11
Joint taskforce Juárez
dea Office of Diversion Control
San Diego, California
Vandaag
Moore verliet de 15 en reed in de richting van Balboa, San Diego, Californië. Tegen de tijd dat hij bij het kantoor van de dea (Drug Enforcement Administration) aan Viewridge Avenue aankwam, was hij al twintig minuten te laat voor de vergadering. Zijn haar hing voor zijn ogen en zijn baard kwam tot voorbij zijn sleutelbeen; die was twee jaar niet geknipt, maar dat zou nu gauw gebeuren – goddank, want op zijn kin had hij een paar grijze haren ontdekt. Terwijl hij door de lange gang naar de vergaderzaal liep, keek hij even naar zijn verkreukelde sportbroek en baalde een beetje van het feit dat hij koffie op zijn overhemd had gemorst. Volgens hem was dat de schuld van de vrouw met drie kinderen die niet op tijd had gezien dat de enorme cementwagen voor haar snel gas terugnam. Ze was hard op de rem gaan staan, net als Moore, waarna zijn koffie aan de wetten van de natuurkunde had gehoorzaamd. Hoewel hij niet blij was met zijn uiterlijk, maakte hij zich daar niet echt druk om. Een nieuwe e-mail van Leslie Hollander bevatte een foto met haar prachtige glimlach en Moore kon dat beeld maar met moeite van zich afzetten. Toch duwde hij de deur open en beende de zaal in. Iedereen draaide zich naar hem om.
Hij slaakte een zucht en zei: ‘Sorry dat ik te laat ben. Ik zat vast in het verkeer. Ik was vergeten hoe druk het hier kon zijn.’
Er zaten vijf mensen aan de vergadertafel die zo lang was als een vliegdekschip met een dek dat groot genoeg leek voor een feest, voor doorstartlandingen en voor misschien een paar Harriers. Een man met stekeltjeshaar − zijn haar glansde als staalvijzel onder het neonlicht − wendde zich af van het whiteboard waar hij zijn naam op had geschreven: Henry Towers.
‘Wat hebben we hier?’ vroeg Towers en hij wees met zijn marker naar een lege stoel. ‘Ben je een mens? Of een beest?’
Moore grijnsde. Zijn haar en baard leken erop te wijzen dat hij de nacht in een koelbox had doorgebracht, maar met een beetje moeite had hij zijn oude ik weer terug. Hij zou het zelfs wel prettig vinden als hij zijn wangen weer kon voelen.
‘Waar is Polk? Ze hebben me verteld dat de ncs deze taskforce zou leiden.’
‘Polk is uit, ik ben in,’ snauwde Towers. ‘Jullie hebben gewoon mazzel, volgens mij.’
‘En wie ben jij?’ vroeg Moore en hij liep met een map in zijn ene en zijn koffie in zijn andere hand om de tafel heen.
Towers keek hem met een scheve grijns aan. ‘Kun je niet lezen?’
Een slanke Latijns-Amerikaanse man − waarschijnlijk Ansara (gebaseerd op de en-profilfoto die Moore had gezien) − wendde zich tot Moore en begon te lachen. ‘Relax, bro, zo heeft hij ons allemaal begroet. Hij is cool. Probeert gewoon de boel een beetje op te vrolijken.’
‘Dat is zo, ik ben cool,’ zei Towers. ‘We moeten hier een beetje ontspannen, want wát we zullen gaan doen zal spannend zijn. Heel spannend.’
‘Voor welke agency werk je?’ vroeg Moore.
‘bortac. Weet je wat dat is?’
Moore knikte. De U.S. Border Patrol Tactical Unit (bortac) was het mondiale speciale responsteam van het Bureau of Customs and Border Protection (cbp) van het Department of Homeland Security’s (dhs). Agenten van bortac werden in meer dan achtentwintig landen ingezet om te reageren op allerlei soorten terroristische bedreigingen. Hun wapens en uitrusting waren vergelijkbaar met die van seal’s, Army Special Forces, Marine Corps Force Recon, en andere Special Operations Units. bortac-teams werkten samen met militaire eenheden in Irak en Afghanistan en hielpen mee met het zoeken, confisqueren en vernietigen van opium en andere drugs die over de grens waren gesmokkeld. Ze hadden een uitstekende reputatie verworven in de wereld van de special operations, en Moore had al verschillende keren informatie uitgewisseld met bortac-operators die uiterst professioneel te werk gingen.
