5

Vaderfiguur

Casa de Rojas

   Punta de Mita, Mexico

 

In het buitenhuis op het omheinde Four Seasons Golf Course Resort aan de oceaankust hadden zich meer dan tweehonderd gasten verzameld. Het buitenhuis stond op een terrein van bijna een hectare en omvatte vier suites en twee kinderkamers met stapelbedden. Bovendien stond er nog een vrijstaande villa naast. Casa de Rojas was algauw alom bekend geworden. Van de massieve, handgesneden houten voordeuren tot de enorme bakstenen en marmeren entree die meer op een Europese kathedraal dan op een privéwoning leek, was het een adembenemend gebouw. Miguels vriendin Sonia Batista was verbijsterd toen hij haar meenam langs de prachtige stenen zuilen onder de overdekte granieten galerij naar het immens grote zwembad en het enorme stenen terras erachter.

   ‘Iedereen heeft geheimen,’ zei ze en ze bleef even staan. Ze leunde tegen een van de zuilen en keek omhoog naar de grote dakramen. ‘Maar dit... dit is gewoon een beetje overweldigend.’ Daarna keek ze naar de stenen vloer met de ingewikkelde patronen. Het had beroemde kunstenaars en architecten maanden gekost hem te ontwerpen en jaren om hem te maken. Dat wilde Miguel haar later vertellen, als hij haar helemaal zou rondleiden. Maar nu moesten ze zorgen dat ze op hun stoel zaten voordat zijn vader met de presentatie begon.

   Toch wierp hij nog een laatste genietende blik op haar schouderlange krullen die door het zonlicht glansden als zwart vulkaanglas. Hij was tweeëntwintig, had een actief libido en terwijl hij naar haar keek vroeg hij zich af wat ze straks zouden gaan doen. Ze was zo slank als een model, maar ook opvallend atletisch, en in de afgelopen maanden had hij elke welving van haar jonge lichaam ontdekt en kon hij urenlang wegzinken in haar diepbruine ogen met gouden spikkeltjes. Hij ging dichter bij haar staan om een kusje te stelen.

   Ze giechelde. Daarna greep hij haar bij de pols. ‘Kom mee. Mijn vader vermoordt me als we te laat komen.’

   Ze struikelde bijna toen hij haar meesleepte; ze keek namelijk niet vooruit, maar vol verbazing naar de drie enorme keukens met een bar waar twaalf man aan konden zitten en naar de aangrenzende eetzaal waar bijna honderd mensen konden plaatsnemen. Rechts en links van hen zag ze nog meer glanzend metselwerk dat doorliep tot aan de zes meter hoge plafonds. Hij wilde haar alles vertellen over het meubilair dat zijn vader vanuit de hele wereld had geïmporteerd, met het verhaal achter veel van de stukken. De rondleiding zou een paar uur duren, wist hij, en hij hoopte dat ze genoeg tijd hadden om de bibliotheek, de sportzaal, de mediazaal en de inpandige schietbaan te bezoeken voordat ze zich zouden terugtrekken voor de nacht. Ze had geen idee van de afmetingen van het huis en als hij het haar liet zien, zou ze niet alleen meer over hem te weten zijn gekomen, maar ook veel over zijn vader, Jorge Rojas.

   ‘Ik ben behoorlijk zenuwachtig,’ zei ze en ze kneep even in zijn hand. Aan het einde van een lange gang was de deur naar het terras bij het zwembad.

   Zoals altijd stond Castillo daar, een standbeeld van een meter tachtig, gekleed in een donker pak, met een oortje in en een donkere zonnebril op. Miguel draaide zich om en zei: ‘Sonia, dit is Fernando Castillo. Hij is mijn vaders hoofd beveiliging, maar is waardeloos als we Call of Duty spelen...’

   ‘Dat komt doordat jij vals speelt,’ zei Castillo met een grijns. ‘Jij hackt al die spelletjes, dat weet ik gewoon.’

