Hoofdstuk 5

'Ik haal even wat ijs voor je mond.'

Het kleine keukentje van de gemeubileerde flat bevatte alles, tot een koelkast met vriesvakje toe. Rachel zocht een droogdoek in de lade naast de gootsteen, maakte het vriesvak open en haalde er een handvol ijsblokjes uit die ze in de doek pakte; toen maakte ze alles met koud water nat. Zo gaf ze hem aan Johnny die bij de oven tegen het aanrecht stond aan geleund. Hij pakte het ijspak aan zonder een woord te zeggen en drukte het tegen zijn gezwollen lip. Te oordelen naar de manier waarop hij even in elkaar kromp, voelde hij meer pijn dan verlichting.

'Goed, en vertel me nu eens wat er gebeurd is.'

'Wat ben je, mijn reclasseringsambtenaar?'

Zo'n antwoord was typerend voor Johnny Harris. Vreemd genoeg vond Rachel zijn norse opmerking geruststellend. Er bleek uit dat er tenslotte toch iets van de jongen in de man was achtergebleven.

Rachel keek hem lang en strak aan. 'Ik ben je baas, weet je wel? Je werkgever. Je hebt net in mijn zaak met een klant gevochten. Ik vind dat ik wel recht op een verklaring heb.'

'Voor je beslist of je me al dan niet ontslaat?'

'Precies.'

Hij kneep zijn ogen halfdicht. Rachel sloeg haar armen voor haar borst over elkaar en wachtte. Lange tijd gaf geen van beiden ook maar een beetje toe.

Toen haalde Johnny zijn schouders op. 'Wil je de waarheid weten? Edwards viel me aan. Ik heb mezelf verdedigd. Geloof het of niet.'

'Ik geloof het.'

Nu hij zich zover verlaagd had dat hij een uitleg had gegeven, al was die summier, klonk hij vijandig en dat was nu juist de houding die Rachel van hem verwacht had. Haar spanning verdween. Hoe zeer hij uiterlijk ook veranderd was, de mens achter dit keiharde uiterlijk was in wezen dezelfde gebleven.

Bij de woorden dat ze in hem geloofde, klemde hij zijn kaken op elkaar en smeet het pak met ijs op het aanrecht. De doek schoot los en de ijsblokjes vlogen er kletterend uit. Rachel maakte een geluid van afkeuring e i zocht instinctief de blokjes bij elkaar om ze in de gootsteen te g ooien toen haar aandacht door een plotselinge beweging werd afgeleid. Zonder enige waarschuwing pakte hij de zijkanten van zijn T-shirt in beide handen en trok het over zijn hoofd uit. Rachel fronste haar wenkbrauwen en keek naar hem en daar zag ze een mannenborst zo fantastisch, dat haar adem stokte.

Wat hij ook in de gevangenis had gedaan, hij had in elk geval de tijd gevonden om te trainen. Zijn spierballen waren duidelijk te zien en hij had een platte, gespierde buik. Zijn bovenarmen vertoonden stevige biceps. Vergeleken met zijn brede schouders was zijn middel smal en zijn borst was bedekt met een driehoek van zijdeachtig zwart haar.

Tjongejonge, dacht ze onwillekeurig.

Hij verkreukelde zijn shirt in zijn handen. Hij keek haar met ondeugend glinsterende ogen aan. Het was duidelijk dat hij erop uit was haar van haar stuk te brengen. Ze moest nu haar best doen hem niet te tonen dat hij daarin geslaagd was. Ze moest doodgewoon doen - nu meteen.

'Wat doe je?' Als haar toon kalm was, dan kwam dat door de onverstoorbaarheid die ze zich tijdens jaren voor een klas met opgeschoten jongens en meisjes had eigen gemaakt.

'Ik ga een schoon shirt aandoen. Wat dacht je dan? Dat ik je hier ging bespringen, juffrouw de onderwijzeres?' Hij deed met opzet een stap in haar richting totdat zijn borst vlak voor haar gezicht was. Rachel moest omhoogkijken, langs al dat borsthaar, de brede schouders en de kin met een baard van een paar dagen om zijn blikken te ontmoeten. Hij had zijn ogen half dichtgeknepen, de pupillen waren enigszins vergroot en de irissen waren van een donker broeiend blauw.