De unit was in 1984 opgericht en drie jaar later − tussen 1987 en 1994 − al betrokken bij antidrugsoperaties in Zuid-Amerika tijdens Operatie Snowcap.
Agenten van bortac hadden de opdracht mee te helpen met het verstoren van de teelt, de productie en de smokkel van cocaïne in een lange lijst landen, zoals Guatemala, Panama, Colombia, Ecuador en Peru. Agenten werkten samen met de dea en het U.S. Coast Guard’s Interdiction Assist Team.
In meer recente jaren kregen bortac-teams een breder scala aan verantwoordelijkheden, zoals Tactical Relief Operations (tro) tijdens orkanen, overstromingen en andere natuurrampen. Ze zorgden voor extra personeel en materieel, en trainden lokale politieagenten.
Moore zou later horen dat Towers al meer dan vijfentwintig jaar voor bortac werkte. Hij was ingezet in Los Angeles tijdens de rellen die waren uitgebroken na afloop van de Rodney King-rechtszaak. Hij had ook deelgenomen aan Operatie Reunion, waarbij bortac een huis in Miami, Florida, was binnengevallen om vluchteling Elián González veilig te kunnen terugbrengen naar zijn ouders in Cuba.
Na de aanval op het World Trade Center werd Towers naar Afghanistan gestuurd om Army Special Forces-personeel te steunen tijdens de eerste paar aanvallen in dat land. In 2002 werkte hij samen met de U.S. Secret Service om de sportterreinen van de Olympische Winterspelen in Salt Lake City te beveiligen.
‘Ik ben hoofd van de San Diego-sector,’ zei Towers. ‘Maar de plaatsvervangend directeur wilde dat ik voor deze operatie met jullie zou samenwerken. Naar mijn bescheiden mening ben ik uitstekend geschikt voor deze klus, want het doel van onze missie is het ontmaskeren en het ontmantelen van het Juárez Drug Cartel en het blootleggen van hun relatie met terroristen uit het Midden-Oosten, wat zoals we allemaal weten het terrein van meneer Moore is.’
‘Soldaat Moore meldt zich, sir,’ zei Moore quasichagrijnig.
‘Nú doe je pas echt mee,’ zei Towers met een welgemeende glimlach. ‘Welkom bij Joint Task Force Juárez. En trouwens, mij is gevraagd jou te benoemen als veldteamleider.’
Moore grinnikte en vroeg: ‘Welke geschifte zuiplap heeft dat voorgesteld?’
‘Je baas.’
Daarop schoten een paar aanwezigen in de lach.
‘Oké, team, nu even serieus. We moeten nog heel veel bespreken. Ik heb gehoord dat jullie gek zijn op PowerPoint-presentaties en daarom heb ik er een paar bij me. Wacht even tot ik ze klaar heb gezet.’
Ansara kreunde en zei tegen Moore: ‘Fijn je te ontmoeten. Ze hebben niet veel in je dossier gezet.’
‘Dat doen ze nooit. Meer dan het aardige buurtspookje ben ik niet.’
‘En je was een Navy seal.’
‘Met een beetje hulp van mijn vrienden.’
‘Je hebt heel goed werk verricht in Afghanistan en Pakistan. Ik vraag me af of ik het daar vijf minuten zou volhouden.’
Moore grinnikte. ‘Tien misschien.’
Ansara was een verdomd goede fbi-agent met talloze geslaagde operaties op zijn naam. Onlangs had hij meegedaan aan recon-operaties (verkenningsoperaties) in het Sequoia National Park, waar de kartels marihuana teelden en waar hij de sicario had gevonden die een van zijn kameraden had vermoord. Moore vond hem iets te knap, maar door zijn hartelijke glimlach en toon dacht hij dat ze wel vrienden konden worden.
