25
Zover Jeff het kon beoordelen kon hij net zo goed onzichtbaar zijn. Niemand luisterde naar wat hij zei, laat staan dat ze belangstelling hadden voor zijn mening. Om zichzelf op te vrolijken besloot hij bij Parr’s een krant te gaan halen en daarna met een biertje in de tuin te gaan zitten. Hij zou ook een varkenspastei meebrengen. Die had hij al in tijden niet meer gegeten en het was net wat hij nodig had.
Toen hij echter bij Parr’s binnen stapte en merkte dat het er tjokvol was, voelde hij weer een vlaag van ergernis, want daar, vooraan in de rij, stond Owen Fletcher iedereen op te houden terwijl Wendy-met-de-knalroze-lippen hem stroop om de mond smeerde. Hij was ongeveer een maand geleden hier komen wonen en er leek al geen ontkomen meer aan. Alles wat Jeff tegenwoordig hoorde was Owen Fletcher zus en Owen Fletcher zo. Hij kon met niemand in het dorp praten zonder te moeten aanhoren dat de man zo’n geweldige aanwinst was voor Little Pelham; dat hij tijdens de jaarmarkt zijn mouwen had opgestroopt en meegeholpen; dat hij zo gul had bijgedragen aan het gemeentehuisfonds zodat ze een nieuw toilet konden laten plaatsen en de keuken laten moderniseren. De man had zelfs aangeboden Tatties dochter pianoles te geven wanneer ze hier was. En het verhaal over de sofacapriolen van die verdomde Owen Fletcher had hij al wel een miljoen keer gehoord. Hij was duidelijk een uitslover. Het soort man dat alles deed om de aandacht te trekken en zijn imago en sociale status te verbeteren voor zijn eigen doeleinden. Hij zou er al snel achter komen dat de mensen daar niet intrapten. Niet op de lange duur. De mensen waren nu misschien van hem onder de indruk, maar ze zouden al snel genoeg van hem krijgen. Als de wat meer scherpzinnige dorpsbewoners zijn act van meneer Op-Alle-Fronten-Prima-Kerel nu al niet doorzagen.
Jeff had de nieuwste inwoner van Little Pelham maar één keer gesproken. Toen hij drie weken geleden net terug was van zijn reis naar Dubai, was hij hem voor de doe-het-zelfzaak in Olney tegengekomen. Toen hij de groene Jaguar met de opzichtige gepersonaliseerde nummerplaat OWE1 zag, en de eigenaar die net zijn portier wilde openen toen Jeff kwam aanrijden, had hij besloten op hem af te stappen en zich voor te stellen.
‘Aha, dus jij bent Jeff Channing,’ had de man gezegd.
‘De enige echte,’ had Jeff geantwoord. ‘Hoe bevalt het dorpsleven? Is het niet te rustig voor je?’
‘Helemaal niet. Het bevalt me uitstekend.’
‘Ik neem aan dat je wist wat je kon verwachten, omdat je hier als jongen ook hebt gewoond.’
‘Min of meer.’
‘En wat doe je? Wat voor werk, bedoel ik?’
‘Ik doe zo min mogelijk. Ik heb mijn bedrijf verkocht en ben hierheen gekomen om zo stressvrij te leven als het maar kan.’
Zelfvoldane klootzak, had Jeff gedacht toen Owen was weggereden.
Dat dacht hij ook weer nu hij aansloot in de rij om voor zijn krant en de varkenspastei te betalen en door het raam naar Owen keek, die nu buiten met Joe Coffey stond te praten. Ze hadden kennelijk samen op de dorpsschool gezeten en Joe was een zomerhuisje voor Owen aan het bouwen bij The Hidden Cottage. Jeff vroeg zich af hoe dat ging – oude klasgenoten van wie de een nu voor de ander werkte. Als Owen niet zo verdomd irritant was – zo’n zogenaamd toonbeeld van onbaatzuchtigheid – zou Jeff hem hebben gewaarschuwd dat Joe de gewoonte had te veel te vragen voor het werk dat hij verrichtte. Maar in dit geval kon Joe zijn klant afzetten zo veel hij wilde.
‘Alles goed, meneer Channing?’
Jeff wendde zich van het raam af en realiseerde zich dat hij vooraan in de rij stond en dat Wendy hem haar zuurstokroze glimlach schonk.
