HOOFDSTUK 12
CAMI
Nadat Jake me thuis heeft gebracht, breng ik de rest van de dag door op mijn kamer om het aanbod van de investeerder te bestuderen. Ik hoop op een verlossende clausule die het voorstel aantrekkelijker kan maken. Het is natuurlijk verspilde tijd, maar het is een geweldige manier om Sharp te vermijden. Ik voel me schuldig, alsof ik Heather verraad door zelfs maar over het aanbod na te denken. Ik deed er luchtig over, maar heb er toch de hele rit naar huis over na zitten denken. Ik heb ook wel gezien hoe hij naar me kijkt. Ik probeer er verder niet over na te denken, maar slaag daar niet echt in.
Zodra ik heb besloten het aanbod af te wijzen bel ik mijn agent om het haar mede te delen. Dan ga ik nog even verder met het updaten van mijn portfolio. Alles om maar bij hem uit de buurt te blijven.
Dan heb ik niks meer te doen. En ik heb dorst. Het duurt lang voordat ik eindelijk de moed bij elkaar heb geraapt om mijn kamer uit te gaan om water te halen. Ik sluip vliegensvlug door de woonkamer en naar de keuken, als een rat die door een regenpijp kruipt. Ik voel dat hij me helemaal nakijkt.
Nadat ik mijn glas heb gevuld ga ik snel terug naar mijn kamer zonder naar hem op zoek te gaan. Het lukt me nog bijna ook maar dan verraadt mijn blik me. We kijken elkaar aan. Onze harten maken een sprongetje. Mijn hand blijft rusten op de deurknop van mijn slaapkamer. Ik tril zo erg dat het water in mijn glas heen en weer schudt.
En dat alles alleen maar omdat we elkaar even aankeken. Hij kijkt snel weg en richt zich weer op zijn laptop. De sfeer is gespannen. Wat een afschuwelijke toestand. Hij weet dat ik geërgerd ben, maar hij weet niet waarom. Hij denkt dat hij het weet, maar hij heeft het mis. Ik ben niet boos omdat hij mijn relatie met de pers had kunnen verknallen. Ik ben boos omdat ik het fijn vind om hem in mijn buurt te hebben. Ik ben snel aan hem gewend geraakt. Altijd aanwezig, mij in de gaten houdend. Ik voel me veilig. Veilig voor Sebastian, de fotografen en die stomme bedreigingen waar mijn vader schuld aan heeft.
Ik ga mijn kamer weer in en loop te ijsberen, constant de deur in de gaten houdend. Ik voel me als een gevangene in mijn eigen huis. Bang om vrij rond te lopen omdat ik bang ben dat we elkaar weer aan zullen kijken, of erger nog, dat ik hem per ongeluk aanraak. Het lukt me uiteindelijk om de moed te verzamelen om hem ermee te confronteren en mijn grieven te uiten en de lucht te klaren.
Vastbesloten loop ik mijn kamer weer uit. Maar ik kan hem nergens vinden. Ik kijk in de keuken, maar daar is ook niemand. Ik kom tot de conclusie dat hij dan in de logeerkamer moet zijn waar hij zijn spullen heeft liggen en waar hij doucht. Hij staat er nog steeds op om op de bank te slapen. Ik kijk de gang in en dwing mezelf om verder te lopen. Wanneer ik voor de deur sta klop ik zachtjes. Ik wacht op een reactie, maar hoor niets, nog geen piepje. Dus klop ik nog een keer, nu ietsje harder. Niets.
‘Jake?’ roep ik en ik leg mijn oor tegen de deur. ‘Ben je daar?’
Geen antwoord.
Ik pak de deurknop beet en duw de deur een kiertje open en gluur naar binnen. Geen teken van leven. Ik kijk naar de badkamer. Ik hoor de douche niet en ik hoor ook geen bewegingen.