'Had je hoop?' vroeg hij met hese stem en de vraag was niet meer dan een gefluister.

Heel even - niet meer dan dat - leek het of Rachels bloed ophield met stromen. Hij maakte haar bang, dat leed geen twijfel. Wat haar weer tot haar normale doen terugbracht nadat ze even een ijzige twijfel had gevoeld, was de absolute zekerheid dat hij zich zo tegenover haar gedroeg om haar bang te maken. Hij was net een kind dat van iedereen hoorde dat het stout was en nu vastbesloten was te bewijzen dat ze gelijk hadden.

Dat inzicht gaf haar de moed zich niet te laten kennen.

'Dat zou je willen,' zei ze en snoof minachtend. Ze draaide zich om en ging door met de smeltende ijsblokjes in de gootsteen te vegen alsof ze zich nergens door van de wijs liet brengen.

Hij zweeg even en keek naar haar. Rachel kreeg het gevoel dat hij haar niet begreep. Maar als hij de Grote Boze Wolf wilde spelen en van haar Roodkapje maken, dan zou hij toch op zijn neus kijken. Ze was absoluut niet van plan bang te worden en weg te hollen. Al vroeg bij haar werk had ze geleerd dat het voor iemand in een positie met gezag de grootste fout is die hij kan maken om ook maar de minste vrees te tonen tegenover lieden die zich willen verzetten.

'Nog altijd dezelfde juffrouw Grant, zie ik,' zei hij eindelijk, en zijn ogen en mond stonden wat minder hard. 'U hebt altijd overal een antwoord op.'

'Niet op alles.' Ze keek naar hem op en glimlachte flauwtjes.

'Nou ja, bijna alles.'

Toen liep hij de keuken uit en Rachel voelde van opluchting de spanning uit zich wegvloeien. Ze leunde tegen het aanrecht aan en had het gevoel dat het wel een tijdje zou duren voor ze weer de nodige energie had om stevig op haar benen te staan. Intussen keek ze hem na en dat was een vergissing. De sex-appeal die van hem uitstraalde was ongelooflijk. Dat zwarte krulhaar dat net tot op zijn gebronsde schouders viel, de lange benen in de cowboylaarzen met hoge hakken: als ze hem zo zag weglopen, kreeg ze een kramp tussen haar benen.

Haar heftige fysieke reactie verraste haar. Ze was niet zo vrij in haar seksuele omgang met mannen, maar ze wist heel goed wat seks was. Natuurlijk had ze Michael gehad, maar al was ze heel erg verliefd op hem geweest, toch was ze nog jong en nerveus geweest en hun liefdesspel had haar vaak het gevoel gegeven dat dichters de genoegens van lichamelijk contact wel wat overdreven. Na hem waren er nog twee mannen geweest die met haar wilden trouwen. Beiden hadden alleen de zondagskrant gelezen, en beiden waren er volkomen tevreden mee de rest van hun dagen net zo door te brengen als ze altijd hadden gedaan. Ze kon zich niet voorstellen haar leven met een van hen te delen. De vonk was er niet.

Pas toen ze al over de dertig was, had ze beseft dat als ze het gezin wilde hebben dat ze wenste, ze niet langer op die vonk moest wachten. Ze was nu bereid een goede solide vriendschap voor lief te nemen, een vriendschap zoals ze dacht dat die tussen haar en Rob bestond. Hij zou zijn apotheek hebben en het zondagsblad lezen, en misschien Business Week. Zij zou een heel eigen innerlijk leven leiden waarvan hij niets af wist. Maar misschien ging het in de meeste huwelijken zo. Daar dacht ze aan toen ze Rob had toegestaan een paar keer met haar naar bed te gaan en ze had er in zekere zin wel van genoten. Maar hun paren was zeker niet koortsachtig, en nooit - zelfs niet in hun intiemste ogenblikken - had ze een warmte gevoeld zoals die nu door haar heen sloeg.

Goeie God, wat had ze? Alleen al het zien van Johnny Harris zonder hemd bezorgde haar hartkloppingen.

