duidelijk zo veel meer voor Jake dan alleen maar een contract.’ Ze bukt en geeft me een zoen op mijn wang. ‘Je moet even langs je vader en die geweldige stiefmoeder van je lopen. Ze wil een verjaardagszoen van haar favoriete meisje. Zie je later.’
Ik kijk hoe Heather wegloopt. Ze kijkt hoofdschuddend naar Jake. Hij reageert niet. Geen frons, niet eens een opgetrokken wenkbrauw, maar hij kijkt wel naar mij. Ik wend mijn blik af en sta op om mijn vader te zoeken. Maar eigenlijk wil ik alleen maar naar huis toe en me verstoppen onder de dekens.
Ik loop de tuin door en probeer de standvastigheid te vinden die ik nodig heb om mijn vader en mijn onverdraaglijke stiefmoeder onder ogen te kunnen komen. Na tien stappen ben ik nog steeds niet zeker van mezelf. In tegendeel, ik word met de seconde wanhopiger. Ik weet dat ik mijn vader in de serre zal vinden in zijn enorme bar. En ik weet zeker dat hij een of andere saaie zakenpartner bij zich heeft die er helemaal klaar voor is om mijn vader te plezieren en mij te ergeren.
‘O!’ gil ik, want ik word plotseling aan mijn arm getrokken, in de richting van een nis bij de ingang van de serre. Ik voel een hand op mijn mond en een stevig lichaam houdt me tegen de muur gedrukt. Ik knipper en kijk dan in de donkere ogen van Jake. Zijn lippen raken bijna de achterkant van zijn hand, die nog steeds mijn mond bedekt.
‘Ik heb toen ik nog in dienst zat mijn persoonlijke emoties mijn professionele oordeel laten beïnvloeden,’ fluistert hij zachtjes. Hij kijkt me aan. ‘Twee van mijn vrienden zijn toen overleden en ik werd neergeschoten. Als gevolg daarvan werd ik als onstabiel bestempeld en niet langer in staat mijn taak uit te voeren.’
Ik zeg niets, maar mijn hart gaat tekeer. Jake doet zijn donkere ogen dicht zodat ik hem niet kan aankijken terwijl hij me kort maar duidelijk zijn verhaal vertelt. Zijn neusvleugels trillen. Dit kost hem alle kracht die hij heeft. ‘Het enige belangrijke in mijn leven werd na een slechte beslissing van me afgenomen omdat ik mijn werk liet beïnvloeden door mijn persoonlijke leven. Ik heb gezworen dat ik dat op geen enkele manier ooit nog zou laten gebeuren, Camille. Die belofte heb ik altijd in stand gehouden.’ Ik kan de pijn in zijn stem horen en hij ademt diep in. ‘Totdat ik jou ontmoette,’ eindigt hij met zachte stem en hij kijkt me in de ogen.
Ik snik. Hij tilt zijn hand voorzichtig op. Ik kan hem bijna niet zien door de opkomende tranen. Zijn gezicht staat gespannen maar ik zie de emotie in zijn ogen.
Hij slikt en gaat weer verder. ‘Ik kan het me niet veroorloven nog een misstap te maken.’
Zijn woorden maken me meteen bang. Zijn gezicht is nog steeds uitdrukkingsloos. Waarom nu, tijdens het tuinfeest van mijn vader? Waarom vertelt hij me dit nu? Die vrouw. Die vrouw op de foto is de persoonlijke emotie waar hij het over heeft, de emotie die hem deed twijfelen aan zijn oordeel. Zorg ik er ook voor dat hij twijfelt aan zijn oordeel?
Hij wil weer wat zeggen, maar aarzelt. Hij knijpt zijn ogen dicht en probeert moed te verzamelen. Mijn hart wordt nu kalmer. Hij ziet er verslagen uit, klaar om op te geven. Een traan valt van mijn wang en op zijn hand. Hij doet zijn ogen weer open. Ik zie een tegenstrijdigheid die me volledig onderuithaalt. ‘Mijn behoefte om je te beschermen gaat verdomme heel wat verder dan een goed betaalde klus, Camille.’ Hij fluistert de woorden zachtjes in mijn oor, een groot contrast met de enorme man die hij is.
Ik haal opgelucht adem en probeer door mijn tranen heen te kijken. Jake laat zijn hand zakken en stapt uit de nis en weer in het zicht van de aanwezigen. Hij haalt zijn schouders op, alsof hij zich verontschuldigt. Mijn hart krijgt weer een nieuwe impuls en begint weer te bonzen. Het rumoer van het feest is hoorbaar op de achtergrond, de mensen zijn vage schimmen. Allemaal daar, maar toch ook weer niet. De wereld om ons heen draait gewoon verder en heeft geen weet van de bubbel waar Jake en ik in zitten. Op dit moment, terwijl ik in zijn ogen kijk, weet ik dat hij me niet zijn duisternis in zal trekken. Hij wil juist dat ik hem help om uit die duisternis te geraken. Hij voelt zich opgesloten. Ik heb me ook eens zo gevoeld. Ik weet hoe het is om alleen maar duisternis te zien. Maar ik had Heather om me te helpen. Jake heeft niemand. Behalve mij. Ik kan niet van hem weglopen. Ik moet hem helpen.
Ik weet niet wat ik moet doen. Mijn instinct zegt me dat ik naar hem toe moet gaan, maar mijn amper functionerende brein herinnert me eraan dat mijn vader vlakbij is. Hij zal dit niet goedkeuren. Ik weet zelfs wel zeker dat hij alles zal doen om het tegen te houden. Ik weet het en ben er bang voor.
Ik stap uit de nis en kijk hoe Jake naar mij kijkt wanneer ik naar de serre loop. Er is een stil begrip tussen ons ontstaan. Ondertussen ben ik mijn excuses aan mijn vader aan het voorbereiden.
Gaat Jakes behoefte om me te beschermen verder dan een goedbetaalde klus?
Hoeveel verder?