Waar is hij? vraag ik mezelf af en ik loop verder zodat ik het hele vertrek kan overzien. Het bed is keurig opgemaakt en aan het voeteneind liggen een paar stapeltjes met zijn kleren, keurig netjes opgevouwen. Zijn tas staat ernaast, de rits open. Er ligt iets zilverkleurigs bovenop, dat glinstert in de zon.
Wat is dat? Ik gluur over mijn schouder en sluip naar voren, niet in staat mezelf tegen te houden. Ik mag hier eigenlijk niet zijn. Ik schend zijn privacy. Maar de wetenschap dat dit misschien wel wat duidelijkheid kan verschaffen op het mysterie en de duisterheid rond mijn schaduw is veel te verleidelijk om te weerstaan. Trouwens, hij weet ook heel veel over mij. Het lijkt me alleen maar eerlijk dat ik hetzelfde voordeel heb.
Wanneer ik dichter bij het bed en de tas kom, zie ik dat het het zilver van een fotolijst is. Een fotolijst? Mijn adem stokt in mijn keel. Een foto?
Snel check ik nog even de deur zodat ik weet dat ik nog steeds alleen ben. Ik sta voor de tas, op slechts een paar stappen afstand. Ik voel me een beetje vreemd en durf niet verder te gaan. Mijn verstandige kant zegt me dat ik weg moet lopen, maar tegelijkertijd voel ik ook de drang om te kijken wat voor foto er in dat lijstje zit.
Ik steek mijn nek zo ver mogelijk uit en zie een deel van de foto. Ik houd mijn adem in wanneer ik een vrolijk gezicht zie verschijnen. Het is het gezicht van Jake. Ik bijt op mijn onderlip om te voorkomen dat ik geluid maak. Want ik ben verrast wanneer ik zie dat hij breeduit lacht. Zijn ogen sprankelen en ik zie zijn perfecte tanden. Ik heb hem nog nooit zo zien glimlachen want hij kijkt altijd zo serieus en somber. Maar op deze foto ziet hij er gelukkig uit. Ik begin me af te vragen wie er naast hem staat en hem zo gelukkig maakt. Daarom doe ik nog een stap naar voren zodat ik de hele foto kan zien. Een prachtige vrouw met lang glanzend zwart haar, staat dicht tegen Jake aan. Ze lacht. Mijn hart knijpt samen wanneer ik de lijst oppak. Jake heeft een legerbroek en een kakikleurig T-shirt aan. Hij ziet er geweldig uit met die gelukzalige glimlach op zijn gezicht. Zijn stevige armen rekken de strakke stof van zijn T-shirt uit.
‘Wat de fuck!’ Jakes luide stem zorgt ervoor dat ik bijna een hartinfarct krijg. Verschrikt laat ik de foto uit mijn handen vallen. Ik spring op en draai me om. Mijn hand op mijn borst en mijn ogen groot van schrik.
Hij staat in de deuropening en kijkt boos naar me. Zijn borstkas gaat op en neer.
‘Het spijt me,’ sputter ik. Mijn wangen gloeien door zijn felle blik. ‘Ik dacht…’
‘Je dacht: laat ik eens even leuk door zijn privé-eigendommen snuffelen?’ Hij loopt naar voren en pakt de foto, propt hem in zijn tas en trekt de rits dicht.
‘Wie is ze?’ Het is een vraag die ik eigenlijk niet mag stellen, maar voordat ik mezelf kan tegenhouden, heb ik hem al gesteld.
‘Gaat je niks aan,’ snauwt hij en hij stormt de badkamer binnen. ‘Ga weg.’
Zijn hardvochtigheid raakt me hard en veroorzaakt onredelijk veel pijn. Ik buig mijn hoofd en zou graag willen dat mijn nieuwsgierigheid plaats zou maken voor schaamte over de foto, maar dat is niet zo. Die vrouw maakte hem gelukkig en het is duidelijk dat ze niet meer in zijn leven is. Wie is ze? En nog interessanter, wat is er gebeurd waardoor hij zo fel reageert op mijn vraag? Mijn overpeinzingen worden verstoord wanneer hij in de deuropening verschijnt. Ik durf hem niet aan te kijken en kijk naar beneden zodat ik alleen zijn blote voeten voor me zie. Zijn perfecte blote voeten.
