50
De tijd stond stil terwijl alle aanwezigen Nick Lines’ woorden tot zich lieten doordringen.
Phil was de eerste die sprak. ‘Weet je dat zeker? Het is beslist niet Julie Miller?’
‘Zo zeker als maar kan,’ zei Nick, die met een priemende blik rondkeek. ‘Helemaal geen match.’
‘Maar als het Julie Miller niet is...’ Mickey sprak voor iedereen.
‘O god,’ zei Phil. ‘Ik denk dat ik het al weet...’
‘Adele Harrison?’ vroeg Anni.
Phil knikte. ‘Het lijkt erop. Behalve als er nog ergens een slachtoffer is waar wij niets van af weten.’
‘Laten we hopen van niet,’ zei Fenwick. Hij wendde zich tot Nick. ‘Hoe snel kunnen we een volgende DNA-test laten doen?’
Nick trok zijn wenkbrauwen op. ‘Dat zal niet goedkoop zijn.’ ‘Dit is een belangrijke zaak. Hoge prioriteit. Er is geld voor.’ Nick kneep zijn ogen dicht en dacht na. ‘Op zijn minst een paar dagen. Hoe sneller je het wilt hebben, hoe meer het kost.’
‘Doe maar,’ zei Fenwick. Hij wendde zich tot Phil. ‘Wat betekent dit voor ons?’
‘Dat we alles wat we tot nu toe hadden opnieuw moeten bekijken. Als Julie Miller nog leeft, moeten we ervan uitgaan dat dat niet lang meer zo blijft als we haar niet vinden. Hetzelfde geldt voor Suzanne Perry.’
‘De klok tikt...’ zei Fenwick nodeloos.
‘Juist,’ zei Phil, die probeerde zich niet te ergeren aan de zinloze interruptie van zijn superieur. ‘Gebaseerd op wat we tot nu toe hebben gezien, lijkt de dader een patroon te volgen. Ontvoer het meisje, hou haar een tijdje vast, martel haar, vermoord haar.’
‘En laat het lichaam gaan,’ zei Fiona. ‘Geef dat terug.’
‘Goed punt, Fiona,’ zei Fenwick, met een glimlach waarvan hij waarschijnlijk dacht dat die charmant was. Maar als hij hem zou tonen aan een vrouw in een café of nachtclub, zou ze waarschijnlijk een smoes verzinnen en vertrekken. Rose Martin keek echter nog steeds naar hem, viel Phil op.
Fenwick vervolgde: ‘Je stond op het punt ons je profiel te presenteren. Ga je gang.’
Nick Lines ging zitten terwijl Fiona Welch opstond, haar papieren netjes schikte en bijna naar het whiteboard huppelde. Ze oogde opgewonden, dacht Phil. Een X Factor-kandidaat wier grote moment was gekomen.
‘Goed,’ zei ze, met een poging serieus te kijken, hoewel ze de opwinding in haar stem niet kon verbergen. ‘Sorry dat ik dit zo snel in elkaar heb gedraaid, maar zoals Ben ons al hielp herinneren, de klok tikt.’ Ze zweeg even theatraal, zodat ze zeker wist dat ze ieders aandacht had.
‘Op basis van de rapporten die ik heb gelezen en de bewijzen die ik heb gezien, de plek waar we het lichaam hebben gevonden en de woningen van de slachtoffers, zou ik zeggen dat we te maken hebben met een seksuele sadist.’
Phil sloeg zijn ogen ten hemel, en het kon hem niet schelen of ze het zag of niet.
Ze zag het. Wierp hem een scherpe blik toe en ging door. ‘Een seksuele sadist. Een roofdier. Hij krijgt een kick van wat hij doet.’
‘Ik denk dat we daar allemaal al wel achter waren,’ zei Phil.
Fiona kleurde. Fenwick keek hem boos aan. ‘Phil, alsjeblieft.’
‘En hij zal wel blank zijn, tussen de twintig en veertig, hij woont alleen en heeft moeite met het aangaan van persoonlijke relaties?’ Phil kon het niet laten.
Fenwick kon er niet om lachen. ‘Phil. Luister, of ga weg.’
Phil was zich ervan bewust dat de anderen in de kamer naar hem keken. Zijn ondergeschikten. Zijn team. Hij had hun respect nodig. Zij hadden zijn leiderschap nodig. Hij moest zich beheersen. ‘Sorry,’ zei hij, en hij stak zijn handen omhoog.
