3
Eliza was geen dagdromer, simpelweg omdat ze geen tijd had om te dagdromen. Als technologieconsultant voor Merchant Swift – onlangs uitgeroepen tot wereldwijd technologieleider van het jaar – kon ze elke minuut van haar dag verantwoorden en aan de klant doorberekenen.
De laatste tijd glipten er soms echter wel dagdromen haar drukke werkschema binnen. Gewoonlijk wijdde ze niet meer dan een nanoseconde van haar kostbare tijd aan dergelijke afleidingen, maar vanavond – nu ze doodmoe en nauwelijks in staat haar ogen open te houden in de volle spitstrein zat die vanaf Euston was vertrokken – gunde ze zichzelf de luxe wat langer stil te staan bij de hardnekkigste van haar dagdromen; die waarin Greg een vaste en blijvende rol in haar leven speelde.
De eerste keer dat die gedachte bij haar was opgekomen, was ze ervan geschrokken. Ze was daar immers niet het type voor. Een huwelijk, kinderen, broodtrommeltjes, heen en weer rijden naar school – niets voor haar. Sinds ze Greg kende was er echter iets veranderd. Haar langetermijnperspectief was gewijzigd en ze dacht na over dingen waar ze nooit eerder over had nagedacht. En dat joeg haar angst aan.
Ze had het grootste deel van haar jeugd in haar eigen hoofd geleefd, omdat ze van nature een eenling was. Het delen van haar leefruimte, haar gevoelens, haar wensen en dromen, het was voor haar onbekend terrein. Met Greg deelde ze dat alles echter wel. Dat voelde enerzijds bevrijdend en opwindend, maar anderzijds maakte het haar doodsbang en ging het dwars tegen alles in wat ze over zichzelf dacht te weten.
Ze had Greg vier maanden geleden ontmoet tijdens een retourvlucht vanuit Frankfurt, waar ze naar een klant was geweest. Ze waren aan de praat geraakt nadat ze een van de verslagen die ze zat te lezen had laten vallen en hij het voor haar had opgeraapt. Tegen de tijd dat hun vliegtuig op Heathrow was geland, hadden ze mobiele nummers uitgewisseld en afgesproken twee dagen later samen wat te gaan drinken. Het drankje was een etentje geworden en de volgende avond hadden ze weer afgesproken. Na tien afspraakjes waren ze officieel ‘een stelletje’ en vertrouwde Eliza haar beste vriendin Serene toe dat ze een relatie had, een bijzondere relatie.
Strikt genomen was het een langeafstandsrelatie, want Greg werkte op de juridische afdeling van een participatiemaatschappij met het hoofdkantoor in New York en een vestiging in Londen. Hij werkte ongeveer een derde van de tijd in het kantoor in Londen en de regeling kwam Eliza prima uit. Een vriend voor zeven dagen per week was niets voor haar. Haar vorige vriend had de eisen die haar werk aan haar stelde nooit begrepen en kon niet accepteren dat ze soms gewoon alleen wilde zijn.
Greg begreep die behoefte van haar echter wel omdat, zo zei hij zelf, hij hetzelfde in elkaar zat. Met zijn drieëndertig jaar was hij zeven jaar ouder dan zij en ze vond het prettig dat zijn leeftijd en ervaring hem een volwassenheid verleenden die de meeste mannen van haar leeftijd niet bezaten. Hij was kort getrouwd geweest – ‘We waren veel te jong en hadden geen idee waar we mee bezig waren’ – en binnen een jaar was er met wederzijds goedvinden een einde aan het huwelijk gekomen. ‘We gingen er heel volwassen mee om,’ zei hij, ‘geen beschuldigingen over en weer.’