‘Je bent er nog steeds,’ gromt hij kalm en hij komt naar me toe lopen.
‘Ik ga al.’ Zodra het me lukt in beweging te komen doe ik een stap terug en kijk hem aarzelend aan. Ik zie niet de woede die ik verwachtte. Ik zie berouw. Maar ik weet niet of het berouw is vanwege die vrouw, zijn verleden en het feit dat ik iets daarvan gezien heb, of dat het berouw is vanwege het feit dat hij zo tegen me heeft geschreeuwd.
Wanneer Sharp zijn ogen dichtdoet en slikt, weet ik dat het vanwege allebei is.
‘Het spijt me,’ zegt hij zachtjes.
‘Hoeft niet. Ik had niet stiekem moeten kijken.’ En dat meen ik oprecht, maar mijn spijt gaat dieper dan mijn minachting van zijn privacy. Veel meer spijt heb ik van de vraag die ik heb gesteld en waarop ik geen antwoord verwacht. Zijn verleden heeft niets met mij te maken en toch heb ik een intens verlangen om het te weten. Ik kan het niet helpen.
‘Ze is een ex,’ zegt hij en ik schrik verrast terug. ‘Ze…’ Zijn woorden verdwijnen in het niets. Hij lijkt zelf ook verrast door het feit dat hij me een voorzichtig inkijkje heeft gegeven in zijn verleden. Hij ziet er wel een beetje verloren uit. ‘Ze is niets.’ Hij kijkt weg.
Ze is niets, maar hij neemt wel haar foto overal mee naartoe? Ik glimlach geforceerd en wil weglopen, maar hij pakt mijn arm beet en houdt me tegen. Onbedoeld deins ik terug. Het valt niet mee om niet te reageren wanneer een simpele aanraking zo’n intense warmte veroorzaakt.
Het lijkt wel alsof hij in trance is. Dan verslapt zijn greep. Elke zenuw in mijn lijf reageert en mijn ademhaling wordt oppervlakkig. Het doet me denken aan die keer in het kantoor van mijn vader toen hij mijn hand vasthield en hoe geweldig en rustgevend het voelde. Ik wil weten hoe het zou voelen als ik in zijn armen zou liggen. Ik heb er al iets van gevoeld toen hij me laatst ’s ochtends vasthield op de vloer. En toen hij me in Harvey Nic’s beetpakte en me wegtrok voor de voeten van die beveiliger. En toen hij me van de vloer tilde toen ik zijn teennagels probeerde te lakken. Maar ik wil meer dan dat.
We kijken elkaar op exact hetzelfde moment in de ogen. Dan komt zijn gezicht langzaam naar het mijne toe, zijn ogen op mijn lippen gericht. Ik houd vol verwachting mijn mond open. Hij gaat me kussen.
Ik sta op het punt om ook naar voren te buigen, maar het geluid van mijn telefoon op de achtergrond verbreekt de magie. Ik schrik op en Sharp draait zich vlug om.
‘Ik zou maar opnemen,’ zegt hij zachtjes en hij kijkt weg. De ongemakkelijke sfeer is weer terug.
Ik loop snel weg om aan het ongemakkelijke gevoel te ontsnappen, maar ik vloek inwendig. Zo godvergeten stom! O mijn god, wat was dat? Wat heb ik gedaan? Ik sla mezelf een paar keer figuurlijk voor de kop en maak me snel uit de voeten.
