Suicide 2.0

‘Waarom twitter jij eigenlijk niet?’ mailde een lezeres laatst, en om me een zetje in de rug te geven bleek ze zelfs al een account voor me te hebben aangemaakt. Aanvankelijk aarzelde ik, want dat soort moderne communicatie kan, als je even niet oplet, groteske vormen aannemen. Zo vermeldde mijn Facebook-pagina indertijd reeds enkele dagen na mijn toetreding dat ik veertien gemeenschappelijke vrienden heb met Ellen ten Damme, die ik persoonlijk nog nooit heb ontmoet, wat toch eigenlijk wel een wonder mag heten als je nota bene veertien gemeenschappelijke vrienden hebt.

De finesses van dat hele Facebook heb ik sowieso nooit helemaal doorgrond, wat bleek toen ik met een échte vriendin juist de precieze ins en outs van haar overigens boeiende seksleven had doorgenomen op datzelfde Facebook, waarna ik erachter kwam dat de complete conversatie niet alleen zichtbaar was voor haar en mij, maar ook voor de rest van de wereld, inclusief die veertien vrienden van Ellen ten Damme. Na deze ontdekking besloot ik Facebook voorlopig links te laten liggen, ook al omdat mijn pagina maar vol bleef lopen met raadselachtige mededelingen als: ‘Mariëtte was just feeding Zulma Ferrer’s chickens and made them so happy that they laid an extra batch of Treasured Golden Mystery Eggs!

Nu ben ik in principe even dol op het verklooien van mijn werkdag als ieder ander, maar de manier waarop moet wel binnen de grenzen van het menselijk bevattingsvermogen blijven, vind ik. Met die gedachte in het achterhoofd is Twitter trouwens een aardig tijdverdrijf. Het komt erop neer dat je willekeurige gedachten en observaties op internet te grabbel gooit, met de beperking dat je maar 140 lettertekens mag gebruiken. Dat laatste is nog niet eenvoudig als je gewend bent je geouwehoer op te rekken tot een column van ruim vierduizend aanslagen. In het begin struikelde ik met mijn geleuter telkens over dat hekwerk van grimmige rode cijfers, zodat ik van de weeromstuit tijdelijk tot bedremmelde monosyllaben verviel. Maar alles went, en na een paar uur wist ik mijn uiteenzettingen over de inhoud van Boelies broodtrommeltje beknopt en toch eloquent binnen de opgelegde begrenzing te houden, waarop trouwens een stroom van reacties kwam in het genre ‘sylviawitteman: hier boterh. tuinkers, wit bolletje haring met uitjes, bakje cappucchino, jeeee! Bammetje ruilen?’

Aangemoedigd door dit succesje twitterde ik unverfroren voort over de verjaardagscadeautjes voor huisgenoot P., de wederwaardigheden van mijn zwakbegaafde kat en de perikelen rond mijn ontplofte verwarmingsketel, wat me binnen een paar dagen op een onvoorstelbare anderhalfduizend followers kwam te staan. Ik zag ze voor me, samendrommend in mijn virtuele achtertuin, verwoed sms’end met hun iPhones, of BlackBerry’s in de vochtige knuistjes. Een hete Twitter-drift maakte zich van mij meester. Al die heerlijke aandacht! Wat was de wereld klein! Om ook wat terug te doen besloot ik op mijn beurt wat mensen te ‘volgen’, zoals dat heet. Femke Halsema en Geert Wilders, bijvoorbeeld, ongetwijfeld bien étonnés de se trouver ensemble. Geert blijkt erg zuinig met zijn tweets, maar van Femke vraag ik me angstig af waar ze überhaupt nog de tijd vandaan haalt om zelfs maar naar Café Nieuwspoort te fietsen: het goede mens twittert werkelijk onophoudelijk.

Ik ook trouwens, de laatste dagen. En dat moet ophouden, want gelul over de poes, de cv-ketel en de restverwerking van koude varkenshaas zijn tot daaraan toe, maar de nieuwe zwembroek van huisgenoot P. is op het randje, en voor ik het weet zeg ik met mijn dronken kop iets wat helemaal niet bedoeld is voor anderhalfduizend wildvreemden.

Zojuist ontdekte ik een handig programmaatje online. Het heet ‘Web 2.0 Suicide Machine’, het heeft een kek logootje van een bungelend stropje, en je kunt er met een paar muisklikken voorgoed een eind maken aan je virtuele leven. Facebook, Twitter, MySpace, LinkedIn: allemaal in één klap weg, en je kunt ook nooit meer terug.

Hier sta ik, aarzelend aan de rand van mijn gapend internetgraf. Durf ik of durf ik niet? Het antwoord vindt u op Twitter. Of misschien dus niet.

Veel gezelliger dan bij u thuis
x97890295799021.xhtml
x97890295799022.xhtml
x97890295799023.xhtml
x97890295799024.xhtml
x97890295799025.xhtml
x97890295799026.xhtml
x97890295799027.xhtml
x97890295799028.xhtml
x97890295799029.xhtml
x978902957990210.xhtml
x978902957990211.xhtml
x978902957990212.xhtml
x978902957990213.xhtml
x978902957990214.xhtml
x978902957990215.xhtml
x978902957990216.xhtml
x978902957990217.xhtml
x978902957990218.xhtml
x978902957990219.xhtml
x978902957990220.xhtml
x978902957990221.xhtml
x978902957990222.xhtml
x978902957990223.xhtml
x978902957990224.xhtml
x978902957990225.xhtml
x978902957990226.xhtml
x978902957990227.xhtml
x978902957990228.xhtml
x978902957990229.xhtml
x978902957990230.xhtml
x978902957990231.xhtml
x978902957990232.xhtml
x978902957990233.xhtml
x978902957990234.xhtml
x978902957990235.xhtml
x978902957990236.xhtml
x978902957990237.xhtml
x978902957990238.xhtml
x978902957990239.xhtml
x978902957990240.xhtml
x978902957990241.xhtml
x978902957990242.xhtml
x978902957990243.xhtml
x978902957990244.xhtml
x978902957990245.xhtml
x978902957990246.xhtml
x978902957990247.xhtml
x978902957990248.xhtml
x978902957990249.xhtml
x978902957990250.xhtml
x978902957990251.xhtml
x978902957990252.xhtml
x978902957990253.xhtml
x978902957990254.xhtml
x978902957990255.xhtml
x978902957990256.xhtml
x978902957990257.xhtml
x978902957990258.xhtml
x978902957990259.xhtml
x978902957990260.xhtml
x978902957990261.xhtml
x978902957990262.xhtml
x978902957990263.xhtml
x978902957990264.xhtml
x978902957990265.xhtml
x978902957990266.xhtml
x978902957990267.xhtml
x978902957990268.xhtml
x978902957990269.xhtml
x978902957990270.xhtml
x978902957990271.xhtml
x978902957990272.xhtml