   ‘Jij moet gewoon leren hoe je moet schieten.’

   Castillo schudde zijn hoofd en zette zijn zonnebril af.

   Ze zag dat hij maar één oog had, het andere was dichtgenaaid. Ze schrok ervan, maar gaf hem toch een hand.

   ‘Heel prettig kennis te maken,’ zei hij.

   ‘Insgelijks.’

   ‘Ik wil niet onbeleefd zijn tegen zo’n knappe dame,’ zei hij, terwijl hij zijn zonnebril weer opzette, ‘maar soms is het beter dat ik deze maar ophou, vindt u niet?’

   ‘Het is al goed,’ zei ze. ‘Dank u wel.’

   Ze lieten hem alleen en baanden zich een weg tussen de groepjes mensen door bij de eettafels rondom het zwembad. Miguel fluisterde tegen haar: ‘Je mag hem niet onderschatten, want met dat ene oog ziet hij meer dan de meeste andere mensen met twee ogen.’

   ‘Hoe is hij dat oog kwijtgeraakt?’

   ‘Als jongen. Het is een triest verhaal. Misschien vertel ik je dat nog wel een keer, maar vanavond gaan we dure wijn drinken en plezier maken!’

   Miguel trok zijn wenkbrauwen op en gaf een kneepje in haar hand.

   Vier verschillende bars met elk een stuk of zes barkeepers zorgden ervoor dat de wijn en de champagne bleven stromen. Tussen twee van de bars was een spandoek opgehangen, met als perfecte achtergrond het kalme water van de noordelijke Stille Oceaan en een donkeroranje lucht. Op het spandoek stond: welkom bij het benefietdiner van jorge rojas’ schoolverbeteringsproject. Dit was een ‘duizend dollar per couvert’-diner, de halfjaarlijkse poging van Miguels vader om zijn rijke vrienden af te helpen van een deel van hun geld voor een goed doel. Zijn vaders stichting had verbazingwekkende resultaten geboekt. De regering van Mexico zou het schoolsysteem nooit zo kunnen verbeteren als Jorge Rojas al had gedaan en zou blijven doen.

   ‘Miguel, Miguel,’ zei een bekende stem achter hen. Een dicht opeenstaand groepje gasten week uiteen voor Mariana en Arturo Gonzalez, Miguels tante en oom. Ze waren beiden achter in de veertig, goed verzorgd en gekleed, en zagen eruit alsof ze zo dadelijk in Hollywood op een rode loper werden verwacht. Miguels vader had na de dood van hun broer alleen nog deze zus Mariana.

   ‘Kijk jou toch eens,’ zei zijn tante terwijl ze aan de mouw van zijn donkergrijze pak trok.

   ‘Vindt u hem mooi? Mijn vader en ik hebben in New York een nieuwe ontwerper ontdekt. Hij is hiernaartoe komen vliegen.’ Miguel zou Sonia nooit vertellen dat dit pak hem tienduizend Amerikaanse dollars had gekost. Eerlijk gezegd schaamde hij zich weleens voor de rijkdom van zijn familie en probeerde dat soms niet te laten blijken. Sonia’s vader was een succesvolle zakenman uit Madrid, Castiliaan en eigenaar van een fietsenfabriek die fietsen op bestelling maakte (Castile) en racefietsen bouwde voor de professionele teams die meededen aan de Tour de France. Maar de rijkdom van haar familie viel in het niet bij die van zijn vader. Jorge Rojas was niet alleen een van de rijkste mensen in Mexico, maar hij was ook een van de rijkste mensen ter wereld. Daardoor was het leven van zijn zoon zowel ingewikkeld als irrealistisch.

   ‘Dit is dus de beroemde Sonia?’ vroeg zijn tante.

