Hoofdstuk 15
Nog natrillend ging Zoe in bed liggen. Wat was er zojuist gebeurd? Het ene moment had ze nog over Franky Bates lopen piekeren, waarbij ze steevast een zware steen in haar maag voelde, het volgende moment was hij spoorloos uit haar gedachten verdreven. Bij Jonathans tedere aanraking was ze overmand door een passie die ze nooit eerder had ervaren.
Was het simpelweg de beroemde verlokking van verboden vruchten? Wat had ze gedaan als hij verder was gegaan? Als de hand die zo licht op haar heup had gelegen omhoog was gegleden en zich om haar borst had gesloten?
Een kreun smorend trok ze de dekens over haar hoofd. Dan had ze hem natuurlijk weggeduwd. Ze wilde er niet aan dat ze hem misschien had laten begaan. Het was al erg genoeg dat ze had genoten van dat vluchtige lichaamscontact.
Ophouden, hield ze zichzelf voor. Ze moest niet te veel betekenis hechten aan haar reactie op hem. Het verbleekte bij haar zorgen om Samantha. Ze was zichzelf niet, zou nooit meer zichzelf zijn zolang haar dochter in gevaar was.
‘Zet het van je af,’ fluisterde ze. Tevergeefs. Ze bleef zich de gespierde armen voorstellen die hij om haar heen had geslagen, zijn warme adem die langs haar nek was gestroomd, de tintelende sensatie die door haar heen was getrokken toen hij met zijn lippen over haar huid had gestreken…
Geërgerd sloeg ze het beddengoed van zich af, ging overeind zitten en pakte haar mobieltje. Ze moest Anton bellen. Ze had vandaag al een paar keer contact met hem gehad, wist dat hij het zou doorgeven als er iets veranderde, maar ze moest zijn stem horen, al was het maar om zichzelf eraan te herinneren ze met hem verloofd was. Sinds Sam was verdwenen voelde ze zich met niemand meer verbonden, maar dat was geen excuus. Ze mocht niet de zoveelste relatie verbreken, voor de zoveelste keer verhuizen.
Stabiliteit, daar moest ze zich op richten. Op dat wat haar vader haar nooit had kunnen geven. Anton was degelijk, berekenbaar. Toen ze bij hem in was getrokken, had ze zich voorgenomen dat het definitief was. Ze moest hem trouw blijven.
Er klonk een piepje – een wisselgesprek. Zonder te kijken wist ze dat het Skye was, maar ze schakelde niet over. Ze zou haar morgenochtend wel terugbellen.
Toen Anton eindelijk opnam, klonk hij al even vermoeid als zij was. ‘Sorry, ik zat op de andere lijn met Thomas van de recherche,’ zei hij.
‘O, zal ik dan weer ophangen?’
‘Nee, hoeft niet, we zijn klaar.’
Zoe leunde tegen het hoofdeind. ‘Had hij nog nieuws?’
‘Niet veel.’ Anton slaakte een diepe zucht. ‘Hij tast net zo in het duister als wij. Er druppelen wat aanwijzingen binnen, maar die hebben nog nergens toe geleid.’
Ze kreeg het koud en kroop weer onder de dekens. ‘Ik weet niet of ik dit volhoud.’
‘Helaas zul je wel moeten, Zoe. Niemand vraagt om dit soort ellende. Soms overkomt het je nu eenmaal.’
Hij klonk bevoogdend, niet als een geliefde. Kon het niet wat intiemer? Kon hij niet zeggen dat hij met haar meevoelde? Dat hij altijd voor haar klaar zou staan? Dat ze zich hier samen doorheen zouden slaan?
Opeens had ze er spijt van dat ze hem had gebeld, en ze haastte zich om een eind te maken aan het gesprek. ‘Anton, ik ben op. We horen elkaar morgen wel weer.’
‘Waar ben je nu?’
‘In Los Angeles.’ Ze kromp ineen bij de leugen, maar ze wilde absoluut San Diego niet noemen.
‘Dat snap ik ook wel,’ zei hij. ‘Maar waar logeer je?’
Ze was bang dat hij het schuldbesef in haar toon op zou merken en krulde zich op. ‘In een hotel.’
Omdat hij er sowieso al op tegen was geweest dat ze met Jonathan meeging, verwachtte ze dat hij zou vragen of ze wel aparte kamers hadden, maar dat deed hij niet. ‘Een hotel? Waar betaal je dat van?’
Bijna schoot ze in de lach. Zij maakte zich zorgen dat ze misschien met Skyes detective in bed zou belanden, en hij maakte zich zorgen over honderdnegenentwintig dollar.
‘Het wordt geregeld door De Laatste Linie,’ zei ze. Ze dácht althans dat de stichting het financierde – hoewel de creditcard die Jonathan had gebruikt op zijn naam leek te staan.