Ik pak mijn telefoon en zie de naam van mijn moeder op het schermpje verschijnen. Ik krijg een knoop in mijn maag. De hele week heb ik haar namelijk al gemeden omdat ik weet dat ze niet op de hoogte is van het feit dat mijn vader een bodyguard voor me heeft ingehuurd en de reden waarom. Ze heeft mijn vader niet heel erg hoog zitten sinds hij haar gedumpt heeft voor een jonger exemplaar. Ze zal er niet blij mee zijn als ze dit hoort, zeker niet omdat het om mij gaat. Ik heb geen zin in gezeur over mijn vader en zijn dubieuze zakendeals. Maar ze heeft wel de tweeëntwintig jaar dat ze getrouwd waren een oogje toegeknepen zodat ze het leven kon leiden waaraan ze gewend was. Het lukt haar nog steeds om dat leven te leiden dankzij een goede investering na een niet zo’n goede regeling na haar scheiding. Maar ze is vooral verbitterd.
‘Mam.’ Ik probeer zo vrolijk mogelijk te klinken want ze zal heel terecht wel boos zijn dat ik de hele week al niets heb laten horen.
‘Daar is mijn meisje dan.’ Haar zachte, chique Britse accent zorgt ervoor dat ik me wat beter voel. ‘Ik begon al te denken dat je me had verlaten voor je vader.’
Ik glimlach. Op dat moment komt Sharp de woonkamer binnenlopen. Hij ziet er nog steeds emotioneel afstandelijk uit, hoewel ik wel enige nieuwsgierigheid bespeur. Hij vraagt zich natuurlijk af wie ik aan de lijn heb. ‘Nooit, mam,’ zeg ik zodat hij meteen weet wie het is.
‘Hoe gaat het met je schatteboutje?’
‘Heb je weer de bladen gelezen?’ vraag ik, wetende dat ze een zwak heeft voor roddels, ook als het enorm opgeblazen wordt door de media. Ze heeft natuurlijk ook de foto’s van Sebastian gezien die uit een bar kroop.
‘Ik weet dat je verstandig zult zijn.’ Er klinkt vertrouwen in haar stem en dat steunt me. In tegenstelling tot mijn vader heeft zij wel vertrouwen in me. ‘Ik heb een vrije avond,’ gaat ze verder. Ik moet lachen want dat komt niet vaak voor. Ze is een sociaal dier dat haar tijd verdeelt tussen vrouwenclubs, tennisclubs, bowlingclubs en eindeloos veel lunches met vriendinnen. Ik ben één keer bij zo’n lunch geweest. En ik heb toen meteen gezworen nooit meer mee te gaan. Een tafel vol met verbitterde en verknipte vrouwen die af zitten te geven op hun exen, ondertussen genietend van sandwiches en champagne is niet mijn idee van een gezellige lunch. ‘Laten we samen wat eten.’
‘Ik ga naar het verjaardagsfeestje van Saffron.’ Het is geen leugen, maar toch heb ik geen enkele hoop dat het wat uit zal maken.
‘Laten we dan daarvoor afspreken zodat je wat in je maag hebt.’
Ik kruip ineen wanneer ik zie dat Jake op de bank is gaan zitten met zijn laptop op zijn schoot. Ik probeer te ontdekken van wie ik het makkelijkst af kan komen. Ik weet dat mijn moeder niet op zal hangen tot ik ingestemd heb. Daarbij komt dat ik haar al meer dan een week niet gezien heb. Maar ik kan Sharp toch zeker niet meenemen? Dat zal allemaal vragen oproepen die ik eigenlijk niet wil beantwoorden. Hij is nou niet bepaald iemand die niet opvalt met zijn bijna twee meter lange lijf.
Hoe kan ik hem ervan overtuigen dat ik hem niet nodig heb voor een etentje met mijn moeder? Ik denk even na over hoe ik dit het beste kan aanpakken. Ik kan niet ontkennen dat ik wel even zonder hem wil zijn. Al die ongemakkelijke toestanden worden onverdraaglijk. Het lijkt wel alsof ik helemaal niets goed kan doen of zeggen.
