Hoofdstuk 21

De eerstvolgende twee dagen werd Rachel zo beziggehouden door de aanwezigheid van haar zuster en drie nichtjes dat het gemakkelijk was gedachten aan Johnny op een afstand te houden, 's Morgens werd er met de kinderen gespeeld die zeven, vijf en twee jaar waren. Lisa, de oudste, was een zwartharig elfje dat Rachel erg aan Becky als kind deed denken. Loren en Katie leken beiden op Michael, en hij was lang en blond. Alle drie de kinderen vonden het prachtig bij hun tante en grootouders te logeren. Als ze al de reden van hun bezoek wisten, dan gaf geen van hen, zelfs Lisa niet, daar enig blijk van.

Rachel, Becky en Elizabeth lunchten beide dagen op de club en daarna reed Rachel naar school om alles voor het komende studiejaar in gereedheid te brengen. Het gebouw was onlangs ingrijpend gerenoveerd - er was onder andere airconditioning aangebracht - en er moest veel gedaan worden om de lokalen weer geschikt voor de leerlingen te maken, en zeker om er de optimale leeromgeving van te maken waar het schoolbestuur reclame mee maakte.

De eerste schooldag brak aan en, zoals dan altijd het geval was, verkeerde iedereen die erbij betrokken was in een staat van opwinding. Zelfs Rachel had dat gevoel nog, na de vele jaren dat ze al lesgaf. Het vooruitzicht om de grenzen van jonge geesten te verleggen vervulde haar altijd met een bijna evangelisch aandoende ijver. Als ze haar leerlingen maar kon overhalen te lezen, dan kon ze een hele nieuwe wereld voor hen openen.

Haar leerlingen - ze had vier Engelse klassen en een studieperiode - kende ze al allemaal. Ze kende niet alleen de tieners zelf, maar ook hun zusters en broers, ouders, grootouders, neven en nichten en zelfs hun huisdieren. Ze wist welk kind het moeilijk zou krijgen en wie alles gewoon kwam aanwaaien. Ze wist wie naar school ging om de sport, wie om vrienden te ontmoeten en wie werkelijk iets wilde leren. De laatsten waren in de minderheid en ze koesterde ze daarom.

Aan het eind van de eerste dag was Rachel doodmoe. Dankbaar hoorde ze de eindbel gaan terwijl ze in stilte een dankgebedje deed voordat ze methodisch haar boeken en papieren bij elkaar zocht. Daarna weerklonk er een koor van goedendag zeggen en renden de leerlingen langs haar heen, de gang en de vrijheid tegemoet.

'Juffrouw Grant, hebben we deze periode een scriptie over Elizabeth Browning?' Allison O'Connell en haar twee dierbaarste vriendinnen kwamen naast Rachel lopen nadat ze eindelijk voldoende energie bij elkaar geraapt had om het gebouw te verlaten.

Rachel schudde haar hoofd. 'We hebben Elizabeth Browning vorig jaar gedaan. Deze keer nemen we iemand anders.'

'O, wat jammer!' pruilde Allison.

'Houd je zo van Elizabeth Browning?' vroeg Rachel terwijl ze Allison enigszins verbaasd aankeek. Allison was een knap en populair meisje dat wat langer was dan zijzelf, maar Allison had nooit blijk gegeven van lezen te houden. Rachel was zelfs enigszins verrast dat ze wist wie Elizabeth Browning was.

'Ze heeft Brian Paxtons scriptie van vorig jaar,' verklaarde Gretta Ashley met een duivels lachje wat haar een elleboogstoot in de zij van Allison opleverde.

'Niet waar!' Allison had een vuurrode kleur gekregen, keek heel even naar Rachel en veranderde haar woorden in: 'Nou ja, misschien heb ik hem wel gezien, maar ik was niet van plan hem te gebruiken!'

'Daar ben ik van overtuigd, Allison,' zei Rachel met een strak gezicht terwijl Gretta en Molly die het bijna onafscheidelijke trio met Allison vormden, zachtjes giechelden.

