66
Anni was te bang om zich te verroeren. Ze bleef stokstijf staan. Ze was ervan overtuigd dat hij haar bonzende hart kon horen, haar zwoegende, onregelmatige ademhaling. Ze wilde wegrennen, gillen, of in elk geval fatsoenlijk ademhalen. Maar ze durfde niet.
De stem lachte. Er klonken voetstappen op de trap.
O god...
Een gestalte blokkeerde het licht, kwam langzaam naar haar toe. Ze moest iets doen, tijd rekken.
‘Ik ben brigadier Anni Hepburn,’ zei ze, niet zeker of ze voldoende adem had om tot het einde van de volgende zin te komen. ‘Maak u bekend.’
Weer gelach. ‘Klinkt dat even formeel.’
Wat? Toen herkende ze die stem. Mickey Philips.
‘En ik weet wie je bent, Anni.’ Hij stapte een van de lichtstralen in en lachte. ‘Je had je gezicht moeten zien...’
Ze sloeg hem. En nog eens, en nog eens, sloeg hem op zijn borst van angst, frustratie en opluchting. ‘Klootzak... stomme klootzak, Mickey Philips...’
‘Hé, hé, kappen.’ Hij stak zijn handen omhoog en, nog steeds lachend, pakte haar polsen vast.
Ze wist zich enigszins te herstellen. ‘Wat doe je hier eigenlijk?’
‘Je zei dat ik hierheen moest komen, weet je nog wel?’
Ze liet haar handen zakken. Keek om zich heen, nog eens naar de wanden. ‘Ik ben blij dat je er bent.’
Mickey volgde haar blik en zag waar ze naar keek. ‘Allemachtig...’
‘Ik weet het. Ik denk dat we hier iets hebben. Fiona Welch en haar profiel...’ Ze schudde haar hoofd.
‘Daar wilde ik het met je over hebben,’ zei hij. ‘Gisteravond.’
Anni trok haar wenkbrauw op en wachtte af.
Hij keek nog eens om zich heen, nam de foto’s en plaatjes in zich op en leek erdoor van zijn stuk gebracht. ‘Kunnen we naar buiten gaan? Ik denk dat ik hier wel even genoeg heb gezien.’
Ze liepen terug naar de kade. Anni stond ervan te kijken dat de zon nog steeds scheen. Daarbeneden in die boot had ze even gedacht dat ze de zon nooit meer zou zien.
Mickey scheen het ook te voelen. ‘Zin in een ijsje?’
‘Ik heb zin in een gin-tonic. Een heel grote.’
Hij lachte. ‘Dat kan ik me indenken.’
Haar glimlach vervaagde. ‘Dus. Over gisteravond...’ Ze probeerde te glimlachen, maar wat ze net hadden gezien maakte dat niet makkelijk.
‘Fiona Welch,’ zei Mickey. ‘Wat vind je van haar?’
Anni haalde haar schouders op. ‘Ik heb nog niet zo heel veel met haar te maken gehad. Ik zal niet beweren dat ze de beste profiler is die ooit voor ons heeft gewerkt.’
‘Ik krijg geen hoogte van haar. Het ene moment wil ze niet met me praten, en het volgende hangt ze om me heen.’
‘Dat zal wel aan je aftershave liggen. Is dat het Axe-effect?’
‘Ik meen het. Ze begint me echt op mijn zenuwen te werken. Ik heb er gisteravond over na zitten denken. En vanochtend, toen Anthony Howe een zelfmoordpoging had gedaan, heb ik weer naar haar gekeken.’
‘En?’
Hij keek om zich heen, plotseling slecht op zijn gemak. ‘Ze leek er wel, ik weet niet, een kick van te krijgen. Alsof het voor haar allemaal één geweldig avontuur was.’ Hij sloeg zijn blik neer. ‘Alsof... alles volgens plan verliep.’
Anni staarde hem aan. ‘Hoe bedoel je?’
Mickeys handen werden rusteloos. ‘Ik... Luister. Ik heb in de logboeken gekeken. Ze is gisteravond met hem gaan praten, met Anthony Howe. In de cel, toen Phil klaar was.’ Hij zuchtte. ‘En ik kijk wel eens naar haar op kantoor als ze denkt dat niemand haar ziet, en dan glimlacht ze.’
‘Dat is een zeldzaamheid. Vooral bij ons op kantoor.’
‘Zo bedoel ik het niet helemaal. Het lijkt wel of ze, weet ik veel, alsof ze ons uitlacht. Ons allemaal. Alsof het één grote, geheime grap is.’ Hij zuchtte. ‘O, ik weet niet. Het klinkt heel stom als ik het hardop zeg. Ik maak waarschijnlijk van een mug een olifant. Maar... ik heb geen goed gevoel bij haar.’
Anni keek hem aan. Mickeys onbehagen leek oprecht. En hij leek haar geen type dat voor de lol valse beschuldigingen verzon. ‘Wat denk je dan dat ze gedaan heeft?’
‘Weet ik niet.’
‘En wat ga je ermee doen?’
‘Dat weet ik ook niet. Ik wilde alleen... Ik weet niet. Het tegen iemand zeggen.’ Hij keek langs de kade. ‘Iemand die ik kon vertrouwen.’
Anni glimlachte. ‘Dank je. Misschien is een achtergrondcheck geen overbodige luxe.’
Hij knikte. ‘Bedankt.’
Anni’s telefoon ging, en ze schrokken allebei. Ze nam op.
‘Met Phil Brennan. Luister, we hebben hier iets...’