104
‘Het was mijn taak om...’ Mark Turner zuchtte. ‘Om... voor haar te zorgen. Ik ging er elke dag even naartoe om te kijken of ze in orde was. Dat ze iets te eten en drinken had en... en naar het toilet kon.’
‘Waar was dat?’
‘In...’ Hij aarzelde, herstelde zich. ‘Waar ze, waar we ze bewaarden.’
‘Dus op dat moment was alleen Adele daar?’
Hij schudde zijn hoofd. ‘Julie kwam er snel daarna bij.’
‘Ga door.’
‘En Adele en ik... Ik zag haar daar en ik... ik wilde...’
‘Haar helpen?’
Zijn stem klonk klein, kwetsbaar. ‘Van haar houden...’
Mickey moest moeite doen om zijn gezicht in de plooi te houden.
‘En ik... ik... ik bouwde het over een paar dagen op. Ik wilde iets zeggen, haar laten weten dat ik het was, maar ik...’ Hij zuchtte. ‘Ik kon het niet.’
‘Bang voor wat Fiona zou zeggen,’ zei Marina in Mickeys oor.
‘Op een dag had ik voldoende moed verzameld. Ik wist dat ik een risico nam, maar ik... Ik kon er niets aan doen. Toen ik ze eruit haalde, uit hun, uit hun... en ik haar naar het toilet bracht, hield ik haar staande, sprak haar aan. Liet haar zien dat ik het was.’
‘Wat deed zij toen?’
‘Nou, ze was... het was... ze moest huilen.’
Hij zweeg een tijdje. Toen ging hij door.
‘En toen... toen zei ik tegen haar wat ik voor haar voelde.’
‘Wat zei zij daarop?’
‘Dat zij het net zo voelde.’
Dat geloof ik graag, dacht Mickey. Alles om weg te komen.
‘En wat deden jullie toen?’
‘We... begonnen met elkaar naar bed te gaan. En... en plannen te maken.’
‘Voor haar ontsnapping?’
Hij zuchtte. Knikte.
Weer een zucht, dieper deze keer.
‘Maar Fiona snapte jullie.’
‘Ja.’ Er verschenen weer tranen in Turners ogen. ‘En zij... maakte er een einde aan.’ Hij wendde zijn blik af. Keek naar alles behalve Mickey.
Maar Mickey hield vol. ‘Een einde? Hoe maakte ze er dan een einde aan, Mark?’
‘Ze, ze...’ De tranen begonnen te stromen. ‘Ze zei dat als ik haar niet... als ik haar niet...’ Hij kon het niet uitspreken. Mickey wilde het horen.
Mickey zou het niet voor hem zeggen. ‘Als je haar niet wat, Mark?’
‘Als ik haar niet vermoordde...’ Die woorden kwamen ineens naar buiten, uitgespuugd over de tafel als braaksel. ‘Als ik haar niet vermoordde... dan zou Fiona, zou ze mij vermoorden...’
‘En dus vermoordde je haar.’
Hij knikte, en zijn schouders schokten mee met zijn tranen. ‘En al die... verminkingen?’
Turner trok een grimas. ‘Dat deed zij. Fiona deed dat. Ik wilde niet, kon niet...’
Mickey wachtte.
‘Ze liet de Creep en mij het lijk wegbrengen, zei waar we het moesten achterlaten, hoe we het moesten neerleggen. Ze zei dat jullie zouden denken dat er een seksmoordenaar rondliep. Toen zei ze...’ Weer een diepe zucht. ‘Ze zei dat ik nu van haar was. Voor altijd.’
Turner zweeg en bleef ineengezakt zitten.
Mickey zuchtte. Rekte nog wat tijd. ‘Ze heeft je gebruikt, Mark.’
‘Nee...’ Hij schudde zijn hoofd.
‘Jawel. Net zoals ze Ian Buchan heeft gebruikt.’ Turner fronste zijn voorhoofd. ‘Wie?’
‘De Creep. Ze heeft jullie gebruikt. Jullie in het gareel gehouden. Ze liet de Creep zijn eigen zus ontvoeren. Ze heeft hem net zo gebruikt als ze jou heeft gebruikt.’
‘Maar we waren partners...’
‘Niet waar. Voor haar was jij net zoals de Creep. Iemand die ze kon manipuleren. Ook weer een experiment.’
Turner zuchtte. En de tranen kwamen weer.
‘Waar zijn ze, Mark? De meisjes?’
Hij hield zijn hoofd gebogen en staarde naar de tafel.
‘Je kunt het me net zo goed vertellen, Mark, ik weet de rest ook al.’ Niets.
‘Ik weet alles. Zelfs het feit dat de twee citaten waar je daarstraks mee smeet van Schopenhauer en Nietzsche zijn.’
Turner keek op, met een schok. In zijn ogen was verbazing te zien.
‘Iedereen kan een boek lezen, Mark. Dus zeg het maar: waar zijn ze?’
Turner zuchtte, besefte dat hij verder niets meer had om zich aan vast te houden.
‘Bij de kade. Het oude Dock Transit-gebouw...’
Mickey rende meteen de deur uit.