Hoofdstuk 31

Ze waren zich aan het klaarmaken om naar de kerk te gaan toen de telefoon ging. Rachel was al klaar op het roze linnen pakje na dat ze van plan was aan te trekken, en ze bond net een leuk blauw lint in Lorens haar terwijl Becky met Katie worstelde om haar in haar schoentjes te krijgen, Lisa was nog boven in de badkamer. Elizabeth was in de slaapkamer van Stan en hielp mee hem aan te kleden terwijl ze met J.D. praatte, die, samen met Tilda, was gekomen om op hem te passen terwijl de rest van de familie de zondagochtenddienst in de kerk ging bijwonen.

'Telefoon, Rachel,' riep Tilda van boven.

'Rob?' vroeg Becky en trok vragend haar wenkbrauwen op.

Rachel schokschouderde en liep de trap af om het gesprek aan te nemen. Toen ze de hoorn neerlegde, fronste ze haar wenkbrauwen.

'Wie was dat, schat?' vroeg Tilda die even opkeek van het vullen van de borden voor het ontbijt; ze zag Rachels blikken.

'Ik moet naar het politiebureau.'

'Wat?' Becky kwam met Katie op de arm naar beneden en hoorde wat Rachel zei.

'Ze willen dat ik nu onmiddellijk kom. Ze wilden niet zeggen waarom.' Maar ze wist het, ze wist het even goed als ze wist hoe ze heette en dat het iets met Johnny te maken had. Ze klemde haar lippen op elkaar. Hij was zeker weer in moeilijkheden. Was hij gisteravond nog verder uitgegaan?

'Op zondagochtend?' vroeg Becky ongelovig. 'En de kerk dan?'

'Ik haal de dienst nog wel.' Rachel keek op de klok. Het duurde nog ruim een uur voor de dienst begon.

'Je kunt altijd nog vanavond met mij en J.D. gaan,' zei Tilda die een afwasmiddel in de afwasmachine goot en de deur ervan sloot. Tilda ging naar een andere kerk dan de Grants, maar Rachel en Becky waren vroeger wel vaker met haar meegegaan. Hoewel het in hoofdzaak een zwarte gemeente was, was iedereen er welkom, en iedereen wist ook dat de meisjes Grant evengoed Tilda's familie waren als haar eigen kinderen. 'Tanja zingt vanavond een solo in het koor, weet je.'

'O, ja?' Tanja was de jongste dochter van Tilda. 'Ik zou haar graag willen horen. Maar ik hoop dat ik nog met moeder en Becky kan meegaan.'

'Denk je dat het iets met de zaak te maken heeft - of die vent Harris?' Becky had Katie op de grond gezet en keek haar bezorgd aan.

Rachel staarde haar zuster even aan en zuchtte. 'Is moeder met jou aan het roddelen geweest?'

'Natuurlijk.'

'Natuurlijk.' Rachel had kunnen weten dat Elizabeth het allemaal aan Becky zou vertellen. 'Het gaat vermoedelijk om de zaak. Misschien heeft een kind een steen door een ruit gegooid, of zo.'

'Misschien.'

Aan Becky's toon hoorde Rachel dat ze sceptisch gestemd was. Wat had Elizabeth haar over de verhouding tussen Johnny en Rachel verteld? Rachel vond het vervelend om ernaar te moeten raden.

'Ik ga er gauw heen om te zien wat ze willen.'

Becky en Tilda keken elkaar met veelbetekenende blikken aan terwijl Rachel de kamer uit liep.

Even later, helemaal aangekleed en met haar autosleutels in de hand stak Rachel even haar hoofd om de keukendeur voor ze vertrok. Elizabeth was nog boven en dat was tenminste iets om dankbaar voor te zijn, dacht Rachel. Becky en Tilda die druk met elkaar stonden te praten, vlak voor de afwasmachine, hielden meteen op toen ze Rachel zagen.

'Beek, zeg tegen moeder waar ik heen ben, wil je? Zeg dat ik zal proberen op tijd in de kerk te zijn, maar als me dat niet lukt, kom ik zo gauw mogelijk thuis. En probeer haar ervan te weerhouden ook naar het politiebureau te gaan, als het soms wat langer gaat duren!'

'Ik zal mijn best doen.' Becky schudde meelevend haar hoofd tegen haar zuster. 'Maar je weet hoe ze is.'