‘Dat is een mooie reeks nieuwe varkenspasteien,’ zei ze, naar de pastei in zijn hand wijzend. ‘We hebben ze pas sinds vorige week, maar ze vliegen over de toonbank. U zult niet teleurgesteld zijn, dat garandeer ik u.’ Wendy had een tenenkrommend accent, waardoor ze naar Jeffs mening een beetje simpel klonk. Ze sprak nieuw uit als noe en elke keer dat ze het zei, had hij de neiging haar te corrigeren.
Dat deed hij echter nooit. Met de vriendelijke glimlach die hij voor haar altijd gebruikte zei hij: ‘Goedemorgen, Wendy, hoe is het met je?’
‘Kon niet beter,’ zei ze stralend. ‘Heeft u nog wat leuks gepland voor het weekend,’ vroeg ze, ‘behalve dat Jensen thuis is?’
‘Dat hij thuis is, is al leuk genoeg,’ loog hij.
Joe was verdwenen toen Jeff de winkeldeur achter zich dichtdeed, maar nu was Muriel met Owen in gesprek. ‘Jeff!’ riep ze. ‘Owen kwam net met een fantastisch idee.’
‘O ja,’ zei Jeff. Wat nu weer? Had de man soms een geneesmiddel tegen kanker ontdekt? ‘Wat dan?’ vroeg hij.
‘Het gaat over de talentenjacht,’ zei Muriel, ‘Owen had een uitstekende suggestie om die helemaal up-to-date te brengen. Vooruit, Owen, vertel jij het Jeff maar.’
Owen glimlachte. ‘Ik dacht gewoon dat jullie de avond misschien een nieuwe naam konden geven: Little Pelham’s Got Talent.’
Geweldig, dacht Jeff. Over een godcomplex gesproken, nu dacht hij verdomme ook nog dat hij Simon Cowell was! De afgelopen paar jaar was Jeff de ceremoniemeester van de jaarlijkse talentenjacht geweest, de belangrijkste rol als je het hem vroeg; hij was degene die voorkwam dat de avond op een chaos uitliep en die soms, wanneer de optredens erg slecht waren, het meeste gelach genereerde. ‘Ik wist niet dat er een update nodig was,’ zei hij.
Muriel lachte. ‘We hebben allemaal weleens een update nodig, Jeff. Ik ga ervandoor. Fijn weekend, allebei. Tot ziens.’
Alleen achtergebleven met Owen zei Jeff: ‘Ik denk dat je zult merken dat sommige van de oudere aanhangers van de talentenjacht niet zo happig op verandering zijn als Muriel.’
De man haalde tergend licht zijn schouders op. ‘Het was maar een suggestie, meer niet. Het laatste wat ik wil is iemand op de tenen trappen. Ben je op weg naar huis?’
‘Ja.’
‘Ik ook. Ik loop met je mee.’
Jeff dwong zichzelf vriendelijk te glimlachen.
Ze liepen samen in de richting van Medlar House. ‘Wat is het laatste nieuws over Daisy’s vertrek naar Australië?’ vroeg Owen.
Jeffs geforceerde air van vriendelijkheid was meteen verdwenen. Hoe waagde die man het naar Daisy te informeren? Hoe durfde hij zijn neus in een privéaangelegenheid te steken? ‘Niets nieuws te melden,’ zei hij koeltjes, blij dat ze Medlar House hadden bereikt.
Hij liep net de oprit op toen Owen zei: ‘Zeg maar tegen Madison dat ik haar morgenmiddag verwacht. Als ze die les tenminste nog steeds wil.’
Vertel haar dat zelf maar, dacht Jeff terwijl hij achterom liep. Hij was toch zeker geen boodschappenjongen.
Naast de schuur stonden twee auto’s geparkeerd die hij niet kende, waarschijnlijk van klanten van Mia.
In de keuken stak hij de flesopener in zijn zak en pakte hij twee flesjes bier uit de koelkast. Daarna liep hij weer naar buiten, naar het deel van de tuin naast het huis, dat niet in het zicht van de schuur en het Peperkoekhuisje lag.
