41

Raak!

Gulfstream iii

   Onderweg naar San Diego

   02.30 uur plaatselijke tijd

 

De Agency wilde Moore en Sonia daar onmiddellijk weg hebben en Towers ontving datzelfde bevel van zijn bazen van bortac. Hoewel de operatie geslaagd was, waren Soto en zeven van zijn mannen gedood. Ook de piloten en de schutters van de Black Hawk waren dood. Afschuwelijk nieuws, maar deze mannen hadden geweten welke risico’s ze namen en die geaccepteerd.

   Sonia was wel een beetje van slag toen ze haar bij haar hotel ophaalden, maar nog geen vijf minuten later was ze al druk aan het praten en bedankte Moore dat hij in San Cristóbal haar leven had gered.

   ‘En ja,’ zei ze. ‘Ik ben je inderdaad een kop koffie schuldig.’

   ‘Daar hou ik je aan,’ zei hij met een knipoog.

   Zodra ze in het vliegtuig zaten, sloeg ze haar armen over elkaar, nestelde zich in haar stoel en verdiepte zich in haar smartphone. Moore had waardering voor de opofferingen die ze zich had getroost: dat ze zichzelf helemaal aan Miguel had gegeven om in de buurt te kunnen komen van Rojas, een man die zichzelf zo goed had beschermd dat haar opdracht bijna onmogelijk was geweest. Ze was jong, maar bijzonder professioneel. Ze had heel goed geweten wat ze moest doen en wat dit met haar gevoelens zou doen. Ze was steeds toegewijd gebleven, ze had ingezien dat haar opdracht schade binnen het gezin zou kunnen veroorzaken: Rojas had zijn zoon veroordeeld tot jaren van onderzoek en rechtszaken. Wie zou geloven dat Miguel Rojas niet wist wat zijn vader deed? Sonia kon hem niet te hulp komen. De cia zou zichzelf nooit compromitteren door haar in welke rechtbank dan ook te laten getuigen, al dan niet achter gesloten deuren. Misschien zou ze toestemming krijgen om te getuigen tijdens een ‘besloten’ sessie voor een soort parlementaire enquêtecommissie, maar daar zou Miguel niets aan hebben. Dat wist ze, ze was zich volledig bewust van haar verraad. Moore was echt onder de indruk van haar sterke karakter.

   Towers had zich door de Mexicaanse artsen laten verbinden. Ze hadden het bloeden kunnen stoppen, maar zodra hij en Moore in San Diego aankwamen, zou hij naar het ziekenhuis gaan voor verdere behandeling. Er moesten röntgenfoto’s en een mri-scan worden gemaakt en hij moest worden gehecht omdat de uitgangswond in zijn schouder er niet goed uitzag, maar hij wilde per se dat dit in San Diego zou gebeuren. Zodoende zat hij ontspannen naast Moore in het vliegtuig.

   Moore had alleen een paar blauwe plekken op zijn borst, een paar nieuwe als aanvulling op de blauwe plekken die hij sinds het begin van de operatie had opgelopen. Hij zat met zijn computer op zijn schoot naar het Mexicaanse journaal te kijken, naar het nieuwsitem over de inval op Rojas’ huis. Hij moest wel lachen toen ze vertelden over de ‘schokkende ontdekking’ dat een van de rijkste mannen ter wereld een geheim leven had geleid. Zoals ze hadden gepland, kreeg de Mexicaanse marine alle eer voor de inval, zonder dat gerept werd over de Amerikaanse hulp. Moore kon het niet geloven, maar de Mexicaanse autoriteiten hadden de media nu al toestemming gegeven beelden van de kluizen te maken, maar de muren van geld waren verdwenen − daar hadden de fes-troepen al ‘voor gezorgd’. De Mexicaanse regering werd ongetwijfeld verscheurd tussen dankbaarheid en woede over de wrede fes-operatie die zonder toestemming van wie dan ook was uitgevoerd, maar die wel had geleid tot een opmerkelijke ontdekking en een geweldig pr-verhaal over de strijd tegen drugs van de Mexicaanse president.

   Ondertussen had de Associated Press een ander verhaal opgepikt, over een inval door regeringstroepen op het pakhuis in het oerwoud van Juan Ramón Matta Ballasteros, de beruchte leider van een van Colombia’s productiefste en winstgevendste cocaïnekartels met directe banden met het Mexicaanse Juárez Cartel (zoals Dante Corrales hun eerder had verteld). Ballasteros was, heel verrassend, levend gevangengenomen. Moore kreeg een cia-rapport onder ogen waaruit bleek dat collega-agenten de leiding hadden gehad over de inval in het kamp van Ballasteros. Hoera! Alweer een kleine strijd gewonnen.

   Towers hield woord en maakte de namen bekend van iedere corrupte agent van de federale politie die Gomez hun had gegeven, tweeëntwintig namen in totaal, plus een verrassende, zelfs deprimerende onthulling: ook de minister van Openbare Veiligheid uit het federale kabinet stond op Rojas’ loonlijst. De namen werden niet alleen aan de federale politie gegeven, maar ook opzettelijk naar de media gelekt én per e-mail naar de president van Mexico gestuurd. Rellen, zoals Gloria Vega voor het politiebureau van Delicias had meegemaakt, vonden algauw plaats in heel Juárez en andere steden in Mexico, waarbij lokale agenten eisten dat hun corrupte bazen werden ontslagen. Towers had gezegd dat hij wilde dat dit gebeurde, en het gebeurde dus ook. Gomez, die geloofde dat hij in ruil voor een schuldbekentenis strafvermindering kreeg, zou worden uitgeleverd aan de Verenigde Staten waar hij zou worden beschuldigd van samenzwering tot moord, en van allerlei andere misdaden waar de openbaar aanklagers hem maar van konden beschuldigen. Kleine strijd nummer twee gewonnen...