'Ja.' Ze wisselden even een lachje en toen verdween Rachel.

Het politiebureau was een bakstenen gebouw in Madison Street, ongeveer een kilometer van de ijzerwarenwinkel af, en dicht bij het centrum. Rachel was er maar een paar keer binnen geweest, meestal om kaartjes voor een schoolgebeurtenis of iets dergelijks te kopen of te verkopen. Het parkeerterrein was ongewoon vol voor een zondag en toen ze de ontvangstruimte binnenging waar harde plastic stoelen op de met linoleum beklede vloer stonden, merkte ze dat er veel agenten dienst schenen te hebben. Ze dacht er niet over na, merkte het alleen op en misschien zou ze er later nog eens over gaan peinzen.

'Dag, jullie wilden me spreken?' zei ze tegen de jonge agent aan het bureau. Ze kende zijn gezicht niet en nam aan dat hij een nieuweling in de stad was.

'Juffrouw Grant?'

'Ja.'

'Een ogenblikje.' Hij pakte de telefoon op die voor hem op het bureau stond, drukte een knop in en zei: 'Juffrouw Grant is er.'

'Kunt u me zeggen waar het om gaat?' vroeg ze toen hij de hoorn neerlegde.

Hij schudde zijn hoofd. 'Dat moet u aan de baas vragen.'

Verrast wilde Rachel vragen waarom commissaris Wheatley op zondag werkte - hij was lid van de kerk, en hij en zijn vrouw misten nooit een dienst - toen de man al een deur uit kwam die naar de kantoren leidde en naar de cellen.

'Rachel.' Hij glimlachte toen hij haar begroette, maar Rachel die geschrokken was en daardoor extra op haar hoede, dacht dat hij er nogal vermoeid en grimmig uitzag. Hij had kringen onder zijn ogen en zijn gewoonlijk zo rozige huid zag er nu vaal uit.

'Wat is er gebeurd?' vroeg ze scherp.

'Kom maar mee, Rachel. Dan kunnen we praten.'

Hij hield de deur voor haar open. Rachel werd steeds nerveuzer terwijl ze verschillende mogelijkheden overwoog en weer van zich afzette. Ze liep de deur door, en door een kort gangetje kwam ze in zijn kantoortje waar hij haar een harde grijze stoel aanbood.

Wheatley sloot de deur, liep om het bureau heen en ging zitten. Het enige raam was klein en er kwam maar weinig daglicht binnen. De felle gloed van de lamp aan het plafond was onflatteus voor alles wat hij bescheen - de morsige linoleum vloer, het bruinachtige metaal van het bureau en het vermoeide gezicht van de commissaris. Rachel moest er niet aan denken hoe zij er onder dit licht zou uitzien.

'Wat is er gebeurd?' vroeg ze weer en haar handen klemden zich om de tas op haar schoot.

'Ik moet je eerst een paar vragen stellen,' zei hij. 'Vind je het goed dat ik ze op de taperecorder vastleg?'

'Natuurlijk.'

'Dank je. Dat helpt latere verwarring te voorkomen.' Hij trok de onderste linkerla open, haalde er een kleine taperecorder uit en zette die aan. Toen leunde hij achterover op zijn stoel en keek haar door half gesloten ogen aan. Hij had zijn handen over zijn buik gevouwen. Rachel merkte dat hij een buikje had gekregen. Hij moest ook al een jaar of zestig zijn en zijn haar werd grijs en zijn huid slapper.

'Je bent naar de Labor Day-picknick geweest, nietwaar?' vroeg hij.

Rachel knikte. Toen dacht ze aan de recorder en zei: 'Ja.'

'Wat heb je daarna gedaan?'

'Ik ben naar huis gegaan. Waarom?'

'Is dat alles?'

'Nee, later ben ik nog uitgegaan. Om iemand af te halen - een vriend die te veel had gedronken en zo niet mocht rijden.'

'Welke vriend?'

Rachel zou Johnny's naam er niet buiten kunnen houden.

'Johnny Harris.'

'Je ging Johnny Harris afhalen omdat hij te veel had gedronken en zo niet mocht rijden. Zo is het toch?'

'Dat zei ik.'

'Waar heb je hem afgehaald?'

'Bij dat caravanpark bij de rivier - ik weet de naam niet meer.'

'Appleby Estates?'

