27
Het was zondagochtend en Eliza stond op vliegveld Heathrow. Gezien het vroege tijdstip – kwart voor zeven – was het verbazingwekkend druk in de aankomsthal.
Serene’s vlucht uit Singapore zou over tien minuten landen. Rekening houdend met de tijd die het haar vriendin zou kosten om door de paspoortcontrole te komen en haar bagage op te halen, schatte Eliza dat ze nog genoeg tijd had om haar rammelende maag tot zwijgen te brengen met een ontbijtje. Ze ging in de rij staan voor een croissant en cappuccino, zwichtte niet voor het dubbelgrote formaat maar nam een normaal kopje en koos een tafeltje vanwaar ze zicht had op het scherm met vluchtinformatie.
Nu ze hier zat, moest ze aan Greg denken, aan de reizen die hij maakte en de vele vliegvelden waar hij kwam. Ze wist door de vliegreizen die ze zelf maakte dat vliegen helemaal niet leuk of spannend was als je het regelmatig moest doen. Tijdens zijn laatste bezoek was Greg niet helemaal zichzelf geweest en was hij op de bank in slaap gevallen terwijl zij het avondeten klaarmaakte. Hij had zo vast geslapen dat ze het niet over haar hart had kunnen verkrijgen hem wakker te maken, dus had ze in haar eentje gegeten en daarna televisiegekeken met het geluid heel zacht. Toen hij eindelijk wakker was geworden, had hij zich verontschuldigd en gezegd dat hij afgepeigerd was. Ze had hem gekust en gezegd: ‘Dat was wel duidelijk.’
Dat was vorig weekend geweest en de twee nachten die hij bij haar was gebleven, was er een subtiele spanning tussen hen merkbaar geweest, waardoor ze zich naderhand gedeprimeerd en teleurgesteld had gevoeld.
Hij was maandagochtend vroeg vertrokken, kort voordat zij samen met Simon de trein naar haar werk in Milton Keynes had gepakt.
‘En hoe was je weekend met Adonis?’ had Simon haar gevraagd nadat hij uit de buffetwagon terug was gekomen met een papieren draagtas met koffie en zandkoekjes erin. Vanwege haar bijna paranoïde behoefte om werk en privé gescheiden te houden, was Simon de enige op het werk met wie ze persoonlijke zaken zelfs maar enigszins besprak.
‘Ik heb al vaker gezegd dat je hem geen Adonis moet noemen,’ had ze gezegd. ‘Hij heet Greg.’
‘O, wat zijn we vinnig,’ had Simon geantwoord, en hij had haar de koffie en koekjes gegeven. ‘Betekent dat dat het geen goed weekend was?’
‘Het betekent dat je me, als je ook maar een beetje verstand had, met rust zou laten.’
‘In dat geval moest je mijn koekjes ook maar opeten; dat houdt je misschien zoet. Ik ga echt niet de hele dag met je samenwerken als je in zo’n slecht humeur bent.’
‘Er was niets mis met mijn humeur tot jij me lastig begon te vallen. Drink nu je koffie op en houd je mond.’
‘Nou word je nog bazig ook. Ik begrijp dat me een zware dag te wachten staat. Ik ben blij dat ik niet de hele week met je in een hotel hoef te zitten.’
‘Ik heb nooit geweten dat je zo irritant kon zijn.’
Hij glimlachte. ‘Jawel, dat wist je wel. Ik ben de enige grote constante in je leven. Dus vertel me nou omwille van onze uitstekende arbeidsrelatie maar wat Ado... ik bedoel Greg dit weekend heeft gedaan waardoor je zo chagrijnig bent.’
Met tegenzin, alleen opdat Simon haar met rust zou laten, had ze het uitgelegd. ‘Het is mijn eigen schuld,’ had ze snel gezegd omdat ze niet zeurderig wilde klinken. ‘Dat weet ik. We brengen zo weinig tijd samen door dat ik te veel verwacht als we samen zijn.’
‘Langeafstandsrelaties zijn niet de eenvoudigste,’ had Simon gezegd terwijl hij in zijn koffie roerde. ‘Maar volgens mij moet die kerel zich hoognodig anders gaan opstellen; je verdient beter. Vertel hem gewoon ronduit, Eliza, dat je een vrouw bent met behoeftes die bevredigd moeten worden. Een ouwe kerel die op de bank ligt te dutten is niet genoeg voor jou. Echt niet. Je moet iemand van je eigen leeftijd zoeken.’
‘Roep nog wat harder,’ had ze hem toegebeten. ‘Volgens mij hebben ze je vier wagons verderop niet gehoord.’