In de zon, met zijn bierflesje geopend en de krant opengeslagen, hapte hij vastberaden en met smaak in de pastei. Dat leek er meer op. Dit zou zijn weekend weer op het goede spoor helpen brengen. God wist dat hij iets nodig had om zijn stemming te verbeteren, want sinds hij terug was van zijn reis naar Dubai ging alles bergafwaarts.
Hij kon nog steeds niet geloven dat Daisy tegen hem had gelogen. Dat ze al maanden tegen hem loog. Al die flauwekul over dat ze naar Australië wilde als een soort avontuur waar ze behoefte aan had was maar de helft van het verhaal geweest.
Trouwen! Niet te geloven! Hoe kon ze er zelfs maar over piekeren met een man te trouwen die tien jaar ouder was dan zij? Een man die Mia en hij nauwelijks kenden. En dan te bedenken dat Jeff erop had vertrouwd dat Scott goed op Daisy zou passen, dat hij voor haar zou zorgen. Wat had hij het mis gehad.
De schok van wat Daisy had gedaan – de waarheid voor hem verzwijgen, en wat voor waarheid! – sneed zo diep in zijn ziel dat hij zich er dagenlang niet toe had kunnen brengen met haar te praten. Toen hij dacht dat hij weer met haar zou kunnen praten zonder kwaad te worden, had hij haar vanuit Brussel gebeld. ‘Lieverd, ik snap gewoon niet waarom je dit voor me stil hebt gehouden,’ had hij gezegd. ‘Waarom heb je dat gedaan? Is het omdat je diep vanbinnen weet dat het verkeerd is, dat je weet dat je een grote vergissing begaat?’
‘Pap,’ had ze gezegd, ‘het spijt me dat het zo is gelopen, maar ik heb het je niet verteld omdat je altijd denkt dat alleen jij weet wat het beste voor me is. Je vertrouwt er nooit op dat ik mijn eigen beslissingen kan nemen.’
‘Dat is niet waar. Dat is helemaal niet waar. Maar luister, als je dan toch per se naar Australië moet, ga dan, maar trouw niet overhaast. Doe het rustig aan. Niet alles tegelijk. En als het dan niets wordt in Sydney, kun je gewoon terug naar huis komen. Niemand zal zeggen Ik had je toch gewaarschuwd, dat beloof ik je.’
‘Alsjeblieft, pap, waarom luister je nou niet naar me? Ik doe niets overhaast. Het is niet zo dat Scott en ik op stel en sprong willen trouwen. Ik weet wat ik doe en dat het goed voor me is.’
‘Nog niet zo lang geleden dacht je dat jezelf doodhongeren goed voor je was.’ Zodra de woorden over zijn lippen waren, wist hij dat hij het verpest had.
‘Dat was ver onder de gordel, pap,’ had ze gezegd, ‘zelfs naar jouw maatstaven.’ En toen had ze opgehangen voor hij de kans kreeg zich te verontschuldigen.
Woedend op zichzelf had hij op de herhaaltoets gedrukt, maar ze had niet opgenomen. Ook later die avond niet. Of de volgende dag. Dat was bijna drie weken geleden. Beschaamd als hij was, had hij zelfs niet tegen Mia verteld wat hij had gezegd, alleen dat Daisy weigerde met hem te praten. Mia’s advies was dat hij Daisy de tijd en de ruimte gaf, wat haar wondermiddel voor alle familieproblemen leek te zijn.
Hij was niet alleen door Daisy’s verraad van slag, maar ook door dat van Mia. Ze was al enkele dagen van Scott en Daisy op de hoogte geweest en had het hem niet verteld. ‘Ik wilde het je niet over de telefoon vertellen,’ had ze gezegd. ‘Omdat ik wist hoezeer het je van streek zou maken, leek het me beter het je te vertellen wanneer je thuis was.’
Nog meer onzin. Ze had hem de informatie met opzet onthouden, had hem met opzet buitengesloten bij de belangrijkste beslissing van Daisy’s leven, een beslissing die ertoe zou leiden dat ze de grootste fout in haar jonge leven zou begaan. En dat het een vergissing was, dat wist hij zeker. Niemand zou overhaast moeten trouwen. Daarom had hij met Mia ook de tijd genomen – hij was er gewoon niet klaar voor geweest. Hij geloofde dat niemand er klaar voor kon zijn zolang die niet dichter bij de dertig dan bij de twintig was. Een huwelijk op te jonge leeftijd kon alleen maar in een echtscheiding eindigen. Mensen wisten gewoon niet wat ze echt wilden voordat ze wat levenservaring hadden opgedaan.