Rachel knikte, dacht weer aan de taperecorder en zei: 'Ja.'

'Heeft Harris je gebeld en gevraagd hem af te halen?'

'Nee, dat heeft Glenda Watkins gedaan.'

'Juist.' De vingers die op zijn buik hadden gerust, gleden nu over elkaar. 'Hoe laat was dat?'

'Om een uur of elf, denk ik. Misschien wat later. Waarom?'

'Daar komen we dadelijk op. Ik wil eerst nog wat details weten. Leek ze van streek, of op een of andere manier - hm, emotioneel toen ze belde?'

'Nee.'

'Ben je werkelijk Harris gaan afhalen?'

'Ja.'

'Hoe laat was dat, denk je?'

Rachel dacht even na. 'Ik denk dat ik er een half uur over heb gedaan om daarheen te rijden, want ik moest me eerst nog aankleden. Ongeveer halftwaalf, denk ik.'

'Vertel ons eens precies hoe dat is gegaan, Rachel. Het is belangrijk, dus wees zo nauwkeurig mogelijk. Begin bij het telefoontje van mevrouw Watkins aan jou. Wat zei ze precies?'

Rachel vertelde het hem, ging door met te beschrijven hoe ze zich had aangekleed, naar het caravanpark was gereden en toen, nogal tegen haar zin, vertelde ze van haar ontmoeting met Johnny. Als het om 'rijden onder invloed' ging, wat ze half en half vermoedde, wilde ze hem niet meer last bezorgen dan hij al ondervond, hoewel de ellendeling het eigenlijk volkomen verdiende.

'Hij had daarna dus een motor die onklaar was.'

'Ja.'

'Was hij dronken?'

Rachel klemde even haar lippen op elkaar. 'Hij had gedronken, ja.'

'Maar was hij laveloos dronken? Wist hij nog wat hij deed? Leek hij normaal?'

Rachel trok haar wenkbrauwen op. 'Helemaal normaal. Alleen een beetje tipsy.'

'Wat had hij aan?'

Rachel keek verbaasd. 'Een blauwe spijkerbroek, een T-shirt, tennisschoenen.'

'Waren ze - zag je vlekken of verkleuringen op zijn kleding, of zo iets?'

'Nee, misschien waren er wat grasvlekken op zijn broek van die valpartij, maar ik heb ze niet gezien.'

'Je hebt dus niets ongebruikelijks aan zijn houding of kleren gemerkt?'

'Nee.'

'Oké. Wat is er gebeurd nadat je hem in je auto nam?'

'Toen heb ik hem naar zijn flat gereden.'

'Hoe laat kwamen jullie daar aan, denk je?'

'Vermoedelijk ongeveer middernacht.'

'En wat is er toen gebeurd?'

'Hij ging naar binnen. En ik ben naar huis gegaan.'

'Hij ging om middernacht zijn flat in. Heb je hem naar binnen zien gaan?'

'Ik zag hem de trap op klimmen.'

'Goed. Laat me dit alles nog eens herhalen om te zien of ik je goed heb begrepen. Stop me als ik iets fouts zeg. Om elf uur belde mevrouw Watkins je op om Harris af te halen, omdat ze vond dat hij te dronken was om op zijn motor naar huis te rijden. Je reed erheen en kwam omstreeks halftwaalf daar aan en reed Harris voor het caravanpark van de weg af. Hij liet zijn motor daar liggen, stapte bij jou in de auto en je reed hem naar zijn flat en kwam daar ongeveer om middernacht aan. Is dat goed zo?'

'Ja.'

'Dan heb ik nog een vraag aan je. Toen je Harris bij je in de auto nam, heb je Glenda Watkins toen ook gezien?'

'Jazeker. Ik heb niet met haar gesproken, maar ik zag haar in de verte voor haar caravan staan. Net toen ik het caravanpark op kwam rijden. Toen ik om de bocht van Manslick Road kwam.'

'Toen heb je haar gezien? Weet je dat zeker?' Hij ging opeens overeind zitten en keek haar scherp aan terwijl hij zijn handen met de handpalmen omlaag op zijn bureau zette.

'Ja.'

'Weet je zeker dat zij het was?'

Rachel knikte, verbaasd omdat hij plotseling zo opgewonden werd, en zei toen: 'Ja, dat weet ik zeker.'

'Wat deed ze? Was ze - leek ze - in orde?'