Fiona ging door. ‘Hij werkt alleen. Hij laat niemand anders toe tot zijn fantasie, zijn scenario. Hij wil alles beheersen.’ Ze boog zich naar voren, en haar ogen waren groot achter haar bril. ‘Maar dat kan niet. Zodra hij wordt meegesleept door de spanning, verliest hij de controle. Die marteling, dat is gewoon... een vervanging van seksueel genot. Zo komt hij aan zijn kick. Daarbij kan hij zichzelf laten gaan, de persoon worden die hij denkt te zijn.’
Phil keek naar Fiona. Terwijl ze sprak, veranderde haar hele uitstraling. Er was geen spoor meer van haar eerdere verlegenheid. Ze ging volkomen op in haar woorden, haar blik dwaalde door de kamer, ze gebaarde heftig, beeldde het bijna uit.
‘Hij heeft een speciale plek waar hij naartoe gaat. Een plek waar hij de dingen doet waar niemand anders in zijn leven van op de hoogte is. Die plek betekent iets voor hem. Het is zijn kamer van dromen en geheimen.’
‘Enig idee waar we die kunnen vinden?’ vroeg Phil.
Fenwick keek hem waarschuwend aan.
‘Geeft niet,’ zei Fiona. ‘Het is een terechte vraag. Het korte antwoord is nee. Of nog niet, althans. Ik heb nog geen tijd gehad om een geografisch profiel op te stellen. Maar is er nog iets, een belangrijke factor in zijn karakter.’ Ze zweeg weer even en wachtte tot iedereen oplette.
‘Hij is een sociopaat.’
‘Geen psychopaat?’ vroeg Mickey.
‘Nee,’ zei ze. ‘Hij kan zich aanpassen. Dat is het verschil ertussen. Psychopaten kunnen zich niet inhouden, ze doen gewoon wat ze doen en malen niet om de gevolgen. Deze man is anders. Hij treft voorbereidingen. Maakt plannen. Hij weet wat hij doet. Hij heeft misschien een goede baan, hij kan zelfs getrouwd zijn. Een sociopaat kan zijn omgeving soms jarenlang bedotten.’ Ze keek weer naar de toehoorders, met een flauwe glimlach op haar gezicht. ‘Zelfs iemand hier, in deze kamer, zou net zoals hij kunnen zijn. En de rest van ons zou er nooit iets van merken.’
‘Sommigen meer dan anderen,’ zei Nick Lines.
Phil verborg een glimlach.
‘Maar hoe herkennen we hem dan?’ vroeg Anni. ‘Waar kunnen we op letten?’
Fiona keek naar haar aantekeningen en toen weer de kamer in. ‘Je had het trouwens mis, Phil. Je had een heleboel goed, maar één cruciaal punt niet.’
Phil boog zich naar voren.
‘Leeftijd. Ik denk niet dat hij zo jong is. Alles wijst op een oudere man.’
‘Hoe oud?’ vroeg Anni.
Fiona haalde haar schouders op. ‘Hij kan wel in de veertig zijn, of zelfs in de vijftig.’
‘En wat weten we over zijn karakter?’ vroeg Anni. ‘Heb je nog tips?’
‘Hij is arrogant, dat is het voornaamste. Dit is iemand die weet wat hij doet. Hij is intelligent. Heel erg intelligent. En dat geeft hem het vertrouwen dat hij niet gepakt zal worden.’
‘Kúnnen we hem pakken?’ vroeg Fenwick.
‘Hij heeft er lang over gedaan om zo ver te komen. Hij heeft geoefend, zijn gedrag laten escaleren, hiernaartoe opgebouwd, en nu hij het uiteindelijk echt gedaan heeft, nou... Hij denkt dat hij zijn levensdoel heeft gevonden. Zijn roeping.’ Ze keek naar Fenwick. ‘Dus hij zal hier niet gauw mee ophouden, als je dat bedoelt.’
‘Is hij in het dagelijks leven ook arrogant?’ vroeg Anni. ‘Zouden we dat wel in hem herkennen?’
‘O, zeker,’ zei Fiona. ‘Dat wil hij juist.’
Anni ging achteroverzitten. ‘Ik weet wie het is.’
Alle ogen werden op haar gericht.
‘Anthony Howe.’