   Overloper sicario Dante Corrales zou in een getuigebeschermingsprogramma worden geplaatst, omdat hij namen bleef noemen en meehielp het kartel te ontmantelen. Zijn informatie over de connecties van het kartel in Afghanistan en Pakistan was echter gedateerd en zijn tips over de verblijfplaats van Rahmani oud nieuws, volgens Moores collega’s die in die regio opereerden. Moore had al een sms gestuurd naar Wazir om te kijken of hij al iets had gehoord over de Hand van Fatima-hanger en de groep talibanstrijders die volgens Moores vaste overtuiging de Verenigde Staten waren binnengekomen. De Agency had nog steeds geen aanwijzingen over de verblijfplaats van Gallagher (kennelijk had hij zijn schouderzender operatief laten verwijderen), hoewel hij was geïdentificeerd als de man die de jongen had ingehuurd om de politieauto’s te spuiten. Als spion was Gallagher getraind om mensen te vinden die niet gevonden wilden worden en was daardoor een expert in het van de aardbodem verdwijnen. In de loop der jaren had hij alle verschillende methoden gezien die mensen gebruikten om zich te vermommen, en bovendien gezien welke effectief waren en welke niet. Voor de zoektocht naar hem zouden geld, tijd, middelen en, volgens Moore, een koortsachtige obsessie nodig zijn.

   Even later viel Moore in slaap en werd gewekt door de steward die hem vroeg rechtop te gaan zitten en zijn veiligheidsriem vast te maken.

 

San Diego

   04.05 plaatselijke tijd

 

Meteen na de landing zei Sonia dat ze een ander vliegtuig nam terug naar Langley, waar ze door haar eigen mensen zou worden gedebriefd.

   ‘Je hebt geweldig werk gedaan,’ zei Moore tegen haar. ‘Echt waar.’

   Met een gespannen glimlach zei ze: ‘Bedankt.’

   Moore reed Towers naar het Sharp Memorial Hospital, een eersteklas traumacentrum. Toen de verpleegsters hoorden dat Towers een agent was, behandelden ze hem alsof hij van koninklijken bloede was, en nog geen tien minuten later werd hij door een arts onderzocht. Moore kreeg te horen dat hun timing perfect was, omdat de spits over een paar uur begon en de slachtoffers van auto-ongelukken dan binnen zouden stromen − een gewone werkdag in een traumacentrum in een grote stad.

   Terwijl Moore in de wachtkamer zat, las hij een e-mail van Slaters assistent. Ze hoopten dat ze later die dag een videovergadering konden houden. Moore had tijdens de terugrit al langdurig met zijn bazen gesproken.

   Toen hij bijna weer in slaap viel, hoorde hij een schot. Moore werd vloekend wakker. Het was geen schot, maar zijn smartphone trilde: een telefoontje van Wazir. Moore stond op, verliet de wachtkamer en liep de gang in. ‘Hoe gaat het met u, mijn vriend?’

   ‘Ik weet dat het daar vroeg is, maar ik moest u bellen. Ik wilde een bericht inspreken.’

   ‘Wat is er aan de hand?’

   ‘Een paar van de informanten die uw mannen hebben gerekruteerd, hebben problemen veroorzaakt. Gisteren heeft een nieuwe drone raketten gelanceerd en een van mijn beste informanten gedood. U moet hier een eind aan maken.’

   ‘Meteen nadat we hebben opgehangen, zal ik een telefoontje plegen.’

   ‘Ik kan u niet helpen als u mij niet helpt. Uw agency geeft opdracht de mensen aan te vallen die ik het meest nodig heb.’

   ‘Wazir, dat begrijp ik.’

   ‘Goed.’

   ‘Hebt u iets voor me?’

   ‘Slecht nieuws. Een groep van zeventien mannen is de Verenigde Staten binnengekomen door een tunnel tussen Mexicali en Calexico, precies zoals u al vreesde. Samad, de man die als Rahmani’s vuist fungeert, is erbij, samen met twee van zijn luitenants, Talwar en Niazi. Van Samad is bekend dat hij de Hand van Fatima draagt.’

   Moore balde zijn hand tot een vuist en hield een vloek in. ‘Ik moet alles over deze mannen weten, over alle zeventien. En ik moet weten waar Samad en Rahmani zijn... nu meteen.’

   ‘Daar ben ik al mee bezig. Rahmani is hier, maar hij blijft in beweging en zoals ik al zei, wordt het bijzonder gevaarlijk voor me. Hou op met deze drone-aanvallen. Zeg tegen uw mensen dat ze ermee moeten stoppen, zodat ik voor u kan werken.’

   ‘Zal ik doen.’

   Moore belde meteen Slater op, die onderweg was naar zijn kantoor. Moore vertelde hem wat Wazir had verteld en voegde eraan toe: ‘U moet deze drone-aanvallen stopzetten. Ze mogen best verkenningen uitvoeren, maar niet bombarderen. Niet nu.’