'Voor zover ik het zien kon, leek ze prima in orde. Ze stond voor de caravan en keek de weg op in de richting van waar ik kwam.'

'Hoe snel daarna raakte je bijna de motor van Harris?'

'Eigenlijk meteen. Nog geen minuut later, denk ik.'

'Rachel, denk goed na. Het is heel belangrijk. Is Harris te eniger tijd nadat zijn motor van de weg af was geraakt, uit je ogen verdwenen?'

Rachel dacht na en schudde toen haar hoofd. 'Nee. Waarom? Wat is er gebeurd? Is er - is er iets met Johnny gebeurd?' Een doodgewone aanklacht wegens rijden onder invloed vereiste toch niet het vraag-en-antwoordspel dat zij en de commissaris nu speelden, of zijn humorloze houding. Rachel besefte dat het om iets anders ging en ze werd bang. Het moest iets heel ergs zijn.

Wheatley zuchtte en ontspande zich enigszins. Hij stak zijn hand uit en zette de taperecorder af.

'Gisteravond is mevrouw Watkins vermoord.'

Rachel snakte naar adem. 'Wat?'

Wheatley keek grimmig. 'En dat is nog niet het ergste. De misdaad is bijna precies een herhaling van het geval-Edwards, inclusief het strooien van bloemen over het lijk. Alleen waren het in dit geval rozen, geen camelia's. Ze waren uit een tuin in de buurt geplukt.'

'Glenda Watkins is vermóórd?' Ongeloof en schok maakten dat Rachels stem bij het laatste woord brak.

'Dertien messteken. Ergens tussen kwart voor twaalf en tien over twaalf. Toen is haar zoontje naar haar op zoek gegaan. Hij zei dat hij in het donker iets zag bewegen; daardoor werd hij bang en is hij naar binnen gehold, heeft de deur op slot gedaan en een buurman gebeld. Die buurman ging kijken en vond het lijk.'

'O, mijn God!' Rachel was ziek van afschuw.

'Net als vorige keer. Johnny Harris had een band met beide vrouwen, en hij was de laatste die het slachtoffer in leven zag.'

Rachel, nog steeds van streek, schudde haar hoofd. 'Nee, dat was hij niet - dat was ik. Ik zag haar staan, en hij was daar net vertrokken. Op zijn motor. Ik zag haar toen Johnny al weg was. Hij kan haar dus nooit vermoord hebben.'

Wheatley knikte langzaam. 'Zo is het. Als je absoluut zeker weet dat het Glenda Watkins was die je zag.'

'Dat weet ik zeker.'

'Zo zeker dat je dat voor de rechtbank onder ede wilt verklaren?'

'Ja. Ik weet het absoluut zeker. Ze stond onder het licht van de lantaarn en ik zag haar duidelijk.'

Wheatley kneep zijn lippen op elkaar, zette zijn vingers tegen elkaar, keek erop neer, toen weer naar haar en zijn blikken waren doordringend.

'Rachel Harris heeft zich toch niet op een of andere manier met je in verbinding gesteld, hè? Om je te vragen dit te zeggen? Als hij dat heeft gedaan, zeg me dat dan, en het blijft onder ons.'

Rachel staarde hem met wijd opengesperde ogen aan. 'Nee!' zei ze verontwaardigd. 'Nee!'

'Als dat beledigend klonk, neem het me dan niet kwalijk,' zei hij moeizaam. 'Maar we hebben hier met een ernstig misdrijf te maken dat er precies zo uitziet als de moord waarvoor Harris elf jaar geleden is veroordeeld. Alleen heeft hij dit keer een goed alibi: jou. Maar wat nu?'

'Johnny heeft Marybeth Edwards niet vermoord! Dat heb ik altijd geweten!' Rachel was plotseling opgetogen en keek de politieman tegenover haar verrukt aan.

Hij hief zijn hand op. 'Dat is één mogelijkheid die we zullen moeten overwegen. Een andere is dat het een kopiemoord is, bedoeld om Harris de schuld te ge ven. Er zijn drie redenen voor die theorie. De eerste, iemand - misschien haar man - wilde graag van mevrouw Watkins af en nu Harris weer uit de gevangenis was, besloot hij dat hij haar gemakkelijk kon vermoorden en het laten voorkomen dat Harris de dader was. De tweede mogelijkheid is dat iemand Harris zo fel haat dat hij de vrouw doodde met wie hij omging zodat hij weer naar de gevangenis zou worden gestuurd - of erger. Dat zou op de familie van Marybeth Edwards kunnen wijzen, of vrienden van hen. De derde mogelijkheid - tja, dat is nogal moeilijk.'