Zij zou toch niet op de rijpe leeftijd van vierendertig in een Johnny Harris-fan veranderen, zoals de Tylerville Times de meisjes gedoopt had die tijdens zijn proces elke dag weer kwamen opduiken. Ze had nooit gedacht dat zijn persoonlijkheid als 'slechte jongen' zo'n aantrekkingskracht op haar zou kunnen uitoefenen.

Hoewel ze wel vermoedde dat in haar geval de aantrekkingskracht voor haar meer van zijn lichaam uitging dan van zijn persoonlijkheid. Al had ze het nooit gedacht, nu merkte ze dat zij, net zoals de meeste vrouwen, verre van immuun was voor een prachtig mannenlichaam.

Haar reactie was dus volkomen normaal, zelfs was het iets dat ze had kunnen verwachten. Ze had absoluut geen reden om zich er verlegen mee te voelen - vooral omdat niemand behalve zijzelf er iets van hoefde te weten.

Wat ze wel doen moest was haar libido goed onder controle houden. Johnny Harris was geen man met wie een verstandige vrouw iets te maken zou willen hebben.

Het gekraak van het oude hout onder het karpet in de gang waarschuwde Rachel dat hij terugkwam. Plotseling had ze het erg druk met de droogdoek uit te wringen en op te hangen. Toen hij op de drempel verscheen en zowat de hele deuropening vulde, zag ze dat hij inderdaad een ander shirt had aangetrokken en het bloed van zijn gezicht had afgewassen.

'Wat ik graag zou willen weten is wat je eigenlijk in de winkel uitvoerde. Je hoefde pas morgenochtend te beginnen.' Ze was nog een beetje in de war en bang dat hij iets zou merken van de uitwerking die hij op haar gehad had en ze keek hem maar vluchtig aan terwijl ze druk bezig bleef en nu het aanrecht met papier van de keukenrol schoonveegde.

'Ik herinnerde me dat Grant vroeger ook snacks verkocht en ik wilde een zak chips en een cola halen om in mijn flat op te eten en te drinken; dan hoefde ik er niet meer uit om te gaan eten.' Zijn antwoord werd nonchalant gegeven; hij had blijkbaar besloten geen pogingen meer te doen om haar angst aan te jagen.

'Je had toch naar de Clock kunnen gaan om te eten.' De Clock was een gezellig familierestaurant dat beheerd werd door Mei en Jane Morris. Het was ongeveer drie kilometer verderop, aan de andere kant van het stadje, maar het was gemakkelijk lopend te bereiken. Het eten was er goed en overvloedig en het was niet duur. Toen kwam het opeens bij Rachel op dat hij misschien geen geld had om zelfs een maaltijd in de Clock te betalen en ze schaamde zich voor haar gebrek aan begrip. Ze had hem moeten aanbieden een week loon vooruit te betalen, maar ze had er helaas tot nu toe niet aan gedacht.

'Dat heb ik ook gedaan. Die ouwe vent bij de deur zei tegen me dat ze vol waren.'

Rachel keek hem aan en fronste haar wenkbrauwen. 'Vol? Maar dat zijn ze nooit...' Plotseling begreep ze het.

'Dat waren ze vanavond ook niet. Van waar ik stond zag ik lege tafeltjes. Ze wilden blijkbaar alleen "mijn soort" daar niet bedienen.' Zijn stem klonk bijtend.

'Och, ik weet zeker...' begon ze. Ze voelde zich niet op haar gemak, maar wilde toch proberen de vernedering enigszins goed te maken die hij ongetwijfeld had ervaren.

'Ik weet ook iets zeker. Ik weet zeker dat Tylerville nooit verandert.' Hij liep terug, de keuken uit. 'Je kunt nu beter gaan. We moeten die lieve juffrouw Skaggs en de rest geen reden geven om te kletsen. Denk eens aan het schandaal: die lieve Rachel Grant ging met die jongen van Harris naar boven en ze zijn een hele tijd niet teruggekomen' - hij keek even op zijn horloge - 'een heel half uur lang.'

Maar dit keer nam ze geen notitie van de veelbetekenende woorden met bijbehorende lach.

