5

‘En... zijn we nu klaar?’

‘Bijna.’ Brigadier Anni Hepburn bekeek haar aantekeningen. ‘Nog een paar dingetjes. Kun je alles nog één keer vertellen vanaf het moment dat je wakker werd, zodat ik zeker weet dat ik niks heb gemist?’

Suzanne Perry zat tegenover haar op de bank in de woonkamer van haar appartement. Ze droeg nog steeds het T-shirt waarin ze had geslapen, met een ochtendjas eroverheen die ze strak om haar lichaam had getrokken. De mok koffie in haar hand was koud geworden en niet meer te drinken. Ze draaide de troebele vloeistof rond, volgde hem met haar ogen, omklemde de mok alsof ze bang was om ergens anders naar te kijken. Ze zuchtte.

‘Maar ik heb al...’

‘Alsjeblieft. Nog één keer.’ Anni’s stem klonk medelevend, zacht, maar had een stalen ondertoon, die erop wees dat ze gewend was dat er aan haar verzoeken gehoor werd gegeven. Het was niet iets waar ze bewust aan had gewerkt, het was zo gegroeid. Een vaardigheid die een dagelijks onderdeel was geworden van haar werkidentiteit.

Suzannes ogen gingen langzaam dicht en haar hoofd zakte naar voren.

Toen schrok ze ineens. Met grote, starende ogen keek ze schichtig door de kamer alsof ze zocht naar iets – of iemand – wat zich in de schaduwen verborg. Anni merkte die blik op en probeerde haar gerust te stellen.

‘Niks aan de hand. Alleen ik ben hier maar.’

Een tweepersoons CSI-team had nauwgezet Suzannes slaapkamer, de gang en alle mogelijke in- en uitgangen onderzocht op zoek naar aanwijzingen over de identiteit van de vermoedelijke indringer. Te oordelen naar hun spreektoon en de uitdrukkingen op hun gezicht leken ze de kans van slagen niet bijzonder hoog in te schatten.

Anni bekeek haar aantekeningen. Keek naar de vrouw tegenover haar. Suzanne Perry was logopediste in het General Hospital, haar eerste baan nadat ze was afgestudeerd aan de universiteit van Essex. Ze was vrij lang, met een goed figuur, donker haar en een ietwat mediterrane teint. Haar ogen waren het meest opvallend, vond Anni. Mooie, heldere, bruine ogen. Ondanks alle tranen en roodheid was te zien hoe mooi die ogen waren.

Haar woning bevond zich aan Maldon Road op de bovenste verdieping van een oud Edwardiaans huis dat in appartementen was onderverdeeld. Het appartement was behoorlijk ruim, met fraaie, originele details, maar de inrichting bestond voornamelijk uit boekenplanken in primaire kleuren, zitzakken, plaids en Bridget Rileyachtige prints aan de muren. Het was een soort IKEA-versie van popart uit de jaren zestig. Al waren er accenten die erop wezen dat de felle kleuren er binnenkort uit zouden gaan, om te worden vervangen door een meer volwassen stijl. Anni had dit soort dingen eerder gezien. De eerste aarzelende stapjes van student naar werknemer. Ze had het gevoel dat ze zelf ook zo was geweest, nog niet zo lang geleden.

Deze zaak zat Anni als gegoten. Als brigadier verbonden aan het Major Incident Squad had ze zich gespecialiseerd in verkrachtingszaken en mishandelde kinderen, en ze was opgeleid voor elke situatie waarin een mannelijke agent moeite kon hebben met het achterhalen van de waarheid. Deze zaak was er overduidelijk een voor haar. Bovendien zou hij haar weghouden bij Phil, wat niet verkeerd was, als je keek hoe het de laatste tijd tussen hen ging.

‘Dus,’ zei Anni, die zich weer concentreerde, ‘je werd wakker...’

‘Nee, eerder al.’ Suzanne Perry zette haar koffiemok neer, maar ze bleef ernaar kijken, alsof het een talisman was die een beschermende aura uitstraalde. ‘Ik sliep nog toen... ik dacht dat ik... iemand bij me in de kamer voelde.’

‘Terwijl je sliep.’

‘Ik weet niet... Ik denk dat ik nog sliep. Maar toen... toen... voelde ik het...’

‘Het?’

‘Hem. Ik voelde hem. Zijn handen op mijn lijf, zijn...’ Ze huiverde.

Anni wachtte af.

‘En ik kon niet... Ik kon me niet bewegen...’