Naast hem zat Gloria Vega, tweeëndertig, net als Moore cia-agent; ze zou worden gestationeerd bij de Mexicaanse federale politie. Ze was een breedgeschouderde, zakelijke Latijns-Amerikaanse vrouw die haar zwarte haar in een strak knotje droeg. Volgens een paar collega’s van Moore werd ze gewaardeerd en gevreesd vanwege haar veeleisendheid en haar toewijding aan haar werk. Ze was single en enig kind van haar overleden ouders. De Agency was haar leven. Punt uit. Haar onderzoekende blik toen Moore binnenkwam, was waarschijnlijk slechts het begin van haar onderzoek naar hem. Dat de federale politie de kartels in Mexico hielp en bijstond was oud nieuws; dat een Amerikaanse cia-agente met hen zou samenwerken, was even gevaarlijk als misschien veelzeggend.
De ncs had samengewerkt met autoriteiten van de federale politie om een relatie op te bouwen die Vega volledige toegang zou verschaffen en tegelijkertijd haar identiteit zou beschermen. In theorie klonk dat mooi, maar mevrouw Vega zou in een slangenkuil worden geworpen, en Moore was blij dat hij haar baan niet had.
De man die tegenover haar zat, was David Whittaker, een special agent van het Bureau of Alcohol, Tobacco, Firearms and Explosives (atf). Hij had zijn dunne grijze haar achterovergekamd, droeg een grijs sikje en een draadmonturen bril. Hij droeg een blauw poloshirt met het insigne van zijn agency op het borstzakje en een ketting met zijn badge eraan. Hij stond op om Towers een usb-stick te geven, waar kennelijk zijn eigen presentatie op stond. Volgens zijn dossier had Whittaker zich een aantal jaar beziggehouden met wapensmokkeloperaties van de kartels en had hij onlangs meegeholpen met het opzetten van teams van tien man die in zeven grenssteden werden gestationeerd om dit probleem aan te pakken. De kartels rekruteerden straw buyers in de Verenigde Staten, die vuurwapens voor hen kochten en daarna mensen betaalden om de wapens de grens over te brengen. In een van zijn verslagen had Whittaker geschreven dat het Juárez Cartel een uitgebreid netwerk had opgezet in Minnesota (nota bene) vanwaaruit de wapens naar Mexico werden gesmokkeld. Doordat de inspanningen in staten als Californië, Texas en Arizona waren verdubbeld en uiteindelijk verviervoudigd, hadden de kartels hun toevlucht gezocht tot extremere maatregelen en meer afgelegen locaties die als transportcentra fungeerden. Whittakers contacten hadden hem verteld dat militaire wapens uit Rusland via Zuid-Amerika het land in werden gesmokkeld. De jacht op de wapensmokkeloperaties van de kartels was minstens zo moeilijk, gevaarlijk en frustrerend als proberen een eind te maken aan hun drugsoperaties, en Whittakers verslag werd afgesloten met een onheilspellende opmerking: Hij betwijfelde of de kartels ooit konden worden tegengehouden, volgens hem hooguit uitgesteld, vertraagd of tijdelijk ontmanteld...
Moore keek naar de laatste man, Thomas Fitzpatrick, die ondanks zijn achternaam gemakkelijk voor een Mexicaanse sicario kon doorgaan. Zijn vader was half Iers, half Guatemalaans, en zijn moeder was Mexicaanse. Hij was in de Verenigde Staten geboren en getogen, en was al op college gerekruteerd door de dea. Anderhalf jaar geleden was hij naar Mexico gestuurd om te infiltreren in het Juárez Cartel, maar het toeval had gewild dat het veel gemakkelijker voor hem was geweest om bij de Sinaloa’s te infiltreren en daar was hij een vertrouwd lid van geworden. Hij werkte voor ene Luis Torres, Zuniga’s rechterhand en hoofd van zijn enforcer gang (bende huurmoordenaars).
