Hoofdstuk 9
'Klootzak,' zei Johnny.
'Houd je mond.' Rachel moest zich beheersen om niet te schreeuwen. In plaats daarvan wierp ze hem een woedende blik toe, keerde hem de rug toe en liep om het bureau heen om met het jongetje te praten.
'Jeremy - heet je zo?'
Hij keek haar met grote ogen vol achterdocht aan.
'Misschien wel, en misschien niet.'
'Je kunt haar vertrouwen, Jeremy. Ze is oké.' Johnny stond naast haar en zijn stem klonk vriendelijk toen hij tegen de jongen praatte. Rachel klemde haar lippen op elkaar. 'Wil je dit alsjeblieft aan mij overlaten?' vroeg ze net iets té lief. Als ze zei wat ze werkelijk tegen die ergerlijke ellendeling wilde zeggen, en op de toon die ze het liefst zou willen gebruiken, dan zou ze het kind doodsangst aanjagen.
'Ga je gang.' Johnny ging weer op de rand van het bureau zitten met een gebaar dat beduidde dat zij het dan maar moest oplossen.
Rachel nam geen notitie van hem en ging op haar hurken naast het kind zitten zodat haar ogen op dezelfde hoogte waren als de zijne.
'Jeremy, ik weet dat je die wekker onder je hemd verstopt hebt, en dat jij en je vriendjes al eerder dat soort dingen hebben gedaan. Het lijkt vermoedelijk erg opwindend om dingen weg te pakken en er niet voor te betalen, hè? Je wilt eens zien of je dat lukt. Maar ik geloof dat je niet beseft dat wat jij doet, stelen is. Stelen is verkeerd, en je kunt er een boel narigheid mee krijgen. De politie kan komen en je arresteren en dan moet je bij de rechtbank voor een rechter verschijnen. Wat daarna gebeurt, beslist de rechter, maar ik kan je wel zeggen dat het dan helemaal niet leuk meer is.' Ze zweeg even om haar woorden goed tot hem te laten doordringen; daarna ging ze door. 'Dit keer zal ik de politie niet bellen, omdat ik vind dat iedereen verdient eenmaal gewaarschuwd te worden. Maar als je ooit weer eens zo iets doet, hier of in een andere winkel, dan heb ik - en ook andere mensen - geen keus meer. Begrijp je wat ik zeg?'
Terwijl ze sprak waren zijn kinderogen verdacht vochtig geworden, alsof tranen heel dichtbij waren. Ze had medelijden met het kind en boog zich impulsief voorover om haar armen om hem heen te slaan. Maar zodra ze hem aanraakte duwde Jeremy haar weg. Rachel kwam op haar achterste terecht en ze sloeg alleen niet helemaal achterover omdat Johnny's hand haar nog net op tijd bij de schouder pakte.
'Jeremy!' zei Johnny scherp en stond op om Rachel overeind te helpen. Ze was zelf al bezig omhoog te krabbelen. Als ze geen hoge hakken had gedragen, zou ze niet zo snel haar evenwicht hebben verloren, bedacht ze boos en voelde zich voor gek staan.
'Gaat het?' vroeg Johnny zachtjes en zijn hand sloot zich warm en geruststellend om haar onderarm. Ze keek op en vond dat zijn gezicht veel te dicht bij het hare was. Zijn ogen stonden bezorgd en dat verbeterde haar stemming ten opzichte van hem enigszins. Maar de herinnering aan hun laatste ontmoeting hinderde haar nog steeds, al waren de scherpe kantjes er inmiddels wat af.
'Ik heb het overleefd,' zei ze terwijl ze met haar hand haar jurk afklopte.
'Laat mij even.' De bezorgdheid was weg en had plaats gemaakt voor half verborgen ondeugendheid terwijl hij zijn hand liet glijden over de plek op haar achterste, net zoals zij net had gedaan, maar zijn hand had de neiging daar te blijven hangen, de hare niet. Al waren beide gebaren hetzelfde, hun uitwerking op haar was totaal verschillend.
'Houd daarmee op!' Rachel schrok zo van de intimiteit van zijn aanraking dat ze wegsprong, en de reprimande kwam er luider en scheller uit dan ze bedoeld had. Even was ze bang dat Ben naar binnen zou komen vliegen om haar te redden, maar gelukkig gebeurde dat niet. Hij was zeker een eind verder weg bezig.