Eliza keek op het scherm – Serene’s vlucht was net geland – en besloot dat Simon ondanks zijn spottende opmerkingen in feite hetzelfde zei als haar moeder: ze moest Greg duidelijk maken wat ze voelde. En als ze dan een stap verdergingen in hun relatie en besloten te gaan samenwonen, wie van hen zou dan verhuizen om bij de ander te kunnen zijn? Ze kon zich niet voorstellen dat ze haar baan zou opgeven, maar als ze de keus had tussen haar baan en Greg, dan zou ze voor hem kiezen.
Denkend aan Greg pakte ze haar iPhone of hij haar gemaild had. Hij was gistermiddag naar San Francisco gereisd voor een bespreking met een pas opgestart bedrijf. Tot haar blijdschap was er een berichtje van hem. Ze las zijn e-mail en glimlachte. Je weet dat je in San Francisco bent als de vreemde die met je in de lift staat, zegt dat hij acht piercings heeft. En geen van alle zichtbaar :-(. Hoop dat je een leuk weekend hebt met je vriendin. X
Ze stopte haar telefoon weg, at haar croissant op en bedacht hoezeer ze zich op het weerzien met Serene verheugde. Het was jammer dat het bezoek van haar vriendin maar zo kort zou duren, maar het was op het laatste moment nog geregeld. Serene kon een paar dagen aan haar drukke agenda ontsnappen om op weg naar een handelsbeurs in Barcelona bij Eliza langs te gaan.
Toen ze haar koffie ophad, ging Eliza een gunstige plek zoeken vanwaar ze Serene zou kunnen zien aankomen. Ze had net haar tas over haar schouder gehangen toen ze iets zag wat haar zo verraste dat ze nog een keer moest kijken. Zich voorhoudend dat ze het zich verbeeldde, keek ze door de hal naar de deur waar een gestage stroom aangekomen passagiers naar buiten kwam, van wie sommige rondkeken op zoek naar een bekend gezicht of een bord met hun naam erop en de gelukkigen werden ontvangen met een omhelzing en een kus van een dierbare. Je fantasie gaat met je op de loop, hield ze zichzelf weer voor.
Maar dat was niet zo. Hij was het echt!
Alsof haar voeten het eerder beseften dan haar verstand liep ze in zijn richting, tussen de mensen met volle bagagekarren door, die zich niet bewust waren van haar en haar blijdschap over het onverwachte weerzien. Zijn programma moest op het laatste moment zijn omgegooid en hij had haar waarschijnlijk willen verrassen. Jammer dat ze zijn verrassing moest verpesten, maar hoe groot was de kans geweest dat zij net op het vliegveld was nu hij aankwam?
Ze was nu dicht genoeg bij hem om zijn naam te roepen en stond op het punt dat te doen toen er een klein kind naar hem toe rende.
‘Pappie!’ riep het jongetje, dat zich zo hard tegen Gregs been wierp dat die een stap achteruit deed.
‘Rustig aan,’ zei Greg lachend, ‘anders vallen we allebei nog om.’ Hij bukte zich, tilde het jongetje op en kuste hem. ‘Ben je lief geweest terwijl ik weg was?’
Met zijn ogen wijd open knikte het jongetje plechtig. Het was een ongelooflijk leuk kind. ‘Ik ben heel lief geweest, hè mammie?’
Eliza’s hart bonkte luid, haar mond was droog en binnen in haar hoofd schreeuwde een stem: Nee, nee, nee, dit kan niet waar zijn! Met een ruk wendde ze haar ogen af van Greg en keek ze naar ‘mammie’, die nu tegen hem aan leunde voor een kus en een omhelzing. Ze was een knappe, tengere vrouw met glanzend, kort donkerbruin haar, dezelfde kleur als dat van het jongetje. Naast haar stond een kinderwagen met een slapende baby erin.
Eliza voelde zich misselijk. Nadat ze even door de schok en het ongeloof als aan de grond genageld had gestaan, namen haar voeten nu weer de leiding en deinsde ze met een hand voor haar mond geslagen terug. Met tranen in haar ogen strompelde ze door de menigte weg. Ze botste blindelings tegen mensen aan, maar trok zich niets aan van hun gemopper of boze blikken.
