Rendez-vous
Omdat ik jarig ben ga ik naar Gent. Het is daar mooier dan in Venetië, gezelliger dan in Parijs en het bier is er beter dan in Amsterdam. Bovendien zijn Vlamingen vriendelijk, welbespraakt en beleefd, dit alles in een taal die onmiskenbaar mooier klinkt dan Nederlands. Zeg nu zelf: ‘stoverij met groentjes’ klinkt toch een stuk beter dan ‘sudderlappen met sla’, en ‘planneke’ en ‘droogkuis’ zijn verreweg superieur aan ‘stadskaart’ en ‘stomerij’. En wat te denken van ‘ik zie u graag’ versus ‘ik hou van je’?
Ook als liefhebber van taxidermie kun je in België je hart ophalen. Zelfs het groezeligste bric-à-bracwinkeltje verkoopt nog een mer à boire van opgezette dieren in de bizarste posen, tegen scherp concurrerende prijzen. Lang sta ik te aarzelen tussen een rechtopstaand wezeltje dat met een plastic ei in zijn dode handjes is vereeuwigd, een tweekoppig struisvogelkuiken onder een glazen stolpje, de morose kop van een eland en een uil die zijn klauw hebberig om een muis heen slaat. Verontrust kijkt de laatste uit zijn glazen kraaloogjes de potentiële koper aan. Kortom, het ene object nog begeerlijker dan het andere, maar mijn tegenzin om de hele dag rond te moeten slepen met van die in formaldehyde verstilde levens wint het van de hebzucht. Bovendien vrees ik de toorn van mijn kinderen, dus uiteindelijk verlaat ik het winkeltje met slechts een handjevol stokoude ansichtkaarten.
Op de nabijgelegen rommelmarkt staat een uitgemergelde stokoude baas die eruitziet alsof hij in 1914-1918 shellshock heeft opgelopen en dat nooit meer te boven is gekomen. Hij biedt, gekleed in legerplunje compleet met helm, artefacten uit beide wereldoorlogen te koop aan. Verliefd betast zo’n kaalgeschoren White Power-griezel een dolkje van de Duitse Wehrmacht terwijl een jong meisje naast hem geanimeerd staat te bladeren in een exemplaar van Mijn kamp. Nu ben ik dol op oude boeken, maar ik ken iemand die Hitlers spraakmakende werkje heeft doorgeworsteld en het voornamelijk ‘saai’ vond, dus wil ik al verder lopen als mijn oog valt op een bordje: vorsicht bei gesprächen – feind hört mit! Een tekst die wij bij ons thuis vaak bezigen als de kinderen mee dreigen te luisteren naar conversaties over seks, sinterklaascadeautjes en andere heikele onderwerpen. Dit bordje blijkt tot overmaat van gezelligheid voorzien van een swastika. Zoiets kun je niet laten liggen, en bovendien zal het prachtig staan op de piano, tussen mijn Georgische vaas met een gemoedelijk pijprokende Stalin erop en de grote Chinese tegel waarop de lezer, ten behoeve van niet-Chineessprekenden ook in het Russisch, wordt aangespoord ‘de hondenkoppen van de Sovjetrevisionisten in elkaar te slaan’.
Voor vijfentwintig euro krijg ik het mee, in een tasje, gelukkig, want met zo’n morbide zucht naar fascistische parafernalia loop je liever niet te koop. Het lijkt me trouwens dat een dergelijke uitstalling op een Nederlandse rommelmarkt zou kunnen rekenen op laaiende collectieve verontwaardiging en subiete ontruiming, maar Belgen lijken de uitwassen van het nazisme toch veeleer te zien als een interessante reeks historische feiten en niet, zoals Hollanders, als een loodzware berg collectief schuldgevoel.
Op een zonnig caféterras bekijk ik de oude ansichten. Achter op een foto van de boulevard te Knokke-le-Zoute, jaren vijftig: ‘Liefste Zusters, ge moet niet naar mij wachten, laat het vensterke van de voordeur maar tegen staan, dan kan ik binnen. Met nen dikke kus, en tot weldra! Ingeborgske.’ En achter op een kaart vol rode rozen: ‘18 avr. 1914. Mejuffer Jeanne. Ik denk van aanstaande maandag U een bezoek te brengen, rond 11 uren. In geval van belet schrijft mij per kerende post. De beste groeten. Johan.’
Johan en Jeanne zijn al lang dood, maar in retrospect vraag ik me zorgelijk af hoe deze sukkelige toenaderingspoging is afgelopen. Zeker, die rozen zijn mooi, maar als ik Jeanne was had ik toch per kerende post belet gegeven. Maandagochtend elf uur, dat is geen tijdstip voor een verliefd rendez-vous. Of ging het toch om maandagavond? Maar begreep Jeanne dat wel?
Ik hoop het maar, voor Johan.