'Ik wilde alleen het stof wegvegen,' zei Johnny onschuldig, maar zijn ogen keken haar plagend aan. Rachel schonk hem een blik die hem van schaamte op de knieën had moeten brengen. Elke keer dat ze op het punt stond zichzelf geluk te wensen omdat ze zijn aangeboren fatsoenlijkheid ontdekte achter zijn arrogante, agressieve, woedend makende gedrag, deed hij onmiddellijk iets om haar weer op te hitsen. Ze begon te vermoeden dat hij het met opzet deed. Rachel speelde even met de gedachte en zette hem toen van zich af om er later eens goed over na te denken; nu herinnerde ze zich het jongetje. Wat verlegen met de toestand keek ze hem aan en zag dat hij hen met duidelijke interesse gadesloeg.
'Wil je me beloven dat je niets meer zult stelen, zodat ik de politie er niet bij hoef te halen?' Ze was in gedachten nog met Johnny Harris en zijn vreemde gedrag bezig, dus klonk haar stem misschien zachter en vriendelijker dan nodig was om het gewenste resultaat te bereiken. Ze voelde te zeer hoe de man haar met zijn ondeugende glimlach gadesloeg; hij had zo verdraaid veel sexappeal en ze kon daardoor niet naar behoren streng tegen de jongen optreden.
'Je kunt me niks maken, niks bewijzen,' zei het kind.
Even was Rachel sprakeloos door de ondankbaarheid van de norse reactie. Toen zette ze alles uit haar gedachten behalve waar ze mee bezig was en schudde haar hoofd tegen de jongen. 'Je hebt het mis, Jeremy. Als meneer Zeigler, en dat is de man die net hier was, en juffrouw Tompkins, de dame achter de toonbank, voor het gerecht tegen je zouden getuigen, dan konden we bewijzen dat jij probeerde die wekker te stelen. Maar we hopen dat we zo iets dit keer niet hoeven te doen. Als het weer gebeurt...'
'Het gebeurt niet weer. Ik zal het er met Glenda over hebben.' Johnny kwam naast haar staan. Gelukkig voor Rachels gemoedsrust was Johnny's aandacht alleen op het kind gericht.
'Zeg het niet tegen m'n moe.' Jeremy's lef was opeens verdwenen. Zijn onderlip trilde en nu eindelijk klonk hij als het kleine bange jongetje dat hij was. 'Zeg het alsjeblieft niet tegen m'n moe.'
'De manier waarop jij je tegenover juffrouw Grant hier hebt gedragen, geeft me niet veel keus.' Rachel merkte verrast deze achilleshiel op bij het kind dat de stoere bink had willen spelen. Johnny sloeg zijn armen voor zijn borst over elkaar en keek ernstig. Jeremy keek hem even aan. Toen sloeg hij zijn blikken neer, staarde naar de grond en was het toonbeeld van jeugdige ellende.
'Als je het haar vertelt, gaat ze huilen. Ze heeft de laatste tijd toch al zo vaak gehuild. Omdat mijn pa een meid heeft en ons in de steek laat om bij die hoer te gaan wonen, en wij hebben geen geld, zelfs al werkt m'n moe de hele tijd. Vorige week hebben ze het licht afgesneden en het duurde drie dagen voor ze die lui genoeg kon betalen om het weer aan te sluiten. Het werd zo warm in de caravan zonder de airconditioner. En het vlees in de diepvries was bedorven en we hadden geen geld om ander te kopen, gisteren pas. En de klok naast haar bed is kapot en ze kan geen andere kopen omdat ze al haar geld heeft moeten uitgeven aan nieuw vlees, en als ze te vaak laat op haar werk komt, raakt ze haar baan kwijt. Dan huilt ze weer en moeten we misschien bij m'n pa en de hoer gaan wonen, en die willen ons niet, en anders verhongeren we.'