Fitzpatrick, met gespierde armen vol getatoeëerde katholieke afbeeldingen en een kaalgeschoren schedel, kneep zijn ogen halfdicht en begon in rap Spaans: ‘Hoe is het, Moore? Ik hoop dat je Spaans goed is, want deze jongens schakelen je in no time uit als je niet eerlijk overkomt. En eerlijk gezegd is mijn cover nu veel belangrijker dan jij bent, dus zorg maar dat je je kennis snel opfrist en vergeet al dat terroristische jargon dat je tot nu toe hebt gesproken. Je hebt nu met de grote jongens te maken.’
Moores Spaans was uitstekend, hoewel hij vrijwel geen bende- en kartelslang kende. Hij zou zijn Spaans dus inderdaad moeten oppoetsen. Hij antwoordde in het Spaans: ‘Geen probleem, vato. Ik weet wat ik moet doen.’
Fitzpatrick, wiens bijnaam Flexxx was, reikte over de tafel heen naar Moore, maakte een vuist − aan drie vingers droeg hij een grote ring − en stootte ermee tegen Moores vuist. Daarna leunde hij weer achterover in zijn stoel.
Gloria Vega keek naar Moore en vroeg in het Spaans: ‘Heb je je onlangs nog gedoucht?’
‘Ja, maar... ja... Ik heb nog steeds last van een jetlag.’
Ze rolde met haar ogen en keek naar het projectiescherm dat Towers liet zakken.
Moore tuurde naar de foto die de inlichtingendienst van twee jonge Latijns-Amerikaanse mannen had gemaakt.
‘Ik neem aan dat jullie dit allemaal hebben gezien?’ vroeg Towers.
‘Ja,’ zei Moore in de hoop dat de anderen daardoor zouden begrijpen dat hij heus weleens zijn werk deed. ‘De man links is Dante Corrales. Hij is de leider van de enforcer gang van het kartel. Ze noemen zichzelf The Gentlemen, als ik het me goed herinner. De man rechts is Pablo Gutierrez. Hij heeft in Calexico een fbi-agent vermoord. Meneer Ansara zou hem dolgraag te pakken krijgen.’
‘Je moest eens weten,’ zei Ansara, sissend van woede.
Towers knikte. ‘Onze Corrales is een bijzonder slimme jongeman, maar hij blijft de Sinaloa’s openlijk aanvallen. Wij denken dat zijn superieuren dat niet goedkeuren.’
‘Waarom niet?’ vroeg Moore.
Towers keek naar Fitzpatrick die zijn keel schraapte en zei: ‘Vanwege Escuadron de la Muerte, de Guatemalaanse doodseskaders. Ze zijn weer in actie gekomen na een pauze van twee jaar. Ze hebben zichzelf gereorganiseerd, en vermoorden leden van methlabs van Guatemala City en van maritieme exportoperaties vanuit Puerto Barrios en Santo Tomas de Castilla naar de Cariben. Ze hebben ook kartelleden vermoord in de Port of San José en Port of Champerico aan de Stille Oceaan.’
‘En laat me raden, ze moorden alleen de andere kartels uit en laten het Juárez Cartel met rust.’
‘Inderdaad,’ zei Towers. ‘Dus als ze de Sinaloa’s willen terroriseren, waarom maken ze dan geen gebruik van Los Buitres Justicieros? Zo noemen hun succesvolste huurmoordenaars zichzelf... de Avenging Vultures.’
‘En volgens ons zijn minstens twaalf van hun leden nu in Juárez,’ zei Fitzpatrick. ‘Als je de gewone sicarios al keihard vindt... deze jongens zijn krankzinnig!’
‘Klinkt explosief,’ zei Moore.
‘Torres en Zuniga weten dat deze jongens in de stad zijn en maken zich zorgen,’ zei Fitzpatrick. ‘Het gerucht gaat dat Zuniga het belangrijker vindt een tunnel te bemachtigen en hij is niet bereid het Juárez Cartel te betalen voor het recht een van hen te gebruiken.’
‘Waarom graaft hij er zelf niet eentje?’ vroeg Vega.