   ‘Ja,’ zei Miguel en hij straalde van trots. Maar zoals zijn tante ook verwachtte, zei hij heel formeel: ‘Sonia, dit zijn mijn tante Mariana en mijn oom Arturo Gonzalez, gouverneur van Chihuahua.’

   Sonia was een perfecte dame en begroette hen op een al even formele toon. Haar stralende glimlach en het diamanten halssnoer ontgingen zijn oom niet. Toen ze aan het woord was en Miguel naar haar keek, hoorde hij geen woord maar zag alleen haar actie en reactie, de blijdschap die van haar afstraalde en waardoor ze maar bleef glimlachen, en het verleidelijke licht in haar ogen.

   Miguels vader had hen aan elkaar voorgesteld nadat hij met enkele gemeenschappelijke vrienden aan een paar investeringen had gewerkt. Dat zij Castiliaanse was, was heel belangrijk voor zijn vader. Dat ze een lekker kontje en een diep decolleté had, was belangrijker voor Miguel, in elk geval in het begin van hun relatie. Hij had ontdekt dat ze had gestudeerd aan de Universidad Complutense, een van de grootste universiteiten van Europa, en hij kwam er al snel achter dat ze niet alleen knap maar ook heel slim was. ‘Veroordeel me niet,’ zei ze tegen hem. ‘Ik heb niet op een dure particuliere school gezeten, maar ik ben wel cum laude afgestudeerd.’

   De zomer na haar afstuderen reisde ze naar New York, Miami en Los Angeles, steden die ze nog nooit had bezocht. Ze was gefascineerd door de mode- en filmindustrie. Ze had business management gestudeerd en wilde gaan werken bij een grote studio in Californië of bij een beroemde ontwerper in New York. Helaas vond haar vader dat niet goed.

   Hij had haar een jaar gegeven om zichzelf te ontdekken, maar komend najaar zou ze bij zijn bedrijf gaan werken. Miguel had natuurlijk veel grootsere plannen met haar.

   ‘Dus je bent eindelijk terug uit Spanje,’ zei zijn tante. ‘Hoe lang ben je daar geweest?’

   Met een grijns naar Sonia zei hij: ‘Een maand ongeveer.’

   ‘Je vader heeft me verteld dat het een cadeautje was voor je afstuderen,’ zei zijn tante met grote ogen.

   ‘Dat is zo,’ zei Miguel trots. Daarna vroeg hij aan zijn oom: ‘Hoe gaat het thuis?’

   Arturo streek even over zijn kale schedel en knikte toen. ‘We moeten nog steeds heel veel doen. Het geweld wordt erger.’

   Mariana zei: ‘Maar daar gaan we het nu niet over hebben, toch? Niet op een avond als deze, als er zoveel te vieren is!’

   Arturo knikte gelaten en glimlachte naar Sonia. ‘Heel prettig je te hebben ontmoet, maar nu nemen we je mee naar onze tafel. Die staat daar.’

   ‘O fijn, dus we zitten bij u,’ zei Sonia.

   Voordat ze langs het zwembad naar hun tafel konden lopen, werd Miguel aangesproken door minstens vier andere vrienden, zakenrelaties van zijn vader, jongens van zijn voetbalteam bij de usc en minstens één ex-vriendinnetje dat erin slaagde dertig seconden lang een ongemakkelijke dertig uur te laten lijken terwijl zij in het Frans met elkaar praatten en Sonia er wat verloren bij stond.

   ‘Ik wist niet dat je Frans sprak,’ zei ze tegen hem toen hij eindelijk aan de opdringerige sirene was ontsnapt.

   ‘Engels, Frans, Spaans, Duits en Nederlands,’ zei hij. ‘En soms gangsta: ye know what I’m sayin’, G?’

   Ze schoot in de lach.