   ‘Ik moet informatie hebben op basis waarvan we actie kunnen ondernemen.’

   ‘Die krijgt u niet als u mijn bronnen doodt. Ik heb net bevestigd gekregen dat Samad hier al is. Hij heeft een team bij zich. Gallagher heeft hem geholpen.’

   ‘Ik zal contact opnemen met dhs en kijken of ze bepaalde operaties willen stopzetten en de terreur-alert-status willen afkondigen.’

   Bepaalde regeringsactiviteiten met betrekking tot specifieke terreurniveaus werden niet publiek gemaakt; vaak was de Agency niet eens op de hoogte van de activiteiten van andere departementen − niet verrassend natuurlijk. Bepaalde undercoveroperaties zoals die van Sonia waren niet eens binnen de rest van de Agency bekend. De rechter had bepaalde maatregelen al als illegaal bestempeld en er moest nog uitspraak worden gedaan over veel van deze onderwerpen, zelfs nu werd beweerd dat bepaalde aanklachten politiek gemanipuleerd waren (bepaalde terroristische dreigingen vlak voor de verkiezingen bekendmaken, enzovoort).

   Moore bedankte Slater en zei toen: ‘Het is absoluut noodzakelijk dat we niet meer aanvallen, oké? Mijn informant Wazir is een goede man, de beste die ik heb. Hij zal ons helpen deze klootzakken te vinden. Maar hou op met die aanvallen.’

   Slater aarzelde even, maar zei toen: ‘Hou me op de hoogte van de toestand van Towers. Mijn agenda is vandaag boordevol, maar ik spreek je later nog.’

 

Supermarkt 7-Eleven

   In de buurt van het San Diego International Airport

 

Kashif Aslam, een eenenveertigjarige Pakistaanse emigrant, droomde ervan dat hij ooit zijn eigen 7-Eleven zou hebben. Maar voorlopig was hij manager van de supermarkt aan de Reynard Way, nog geen anderhalve kilometer van het vliegveld. Na vele verzoeken van een kleine groep Pakistani die in de buurt woonden, was Aslam begonnen met de verkoop van pakoras, een Pakistaanse snack van aardappel, ui of bloemkool, gefrituurd in een beslag van kikkererwten. Elke ochtend stond zijn vrouw vroeg op om de pakoras te maken, die Aslam meenam naar zijn werk en in de diepvrieskast van zijn winkel legde. De snacks waren zo’n succes dat de eigenaar Aslam betaalde voor alle ingrediënten en voor het werk van zijn vrouw.

   Aslam was al zes jaar manager van dezelfde locatie en kende al zijn vaste klanten, vooral de Pakistani zoals hijzelf. Vlak voor het middaguur kwamen drie onbekende Pakistani van begin twintig binnen die naar de snacks vroegen. De drie mannen hadden Urdu gesproken en al zijn pakoras gekocht. Natuurlijk was hij nieuwsgierig geworden en hij had hun gevraagd hoe ze over hem en de snacks hadden gehoord en zij zeiden dat ze een gemeenschappelijke vriend hadden die op het vliegveld werkte. Vreemd genoeg hadden ze hem de naam niet kunnen noemen, ze zeiden dat een andere vriend het contact had gelegd. Dat kon wel waar zijn, maar er was iets niet pluis met deze mannen, hun zenuwachtige reactie nadat hij hun dit had gevraagd, hun onwil om te vertellen hoe lang ze al in het land waren en waar uit Pakistan ze precies vandaan kwamen. Toen ze buiten de winkel stonden te eten, besloot Aslam hen af te luisteren. Hij deed net alsof hij het afval buitenzette en liep achterom naar de grote vuilcontainer, toen hij hen over vluchtnummers en vluchtroutes hoorde praten.

   Aslam geloofde oprecht in Amerika; dit land was heel goed geweest voor hem, voor zijn vrouw en voor hun zes dochters. Hij wilde geen problemen en, nog belangrijker, hij wilde niet dat iets zijn nieuwe leven en zijn veelbelovende toekomst in de weg stond.

   Hoewel hij niets kon bewijzen, dacht Aslam dat deze mannen criminelen waren − smokkelaars misschien − of illegalen, en hij wilde niet dat de autoriteiten hem of zijn winkel met hen in verband zou brengen. Hij wilde niet dat ze terugkwamen. Ze reden in een donkerrode Nissan en Aslam had het kenteken opgenomen. Nadat ze waren vertrokken, belde hij de politie en vertelde de beide agenten die na zijn telefoontje langskwamen wat er was gebeurd. Een halfuur later kwam een man die zich voorstelde als Peter Zarick, een fbi-agent, hem ondervragen. Hij zei dat hij het kenteken zou nagaan en verzekerde hem ervan dat hij op geen enkele manier met die mannen in verband zou worden gebracht.

   ‘Wat gebeurt er nu?’ vroeg hij aan de man voordat hij vertrok.

   ‘Mijn baas zal deze informatie doorgeven aan de andere agency’s.’

   ‘Dat is heel goed,’ zei Aslam. ‘Want ik wil geen problemen, voor niemand.’