'Ik zou iemand willen die echt interessant is, zoals Michael Jackson,' zei Molly.

'Michael Jackson is geen dichter, zelfs geen schrijver.' Gretta klonk gechoqueerd.

'Dat is hij wel. Ik heb zijn boek gelezen. Weet je wel? Je hebt het nog van me geleend.'

'Ik bedoel dat hij geen belangrijke schrijver is. Niet iemand over wie juffrouw Grant ons een scriptie zou laten maken. Dat is toch zo, hè, juffrouw Grant?'

'Vermoedelijk niet,' gaf Rachel glimlachend toe.

'Het wordt vast een vervelend iemand,' zei Molly somber. Ze liepen over de al leger wordende stoep langs de drie vierkant aandoende gele schoolbussen die al overvol zaten met schreeuwende tieners. Toen ze aankwamen, vertrok de eerste bus juist. De andere volgden.

'Hebben jullie vervoer naar huis?' vroeg Rachel.

'Allison heeft deze zomer een auto. En ze kan rijden,' antwoordde Gretta.

'Dat is fijn,' zei Rachel die nu begreep waarom ze met haar naar het parkeerterrein liepen. Er waren er twee, een groot terrein voor de leerlingen en een kleiner voor leraren en leraressen; ze lagen naast elkaar voor de school.

'Ja, ik zou...' begon Gretta, hield toen op en sperde haar ogen wijd open toen ze voor zich uitkeek. 'Wie is dat?'

'Waar?' herhaalden de twee anderen in koor terwijl Rachel de blikken van Gretta volgde en aarzelde. Ze kon zichzelf nog maar net beletten zich om te keren en de andere kant op te hollen.

Aan de kant van het lerarenparkeerterrein stond een grote rood-met-zilveren motor, met de wielen vlak langs de gele streep die 'niet stoppen' betekende. Ertegenaan geleund stond Johnny die er erg lang en gespierd uitzag in zijn strakke spijkerbroek en zwarte leren jack, de armen voor de borst over elkaar geslagen en zijn zwarte haar in een paardenstaart bijeengehouden. Hij lachte niet en hield zijn ogen strak op Rachel gericht.

Ze herstelde zich gauw, want ze voelde dat de meisjes met grote ogen van Johnny naar haar keken. Rachel klemde haar tanden op elkaar en liep zo rustig mogelijk door. Er kwamen herinneringen aan hun laatste ontmoeting bij haar op die bijna maakten dat haar hart bleef stilstaan. Maar ze haalde even diep adem en deed grote moeite ze uit te bannen. Ze kon hem niet aankijken terwijl zulke beelden voor haar geestesoog verschenen.

'Wat een stuk,' fluisterde Allison. Gretta stootte haar met haar elleboog in de zij.

'Weet je niet wie dat is? Dat is Johnny Harris,'' siste ze.

'O, God!' hijgde Allison.

Molly keek bang. 'Wat doet hij hier?'

Rachel kwam achter ze aan en hoopte vurig dat Molly's vraag nog even onbeantwoord bleef, liefst voor eeuwig. Maar dat geluk was haar niet beschoren. Hij liet zijn nonchalante houding varen en ging rechtop naast zijn motor staan omdat hij zijn prooi blijkbaar had zien aankomen. De meisjes keken hem van opzij aan en liepen snel langs hem heen op het trottoir dat zo'n zes meter van hem verwijderd was. Nadat Rachel hem een onpersoonlijk knikje had gegeven, wilden ze datzelfde doen, maar hij wees met zijn vinger naar haar.

'O, juffrouw Grant,' riep hij op zachte toon en wenkte haar. Rachel was zich bewust van de nieuwsgierige ogen van de meisjes die op haar gericht waren en besefte dat, tenzij ze een scène wilde maken, er geen ontsnapping voor haar mogelijk was.