   Ze namen plaats aan hun tafel die was gedekt met het mooiste servies en bestek dat maar te koop was. Zijn vader had hem geleerd dat hij nooit iets als vanzelfsprekend mocht beschouwen en ondanks zijn bevoorrechte leven had hij toch bewondering voor de kleinste details, zoals de stof van zijn servet of het soort leer waar zijn riem van was gemaakt. Als zovelen zo weinig hadden, moest hij dankbaar zijn voor elke luxe in zijn leven en die waarderen.

   Een lessenaar met een microfoon en een laptop erop stond vlak bij een groot draagbaar projectiescherm. Zijn vader gaf er de voorkeur aan zijn presentatie te houden voordat de gasten gingen eten omdat ‘volle buiken geen oren hebben’, zoals hij graag zei.

   Arturo stond op en liep naar de lessenaar. ‘Dames en heren, als u allemaal zit, kunnen we zo dadelijk beginnen. Voor diegenen die me niet kennen, zal ik me even voorstellen. Ik ben Arturo Gonzalez, gouverneur van Chihuahua. Ik wil u graag aan mijn zwager voorstellen, een man die geen introductie nodig heeft, maar voor deze speciale gelegenheid zou ik u iets willen vertellen over Jorges jeugd, omdat we naar dezelfde school zijn gegaan en we elkaar al ons hele leven kennen.’

   Arturo haalde even adem en zei opeens: ‘Jorge was een huilebalk. Echt waar!’

   Het publiek schoot in de lach.

   ‘Als we huiswerk moesten maken, zat hij urenlang te huilen. Vervolgens kwam hij naar mij toe en dan maakte ik zijn huiswerk, terwijl hij me dan wat Coca-Cola of kauwgum gaf. Ziet u? Zelfs toen wist hij al wat zakendoen was!’

   Nog meer gelach.

   ‘Maar nu even serieus, dames en heren. Jorge en ik hebben veel waardering voor onze opleiding en onze leraren, en zonder hen zouden we hier nu niet staan. Daarom willen we allebei zo graag iets teruggeven aan onze kinderen. Jorge zal u meer vertellen over het werk van de stichting en daarom geef ik nu meteen het woord aan Jorge Rojas!’

   Arturo keek in de richting van een van de bars. De man die erachter vandaan kwam droeg een pak dat veel op dat van Miguel leek, maar zijn stropdas was anders: deze was dieprood met een gouden stiksel langs de randen. Hij had zijn pas geknipte haar met gel tegen zijn schedel geplakt en nu zag Miguel voor het eerst grijze haren boven zijn voorhoofd en in zijn lange bakkebaarden. Miguel had zijn vader nog nooit oud gevonden. Jorge was een sportieve man die als student in het voetbalteam van de usc had gespeeld. Hij was zelfs een paar jaar triatleet geweest, tot hij geblesseerd raakte aan zijn knie. Hij was nog altijd uitstekend in vorm en had een indrukwekkende lengte, bijna een meter negentig, in tegenstelling tot Miguel die net een meter zeventig was en niet meer leek te groeien.

   Hoewel Jorge meestal een driedagenbaardje had, wat volgens hem kwam doordat hij het te druk had om zich te scheren (wat altijd verbazing wekte, want het was toch niet mogelijk dat een van de rijkste mannen ter wereld geen tijd had om zich te scheren?), was hij deze avond gladgeschoren. Hij glimlachte en zwaaide naar het publiek, terwijl hij snel naar de lessenaar liep en Arturo stevig omhelsde.

   Maar toen stapte hij achteruit terwijl hij de nek van zijn zwager in een stevige greep hield, waardoor het publiek nog harder begon te lachen. Daarna liet hij Arturo los en liep naar de microfoon.

   ‘Ik heb hem gevraagd nooit aan iemand te vertellen dat ik moest huilen omdat ik huiswerk moest maken, maar het is waar, dames en heren, het is waar. Ik denk dat we altijd emotioneel zijn geweest over school, op welke manier dan ook.’