 

fbi-agent Peter Zarick stapte in zijn auto en reed bij de 7-Eleven vandaan. Terug op kantoor stuurde hij zijn 302-rapport naar Meyers, de dienstdoende special agent die het bericht naar Virginia zou faxen, naar het National Counterterrorism Center. Het nctc organiseerde drie svtc’s (secure video teleconferences, beveiligde videovergaderingen) en stond continu in stem- en elektronisch contact met belangrijke binnen- en buitenlandse spionage- en antiterrorismeorganisaties.

   Vanaf het moment dat dit bolo-alert (Be On the Lookout) voor terroristen in Calexico was uitgegaan en het kantoor had gehoord dat hun collega-agent Michael Ansara was vermoord, had Zarick hard gewerkt en het gebied onderzocht op zoek naar aanwijzingen − en dit was de eerste goede aanwijzing die ze hadden gehad. Hij kon zich amper beheersen toen hij het kantoor van de Field Intelligence Group aan Aero Drive bereikte. Hij stapte snel uit zijn auto en begon te rennen.

 

dea Office of Diversion Control

   San Diego, Californië

 

Om twee uur ’s middags waren Moore en Towers al uit het ziekenhuis en in de vergaderkamer. Towers voelde zich geweldig nu zijn schouder en arm waren behandeld. De schotwond had er veel erger uitgezien dan hij was, en de arts had Towers verteld dat hij heel veel geluk had gehad, dat hij evengoed een klaplong had kunnen krijgen. Ze wilden hem een mitella geven, maar dat had hij geweigerd. Moore had veel agenten meegemaakt die beschoten waren, maar de stoerste man veranderde soms in een huilend jochie als hij gewond was geraakt. Towers was echter een stoere en kennelijk onverstoorbare vent, wilde geen medelijden of speciale behandeling, alleen een kipsandwich met friet, zodat ze naar een drive-in van kfc waren gereden. Moore had hetzelfde besteld en tijdens het eten keken ze naar cnn om te zien of er nog nieuws was over het Rojas-verhaal. Tegelijkertijd scande Moore de informatie die tot nu toe was verzameld over de jacht op Samad en zijn groep. Het spoor eindigde abrupt bij het vliegveld van Calexico. Ze hadden alle gegevens van alle vluchten van allerlei soorten vliegtuigen vanaf alle vliegvelden in een bepaalde straal gecontroleerd. Het was zoeken naar een speld in een hooiberg, en zoals Towers had gezegd, had de faa alleen maar de gegevens van ongeveer twee derde van alle kleine vliegtuigen. Er waren niet veel getuigen en zelfs als de groep was gezien, dacht Moore, zouden ze zich hebben vermomd als migrantenarbeiders − een alledaags verschijnsel − die altijd onderweg waren.

   Ergens wilde Moore geloven dat Samad en zijn groep niet meer waren dan ‘slapende spionnen’, dat het hun missie was om jarenlang een onopvallend leven in de Verenigde Staten te leiden tot ze in actie moesten komen. Dan zouden hij en de Agency tijd genoeg hebben voor de jacht... en hen kunnen doden. Daar kon hij zichzelf even mee geruststellen, maar het volgende moment vroeg hij zich af wat er in die rechthoekige pakketten had gezeten: geweren, rpg’s, raketlanceerders of nog erger, kernbommen? Natuurlijk waren de analisten van de Agency − in samenwerking met meer dan twaalf andere agency’s, onder andere dhs, nest (het Nuclear Emergency Search Team), de fbi en Interpol − in de hele wereld op zoek naar bewijzen van recente wapenverkopen, vooral tussen de taliban in Waziristan en het Pakistaanse leger. Na tientallen valse aanwijzingen was het spoor wat dat betreft koud geworden.

   Opeens begon Moore hardop te vloeken.

   ‘Rustig aan, bro,’ zei Towers. Uit zijn borstzakje haalde hij een plastic medicijnpotje. ‘Wil je een pijnstiller?’

   Moore keek hem alleen maar aan.

 

Om ongeveer 04.45 uur ontving Moore een e-mail die hem verbijsterde. Maqsud Kayani, de commandant van de Pakistaanse patrouilleboot en de neef van wijlen kolonel Saadat Khodai, had hem geschreven. Hij wilde belangrijke informatie doorgeven die hij had gekregen van een isi-agent, een vriend van zijn oom. De isi had onlangs in Waziristan een groep talibansympathisanten verhoord, en een van hen had bekend dat zijn broer in de Verenigde Staten was voor een missie. Het meer ironische of misschien wel profetische deel van de e-mail was:

   De broer was in San Diego.

 

Ik wil dat u weet dat mijn oom een moedige man was, die heel goed wist wat hij deed. En ik hoop dat deze informatie zal helpen de mannen te pakken te krijgen die hem hebben vermoord.

 

Moore las de e-mail voor aan Towers, die bijna van zijn stoel viel toen hij naar zijn eigen beeldscherm keek. ‘We hebben een goede aanwijzing van het Bureau gekregen, hier op deze 302. Drie mannen bij een 7-Eleven, allemaal Pakistani. Man die hen rapporteerde komt ook uit Pakistan. Heeft het kenteken doorgegeven.’

   ‘Hebben ze dat gecontroleerd?’

   ‘Ja, afkomstig van een autoverhuurbedrijf in de buurt van het vliegveld. Man die hem huurde, past bij de beschrijving van een van de mannen bij de 7-Eleven. Zijn identiteitsbewijs bleek echter vals, net als zijn adres. Wauw! Wacht eens even. Holy shit!’