De woorden tuimelden uit zijn mond en Rachels hart brak bijna. Ze hurkte weer naast hem neer, had hem willen knuffelen, maar dit keer was ze wijzer. Ze raakte zijn knie met spijkerbroek aan en wilde al zeggen dat hij de wekker wel kon houden, en wat hij ook maar verder nodig had. Maar Johnny's hand op haar schouder hield haar tegen en ze keek naar hem op. Hij schudde waarschuwend zijn hoofd tegen haar. Rachel zag in dat hij gelijk had, hield haar mond en nam haar hand weer weg van de knie van de jongen. Als ze nu te zacht tegenover hem was, zou dat de hele goede uitwerking van hun waarschuwingen tenietdoen.
'Je wilt toch niet de oorzaak zijn van nog meer verdriet voor je moeder door nu op diefstal betrapt te worden, hè?' Johnny's stem klonk ernstig en vriendelijk tegelijkertijd.
Jeremy nam hem snel op. 'Niemand kan bewijzen...' Maar iets in de gelaatsuitdrukking van Johnny moest eindelijk tot hem zijn doorgedrongen, want na nog een snelle blik op Rachel liet hij zijn hoofd hangen. 'Nee, meneer.'
'Goed zo. Dan zal niemand iets tegen je moe zeggen - dit keer. Als je het nog eens doet, dan vertellen we het haar wel, en ook wat er nu gebeurd is. Zeg nu gauw tegen juffrouw Grant dat het je spijt en verdwijn. Er is een achterdeur hier waardoor je kunt weggaan zodat niemand in de zaak je hoeft te zien.
'Je bedoelt die vent? Die is woedend op me.'
Rachel nam aan dat hij Ben bedoelde.
'Nee,' antwoordde Johnny. 'En je hoeft hem niet meer onder ogen te komen. Wat zeg je nu tegen juffrouw Grant?'
'Het spijt me,' zei Jeremy en keek Rachel snel heel even aan. 'Ik zal het niet meer doen.'
Johnny knikte en Jeremy stond op en holde langs haar weg naar de deur. Nog even hoorden ze het geluid van zijn voeten in de oude gympies op de hardhouten vloer. De zwaar metalen achterdeur ging snerpend open en sloeg toen hard dicht, en Jeremy was weg.
Rachel stond op. Ontsteld merkte ze dat ze nu zo dicht bij Johnny was dat haar schouder zijn borst bijna aanraakte en haar rok kwam even met zijn spijkerbroek in botsing. Geschrokken deed ze een stap achteruit en probeerde de verlegenheid die bij haar was opgekomen te verbergen door met veel omhaal de bureaustoel waarin het kind had gezeten, weer op zijn plaats terug te schuiven. Het gepiep van de wieltjes klonk erg hard in de ingevallen stilte.
'Dank je dat je de politie niet hebt gebeld,' zei Johnny en ze moest hem nu wel aankijken. Zijn ogen stonden weer vriendelijk en iemand die alleen de branieachtige opschepperige kant van zijn persoonlijkheid kende, zou dat vreemd hebben gevonden. Maar Rachel had altijd gevoeld dat hij dit soort gevoelens had. Als de omstandigheden voor hem anders waren geweest, als het gezin waarin hij was geboren en het lot niet tegen hadden gezeten, had hij een heel aardige man kunnen zijn. 'Dat joch heeft het erg moeilijk.
'Als hij het weer doet, zal ik het toch moeten aangeven.' In haar hart wist ze dat geen macht ter wereld haar zou kunnen bewegen dat kind aan de politie uit te leveren nadat hij haar een blik in zijn leven had gegund. Ze had zich maar net kunnen weerhouden hem niet te smeken die klok mee te nemen toen hij wegholde.
'Als hij het weer doet, dan zal ik hem persoonlijk zo'n pak voor z'n billen geven dat hij een week lang niet kan zitten,' zei Johnny. 'En dat zal veel meer indruk op hem maken dan de politie. Neem dat maar van mij aan.'
'Ik geloof niet in het slaan van kinderen.'
Hij lachte tegen haar. De mooie ogen waren plotseling erg blauw en hun levendigheid verblindde haar bijna. Ze keek hem aan en kreeg het gevoel dat ze te lang in de zon had gestaard. 'Je hebt een zwak plekje in je hart, juffrouw de onderwijzeres. Ik wist wel dat je de politie er niet bij zou halen. Evengoed als ik wist, toen ik jou om een baan vroeg, dat je me die niet zou kunnen weigeren.'