‘Mooi zo. Hoe langer dit duurt, hoe hoger de kosten oplopen.’
‘Ben je soms boos omdat ik kleurkopieën heb laten maken in plaats van zwart-wit?’
‘Ik begrijp het wel, maar we hadden het geld verstandiger kunnen besteden. Volgens de recherche is het raadzaam een beloning uit te loven.’
Een beloning, natuurlijk! Waarom had ze daar zelf niet aan gedacht?
Waarschijnlijk omdat ze geen rooie cent bezat.
‘Hoeveel?’ Voor de zoveelste keer wenste ze dat ze net zo’n achtergrond had als Anton, dat zij degene was met een spaarrekening, dat ze niet afhankelijk hoefde te zijn van anderen.
‘Tienduizend dollar.’
Dat was níks vergeleken bij wat zij over zou hebben voor haar dochter. Maar ze had het eenvoudigweg niet. En ze wist wat zo’n bedrag betekende voor iemand die zo op de penning was als haar verloofde.
‘Wat vind jij?’ vroeg ze.
‘Misschien moeten we het inderdaad maar doen.’
Zoe trok de dekens nog strakker om zich heen. Als Anton een beloning wilde uitloven, zou ze hem niet tegenhouden – terwijl ze nog geen tien minuten geleden gehunkerd naar een andere man. Wat zei dat over haar karakter?
‘Dank je wel, Anton, dat is lief van je.’ Ze slikte de brok in haar keel weg. Als hij ervoor kon zorgen dat ze Sam terugkreeg, zou ze alles op alles zetten om aan zijn verwachtingen te voldoen. ‘Ik… ik zal je niet teleurstellen.’
‘Hè?’
De douche hield op met stromen, en haar hart begon wild te hameren. ‘Laat maar.’
‘Zorg maar dat je wat rust krijgt. Zo te horen ben je versleten.’
‘Ja. Welterusten.’
‘Ik hou van je.’
‘Ik…’
Terwijl ze wilde zeggen dat ze ook van hem hield, ging de badkamerdeur open en kwam Jonathan met een handdoek om zijn heupen naar buiten. De woorden bleven in haar keel steken.
‘Welterusten,’ mompelde ze nog eens, en ze hing op.
Het drong tot Zoe door dat ze de slaap niet zou kunnen vatten. Ze was kapot, maar net als gisternacht bleef ze liggen malen.
Hoewel Jonathan geen woord had gezegd sinds hij onder de douche vandaan was gekomen, merkte ze aan zijn bewegingen dat ook hij nog klaarwakker was. Hij lag in het andere bed, met zijn jeans nog aan, waarschijnlijk omdat hij geen pyjama had meegebracht.
Ergens voelde ze zich schuldig dat hij blijkbaar slecht op zijn gemak was, maar ze wilde nog steeds liever niet alleen zijn. De onbekende geluiden in het hotel, het donker, het vreemde meubilair en de schaduwen zouden het onmogelijk maken de komende uren in haar eentje door te komen. En niets, zelfs niet een eigen kamer, zou iets veranderen aan het feit dat Skyes detective aantrekkingskracht op haar uitoefende. Er was al op die eerste keer dat ze elkaar hadden ontmoet een vonk overgesprongen, toen hij haar troostend had vastgehouden in plaats van afstand te bewaren, zoals de meeste vreemden zouden hebben gedaan. Ze was domweg te panisch geweest om het zich te realiseren. Maar ze zou het morgen hebben ingezien, of overmorgen, als het niet vanavond had erkend.
Haar jasje was omhoog geschoven. Onder de dekens trok ze het weer omlaag, en ze rolde met haar gezicht naar de muur. Anton was bereid een beloning uit te loven voor Sam. Ze moest zich concentreren op hoe lief dat van hem was, niet mijmeren over de intuïtie waarmee Jonathan op haar emotionele behoeften leek in te spelen. Anton was degene die had beloofd met haar te trouwen en Sam te adopteren, om het soort vader te zijn dat zij zelf nooit had gehad, de vader die ze voor haar dochter wilde.
Ze verschoof haar kussen. Sam… Zou ze haar kind ooit nog zien? Kon Franky Bates op de een of andere manier lucht hebben gekregen van haar bestaan?
Indertijd had haar verkrachter overal toe in staat geleken, maar…
Jonathans stem doorbrak haar gepeins. ‘Zal ik maar even naar de drogist gaan?’
Meteen doemde er een pakje condooms voor haar op. O help… ‘Hoezo?’ vroeg ze voorzichtig.
‘Voor een slaapmiddel.’
Ze liet haar ingehouden adem ontsnappen. Rustig maar. ‘Voor mij? Nee hoor, ik hoef niets.’ Ze draaide zich nog eens om. ‘Ik wil helder blijven, voor het geval we er opeens uit moeten.’ De temperatuur in de kamer was aangenaam, maar ze had het steenkoud.