Ze zag Greg misschien niet zo vaak als in een conventionele relatie het geval zou zijn geweest, maar wanneer ze wel samen waren, waren ze ook echt samen. In plaats van in een gemeubileerd appartement te logeren zoals voordat hij haar kende, verbleef hij nu bij haar in haar huurflatje op de begane grond in Victoria Park. Het was eigenlijk maar groot genoeg voor één persoon, maar omdat Greg er niet fulltime woonde, wisten ze zich wel te redden met het gebrek aan ruimte. Ze vond het heerlijk ’s ochtends naast hem wakker te worden en had het stadium bereikt waarin ze zijn afwezigheid voelde als hij er niet was.
De weinige tijd die ze samen hadden, bezat wat zij noemde de klank van authenticiteit. Beter nog, ze bekvechtten of ruzieden nooit, zoals de meeste stellen deden, over kleinigheden, want ze zagen elkaar zo weinig dat ze de kans niet kregen om in de sleur van het dagelijks leven verzeild te raken. Er werd niet geredetwist over wie de vuilnisbak buiten moest zetten of de vaatwasser leeg moest halen; het was haar flat, dus wat haar betrof waren dat haar taken.
De laatste tijd waren Gregs trips naar Londen steeds ongeregelder geworden; ze werden vaak op het laatste moment pas gepland of werden uitgesteld. Dat maakte het moeilijk plannen te maken. Ze had gewild dat hij vanavond met haar meeging naar haar familie – een angstaanjagend grote stap voor haar – maar hij had het niet gered. ‘Een andere keer,’ had hij aan de telefoon gezegd toen ze had uitgelegd dat het de verjaardag van haar broer was.
Het had haar verbaasd hoezeer haar dat teleurstelde en ze had zichzelf horen zeggen: ‘Maar er komt geen andere keer meer zoals deze, want Jensen wordt maar één keer dertig.’
Hij had gelachen. ‘Hoewel dat ongetwijfeld waar is, is het het meest onlogische dat ik je ooit heb horen zeggen. De leeftijd van je broer is niet van invloed op mijn kennismaking met je ouders.’
‘Het is gewoon een bijzondere gelegenheid en ik wilde dat je daar bij was,’ had ze zichzelf verdedigd, wetend dat ze meelijwekkend klonk, wat helemaal niet bij haar paste.
‘Ik beloof je dat ik de volgende keer dat ik er ben kennis kom maken met je ouders.’ Hij had weer gelachen. ‘Je hebt geen idee hoe ik me erop verheug door hen doorgelicht te worden.’
Dankbaar dat hij het gesprek weer een luchtige draai had gegeven, had ze zich ontspannen. 'Ze zijn vast dol op je,’ had ze gezegd.
‘Daar zou ik maar niet van uitgaan. Ik ben immers een man die het maar een paar maanden volhield in het huwelijk. Dat zal niet bepaald indruk op ze maken, denk je wel?’
‘Iedereen mag fouten maken. En mijn vader verkeert niet in de positie om iemand te veroordelen als het om toewijding gaat.’
Eliza rukte haar ogen open. De man naast haar had hard tegen haar arm gestoten. Hij had dat ofwel niet in de gaten of het kon hem niets schelen, maar nadat hij zijn laptop in een grote tas had weggestopt, stond hij op en pakte hij zonder iets te zeggen zijn jas uit het bagagerek boven haar. Door het raampje kon ze zien dat ze het station Watford naderden. Hopelijk stapte er niemand in die de vrijgekomen plaats innam.
Haar wens werd vervuld en ze ontspande zich en sloot haar ogen terwijl de trein weer vaart maakte. Deze keer gingen haar gedachten echter niet naar Greg, maar naar haar familie en wat er voor die avond en het weekend in het verschiet lag.
Ze waren voor het laatst allemaal samen geweest met Kerstmis, al had Jensen het toen niet meer dan vierentwintig uur volgehouden en was hij op tweede kerstdag al vroeg vertrokken nadat pap en hij ruzie hadden gehad over iets heel stoms. Maar dat was zo’n beetje de gebruikelijke gang van zaken. Ze hoopte dat er vanavond niemand ruzie zou maken, dat hun vader zich zou gedragen en Jensen niet zou opjutten, zoals hij zo vaak deed. Ze kon het niet verdragen dat hij haar broer dat aandeed. Niet waar zijn vriendin bij was.