‘TJ komt ook,’ voegt ze eraan toe. Dat is dus geregeld. Ik vind het geweldig dat mijn moeder hem behandelt alsof hij haar eigen kind is, ook al lijkt hij als twee druppels water op de ex-echtgenoot die ze zo haat. Ze ziet echter net als ik dat TJ een goed karakter heeft, waarschijnlijk omdat zij zo haar best heeft gedaan met hem sinds hij een kleuter was.
‘Hoe laat en waar?’ Ik zweer je dat ik Sharps oor zie bewegen wanneer ik dit vraag.
‘Geweldig! Mijn chauffeur haalt je om zeven uur wel op. Zorg dat je er mooi uitziet, schatteboutje!’ Ze hangt op en ik bijt op mijn lip, nadenkend over hoe ik dit het beste kan aanpakken.
‘Dat was mijn moeder,’ zeg ik luchtig en ik loop de keuken in om een glas water te halen. Zoals verwacht krijg ik geen antwoord en niet alleen omdat ik hem niets nieuws heb verteld. ‘Ze wil vanavond met me uit eten,’ roep ik en ik pak een glas uit het keukenkastje. ‘Haar chauffeur haalt me om zeven uur op.’
Weer geen enkele reactie.
Ik kijk fronsend naar de kraan en laat mijn glas vollopen en loop weer terug naar de woonkamer. Jake is er niet. Zijn laptop is dichtgeklapt en ligt op de plek waar hij zojuist nog zat. Ik neem een flinke slok water en daarmee meteen een flinke dosis zelfvertrouwen. Daarna ga ik naar hem op zoek om hem te vertellen hoe het zal gaan. Mijn zelfvertrouwen groeit met elke stap die ik zet. Ik negeer het feit dat ik me minder zorgen maak om mijn moeder en haar vragen over wie Jake is en ik ben steeds vastberadener om een poosje bij hem uit de buurt te blijven. Ik voel me verstikt door… ik weet niet wat, maar ik weet dat het niet goed is.
Ik ga zo op in mijn mentale peptalk dat ik vergeet te kloppen en zo de logeerkamer binnenloop. Dan laat ik mijn glas met een doffe dreun op het tapijt vallen. Het water spat tegen mijn benen. ‘O fuck!’ roep ik want recht tegenover me staat Sharp, poedelnaakt en met slechts een handdoek losjes in zijn hand. Hij beweegt niet. Ik beweeg niet. We staren elkaar alleen maar aan. Gechoqueerd. Nutteloos.
Bedek jezelf!
Ik kan het alleen in stilte naar hem schreeuwen want ik ben totaal sprakeloos. Maar hoewel mijn mond momenteel niet meewerkt, is er iets anders dat wel reageert en dat ik niet kan negeren. Ik druk mijn benen tegen elkaar en probeer te voorkomen dat het kloppende gevoel eindigt in een volwaardige en harde vibratie. Mijn ogen zakken af naar zijn borst. Het laatste beetje lucht dat ik nog in mijn longen had ontsnapt uit mijn mond als een wellustige snak naar adem. Zijn pik is lang en hard. En hij beweegt.
‘Camille.’ Ik hoor zijn zachte stem amper want ik ben volkomen in beslag genomen door wat ik zie. Laat iemand me alsjeblieft komen redden voordat ik voor hem ga knielen om het te aanbidden. ‘Camille!’
Ik schrik zo erg dat ik achteruitdeins en met mijn rug tegen de deur aan bots. Er gaat een pijnscheut door mijn schouder. ‘Fuck!’ Helemaal van streek wrijf ik over de bovenkant van mijn arm.
‘Is alles goed?’