'Waarom wilde je hier eigenlijk terugkomen?' De afgelopen twee dagen had ze vaak over die vraag nagedacht, nadat de berouwvolle zondaar die ze zich had voorgesteld te helpen nooit was aangekomen. Johnny Harris die uit de bus was gestapt, was even onverdraaglijk als vroeger toen hij een last veroorzakende puber was geweest. Zijn aanwezigheid had een woede en een wrok in het stadje gewekt, als had hij een wespennest verstoord, en dat had hij van tevoren geweten en het had haar hele leven ondersteboven gegooid. Het was duidelijk dat hij niet was teruggekomen om met de samenleving hier in vrede verder te leven, zoals zij gedacht had. Het leek er meer op dat hij gekomen was om iedereen de oorlog te verklaren.
Hij kneep zijn ogen halfdicht en keek niet zo fel meer. 'Omdat het het stadje is waar ik geboren en getogen ben en ik laat me verdomme niet door die mensen verjagen; ooit, als het mij schikt, ga ik misschien ergens anders heen.'
'Als je alleen maar...'
'Wat?' Zijn toon klonk spottend en zij zweeg. Rachel keek hem ongelukkig aan, niet in staat na de ellende twee dagen geleden over zijn tafelmanieren, nu woorden te vinden om hem te zeggen dat als hij zijn optreden maar veranderde, de mensen in het stadje misschien ook hun houding zouden wijzigen.
Maar het leek alsof hij haar gedachten precies kon lezen zonder dat ze een woord hoefde te uiten. Zijn gezicht verhardde zich terwijl hij op haar neerkeek. De vriendelijkheid was allang uit zijn ogen verdwenen. De uitdrukking die Rachel als zijn masker was gaan beschouwen, keerde weer terug. Het maakte dat ze op haar hoede was.
Zonder enige waarschuwing stak hij zijn hand uit om haar arm te grijpen en liet zijn blikken over haar heen glijden terwijl hij haar omkeerde om haar eens goed te inspecteren voordat ze zelfs maar aan verzet kon denken. 'Die jurk staat je goed, tussen haakjes. Je achterste komt er prima in uit.'
Rachel rukte zich los en kreeg een vuurrode kleur, maar voordat ze hem een vernietigende opmerking naar het hoofd kon gooien zoals hij verdiende, waarschuwde het geluid van zware voetstappen voor de deur dat er iemand aankwam.
Het was Rob. Ze deed moeite er gewoon uit te zien en speelde het klaar hem een glimlach toe te werpen toen hij binnenkwam. Maar te oordelen naar zijn plotseling gefronste voorhoofd liet haar glimlach toch nog iets te wensen over.
'Alles in orde, Rachel?' vroeg hij en zijn blikken gingen snel van haar gezicht naar Johnny die hij vol afkeer aankeek.
'Je bent nog maar net op tijd gekomen,' zei Johnny en grijnsde brutaal tegen hem. 'Ik wilde juist beginnen haar de kleren van het lijf te scheuren.'
'Jij...' begon Rob woedend.
'Natuurlijk mankeert me niets.' Rachel legde snel een bezwerende hand op Robs arm terwijl ze Johnny een blik toewierp die hem had kunnen doden als blikken daartoe in staat waren geweest. Irritatie ten opzichte van Rob die blijkbaar aannam dat ze al risico liep als ze met Johnny alleen in een vertrek was, en ergernis over Johnny's gedrag maakten haar stem scherp. 'Johnny plaagt maar wat, hè?' De zwakke nadruk die ze op de vraag legde, gaf aan dat hij maar beter een bevestigend antwoord kon geven als hij wist wat goed voor hem was.
'Vanzelfsprekend.' Maar de manier waarop hij het zei, was uitdagend. Rachel fronste vervaarlijk haar wenkbrauwen tegen hem. Waarom deed hij toch zo zijn best om de mensen tegen zich in het harnas te jagen?
'Ben je klaar? Anders komen we nog te laat voor het concert.' Robs woorden klonken bruusk terwijl hij haar hand pakte die op zijn arm had gelegen en zijn vingers met de hare vervlocht.