Eliza had haar broer gebeld zodra ze van haar moeder had gehoord dat Jensen een zekere Tattie meebracht naar zijn verjaardagsetentje. Hij had natuurlijk niet opgenomen. Daarna had ze hem ge-sms’t, maar ook daar had hij niet op gereageerd. Communiceren was niet zijn sterkste kant. Anderzijds besefte hij natuurlijk maar al te goed dat ze hem alleen maar wilde spreken om hem te kunnen uithoren. Mam had gezegd dat ze geen idee had hoelang Jensen al een relatie met haar had – net als Eliza liet hij zich niet zomaar in de kaart kijken – maar het feit dat hij het meisje wilde voorstellen aan zijn familie, moest wel betekenen dat er iets bijzonders gaande was tussen hen.
Net als tussen Eliza en Greg. Grappig dat hun levens tegelijk dezelfde wending hadden genomen. Ze kon niet voor haar broer spreken, maar zijzelf had gewild dat Greg vanavond bij haar was om haar vader te laten zien dat, ook al was ze niet zo knap als Daisy, ze toch een fantastische man als Greg kon krijgen.
Natuurlijk was het gezien hun vaders ‘staat van dienst’ niet zo vreemd dat Jensen en zij zo geheimzinnig over hun relaties deden. Het verbaasde Eliza alleen wel dat Jensen zelfs mam niet in vertrouwen had genomen. Eliza was er de afgelopen maand diverse keren na aan toe geweest mam over Greg te vertellen, maar elke keer had ze zich toch weer ingehouden, irrationeel bang dat ze het lot zou tarten en Greg zou kwijtraken door het hardop te zeggen. Misschien had Jensen diezelfde irrationele angst gevoeld. Tot nu toe.
In Milton Keynes haastte ze zich met gebogen hoofd tussen de drommen forenzen door. Ze trok haar weekendkoffer op wieltjes achter zich aan en haar zware werktas hing over haar schouder en botste tegen haar heup. Mam had aangeboden haar te komen halen, maar Eliza had gezegd dat ze wel een taxi kon nemen.
Ze vond er een voor het station, gaf de chauffeur het adres van Medlar House op en ademde diep in toen ze de vertrouwde knoop van spanning in haar maag voelde. Zesentwintig jaar oud en ze voelde zich nog steeds alsof ze dertien was en terug naar huis ging voor de schoolvakantie.
Ze was als enige in het gezin naar kostschool gegaan en dat was helemaal haar eigen keus geweest. Toen ze twaalf was had ze zonder dat haar ouders het wisten een aantal brochures aangevraagd en toen ze die allemaal had gelezen en haar keuze had gemaakt, had ze de schoolprospectus aan pap en mam laten zien en hun gevraagd of ze erheen mocht.
Mam was geschokt en van streek geweest, maar pap had het, nadat hij eerst de kosten had bekeken, een fantastisch plan gevonden.
‘Laten we wel wezen,’ had hij tegen mam gezegd, ‘ze is veel beter dan al die verrekte waardeloze leraren van haar. Al een hele tijd. Herinner je je die lerares nog die haar ervan beschuldigde dat ze had afgekeken bij een wiskundeproefwerk omdat ze twee keer zo snel klaar was als de rest en alles goed had? Kleinere klassen, meer aandacht – dat is precies wat onze kleine Einstein nodig heeft.’
‘Einstein’ was paps koosnaampje voor haar. Al sinds ze drieënhalf was en mam haar een keer ’s ochtends in bed had aangetroffen terwijl ze hardop in Roald Dahls De reuzenperzik zat te lezen. Ze vertelde niet zomaar wat ze zich herinnerde van toen haar moeder had voorgelezen, maar las echt zelf. Tegen de tijd dat ze naar school ging, kon ze de werkwoorden vervoegen, de planeten opnoemen en Jensen verslaan met schaken. Haar favoriete boek was een encyclopedie die zo groot en zwaar was dat ze hem nauwelijks kon dragen.