   Miguel keek even naar Sonia die verrukt naar zijn vader keek. Jorge had dit effect op iedereen en hoewel Miguel daar weleens jaloers op was, had hij op dit moment niet trotser kunnen zijn op zijn vader. En hij wist dat Sonia hem een verbazingwekkende man zou vinden, zoals de meeste mensen.

   Een kwartier lang zaten ze te luisteren en keken ze naar een rondleiding langs het werk van de stichting. Ze hadden nieuwe scholen gebouwd, de klaslokalen ingericht met de modernste technieken en de beste docenten ingehuurd uit zowel Mexico als de omringende landen. Jorge liet zelfs grafieken en testresultaten van hun werk zien. Maar het meest overtuigende argument kwam van de leerlingen zelf.

   Jorge stapte opzij toen zes jongelui achter de lessenaar kwamen staan en drie van de leerlingen, twee jongens en een meisje, een helder verhaal hielden over de verbeteringen op hun school. Het waren de leukste kinderen die Miguel ooit had gezien en waarschijnlijk raakten ze bij iedere aanwezige een gevoelige snaar. Toen ze uitgesproken waren, sloot Jorge af met een dringend beroep op alle gasten om voor ze vertrokken nog meer geld te doneren. Hij wees naar de kinderen en zei: ‘We moeten in onze toekomst investeren, en die wordt vanavond voortgezet. Eet smakelijk allemaal! En dank u wel!’

   Hierna kreeg Jorge gezelschap van zijn vriendin Alexsi, een bloedmooie blondine die samen met hem bij de bar had gestaan. Hij had haar tijdens een zakenreis naar Oezbekistan leren kennen en iedereen kon zien waarom hij zich tot haar aangetrokken voelde. Haar ogen waren even helder en groen als die van Gula, het Afghaanse meisje dat zo beroemd was geworden doordat ze op de cover van National Geographic-magazine had gestaan. Haar vader was rechter bij het hooggerechtshof op voordracht van de president van het land; zelf was ze advocate en leek niet ouder dan dertig. Miguel wist dat zijn vader nooit een vrouw naast zich zou dulden met wie hij geen intelligent gesprek kon voeren. Ze sprak vrij goed Engels, Spaans en Russisch, en wat nog verrassender was: ze had het langer uitgehouden dan alle eerdere vriendinnen van zijn vader. Ze hadden nu al bijna een jaar een relatie.

   Miguel had helemaal links in de tuin een paar lege stoelen zien staan en zich afgevraagd voor wie die waren, maar nu zat er een orkest dat zachtjes Jobim bossa nova begon te spelen.

   Alexsi gleed in haar stoel die Jorge voor haar achteruit had geschoven en begroette iedereen met een glimlach.

   ‘Hé, ik zie dat de wereldreizigers eindelijk terug zijn uit Spanje,’ zei zijn vader met een stralende blik op Sonia. ‘En het is heel fijn u terug te zien, juffrouw Batista.’

   ‘Dat is wederzijds, meneer. Dank u wel voor uw presentatie. Die was fantastisch.’

   ‘We kunnen niet genoeg doen voor die kinderen, vind je wel?’ Hij was even in gedachten. ‘O, neem me mijn slechte tafelmanieren niet kwalijk,’ zei hij snel tegen Alexsi. ‘Dit is mijn vriendin Alexsi Gorbotova. Alexsi, dit is de vriendin van mijn zoon, Sonia Batista.’

   Nadat de beleefdheden waren uitgewisseld, schrok Miguel even toen de obers hun wijnglazen volschonken. Hij keek even naar het etiket: Château Mouton Rothschild Pauillac, gebotteld in 1986. Miguel was gek op die wijn en wist dat deze flessen meer dan vijfhonderd dollar per stuk kostten. Weer was hij niet van plan dit aan Sonia te vertellen, maar nadat ze haar glas had geheven en even aan de wijn had geroken, keek ze hem met grote ogen aan.