   ‘Wat?’ vroeg Moore.

   ‘Luchthavensecurity belde net. Zij hebben die auto gezien op het gsm Parkeerterrein op North-Harbor. Ze hebben opdracht ze niet te benaderen.’

   Moore sprong overeind. ‘Kom mee!’

   Binnen een paar seconden stonden ze buiten, sprongen zo ongeveer in hun suv, Moore achter het stuur en Towers met zijn mobieltje in gesprek met ene Meyers van het Bureau die zijn Unit swat-team, het Special Weapons and Tactics-team, al op weg had gestuurd.

   ‘Zeg tegen ze dat ze zich gedeisd houden!’ brulde Towers. ‘We willen niet dat ze op de vlucht slaan. Hou ze terug!’

   Moore had het vliegveld in zijn gps geprogrammeerd, zodat hij de route op het beeldscherm kon zien en de stem hem vertelde welke afslagen hij moest nemen: west op Viewridge in de richting van Balboa, bocht naar links, de I-15 op en later de I-8. Het was spitsuur en hij reed dan ook met witte knokkels om auto’s heen die langzamer reden. De afstand naar het vliegveld was ongeveer twintig kilometer, zonder verkeer dus een rit van twintig minuten, maar zodra ze de San Diego Freeway in zuidelijke richting op reden, zagen ze voor zich zover ze konden zien een lint van remlichten en koplampen.

   Daarom reed Moore de vluchtstrook op en gaf gas, zodat het stof hoog opdwarrelde. Ze reden zo lang mogelijk over fastfoodverpakkingen en repen vrachtwagenbanden tot ze weer moesten invoegen om de volgende afslag te kunnen nemen.

 

Los Angeles International Airport (lax)

   gsm Parkeerterrein

   9011 Airport Boulevard

 

Samad had een droge mond toen ze op de parkeerplaats stopten. Hij keek op zijn horloge, 17.29 uur. Plaatselijke tijd. Hij keek naar Niazi die naast hem op de passagiersstoel zat. De jonge man keek hem met grote ogen aan en likte zijn lippen, als een luipaard voor de aanval. Samad keek achterom naar Talwar die de Anza op zijn schouder had en zachtjes zat te bidden. De motor van de bus liep stationair en Samad drukte op een knopje om het raampje te laten zakken, zodat hij de koelere avondlucht kon inademen.

   Hij haalde een chocolaatje uit zijn zak en haalde de wikkel eraf. Hij keek ernaar alsof het een kostbare edelsteen was en stopte hem toen in zijn mond.

   Op zijn schoot lag een vel papier dat Rahmani het doelwitoverzicht noemde. Hierop stond naast elke stad een handgeschreven mobiel telefoonnummer:

 

Los Angeles (lax)

   Vluchtnr.: Delta 2965

   Bestemming: New York, New York (jfk)

   Vertrek: 6 juni, 17.40 uur

   Boeing 757, tweemotorig straalvliegtuig

   202 passagiers, 8 bemanningsleden

 

San Diego (san)

   Vluchtnr.: Southwest swa1378

   Bestemming: Houston, TX (hou)

   Vertrek: 7 juni, 17.41 uur

   Boeing 737-700, tweemotorig straalvliegtuig

   149 passagiers, 6 bemanningsleden

 

Phoenix (phx)

   Vluchtnr.: US Airways 155

   Bestemming: Minneapolis (msp)

   Vertrek: 6 juni, 18.44 uur Mountain Standard Time

   Boeing 767-400ER

   304 passagiers, 10 bemanningsleden

 

Tucson (tus)

   Vluchtnr.: Southwest Airlines SWA694

   Bestemming: Chicago (mdw)

   Vertrek: 6 juni, 18.45 uur Mountain Standard Time

   Boeing 737-300, tweemotorig straalvliegtuig

   150 passagiers, 8 bemanningsleden

 

El Paso (elp)

   Vluchtnr.: Continental 545

   Bestemming: Boston (bos)

   Vertrek: 6 juni, 19.41 uur Central Standard Time

   Boeing 737-300

   150 passagiers, 8 bemanningsleden

 

San Antonio (sat)

   Vluchtnr.: SkyWest Airlines OO5429

   Bestemming: Los Angeles (lax)

   Vertrek: 6 juni, 19.40 uur Central Standard Time

   Canadian CRJ900LR, straalvliegtuig

   76 passagiers, 4 bemanningsleden

 

De vliegtuigen zouden een paar minuten na elkaar opstijgen, en elk team van Samad had laten weten dat hun apparatuur klaar was en dat alle vluchten op tijd zouden zijn, ondanks eerdere zorgen over zomerstormen. Samad twijfelde niet meer. Hij had zich gerealiseerd dat zelfs als hij het opgaf, wegliep, zich liet leiden door het schuldgevoel door de herinnering aan zijn overleden vader, dat Talwar en Niazi zonder hem zouden doorgaan, dat de anderen zonder hem zouden doorgaan. De jihad was niet tegen te houden. Hij zou sterven als een domkop en een lafaard. Dus voordat hij zojuist was vertrokken, had hij een lucifer aangestoken, de foto van zijn vader verbrand en de as weggespoeld in de wastafel in de badkamer. Ze hadden hun avondgebed gebeden en daarna was Samad met half dichtgeknepen ogen en een gebalde vuist weggereden.