Mam was degene die met haar naar de school was gaan kijken om te zien of die zo goed was als in de prospectus beweerd werd, en mam was degene die haar twee maanden later had weggebracht voor haar eerste trimester. ‘Als het niet is wat je had verwacht,’ had mam gezegd, trachtend de tranen in haar ogen te verbergen, ‘mag je meteen terug naar huis komen.’
Maar ze wisten allebei dat dat niet zou gebeuren. Zelfs op zo jonge leeftijd al was Eliza buitengewoon zelfstandig. Ze had geen idee hoe het was om van iemand anders afhankelijk te zijn. Als zich problemen voordeden, loste ze die zelf op. Ze schreef dat toe aan het feit dat ze het middelste kind van het gezin was en daardoor gedwongen was voor zichzelf te zorgen.
Het leven op kostschool was precies zoals ze het zich had voorgesteld. Ze was dol op de structuur, de orde en de discipline. Terwijl ze nooit eerder de behoefte aan vrienden had gevoeld – behalve dan haar vriendschap met Jensen – ontdekte ze nu de vreugde van een beste vriendin bij een meisje dat ook nieuw was op school. Met haar sluike zwarte haren die tot op haar middel hingen en haar onvoorstelbaar tengere lijf, dat niet sterk genoeg leek om het Britse winterweer te doorstaan, laat staan de ontberingen van veldlopen, netbal of lacrosse te overleven, was Serene Tay, die nauwelijks een woord Engels sprak, het knapste meisje dat Eliza ooit had gezien. Ze zaten in dezelfde klas, deelden dezelfde slaapzaal met twee andere meisjes en werden binnen de kortste keren dikke vriendinnen, en dat waren ze nu nog steeds.
Nadat ze aan de universiteit van Cambridge was afgestudeerd was Serene, bij wier messcherpe intellect dat van Eliza in het niet viel, teruggekeerd naar Singapore om het familiebedrijf, een grote drukkerij, te helpen runnen. De verwachting was dat wanneer haar vader terugtrad als voorzitter, zij zijn vele taken zou overnemen.
Vaders, dacht Eliza terwijl ze door het raam van de taxi naar het vertrouwde landschap keek, ze willen en verwachten zó veel van ons. Toen ze naar kostschool vertrok had haar vader gezegd: ‘Zorg dat ik trots op je kan zijn.’ En was dat niet precies wat ze altijd had geprobeerd? Het was immers de enige manier waarop ze zijn aandacht kon trekken.
Jensen was woedend op haar geweest toen ze hem vertelde dat ze naar kostschool ging. Hij sprak drie dagen niet tegen haar en toen hij dat eindelijk weer wel deed, kwam hij haar slaapkamer binnen en liet hij zich op haar bed vallen. ‘Nou moet ik voortaan zeker alleen op het Bijzondere Kind passen,’ zei hij nors. Dat was zijn bijnaam voor Daisy.
De ochtend van Eliza’s vertrek was pap op zakenreis, hielp Jensen haar haar spullen in de kofferbak van mams auto te laden en liep Daisy zoals gewoonlijk in de weg. Jensen had haar vervolgens stevig omhelsd en haar toen abrupt losgelaten om zonder iets te zeggen naar binnen te lopen. Toen het tijd was om te vertrekken, had ze omhooggekeken naar zijn slaapkamerraam en hem daar zien staan. Ze had hem gedag gezwaaid, maar hij had niet terug gezwaaid. Zelfs nu nog deden die herinnering en de wetenschap dat ze hem zo veel pijn had gedaan haar verdriet. Ze had hem zolang ze op kostschool zat elke week geschreven en ze had nog steeds de paar brieven die hij haar had gestuurd.
De taxichauffeur minderde vaart en stopte. ‘Dit is het dan, hè?’
Ze keek op naar Medlar House. ‘Ja,’ zei ze. ‘Dit is het.’