Ik probeer de dingen weer helder te krijgen en zie Jake naderbij komen, nu met dat kleine handdoekje om zijn strakke middel geslagen. De spieren van zijn buik, uitlopend in perfecte holtes langs zijn heupen, maken me weer helemaal in de war. ‘Ja!’ Ik stap naar achteren, probeer te ontsnappen en bots weer tegen die klotedeur aan. ‘Fuck!’ Ik wrijf over mijn schouder. ‘Niks aan de hand,’ zeg ik en ik loop wankelend de gang in. Jake blijft precies voor de deur stilstaan met een frons op zijn gezicht. ‘Ik ga uit eten met mijn moeder,’ blaat ik en ik loop nog iets verder weg.
‘Ik weet het.’ Hij kijkt me aandachtig aan, waarschijnlijk om te zien of alles wel goed gaat met me. Maar het gaat niet goed. Mijn schouder is dan misschien wel gevoelig, maar ik ben elders nog veel gevoeliger. Ik moet hier heel snel weg.
‘Haar chauffeur haalt me op. TJ is er ook. Je hoeft niet mee te gaan.’ Ik zie aan de blik op zijn gezicht dat hij daar heel anders over denkt.
‘Vergeet het maar.’ Hij draait zich om, loopt weg en laat zonder een spoortje van verlegenheid zijn handdoek vallen zodat ik alles kan zien. Ik knijp snel mijn ogen dicht om mezelf te beschermen tegen deze obscene volmaaktheid.
‘Ik ben met mijn moeder en mijn broer,’ protesteer ik. ‘Niks aan de hand.’
‘Ik heb geen zin in dit gesprek, Camille.’
Ik wil mijn ogen opendoen en hem boos aankijken, maar dat zou dom zijn. ‘Ben je aangekleed?’ vraag ik, niet in staat mijn ergernis te verbergen.
‘Ja.’
Ik doe mijn ogen open en zie dat hij een broek aanheeft die nog openhangt, zijn borst nog bloot. Dit is fucking goddelijk. Ik snak naar adem en ben boos. ‘Jake!’
‘Draai je dan ook om, Camille.’ Zijn bewegingen haperen terwijl hij zijn shirt aantrekt.
Ik haat het hoe moeilijk ik het vind om me van hem af te keren. Maar ik doe het toch, hoewel ik nog steeds de spieren van zijn buik voor me zie. ‘Het is echt niet nodig dat je meegaat.’
‘Je vader wil dat ik elke stap die je zet volg. Je hebt de foto’s gezien. Je hebt geluk dat je deze plek nog mag verlaten en laat ik je erop wijzen dat ik de enige reden ben waarom dat mogelijk is. Ik ben er niet wars van om dit af te dwingen,’ zegt hij. Hij spuwt de woorden bijna uit. Zijn frustratie neemt toe.
‘Hoe dan?’ Ik spits mijn oren en stel me voor hoe hij me vasthoudt. Zoals die keer toen hij me betrapte terwijl ik naar hem stond te staren en hij deed alsof hij sliep. Mijn lichaam wordt ineens wakker.
‘Probeer het maar eens,’ zegt hij alleen maar.
Er bekruipt me een gevoel van verlangen vermengd met nieuwsgierigheid. Ik wil hem wel eens testen en zien wat hij zal doen om ervoor te zorgen dat ik hem gehoorzaam. Ik wil dat hij me aan zich vastbindt zodat ik dan kan genieten van die heerlijke warmte van hem. Ik wil…
‘Ik ga mee.’ Ik schrik van zijn ademhaling in mijn oor die me losrukt uit mijn ongepaste fantasieën. Dan loopt hij langs me heen, zijn stropdas straktrekkend. ‘Bel je moeder en zeg maar dat ze haar chauffeur niet hoeft te sturen.’
Ik zoek een muur en laat mijn hoofd er net een beetje te hard tegenaan vallen in de hoop dat de knal ervoor zal zorgen dat mijn gevoelens voor deze man zullen verdwijnen. Een man naar wie ik niet mag verlangen. En nog belangrijker, die dat ook niet wil.