Hoofdstuk 12
Vanuit het licht-dan-weer-donker naast de dansvloer sloeg de bespieder Johnny Harris onafgebroken gade. Zou hij niet op een of andere manier die strakke blik aan zich voelen trekken? Blijkbaar niet, want hij keek niet één keer de kant van de bespieder op.
De bespieder ervoer de ene koude golf na de andere; ze werden steeds erger ondanks de hitte van al die energieke lichamen die daar op een kleine ruimte waren samengepakt, die toch zweetdruppeltjes op zijn voorhoofd veroorzaakte. Woede, lang begraven, kwam in hem op en vulde hem helemaal, als een ijzige grijze mist.
Johnny Harris smeekte er blijkbaar opnieuw om dat hem een lesje werd geleerd.
De bespieder was van plan dit keer te zorgen dat het een lesje was dat hij nooit meer zou vergeten.