Nog een huivering. Anni vreesde dat ze weer zou gaan huilen. Dat was al twee keer gebeurd. Ze spoorde de vrouw aan.

‘Je voelde zijn handen op je lijf.’

Suzanne knikte.

‘Weet je nog waar ongeveer?’

Suzanne keek naar de vloer en haar wangen kleurden.

Anni moest op haar woorden passen. Na een traumatische ervaring kon een slachtoffer maar al te gemakkelijk openstaan voor suggestie. Ze wilde niets zeggen dat later, bij de rechtbank, kon worden opgevat als beïnvloeding. ‘Waar heeft hij je aangeraakt, Suzanne?’

Suzanne wendde haar gezicht nog verder af en sloot haar ogen alsof ze een klap verwachtte.

‘Suzanne.’ Er klonk weer staal in Anni’s stem.

Suzannes hoofd draaide met een ruk terug.

Nu Anni haar aandacht had, liet ze haar stem weer dalen. ‘Suzanne... waar heeft hij je aangeraakt?’

Suzannes ogen gingen dicht en haar onderlip begon te trillen. ‘Hij... hij schoof mijn T-shirt omhoog... Ik kon hem niet tegenhouden, ik...’ De tranen kwamen weer. ‘En... en hij...’

Anni ging achteroverzitten. ‘Oké. Oké...’ Haar stem klonk zalvend. ‘Neem je tijd.’ Anni wachtte tot Suzanne zich had herpakt. ‘Je zei dat hij tegen je praatte. Weet je nog wat hij zei?’

Suzanne schudde haar hoofd.

‘Hoe zag hij eruit? Kun je hem beschrijven?’

Weer een hoofdschudden. ‘Alleen... een omtrek. En die ogen, gloeiend, starend... als, als duivelsogen... En zijn handen, hij raakte me aan. Ik, ik kon me niet bewegen...’

Anni drong niet verder aan. Ze besloot verder te gaan.

‘En toen? Ben je weer in slaap gevallen?’

Suzanne haalde haar schouders op. ‘Dat moet wel.’ ‘En vanmorgen stond je op, deed de gordijnen open...’

Suzanne knikte. ‘Ja. En toen...’ Haar hoofd zakte weer omlaag.

Anni bleef naar haar kijken. Probeerde haar te doorgronden. Er knaagde iets aan haar. ‘Waren de jaloezieën open of dicht?’

‘Open. Daarom zag ik die foto ook.’

‘Je zei daarstraks dat je het liefst een donkere slaapkamer hebt. Is het mogelijk dat je ze zelf open hebt laten staan?’

Suzanne schudde haar hoofd. ‘Ik slaap heel licht, dus mijn slaapkamer moet zo donker mogelijk zijn. Vooral in de zomer...’ Haar stem stierf weg.

‘Dus je weet zeker dat je de jaloezieën niet zelf hebt geopend?’

‘Nee. Dat doe ik nooit.’ Ze klonk beslist.

‘Zet je het raam wel eens open als je gaat slapen? Als het warm is?’

‘Nee.’ Maar deze keer sprak ze met minder nadruk.

Anni zag de twijfel, ging erop in. ‘Kan het zijn dat je het raam open hebt laten staan en dat er zo iemand binnen is gekomen? Is dat mogelijk?’

Suzanne keek haar aan, en die bruine ogen leken ineens verloren. ‘Ik... Ik... Maakt het uit?’

Anni haalde haar schouders op. ‘Weet ik niet, Suzanne. Als zoiets als dit gebeurt, gaan we ervan uit dat alles uitmaakt.’

Ze zuchtte. ‘Ik weet niet... Ik heb niet... Ik kan niet... Ik weet het niet...’ Ze keek weer naar de koffiemok.

‘En de benedenburen?’ Anni had met haar buren gesproken, niets nuttigs van hen gehoord en hen van de verdachtenlijst gestreept. Maar ze moest het vragen. ‘Zouden zij je huis binnen kunnen komen?’

‘Ik zou niet weten hoe...’

‘Kun je je nog herinneren dat je gisteravond naar bed bent gegaan?’

‘Ik...’ Suzanne leek op het punt te staan bevestigend te antwoorden, maar ze bedacht zich. ‘Nee. Ik... Ik werd vanochtend wakker en voelde me heel slecht, rillerig, alsof ik een kater had of zoiets.’ Ze trok haar neus op. ‘Ik weet niet... Ik weet niet meer hoe ik in bed ben beland...’

‘Had je gedronken? Had je een kater?’