Fitzpatrick snoof. ‘Heeft hij geprobeerd. En elke keer komen Corrales en zijn jongens langs en vermoorden iedereen. Zij hebben veel meer geld dan wij. Ze hebben overal spionnen. En een gigantisch netwerk. Corrales heeft ook de meeste werklui in de stad omgekocht, zodat ze nooit voor Zuniga zullen gaan werken. Die kleine klootzak heeft de hele zaak dichtgespijkerd.’
Towers wees naar de foto. ‘Oké, dit is ons probleem. Corrales is op dit moment het hoogste kartellid dat we hebben geïdentificeerd, en in dit geval geldt het ouderwetse gezegde: als we de leider kunnen identificeren en uitschakelen, zal het kartel in de meeste gevallen uiteenvallen. Dit zijn complexe en lastige operaties, en de bazen zijn niet dom. Ik durf te stellen dat er een verdomd genie voor nodig is om een paar van de dingen op te zetten die zij doen. Wie onze man ook is, hij heeft zichzelf ongelooflijk goed afgeschermd, en zijn organisatie is het agressiefste kartel van Mexico geworden.’
‘Hooggeplaatste personen?’ vroeg Moore.
‘Niet veel,’ zei Towers. ‘We hebben onderzoek gedaan naar de burgemeester, de commissaris van politie, zelfs de gouverneur. Minder hoogopgeleide mannen als Zuniga houden zich minder gedeisd omdat ze daarop kicken, maar deze man schermt zichzelf bijzonder goed af.’
Towers liet een stroomschema zien met kleurcodes die de verschillende facetten van de operaties van het Juárez Cartel aangaven en zei: ‘Waar het om gaat is dit: we moeten op zoek naar eventuele links van het Juárez Cartel met terroristen in Afghanistan en Pakistan, en met meth- en cokelabs in Colombia en Guatemala, en we moeten ze onweerlegbaar in verband kunnen brengen met hun wapensmokkeloperaties in de Verenigde Staten. Ook moeten we de contacten van het kartel binnen de lokale en federale politie identificeren en aan de kaak stellen. Dat is fase één. Fase twee is eenvoudig: ze uitschakelen.’
Hoofdschuddend zei Ansara: ‘We moeten nog heel veel huiswerk doen. En ik heb de pest aan huiswerk.’
‘Vraagje,’ zei Moore. ‘Is ooit openlijk aan Zuniga gevraagd om mee te helpen het Juárez Cartel op te rollen? Misschien weet hij wie de baas is.’
‘Ho ho, makker, wacht eens even,’ zei Towers en hij hief zijn hand. ‘Jij zegt dus dat de Amerikaanse overheid een partnerschap met een Mexicaans drugskartel moet sluiten.’
Moore zei stralend: ‘Inderdaad.’
‘Klinkt me bekend in de oren,’ zei Vega. ‘We werken samen met de ene duivel om de andere uit te schakelen.’
‘Ben je nou sarcastisch?’ vroeg Moore aan haar.
‘Wat slim dat je dat ziet. Je hebt gelijk. Dat spreekt me niet bepaald aan.’
‘Nou, het is niet leuk, maar het werkt wel.’
‘Ik neem aan dat we daar geen toestemming voor zullen krijgen,’ zei Towers. ‘Je kunt misschien wel informanten uit beide kartels ronselen, maar ik waarschuw je, die mensen leven meestal niet lang.’
Moore knikte. ‘Ik heb wel een paar ideetjes. En Fitzpatrick, daarvoor moet jij de boel goed in de gaten houden. Elk teken van activiteiten in het Midden-Oosten, Arabieren, wat dan ook, wil ik horen.’
‘Tot nu toe niets, maar ik zal ervoor zorgen. En als je mijn verslag hebt gelezen, weet je dat ik Zuniga nog niet heb ontmoet, dus ik kan je niet vertellen of hij weet wie het kartel leidt. Dat heb ik Luis gevraagd, maar die weet het niet.’
‘Oké,’ antwoordde Moore.