Ze zag het bordje voor de damestoiletten, duwde de deur open en sloot zich op in een van de wc’s. Ze kokhalsde en kokhalsde en toen het voorbij was, spoelde ze het toilet door en leunde ze bezweet en uitgeput tegen de deur aan. Ze kneep haar ogen dicht. Hij was vader. En zeer waarschijnlijk getrouwd. Waarom? Waarom had hij het gedaan? Al die leugens. Al die keren dat ze samen in bed hadden gelegen en hij had gezegd dat hij van haar hield. Wat had het te betekenen gehad?
Ergens vandaan hoorde ze het gerinkel van een telefoon. Het duurde even voor ze zich realiseerde dat het haar mobieltje was. Ze graaide het uit haar tas en merkte dat ze hoopte dat het Greg was, die haar belde. De gedachte alleen al maakte haar weer misselijk.
Het was echter Serene. O god, ze was haar helemaal vergeten!
‘Ik ben er,’ zei haar vriendin.
‘Sorry,’ wist ze uit te brengen, ‘ik ben over vijf minuten bij je.’
‘Prima, geen probleem.’
Ze beëindigde snel het gesprek en deed de wc-deur van het slot. Ze liep naar de rij wasbakken, spatte water in haar gezicht en deed een beroep op haar wilskracht om zichzelf tot bedaren te brengen.
Toen ze haar gezicht met een papieren handdoekje droog depte, ging de deur open en hoorde ze de opgewekte zangerige stem van een kind zeggen: ‘Gaat pappie me helpen mijn knikkerbaan te bouwen als we thuis zijn?’
Eliza verstarde.
‘Misschien niet meteen,’ antwoordde een vrouwenstem, ‘maar nadat hij een dutje heeft gedaan en is bijgekomen van zijn lange vlucht, zal hij je vast wel helpen.’ De vrouw – mammie – liep met hem naar een van de wc’s en glimlachte naar Eliza.
Eliza zag een paar ringen glinsteren aan haar trouwringvinger en wou dat ze ter plekke dood kon gaan.
Van schaamte en vernedering.
Van diepe ellende.
Niet in staat de glimlach te beantwoorden, rukte ze de deur open en stoof ze naar buiten, bang dat als ze nog een seconde langer binnen bleef, ze eruit zou flappen dat pappie een grote klootzak was, een afschuwelijke man die zo’n lief klein jongetje niet verdiende.
Ze rende bijna de hoek om en botste tegen Greg aan, die op de wandelwagen paste. Hij keek haar recht aan en zijn mond viel open. Toen kleurden zijn wangen rood en was zijn afgrijzen maar al te duidelijk zichtbaar. ‘Eliza,’ zei hij zwakjes.
‘Je bent een heel gelukkige huisvader, is het niet?’ zei ze met een blik op de wandelwagen. ‘Ik heb net je zoontje en vermoedelijk je vrouw gezien bij de toiletten.’
‘Ik... ik...’
‘Wat? Kun je het uitleggen? Dat wil ik dan weleens horen.’ Ze voelde zich plotseling akelig kalm.
Toen hij niets zei en zelfs niet ontkende dat de vrouw zijn echtgenote was, maar alleen nerveus over haar schouder keek, voelde ze een golf van woede door zich heen gaan. In de wetenschap dat ze deze kans nooit meer zou krijgen, sloeg ze hem met haar vlakke hand hard tegen zijn wang. Dat had hij niet zien aankomen. Hij deinsde terug en keek zo mogelijk nog verblufter.
‘Jij smerige, overspelige, leugenachtige klootzak,’ zei ze, zich ervan bewust dat een stel tienerjongens een paar meter verderop bleef staan kijken.
‘Toe maar, schat,’ zei een van hen, ‘geef hem nog maar een hengst, dan zal ik een foto maken.’ De knul hield zijn mobiele telefoon omhoog. Niets was tegenwoordig nog privé. Zelfs een vernederende relatiebreuk niet.
‘Eliza, doe het niet,’ zei Greg. ‘Maak alsjeblieft geen scène.’ De smekende wanhoop in zijn stem was gewoon zielig en ze vroeg zich af wat ze ooit in hem had gezien.
‘Je bent de inspanning niet waard,’ zei ze, toen hij de wandelwagen met de slapende baby tussen hen in manoeuvreerde. ‘Je bent zelfs mijn minachting niet waard.’
Ze liep weg, aarzelde toen en draaide zich weer naar hem om. ‘O, en je mag wel iets goeds verzinnen om je vrouw uit te leggen hoe je aan die rode plek op je wang komt, maar wetend wat voor eersteklas leugenaar je bent, weet ik zeker dat je wel iets zult bedenken.’
Terwijl de adrenaline nog steeds door haar heen gierde, ging ze op zoek naar haar vriendin.