Ze schudde haar hoofd. ‘Nee. Ik ben alleen maar in bad gegaan. Beetje chocola gegeten. Een glaasje wijn gedronken. Rood. Eentje maar. Bij de chocola. Terwijl ik op de bank zat. Rood.’

‘Een klein glaasje?’

Suzanne knikte. ‘Het staat... op het aanrecht. De wijnfles ook. Met de... de kurk erin. En vanochtend voelde ik me verschrikkelijk.’

‘Misschien heb je iets onder de leden.’

‘Misschien. Mexicaanse griep. Geweldig. Net wat ik kan gebruiken.’

‘Goed, die jaloezieën dan. Als je niet meer weet dat je naar bed bent gegaan, heb je ze misschien per ongeluk opgetrokken gelaten. En het raam open.’

Suzanne fronste haar voorhoofd. ‘Opgetrokken? Nee. Ik trek ze nooit op. Ik draai ze overdag wel open, maar ik trek ze nooit op... en het raam... nee. Nee... dat heb ik niet gedaan, nee...’

Anni keek naar haar gezicht, controleerde of ze de waarheid sprak.

‘Nooit,’ zei ze. ‘Nooit...’

De angst was terug in Suzannes ogen.

Insluiper
cover.xml
halftitle.xhtml
title.xhtml
copyright.xhtml
dedication.xhtml
part01.xhtml
chapter_001.xhtml
chapter_002.xhtml
chapter_003.xhtml
chapter_004.xhtml
chapter_005.xhtml
chapter_006.xhtml
chapter_007.xhtml
chapter_008.xhtml
chapter_009.xhtml
chapter_010.xhtml
chapter_011.xhtml
chapter_012.xhtml
chapter_013.xhtml
chapter_014.xhtml
chapter_015.xhtml
chapter_016.xhtml
chapter_017.xhtml
chapter_018.xhtml
chapter_019.xhtml
chapter_020.xhtml
chapter_021.xhtml
chapter_022.xhtml
chapter_023.xhtml
chapter_024.xhtml
chapter_025.xhtml
chapter_026.xhtml
chapter_027.xhtml
chapter_028.xhtml
chapter_029.xhtml
chapter_030.xhtml
chapter_031.xhtml
part02.xhtml
chapter_032.xhtml
chapter_033.xhtml
chapter_034.xhtml
chapter_035.xhtml
chapter_036.xhtml
chapter_037.xhtml
chapter_038.xhtml
chapter_039.xhtml
chapter_040.xhtml
chapter_041.xhtml
chapter_042.xhtml
chapter_043.xhtml
chapter_044.xhtml
chapter_045.xhtml
chapter_046.xhtml
chapter_047.xhtml
chapter_048.xhtml
chapter_049.xhtml
chapter_050.xhtml
chapter_051.xhtml
chapter_052.xhtml
chapter_053.xhtml
chapter_054.xhtml
chapter_055.xhtml
chapter_056.xhtml
part03.xhtml
chapter_057.xhtml
chapter_058.xhtml
chapter_059.xhtml
chapter_060.xhtml
chapter_061.xhtml
chapter_062.xhtml
chapter_063.xhtml
chapter_064.xhtml
chapter_065.xhtml
chapter_066.xhtml
chapter_067.xhtml
chapter_068.xhtml
chapter_069.xhtml
chapter_070.xhtml
chapter_071.xhtml
chapter_072.xhtml
chapter_073.xhtml
chapter_074.xhtml
chapter_075.xhtml
part04.xhtml
chapter_076.xhtml
chapter_077.xhtml
chapter_078.xhtml
chapter_079.xhtml
chapter_080.xhtml
chapter_081.xhtml
chapter_082.xhtml
chapter_083.xhtml
chapter_084.xhtml
chapter_085.xhtml
chapter_086.xhtml
chapter_087.xhtml
chapter_088.xhtml
chapter_089.xhtml
chapter_090.xhtml
chapter_091.xhtml
chapter_092.xhtml
chapter_093.xhtml
chapter_094.xhtml
chapter_095.xhtml
chapter_096.xhtml
chapter_097.xhtml
chapter_098.xhtml
chapter_099.xhtml
chapter_100.xhtml
chapter_101.xhtml
chapter_102.xhtml
chapter_103.xhtml
chapter_104.xhtml
chapter_105.xhtml
chapter_106.xhtml
chapter_107.xhtml
chapter_108.xhtml
chapter_109.xhtml
chapter_110.xhtml
chapter_111.xhtml
part05.xhtml
chapter_112.xhtml
chapter_113.xhtml
chapter_114.xhtml