94
‘Hoe heb je Fiona Welch leren kennen?’
Turner staarde recht voor zich uit en de arrogantie sloeg als een goedkope aftershave in golven van hem af. ‘Op de universiteit. Zij deed psychologie, postdoctoraal, ik deed een Master of Science in biologie. We waren bevriend. Gingen met dezelfde mensen om.’
‘En waarom heb je Suzanne Perry voor haar verlaten?’
Hij glimlachte. De golven van arrogantie dikten aan. ‘Gewoon. Ze vertelde me hoeveel beter ik kon zijn.’
‘In welk opzicht?’
Turner lachte op een manier waarvan hij waarschijnlijk dacht dat die bij zijn arrogante glimlach paste, maar die Mickey deed denken aan de boeven in oude James Bond-films. Hij zei niets.
‘Weet je wat transgressie is?’ Zonder op antwoord te wachten ging Turner door. ‘Het betekent dat je over je grenzen gaat. Dat je wetten en regels schendt. Wat jij slecht zou noemen. Dat is wat Fiona me bood. Ze wierp één blik op mijn leven, mijn saaie, gewone leventje, en ze veranderde het. Als ik met haar ging, kon het zoveel beter zijn. Dat deed ik. Ze had gelijk.’ Hij ging achteroverzitten en sloeg zijn armen over elkaar alsof hij op applaus wachtte.
‘En wat komt er dan bij die transgressie kijken? Hoe pakten jullie dat aan?’
‘We deden wat we wilden. Niks is echt. Alles is toegestaan.’ Weer een lach. ‘Dat is wat we deden.’ Hij boog zich met fonkelende ogen naar voren. ‘Alles.’
Hij legde zijn hoofd in zijn nek en lachte. Probeerde superieur over te komen, maar Mickey ving een glimp van zijn ogen op voordat hij dat deed. Ze stonden onzeker. Angstig. Zijn arrogantie, begon Mickey te ontdekken, was niet erg overtuigend.
‘Te veel om op te noemen.’
‘Gewoon één voorbeeld. Van jullie superioriteit. Jullie transgressie. Toe, Mark. Eentje maar.’
Turner kwam weer naar voren. En wederom flitste die angst door zijn ogen. ‘Het is voldoende dat je weet dat we het zijn.’
Mickey zuchtte. ‘Best, Mark, als jij het zegt.’
Turner bespeurde Mickeys ongeloof, vond dat hij toch iets moest zeggen. ‘We smeedden plannen, dat is wat we deden. We planden. Zochten een uiting van transgressie, zodat iedereen kon zien dat we het meenden. Zodat de mensen konden zien hoe we waren.’
‘Dus... en toen? Toen hebben jullie Adele Harrison ontvoerd? Waarom? Hoe demonstreert dat jullie superioriteit? Wat voor transgressie is dat?’
Turners stem werd luider en hij sloeg met zijn handen op tafel. ‘Snap je het niet? Dat was het hele punt. Iemand grijpen, maakt niet uit wie, een waardeloos iemand, een of andere nul, en met haar doen wat we willen.’ Hij ging zelfingenomen weer achteroverzitten.
‘Wat jullie willen.’
Turner knikte.
‘Wat dan zoal?’
‘Maakt niet uit.’
‘Wat? Moorden? Martelen? Verminken? Wat?’
‘Maakt niet uit.’
‘En dat deden jullie? Wat jullie wilden? Alles wat jullie maar wilden?’
Hij glimlachte. ‘Min of meer.’
‘Hoe bedoel je, min of meer?’
‘Toen ging het experiment naar zijn volgende fase. Want dat deden we niet gewoon zelf. Dat zou te simpel zijn. Nee.’
‘Wat deden jullie dan?’
‘Makkelijk. We spanden iemand anders voor ons karretje...’