Hij zuchtte en nam een flinke slok van zijn bier. Hij wou dat hij verdomme wist wat Mia de laatste tijd wilde. Oké, ze waren het in het verleden ook niet altijd met elkaar eens geweest, maar zoals hij het nu zag, was ze gewoon tegendraads om geen enkele andere reden dan dat ze tegendraads wilde zijn. Eerst haar weigering om mee te gaan naar Brussel en nu weer dat gedoe met Daisy en Scott.
Hij verfrommelde de papieren zak waar de pastei in had gezeten, dronk nog wat bier en bedacht dat alles achter zijn rug om leek te veranderen, zonder dat er naar zijn mening werd gevraagd. Het leek wel of hij niet meetelde.
Sinds twee weken sliep Eliza van maandag tot donderdag weer thuis omdat ze aan een nieuw project in Milton Keynes werkte, en nu hadden Jensen en zijn vriendin het halfbakken idee om uit Londen weg te gaan en naar Little Pelham te verhuizen. Ze waren hier voor het weekend en logeerden in het Peperkoekhuisje, zodat ze op huizenjacht konden.
Tijdens het eten gisteravond had Tattie er de mond van vol gehad dat ze Madison kindvriendelijker wilde grootbrengen dan in Londen mogelijk was. Zij en Jensen hadden het ook gehad over het voordeel van hun werk, dat hun toestond buiten Londen te gaan wonen; het enige wat ze nodig hadden was internet en een goede treinverbinding. In Jeffs oren klonk het allemaal alsof ze erg met hun hoofd in de wolken liepen.
Mia scheen te denken dat deze laatste wending Jeffs theorie ontkrachtte dat Jensen Tattie alleen maar gebruikte om hem terug te pakken.
Hijzelf was daar niet van overtuigd. Hij achtte Jensen overal toe in staat; de jongen had immers vaker tegen hem gelogen en van hem gestolen. Wanneer hij Mia herinnerde aan de creditcard die Jensen uit zijn portemonnee had gestolen om voor driehonderd pond aan computerspelletjes mee te betalen, zei ze altijd hetzelfde: ‘Hij was zestien, Jeff. Hij was jong en dacht niet na en heeft je er al heel vaak zijn excuses voor aangeboden. Hou er dus over op.’
Jensen kon tot zijn laatste ademtocht zijn excuses blijven aanbieden, Jeff zou er niet over ophouden, en wel om het simpele feit dat hij niet geloofde dat zijn zoon ooit oprecht berouw zou voelen als het om hem ging.
Iets anders wat Jeff niet snapte was Mia’s overdreven genegenheid voor Madison. Het was niet goed dat ze zo aan elkaar gehecht raakten, want wanneer – niet als, maar wanneer – het fout liep tussen Jensen en Tattie, zou het meisje veel moeilijker met de breuk om kunnen gaan als ze Mia als surrogaatgrootmoeder zag.
Hij bedacht dat, hoewel Mia altijd alle problemen dood leek te willen analyseren, hij in dit geval de enige leek te zijn die de situatie evalueerde en de ellende voorzag die in het verschiet lag. Maar aangezien niemand hem om zijn mening vroeg, kon hij niets anders doen dan achteroverleunen en hen de boel grandioos laten verpesten. Hij vermoedde dat ze dan allemaal huilend naar hem toe zouden komen voor een oplossing.
Hij schudde zijn hoofd. Zo hoorden zijn weekends niet te zijn. Toen hij de baan in Brussel had aangenomen had hij zich voorgesteld dat hij op vrijdagavond thuis zou komen en Mia helemaal voor zichzelf zou hebben. Dat hun leven, nu de kinderen allemaal de deur uit waren, om hen tweeën zou draaien, en ze samen zouden genieten van de tijd die ze met elkaar doorbrachten. Hij had geen seconde gedacht dat hij om de aandacht van zijn vrouw zou moeten wedijveren met een meisje van negen... en het nog tegen haar zou afleggen ook.
Hij had ook niet gedacht dat Daisy zou weigeren met hem te praten.
Waar was het allemaal misgelopen?
En waarom was hij de enige die het allemaal duidelijk zag?