   Jorge hief zijn glas. ‘Een toost op de toekomst van ons geweldige land, Mexico! Viva Mexico!

 

Miguel en Sonia glipten al voor het dessert weg. Zijn vader was diep in gesprek met zijn oom en een aantal lokale politici. Ze hadden hun sigaar opgestoken en Sonia had de geur te sterk gevonden en kreeg branderige ogen van de rook. Ze gingen aan een leeg tafeltje zitten, niet ver van het orkest vandaan en luisterden naar een verrassend goede uitvoering van Samba De Uma Nota So. Het verbaasde haar dat hij de titel wist. Zijn cursus muzikale educatie was niet zomaar een keuzevak geweest, maar heel intensief. Ze legde haar hand op de zijne en zei: ‘Bedankt dat je me hier mee naartoe hebt genomen.’

   Hij lachte. ‘Wil je de grand tour?’

   ‘Nu niet, als je het niet erg vindt. Ik zit hier liever even te luisteren en te praten.’

   In de verte hoorde ze een sirene, gevolgd door nog meer sirenes; een auto-ongeluk misschien, maar niet het geweld waar zijn oom het over had gehad, het geweld dat zich als een mistdeken over de stad Juárez had gelegd en die mannen hun visie had ontnomen en ervoor had gezorgd dat ze elkaar vermoordden. Nee, dit was gewoon een auto-ongeluk...

   Sonia hief haar hoofd en keek naar het terras. ‘Alexsi lijkt me aardig.’

   ‘Ze is goed voor mijn vader, maar hij zal nooit met haar trouwen.’

   ‘Waarom niet?’

   ‘Omdat hij nog altijd van mijn moeder houdt. Deze meisjes kunnen nooit tegen haar op.’

   ‘Je hoeft me geen antwoord te geven, maar je hebt me nog steeds niet verteld hoe ze is gestorven.’

   Hij fronste. ‘Ik dacht van wel.’

   ‘Dat was je andere vriendinnetje.’

   Hij grijnsde en deed net alsof hij haar arm wilde grijpen, maar toen keek hij weer ernstig. ‘Ze is aan borstkanker overleden. Al het geld in de wereld kon haar niet redden.’

   ‘Wat erg. Hoe oud was je toen?’

   ‘Elf.’

   Ze schoof naar hem toe en sloeg een arm om zijn schouders. ‘Dat zal wel heel moeilijk zijn geweest, vooral op die leeftijd.’

   ‘Ja. Ik wilde gewoon dat mijn vader... ik weet het niet... er beter mee had leren omgaan. Hij ging ervan uit dat ik zou doordraaien. Hij dacht dat ik als ik bleef het verdriet niet zou kunnen verwerken. Daarom stuurde hij me weg naar Le Rosey.’

   ‘Maar je hebt me verteld dat je het daar prettig vond.’

   ‘Dat is ook zo, maar daar had ik hém niet.’

   Ze knikte. ‘Ik moet eerlijk tegen je zijn: nadat je me had verteld dat je daar was geweest, heb ik het opgezocht op internet. Dat is een van de duurste kostscholen... ik bedoel, ter wereld! En je hebt in Zwitserland op school gezeten. Dat is geweldig.’

   ‘Ja, misschien wel. Maar weet je, ik heb mijn vader ontzettend gemist en onze relatie is nooit meer dezelfde geworden. Hij wist niet hoe hij met het verlies van mijn moeder moest omgaan en ook niet hoe hij me moest opvoeden, dus moest ik weg. Ik zag hem maar drie of vier keer per jaar en dan had ik niet het gevoel dat ik mijn vader zag, maar meer alsof hij mijn baas was. Ik haat hem er niet om, hoor. Hij wilde alleen maar het beste voor mij, maar ik wilde gewoon, soms, ik weet niet wat ik zeg... Ik denk weleens dat hij al deze schoolkinderen helpt omdat hij zich schuldig voelt over wat mij is overkomen.’