'Wat bedoel je?'

'Ik bedoel dat er een halve gek rondloopt. Iemand die werkelijk krankzinnig is, of een motief heeft waar wij nog niets van af weten.

Maar dat komt wel. We achterhalen het wel.' De stem van de commissaris klonk vastbesloten.

Hij stond bruusk op, keek Rachel aan, aarzelde, boog zich toen naar haar toe en zette beide handen plat voor zich op het bureau om zijn gewicht te steunen.

'Rachel, ik wil je niét van leugen beschuldigen. Ik ken je al vanaf de tijd dat je als kleuter achter je moeder aan drentelde, en ik weet dat je voor honderd procent eerlijk bent en een hoge moraal hebt. Maar ik heb zelf twee dochters, zoals je weet. En ik heb gezien wat jonge vrouwen overkomt die onder de invloed van de verkeerde man raken.'

Rachel had er wel een idee van waar dit heen ging en ze deed haar mond open om hem verontwaardigd van repliek te dienen, maar Wheatley hief zijn hand op om haar het zwijgen op te leggen.

'Ik zou dit niet zeggen als ik je niet wilde waarschuwen. Je beseft toch wel dat als - alleen maar als - toch blijkt dat je liegt, je jezelf in een zeer gevaarlijk parket hebt gebracht. Jouw getuigenis is het enige dat kan maken dat Harris niet de rest van zijn leven in de gevangenis doorbrengt, of misschien dit keer, nu zijn jeugd geen verzachtende omstandigheid is, op de elektrische stoel terechtkomt. Ik zou niet graag in die positie verkeren. Niet met een man die dit soort misdaden begaat.'

'Ik lieg niet,' zei Rachel zeer beslist.

De commissaris ging rechtop staan. 'Goed. Ik geloof je op je woord, en we zullen verder naar de dader moeten gaan zoeken. We hebben enige proeven met mevrouw Watkins laten nemen die we met de resultaten op Marybeth Edwards zullen vergelijken. Ze zijn al naar het laboratorium gestuurd en binnen een week of tien dagen weten we of we in beide gevallen met dezelfde moordenaar te maken hebben, of met een kopiemoord. Ik houd je op de hoogte.'

'Dank je.'

De politieman kwam om zijn bureau heen en liep naar de deur. Rachel stond op en besefte dat het onderhoud ten einde was.

'Waar zijn de kinderen - de kinderen van Glenda Watkins?' vroeg ze. Ze kreeg een brok in haar keel als ze dacht aan die vier moederloze kleintjes. Jeremy en zijn moeder waren zulke goede vrienden geweest.

'We hebben onmiddellijk hun vader gebeld. Hij is ze komen halen terwijl wij nog op de plaats van de misdaad met ons onderzoek bezig waren. De oudste jongen was erg van streek. Hij zegt maar steeds dat hij in het donker iets gezien heeft. Maar hij kon ons niet zeggen wie of wat.' De man schudde zijn hoofd. 'Het is een vreselijk geval, heel erg. We moeten ontdekken wie dit heeft gedaan. Dat heb ik dat kind beloofd, en ik beloof het jou ook.'

*

Hij hield de deur voor Rachel open.

'Wil je Harris meenemen nu je toch hier bent, of zal ik tegen hem zeggen dat hij maar naar huis moet lopen?'

Rachel liep net langs hem de deur uit en hoorde ongelovig wat hij nu zei. Ze draaide zich om en keek hem aan.

'Wil je daarmee zeggen dat Johnny hier is?'

De commissaris knikte. 'Jawel. We hebben hem om twee uur vanochtend van zijn bed gelicht. Hij vertelde hetzelfde verhaal als jij, maar ik wilde hem niet loslaten voor ik het gecontroleerd had.'

'Nou, dan kun je hem nu laten gaan! Hij heeft Glenda Watkins niet vermoord.'

'Daar ziet het naar uit,' zei Wheatley moeizaam. 'Wacht even voor het bureau, Rachel. Ik zal zorgen dat hij naar buiten wordt gebracht.'