   Er reed een auto van de luchthavenpolitie over de parkeerplaats, agenten die keken of er verlaten auto’s stonden. Samad drukte zijn mobiele telefoon tegen zijn oor en deed net alsof hij in gesprek was. Net als eerder waren de andere chauffeurs verdiept in hun elektronische apparaten en er hing een spookachtige stilte op de parkeerplaats die even werd onderbroken door het volgende vliegtuig dat hun kant op kwam denderen.

   17.36 uur.

   Samad activeerde de iPhone-app als tweede bron van identificatie voor hun doelwit. Hij had ontdekt dat hij de informatie van de applicatie met een halve minuut vertraging doorkreeg, maar dat was niet belangrijk. Het enige wat Talwar moest doen, was het doelwit zien en dan zou de raket de rest doen.

   17.37 uur.

   De seconden waren minuten, de minuten uren; zijn hartslag versnelde. De lucht was blauwachtig geel geworden, met strepen erin van de ondergaande zon en alleen in het oosten een paar smalle wolken. Ze zouden een spectaculair en ongehinderd zicht hebben op de lancering.

   Zijn telefoon trilde. En daar kwamen ze: de sms’jes van hun team op het vliegveld.

 

U.S. Airways-vlucht 155

   Van Phoenix naar Minneapolis

   18.42 uur Mountain Standard Time

 

Op zijn zestiende had Dan Burleson in een Cessna 150 een solovlucht gemaakt over Modesto, Californië. Hij kon al vliegen voordat hij zijn rijbewijs had gehaald. Twee jaar lang had hij al het geld dat hij met grasmaaien had verdiend, opgespaard om vliegles te kunnen nemen. Hij groeide op in de Salinas Valley en had veel bewondering voor de piloten van de gewasbesproeiingsvliegtuigjes. Hij wist dat hij dat ook wilde gaan doen en had in de volgende drie decennia zijn passie voor vliegen uitgeleefd: hij had katoenvelden in Georgia bespoten, gewerkt als verkeersjournalist vanuit de lucht in Florida, en had vanuit het zuidoosten medische monsters en andere zaken vervoerd. Hij bestuurde eenmotorige vliegtuigjes, de Cessna 210 Centurion en tweemotorige vrachtvliegtuigen, de Beechcraft Baron 58. Hij had geëxperimenteerd met alle denkbare storingen, had met één motor gevlogen en was bijna neergestort toen zijn vliegtuig tijdens een storm over de kop werd geblazen. Hij had de klinknagels los horen knallen en had zeker geweten dat hij zou sterven.

   Waaruit maar blijkt dat meneer Dan Burleson niet zomaar een gemiddelde passagier in een verkeersvliegtuig was. Hij was nieuwsgierig naar wat er in de cockpit gebeurde en wist wanneer de piloten de automatische piloot inschakelden om het vliegtuig naar de juiste hoogte te brengen. De piloot zou de wendingen en hoogteaanwijzingen invoeren via een toetsenbord of door op een soort kompas de juiste koers in te stellen. Als de luchtverkeersleiding bijvoorbeeld doorgaf: ‘Delta 1234, turn right to 180 degrees’, dan draaide de piloot een wijzer op het fms (Flight Management System, een gecomputeriseerd avionicasysteem) op ‘180’, waarna het vliegtuig automatisch die richting insloeg. Elke keer als Dan in een vliegtuig zat, stelde hij zich voor wat er in de cockpit gebeurde. Dat was zijn gewoonte.

   Deze avond zat hij op stoel 21J, bij de nooduitgang en rechts van hem het raam. Hij was ruim een meter negentig en woog bijna honderdveertig kilo, zodat hij nooit echt kon kiezen waar hij wilde zitten; hij zat altijd bij de nooduitgang. Hij was onderweg naar Minneapolis waar hij samen met twee schoolkameraden een week lang zou gaan vissen. Ze hadden hem een enorme forelbaars beloofd. Zijn vrouw had het goed gevonden en zijn volwassen zoon, die ook was uitgenodigd, moest werken.

   Ze taxieden naar de startbaan en Dan leunde achterover. Hij keek om zich heen: een tienermeisje zat een boek te lezen met het woord ‘esthetiek’ in de titel en een jongen met een donkere huid, waarschijnlijk uit India of het Midden-Oosten, zat rustig met zijn hoofd gebogen en zijn ogen dicht. Hij leek bang. Watje.

   ‘Zorg dat uw tafeltjes zijn ingeklapt...’

   ‘Ja, ja,’ zei Dan en hij kreunde.

 

San Diego International Airport (san)

   gsm Parkeerterrein

   North-Harbor Drive

 

Het San Park gsm Parkeerterrein met vijftig parkeerplaatsen lag tegenover de met bomen omzoomde oprit naar de hoofdingang van de lage gebouwen van het Kustwachtcentrum. Het parkeerterrein was rechthoekig en bestond uit een enkele rij parkeerplaatsen langs een hoge rij struiken en een harmonicagazen hek. Erachter stonden hangars en andere dienstgebouwen.

   ‘Meyers heeft zijn mensen opgesplitst. Zes bij het Kustwachtcentrum en vier op het dak van de hangars aan de noordkant,’ zei Towers. ‘De rode Nissan staat helemaal achteraan, aan de zuidzijde. Wij zijn het team dat naar binnen gaat.’