'Je gaat met mij mee,' zei ze, propte het stuk papier in elkaar en liep langs de eethoek aan het eind van de grote kamer naast de keuken; ze ging regelrecht naar de deur van de flat. Toen ze hem passeerde, wenkte ze hem gebiedend. 'Ga mee.'

'Waarheen?' Toen ze bij de deur was en zich naar hem omkeerde, zag ze dat hij nog op dezelfde plaats stond.

'We gaan terug naar de Clock en daar gaan we eten. Ze krijgen de kans niet je zo maar op die manier te behandelen.'

Johnny keek haar alleen even aan. Toen schudde hij zijn hoofd. 'Jij hoeft niet voor mij te gaan vechten. Dat kan ik zelf.'

'Toch heb je iemand nodig. Het komt mij voor dat het je op het ogenblik allemaal niet zo goed afgaat.' Haar stem was scherp.

Ze bleven elkaar lange tijd aankijken. Toen trok Johnny zijn schouders op en gaf zich gewonnen.

'Goed dan. Waarom ook niet? Ik heb honger.'

'Ik ook.' Even kreeg ze een visioen van de met zorg door haar moeder bereide karbonaadjes. Elizabeth zou boos zijn als ze de voorkeur gaf aan een maaltijd in de Clock, maar aan de andere kant zou Elizabeths ontvangst van Johnny op Walnut Grove vermoedelijk veel dramatischer zijn dan de onheuse bejegening in de Clock. Ze kon hem niet meenemen om bij haar thuis te eten en ze was vastbesloten dat hij zou eten. Het was ook belangrijk dat de mensen van het stadje niet de kans kregen hem als een paria te behandelen. Als zij daar iets aan kon doen, zou ze dat tegengaan.

Toen Rachel de trap af ging, liep Johnny vlak achter haar. Omdat haar wagen voor de zaak stond, moesten ze wel door de winkel heen lopen. Dat vooruitzicht maakte haar gespannen, maar ze hield haar hoofd fier omhoog en probeerde er zo vol zelfvertrouwen uit te zien als ze wenste dat ze zich voelde. Het was druk in de zaak, zoals te verwachten was - drukker dan normaal op donderdag tegen sluitingstijd om zes uur. Het was duidelijk dat het verhaal over wat er was voorgevallen al als een lopend vuurtje door het hele stadje was gegaan. Toen ze het magazijn uit kwam en naar de voordeur liep, met Johnny achter zich aan met een air alsof hij hier de baas was, voelde Rachel dat aller ogen op hen gericht waren. Ze wuifde nonchalant tegen een paar bekenden, en nam geen notitie van de mensen die alleen uit nieuwsgierigheid keken.

'Juffrouw Grant, uw moeder heeft opgebeld. Ze zei dat ik u moest zeggen dat het eten bijna klaar was. U moest u haasten en gauw thuiskomen.' Olivia's hoge stem volgde haar door de zaak.

'Dank je, Olivia. Wil je haar voor me terugbellen en zeggen dat ik niet thuiskom? Johnny en ik gaan in de Clock eten.'

Zo. Nu wist iedereen in de winkel het. Binnen enkele uren zou het hele stadje ervan op de hoogte zijn. De roddeltongen kregen het druk en haar moeder zou een stuip van woede krijgen. Rachel vond dat Johnny Harris mee uit eten nemen naar het populairste restaurant van het stadje en dat in het openbaar aankondigen, de moderne manier was van de handschoen in het strijdperk werpen.

En dat was nu precies het gevoel dat ze had.

Haar aankondiging werd in doodse stilte aangehoord. Rachel wuifde vrolijk in de richting van de toonbank, kwam bij de deur, deed die open en stapte naar buiten in de iets minder geworden hitte van een late zomernamiddag.

'Je vindt het leuk om gevaarlijke dingen te doen en te zeggen, hè?' Voor het eerst sinds ze hem bij het busstation had afgehaald, lachte Johnny. Het was geen brede glimlach, meer het omhoogtrekken van de mondhoeken. Als ze niet gezien had dat zijn ogen lachten, zou ze hebben verondersteld dat ze het zich allemaal verbeeldde.

'Ik haat onrecht,' zei ze kortaf, en stapte in haar auto.