Omdat Fitzpatrick al uitstekend werk had verricht door het penetreren en verkennen van het Sinaloa Cartel, nam hij het een paar minuten over. Hij beschreef de activiteiten en bezittingen van het kartel en de wens om het Juárez Cartel in te lijven en de macht te grijpen in de interessantere grensoversteekgebieden. Maar deze informatie stond ook al in zijn verslag, en al pratend stelde hij alles nog mooier voor.
‘Meneer Moore, we weten niet veel van uw operaties in Pakistan,’ zei Towers, nadat Fitzpatrick weer was gaan zitten. ‘Ze hebben ons het dossier gegeven over Tito Llamas, de man die in een grote koffer in Pakistan is opgedoken.’
‘Dat heb ik gezien,’ antwoordde Moore. ‘Hij was onze eerste link. De kartels kopen meer opium uit Afghanistan, maar we weten niet zeker waarom Llamas daarnaartoe is gestuurd. Zijn dood kan een deuk in hun relatie hebben veroorzaakt.’
‘Dat mogen we hopen.’
‘Ik kan me niet voorstellen dat welk kartel dan ook terroristen de grens naar de VS laat oversteken,’ zei Vega. ‘Waarom zou je het goedvinden dat ze je beste klanten vermoorden en daardoor enorme vergeldingsacties van de VS riskeren?’
‘En Zuniga?’ vroeg Moore aan Fitzpatrick. ‘Denk je dat hij taliban-strijders zal doorlaten, alleen maar om het Juárez Cartel schade toe te brengen?’
‘Zeker weten van niet. Luis zei dat dit uitgebreid is besproken. Ik denk niet dat een lid van welk kartel dan ook terroristen zou helpen of bijstaan. Het zou een onafhankelijke coyotegroepering moeten zijn, jongens die gewoon snel willen scoren. Zoiets. Maar de kartels hebben een goede greep op die mannen. Die zetten meestal geen stap zonder dat het kartel daarvan op de hoogte is.’
‘Nou, dan kan ik wel naar huis gaan,’ zei Moore met een lichte grijns. ‘Want de kartels beschermen onze grenzen tegen terroristische dreigingen, zodat wij hun drugs kunnen blijven kopen.’
‘Ho ho, rustig aan, man,’ zei Towers die Moores ironische opmerking wel kon waarderen. ‘De kartels willen dan misschien niet helpen, maar de taliban of Al Qaida zouden ook met geweld binnen kunnen komen.’
Fitzpatrick slaakte een gefrustreerde zucht. ‘Ik kan alleen maar zeggen dat ze dan maar beter heel goede wapens mee kunnen nemen, want elke keer dat de Sinaloa’s in de slag gaan met de Juárez, verliezen wij.’
‘Hou jezelf maar niet voor de gek. De terroristen zijn hier al. Overal om ons heen. Slapercellen wachten gewoon tot ze moeten toeslaan,’ zei Vega.
‘Ze heeft gelijk,’ zei Fitzpatrick.
‘Halleluja,’ zei Moore kreunend.
‘Goed mensen, we doen één ding tegelijk. Ik heb flink wat geld achter de hand, voor het geval we dat nodig hebben, maar verder werkt het alleen maar in ons voordeel dat we kleinschalig werken. Ansara, jij begint in Calexico. Kijk maar eens of we een paar mules bij ons team kunnen krijgen. Agenten bij de controlepost daar hebben vorige week coke en marihuana in beslag genomen met een waarde van bijna een miljoen dollar. Het kartel had dat spul verstopt in een geheim compartiment in het dashboard van een auto, misschien wel op de meest geraffineerde manier die we tot nu toe hebben gezien. Je had een afstandsbediening nodig om het geheime paneel te kunnen openen. Behoorlijk indrukwekkend. Ze hadden zelfs een laag pikante saus om de drugs gedaan om de honden op een dwaalspoor te brengen. Zo geraffineerd gaan ze hier te werk. Vega, je moet er diep in gaan. Je weet wat je moet doen. Flexxx, ga terug naar Zuniga. Whittaker, jij gaat terug naar huis naar Minnesota. En dus blijf alleen jij nog over, Moore.’
Moore grijnsde. ‘Kom maar op. Volgende halte: Mexico.’