   ‘Jij niet, ik alleen,’ zei Moore. Hij reed het parkeerterrein op en stopte op de eerste de beste vrije parkeerplaats rechts, naast een gele P+R-bus met getinte ramen.

   ‘Ik voel me goed,’ zei Towers. ‘Ik ga mee.’

   Moore zei met een knipoog: ‘Jij bent de baas, baas.’ Hij maakte de rits van zijn jasje open zodat hij gemakkelijk bij zijn schouderholster kon. Daarna stapte hij uit de suv, maar bleef dicht bij de struiken. Towers liep vlak achter hem. Een paar mannen van het swat-team klommen als een kat op het dak van het Kustwachtcentrum. Moore zag beweging op de daken van de hangars rechts van hen, heel even zag hij een hoofd verschijnen en weer verdwijnen. De mannen van dit swat-team waren harde aanvallers, indringers en sluipschutter/waarnemers. Ze droegen een kogelvrije helm, een schutbril, een kogelvrij tactisch molle-vest (Modular Lightweight Load-carrying Equipment, lichtgewicht vest met verplaatsbare holsters) en een H&K MP5 submachinegeweer − het standaardgeweer voor iedereen behalve de sluipschutters, die het precisiewapen .308-kaliber snipergeweer hadden. Een van Moores buddy’s van seal-team 8 had de Navy verlaten en was lid geworden van een swat-team van de fbi, en hij had Moore getraind met hun wapens, tactieken, technieken en procedures. Hij had zelfs geprobeerd Moore te rekruteren, die op dat moment ook door de cia werd benaderd. Moore voelde zich dan ook bijzonder gesteund door deze vastberaden en bijzonder goed getrainde mannen.

   Op het bord bij de ingang stond dat de maximumparkeertijd één uur was en dat de motor aan moest blijven. Dit om langparkeren en gelanterfanter te voorkomen, en bovendien om de chauffeurs het gevoel te geven dat ze haast hadden gezien de hoge benzineprijzen.

   Toen Moore samen met Towers naar de rode Nissan Versa liep, zag hij meteen dat de auto leeg en de motor uit was. Ontmoedigd liepen ze snel door. Gefrustreerd roffelde Moore met zijn vuist op het zijraampje. Twee leden van het swat-team kwamen samen met een derde man − van middelbare leeftijd met grijze bakkebaarden en met alleen een vest en helm − de hoek om en renden naar hen toe.

   ‘Towers? Moore?’ riep hij. ‘Ik ben Meyers. Is ie leeg of hoe zit het?’

   Moore draaide zich snel om en scande de lange rij auto’s en lege plekken. Waarom zouden deze mannen een auto op een gsm Parkeerterrein achterlaten? Zouden ze hem binnen een uur komen ophalen? Waren ze bang dat ze zouden worden weggesleept? Waar waren ze nu?

   Hij keek net op zijn horloge, 17.42 uur, toen de achterdeur van de gele P+R-bus die naast hun suv stond openging. Er stapte een man uit die een spijkerbroek en een geruit overhemd droeg en een zwarte bivakmuts die zijn gezicht verhulde. Hij had een raketlanceerder op zijn schouder. Twee identiek geklede mannen sprongen achter hem aan naar buiten, ieder met een machinegeweer.

   De man met de raketlanceerder rende naar Harbor Drive, koos positie tussen de straat en een boom links van hem, en richtte zijn wapen op de lucht...

   En daar was het, zijn doelwit, een tweemotorig straalvliegtuig van Southwest Airlines met een glanzende blauw-rode romp.

   Moore zag dat de wielen werden ingeklapt en schreeuwde: ‘De bus!’

   Terwijl hij naar de groep rende, openden de sluipschutters aan de overkant het vuur. Ze raakten een van de terroristen met een machinegeweer, terwijl zijn partner zich omdraaide en zijn geweer richtte op de daken aan de overkant. De eerste man viel naar rechts en er vloog een fontein van bloed, vlees en stukken schedel de lucht in.

   Moore focuste zich op de man met de raketlanceerder; hij begon te rennen en te schieten, en raakte de man in zijn arm, borstkas en been. De terrorist verloor zijn evenwicht en draaide zich om. Er kwam een withete flits uit de loop van de raketlanceerder, die hij had laten zakken en nu op de rij geparkeerde auto’s was gericht.

   Hijgend liet Moore zich vallen op de strook gras rechts van hem, terwijl de raket over de parkeerplaats suisde en hard insloeg, tegen de eerste de beste warmtebron: de stationair draaiende motor van de gele bus van de terroristen zelf. Het was een fragmentatiebom en de bijzonder explosieve lading ontplofte meteen toen hij de motorkap raakte. Stukken staal, plastic en glas vlogen alle kanten op en de bus werd bijna twee meter de lucht in getild. Door de klap werd Moores suv omver geblazen, net als de auto aan de andere kant van de bus. Tegelijkertijd ontplofte de benzinetank van de bus en toen de bus met een luide dreun en veel glasgerinkel op de grond klapte, spoot er een plas brandende benzine onder de bus vandaan. De stank van de brandende benzine en de dikke wolken zwarte rook trokken de aandacht van de automobilisten op de snelweg en terwijl Moore overeind krabbelde, reed een taxi achter op een limousine met als gevolg kapotte bumpers. Met tuitende oren van het lawaai en half dichtgeknepen ogen tegen de rook rende Moore naar de man met de raketlanceerder die nu op de grond lag. Hij greep naar zijn wonden en had de groene Anza-lanceerder, die nog heet was en lag te roken, naast zich op de grond laten vallen.

