Kogel
Ik krijg een mailtje van de administratie van deze krant, dat ruwweg op het volgende neerkomt: ‘Zolang je ons geen var opstuurt kun je naar je honorarium fluiten.’
var, lieve lezers, is een afkorting van ‘Verklaring Arbeids Relatie’, een document dat, zoals vele documenten, uitblinkt door kille onhartelijkheid. Er staat voornamelijk in dat ik níét bij de krant in dienst ben, géén recht heb op vakantie, zwangerschapsverlof, ziek zijn of krankzinnig worden, en dat ik nergens aanspraak op kan maken. En dat moet ík dan aanvragen en ondertekenen. Goed, het is niet helemaal hetzelfde als Jezus die zijn eigen kruis naar Golgotha moest dragen, maar toch. Tandenknarsend begeef ik me naar de site van de belastingdienst en laat mijn blik over de obligate onleesbaarheden dwalen.
Zwiezwazwiepremievolksverzekeringeninkomens-
afhankelijkebijdragezorgverzekeringswetinzetzzp’ersinde
awbwthuiszorgzwiezwazworisicovennootschap-
zwazwiezwo... Ha, daar heb je het gesodemieter al: ‘U moet de var-verklaring ondertekenen met DigiD. U kunt een DigiD-inlogcode aanvragen via www.digid.nl.’
Ik klik de site van DigiD open en vul braaf een eindeloze lijst in van persoonlijke gegevens als ‘burgerservicenummer’ en ‘huisnummertoevoeging’. Vervolgens verzuim ik, zoals altijd, het vakje ‘Ik accepteer de gebruikersvoorwaarden’ aan te vinken, waarna de site mij vermanend toevoegt: ‘Eerst de gebruikersvoorwaarden accepteren!’ Zou er ooit in de geschiedenis van online registratie iemand geweest zijn die die gebruikersvoorwaarden daadwerkelijk gelezen heeft? En vervolgens besloot niet akkoord te gaan? Zuchtend zet ik mijn vinkje, wat als enig resultaat heeft dat al mijn moeizaam ingevulde gegevens uitgewist worden.
Ik sluit even mijn ogen, klik de site van DigiD weg en lees een nieuw binnengekomen mailtje, waarin een mij onbekende man me zonder enige aanleiding vertelt dat de achttiende-eeuwse Poolse linguïst en occultist Potocki een eind aan zijn leven maakte met behulp van een zilveren kogel, die hij zelf vervaardigd had van het deksel van een theepot. Dit soort informatie kan ik niet zomaar naast me neerleggen, maar bij enig rondsurfen blijkt het waar te zijn, al vervangen sommige bronnen dat theepotdeksel door ‘het handvat van een suikerpot’. Mij lijkt dat deksel meer voor de hand liggen; daar zit immers een knopje aan dat zonder al te veel moeite in een kogel valt te veranderen. In zo’n handvat omsmeden daarentegen gaat dagen werk zitten, iets waarin je waarschijnlijk geen zin hebt als je van plan was je voor je kop te schieten.
Gesterkt door deze overpeinzing stort ik me andermaal op de DigiD-site en slaag erin zonder verdere kleerscheuren de gebruikersvoorwaarden te accepteren. Resten slechts de horden van gebruikersnaam en wachtwoord. Nu voer ik altijd en overal als gebruikersnaam ‘Sylvia Witteman’ in, want zo heet ik. Maar dat mag nooit. ‘De gebruikersnaam is al in gebruik’ staat er dan, blijkbaar opgeëist door een voortvarende naamgenote. Vervolgens probeer ik ‘sylviawitteman’ en ‘sylviawitteman’, welke varianten worden afgekeurd met een tekst als: ‘Uw gebruikersnaam moet bestaan uit minimaal 5 en maximaal 18 tekens waarvan ten minste 2 en ten hoogste 7 cijfers (geen 0, 4 of 8), minimaal 1 liggend streepje en een veelvoud van 3 diakritische tekens waarvan maximaal 2 tildes, 1 euroteken en 1 cedille.’
Ik sluit weer even de ogen, klik op mijn scherm het spelletje ‘Plants vs Zombies’ open, en schiet geruime tijd virtuele doperwten naar wankelende ondoden, die dat gedoe uiteindelijk beu worden en mijn hersenen opeten. Ook virtueel, weliswaar, maar toch werkt zoiets demotiverend, zeker op het gemoed van iemand die er niet eens in slaagt een gebruikersnaam te ontwerpen die de goedkeuring van de belastingdienst kan wegdragen.
Ik klik terug naar DigiD, en na enkele tientallen pogingen gaat de site akkoord met gebruikersnaam ‘sy1via(*7wiiitem%n’ en het wachtwoord ‘krijg-de@#$%%^&’.
Drie dagen later valt mijn ‘persoonlijke DigiD-code’ in de bus, met het verzoek in te loggen op de site met mijn gebruikersnaam en wachtwoord. Die ben ik inmiddels allebei volkomen vergeten. Ik gooi mijn computer uit het raam, en verlaat in overspannen toestand het pand met medeneming van een zilveren theepot. Sindsdien is er niets meer van mij vernomen. Een ongeluk wordt gevreesd.