Rachel aarzelde en keek van de ene man naar de andere. De vijandigheid was gewoon tastbaar en het was duidelijk dat een beleefd gebaar als hen weer aan elkaar voorstellen, beiden heel onwelkom zou zijn. Ze vormden zo'n contrast dat ze elkaar vermoedelijk meteen gehaat zouden hebben, al hadden ze nog niets van elkaar af geweten. Rob was drie jaar geleden gescheiden, een man van veertig, beschaafd en keurig gekleed in een duur grijs pak met donkerbruin zijden das. Hij was gemiddeld wat lengte betrof en een beetje gezet hetgeen hem nog meer het uiterlijk gaf van een solide man uit de respectabele bovenkant van de middenstand. Zijn lichtbruine haar was kort geknipt en goed verzorgd, en hij deed geen moeite het kale plekje te verbergen dat achter op zijn hoofd was verschenen. Hij was misschien niet zo knap als de jongere man, of zo gevaarlijk aantrekkelijk, maar op de lange duur bood hij meer zekerheid. En dat was natuurlijk belangrijk voor een vrouw met gezond verstand.
'Ik ben klaar,' zei Rachel en drukte ook zachtjes op zijn vingers. 'Maar ik moet nog even een praatje met Johnny maken voor ik wegga. Vind je het niet erg heel even in de winkel te wachten?'
Rob keek haar met gefronste wenkbrauwen aan en zijn blik maakte heel duidelijk dat hij het wel erg vond, heel erg zelfs. Ze lachte hem vleiend toe.
'Toe nou? Maar een ogenblikje, heus.'
Hij lachte niet tegen haar. In plaats daarvan wierp hij Johnny een duidelijk waarschuwende blik toe.
'Ik wacht wel in het magazijn,' zei hij. De niet uitgesproken bedoeling achter zijn woorden was dat hij dus op roepafstand was als ze hem nodig zou hebben. Rachel slaakte een zucht, die ze meteen onderdrukte. Hij liet haar hand los en liep de deur uit. Het zou een heel gevecht worden om het keurige Tylerville zover te krijgen dat ze Johnny anders dan met uiterst achterdochtige blikken bekeken.
'Ik wist niet dat je het in je had zo lief en vrouwelijk te zijn, juffrouw de onderwijzeres.' Johnny glimlachte, maar de manier waarop hij zijn kaken op elkaar klemde wees niet op een goed humeur. ' "Toe nou," zegt ze, en knippert even met die grote ogen van haar, en hij smelt gewoon weg. Slaap je met hem?'
'Op een goede dag brengt iemand jou eens tot zwijgen door je een vuistslag op die mond te geven waarmee je altijd dingen zegt die je niets aangaan. Ik wou dat ik het kon doen.'
'Geef me eens antwoord op mijn vraag: Slaap je met hem?' De glimlach was weg.
'Dat gaat jou geen steek aan. En als je niet je best wilt doen om beter met Ben overweg te kunnen, dan ontsla ik je, en zonder werk zit je zo weer terug in de gevangenis. En hoe denk je daarover, slimme jongen dat je bent?'
Johnny lachte minachtend. 'Je moet nooit met daden dreigen die je niet van plan bent uit te voeren. Je bent net zo min in staat mij te ontslaan als je het over je hart kon verkrijgen om de politie bij dat joch te roepen.'
'Reken daar maar niet al te vast op.' Rachel was even van haar stuk gebracht, draaide zich om en wilde naar de deur lopen. Ze voelde dat hij haar nakeek en dat maakte haar plotseling verlegen met zichzelf. Ze wist dat ze op haar hoge hakken met haar achterste draaide.
Net toen ze bij de deur was maakte hij een vreemd geluid waardoor ze verschrikt naar hem omkeek.
'Rachel,' zei hij hees fluisterend en zijn ogen drongen tot diep in de hare door, 'slaap niet met hem. Slaap in plaats daarvan met mij.'
De adem bleef haar even in de keel steken en de woorden leken zich als een verleidelijke slang om haar heen te wikkelen. Alleen door zich te dwingen door te lopen was ze in staat te ontsnappen.