   Moore liet zich naast de man op zijn knieën vallen. Hij greep de man bij zijn kraag, trok zijn bivakmuts af en vroeg met opeengeklemde kaken in het Urdu: ‘Waar is Samad?’

   De man keek hem alleen maar aan, met bloeddoorlopen ogen en moeizaam ademend.

   ‘Waar is hij?!’ brulde Moore.

   Hij hoorde geschreeuw om zich heen: het swat-team probeerde iemand uit de omver geblazen auto te redden.

   Towers rende naar de beide andere terroristen toe; de een lag op zijn rug en de ander op zijn zij.

   De blik van de man met de raketlanceerder werd leeg, daarna viel zijn hoofd opzij. Moore vloekte en liet hem op de grond vallen. Kreunend stond hij op. ‘Dit was maar één team!’ riep hij tegen Towers. ‘Maar één!’

 

Los Angeles International Airport (lax)

   gsm Parkeerterrein

   9011 Airport Boulevard

 

Samad glimlachte gespannen.

   Elk vliegveld zou binnenkort sluiten, alle bijna vijftigduizend vliegvelden op de wereld.

   Iedere piloot in de lucht zou algauw opdracht krijgen onmiddellijk te landen...

   Zelfs de uitverkoren zes piloten, hoewel die natuurlijk niet konden gehoorzamen.

   Los Angeles, San Diego, Phoenix, Tucson, El Paso en San Antonio − belangrijke Amerikaanse steden waarvan de nooddiensten met nooit eerder vertoonde gruwelijke taferelen zouden worden geconfronteerd. De luchtverkeersleiders van deze vliegvelden zouden zich realiseren dat hun ‘gelaagde veiligheidsmaatregelen’ niet effectief waren, dat Rahmani’s teams precies wisten wat ze moesten doen om niet de aandacht te trekken van de bdo’s (behavior-detection officers, mensen die onder andere op vliegvelden letten op afwijkend gedrag van mensen met mogelijk criminele of terroristische bedoelingen). Dankzij hun perfecte documenten en zonder iets verdachts in hun bagage hadden ze aan boord gemogen. De luchthavenbeveiliging, de politie en andere bewakingsdiensten zouden zich bewust worden van het feit dat ze de grond onder zovele vluchtroutes niet kónden beveiligen.

   Maar het belangrijkste was dat het Amerikaanse publiek − de ongelovigen die het Heilige Land hadden ontheiligd, die de leiders van onrecht en onderdrukking steunden, en die de waarheid ontkenden − hun blik naar de hemel zouden heffen en getuige zouden zijn van Allahs kracht en almacht.

   Samad opende zijn portier en stapte uit. Hij richtte zijn iPhone op het vliegtuig in de verte, dat met een donderend en adembenemend gedreun door de lucht sneed. Bevestiging.

   Hij liep terug naar de bus, trok zijn bivakmuts over zijn hoofd, kreeg van Niazi de AK-47 in handen gedrukt en riep: ‘Yalla!’ Daarna draaide hij zich snel om en trok de achterdeur van de bus open.

   Talwar stapte uit met de Anza op zijn schouder, terwijl Niazi uit de bus stapte met de tweede raketlanceerder in de hand.

   De vrouw in de Nissan Pathfinder met de vlag van Puerto Rico aan haar achteruitkijkspiegel keek op van haar mobiele telefoon toen Samad zijn geweer op haar richtte en Talwar zich omdraaide naar het vliegtuig.

   Over een paar seconden zouden ze beginnen aan de lancering en hoewel de andere mensen op de parkeerplaats opkeken van hun mobiele telefoon, maakte niet een van hen aanstalten om uit te stappen. Ze bleven zitten, als schapen, terwijl Talwar hardop aftelde: ‘Thalatha! Ithnain! Wahid!

   De MK iii schoot uit de raketlanceerder met een condensspoor achter zich aan. Voordat Samad adem had kunnen halen, hadden Talwar en Niazi alweer afgeteld en hielp Niazi zijn kameraad het wapen te herladen.

   Samad wist niet waar hij moest kijken, naar het gloeiende spoor van de raket of naar een eventuele dreiging voor zijn mannen. Hij liep om de bus heen terwijl hij met veel machtsvertoon met zijn wapen zwaaide. De schapen begonnen te reageren: hun mond viel open en de schok was van hun gezicht af te lezen.

   Samad keek achterom naar het vliegtuig, naar de straal uitlaatgas in de lucht, naar de gloeiend hete motor van de raket één seconde voordat...

   Raak!

 

De ogen van de vijand
titlepage.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_000.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_001.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_002_split_000.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_002_split_001.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_003.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_004.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_005.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_006.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_007.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_008.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_009.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_010.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_011.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_012.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_013.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_014.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_015.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_016.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_017.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_018.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_019.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_020.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_021.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_022.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_023.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_024.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_025.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_026.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_027.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_028.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_029.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_030.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_031.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_032.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_033.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_034.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_035.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_036.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_037.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_038.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_039.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_040.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_041.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_042.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_043.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_044.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_045.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_046.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_047.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_048.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_049.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_050.xhtml