   ‘Misschien moet je eens met hem praten. Ik bedoel écht praten. Je reist altijd maar overal naartoe. Misschien moet je een tijdje thuisblijven, zodat jullie elkaar weer kunnen leren kennen.’

   ‘Je hebt gelijk. Maar ik weet niet of hij dat wel zou willen. Hij is ook altijd op reis. Als je het grootste deel van Mexico in je bezit hebt, moet je de boel denk ik wel goed in de gaten houden.’

   ‘Je vader lijkt me een eerlijke man. Volgens mij zal hij wel eerlijk tegen je zijn. Jullie moeten gewoon eens met elkaar praten.’

   ‘Daar zie ik een beetje tegenop. Hij heeft mijn leven al helemaal gepland en als we met elkaar in gesprek raken, zal hij me een wegenkaart geven. Echt, ik hoop dat ik de rest van de zomer weg kan voordat hij me aan het werk zet. En in het najaar ga ik mijn master doen.’

   ‘Dat heb je me helemaal niet verteld.’

   ‘Ik heb je heel veel dingen niet verteld. Weet je nog dat je zei dat je naar Californië wilde verhuizen?’

   ‘Ja.’

   ‘Nou, in het najaar kunnen we daar samen gaan wonen. Dan ga ik daar naar school en kun jij bij me zijn. Misschien vind je wel een baan in een van de studio’s, zoals je wilde.’

   Ze stond versteld. ‘Dat zou geweldig zijn! O wauw, dan zou ik echt iets kunnen zoeken wat...’

   Ze zweeg opeens en haar gezicht betrok.

   ‘Wat is er?’

   ‘Je weet dat mijn vader me zoiets nooit zal laten doen.’

   ‘Ik praat wel met hem.’

   ‘Dat helpt toch niets.’ Ze liet haar stem dalen en deed net alsof ze haar vader was: ‘Zijn “koppige toewijding aan kwaliteit” heeft hem succes gebracht; zo noemt hij het tenminste. En zijn koppige toewijding aan zijn dochter is identiek.’

   ‘Dan zal ik mijn vader met hem laten praten.’

   ‘Wat bedoel je daarmee, Miguel?’ Ze trok haar perfect geëpileerde wenkbrauwen op.

   ‘Daarmee bedoel ik dat je vader wil dat je gelukkig bent. En geloof me, daar kan ik voor zorgen. Ik kan je heel gelukkig maken. Nou ja, dat zou ik in elk geval proberen.’

   ‘Dat heb je al gedaan...’ Ze boog zich naar hem toe en kuste hem intens en hartstochtelijk. Miguels hartslag versnelde.

   Toen ze uitgezoend waren, draaide hij zich om en zag dat zijn vader vanaf het terras naar hen keek. Jorge gebaarde dat ze moesten komen.

   ‘Daar gaan we dan,’ zei Miguel met een zucht. ‘Hij gaat me mijn mening vragen over de mondiale crisis... en wee mijn gebeente als ik die niet heb...’

   ‘Maak je maar geen zorgen,’ zei Sonia. ‘Als jij er niet een hebt, vertel ik hem mijn mening wel.’

   Glimlachend pakte hij Sonia’s hand. ‘Uitstekend.’

 

 

De ogen van de vijand
titlepage.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_000.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_001.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_002_split_000.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_002_split_001.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_003.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_004.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_005.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_006.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_007.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_008.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_009.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_010.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_011.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_012.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_013.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_014.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_015.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_016.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_017.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_018.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_019.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_020.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_021.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_022.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_023.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_024.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_025.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_026.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_027.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_028.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_029.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_030.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_031.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_032.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_033.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_034.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_035.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_036.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_037.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_038.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_039.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_040.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_041.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_042.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_043.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_044.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_045.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_046.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_047.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_048.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_049.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_050.xhtml