‘Je moet wat slaap zien te krijgen, Zoe. Al is het maar voor een paar uurtjes.’
Ze reageerde niet. Maar nadat ze nog een poos had liggen woelen, kon ze er niet onderuit. ‘Jon?’
‘Wat?’
‘Ik heb het te koud om in slaap te komen.’
Toen ze hoorde dat hij zijn bed uit kwam, nam ze aan dat hij toch naar de drogist ging. Alleen liep hij de kamer niet uit, maar tilde hij haar deken een stukje omhoog en kroop hij naast haar. Ze wilde protesteren, hem in niet mis te verstane bewoordingen duidelijk maken dat hij van haar af moest blijven. Nu ze wist dat ze op haar hoede moest zijn, zou ze Anton niet bedriegen.
Alleen bleek Jonathan geen oneerbare bedoelingen te hebben. Hij vouwde eenvoudigweg zijn sterke armen om haar heen en hield haar tegen zich aan.
Zijn trage, regelmatige ademhaling, die als een metronoom in haar oor klonk, werkte kalmerend. Voor het eerst sinds Antons schokkende telefoontje van maandagmiddag voelde ze zich enigszins geborgen.
Aan het ritme van zijn hartslag merkte ze dat hij vrijwel meteen indommelde, en uiteindelijk verdwenen de rillingen en gleed ook zij weg.
De wekker liep af, en Tiffany werd met een bonkend hoofd en schrijnende borsten wakker. Colin had haar praktisch de hele nacht opgehouden. Hij had gisteravond Viagra geslikt en was onverzadigbaar geweest – alleen had hij geen hoogtepunt kunnen bereiken. Telkens wanneer ze had gedacht dat hij bijna zover was, was ze gaan kreunen en kronkelen om hem aan te sporen. Tevergeefs. Uiteindelijk was hij uitgeput naast haar neergezakt, en hij had haar vastgebonden laten liggen voor het geval hij opnieuw zou willen. Al met al hadden ze maar een uurtje geslapen.
‘Colin?’
Zijn hoofd kwam omhoog in de wirwar van beddengoed. ‘Wat?’
‘Je moet naar je werk.’
‘Nee hè!’ Hij schoof uit bed en wankelde zonder zich ook maar even om haar te bekommeren naar de badkamer.
‘Maak je me niet los?’
Ze hoorde hem plassen en het toilet doorspoelen. ‘Waarom zou ik? Je hebt het niet verdiend.’
Tiffany hield zich voor dat ze hem moest negeren. Hij was gewoon in een slecht humeur.
Alleen wilde hij een reactie. Hij kwam terug en torende boven haar uit, zijn ogen bloeddoorlopen en zijn mond vertrokken in een hatelijke grimas. ‘Hoor je me?’
‘Ik kon er niks aan doen,’ zei ze. ‘Ik heb je alles laten gebruiken wat je maar wilde.’ De klemmen op haar tepels bewezen het. Ze zaten er nog steeds, ook al was ze inmiddels misselijk van de pijn.
‘Wat ik maar wilde,’ bauwde hij haar vol walging na. ‘Wacht jij maar tot morgenavond, dán ga ik alles doen wat ik maar wil.’
Toen hij de klemmen toch weghaalde, hunkerde ze ernaar dat hij haar zou kussen of strelen om haar te troosten, maar hij gooide ze simpelweg op het tafeltje en trok het touw rond haar polsen los. ‘Je moet terug naar de chirurg,’ bromde hij.
Nu haar handen vrij waren wreef ze zelf over haar beurse borsten. ‘Vind je ze dan nog niet groot genoeg zo?’
‘Bij lange na niet.’ Zijn neus rimpelde van afkeer terwijl hij zijn blik over haar heen liet glijden. ‘Of misschien knap ik op je af omdat je dikker bent geworden.’
Ze was geen gram aangekomen. Ze controleerde haar gewicht dagelijks. ‘Wil je dan dat ik nog minder dan vijfenvijftig weeg?’
‘Ik wil dat jij ervoor zorgt dat ik al klaarkom als ik alleen maar naar je kijk.’ Hij haalde zijn schouders op en liet het aan haar zelf over haar enkels los te maken. ‘Ik zou maar als een speer naar de sportschool gaan als ik jou was. Je doet vandaag een halfuur extra cardio.’
Tiffany beefde zo hevig dat het haar amper lukte de knopen uit het koord te krijgen. Haar bloedtoevoer was zo lang afgesneden geweest, dat het haar duizelde toen ze opstond.
Als het vannacht beter was afgelopen, had ze niet gemaald om de blauwe plekken. Wanneer Colin tevreden was over haar, was hij een en al charme. Ze vond het heerlijk als het haar lukte het hem naar de zin te maken. Er waren momenten geweest dat hij op haar blote buik had liggen snikken terwijl hij zei dat hij haar liefde en geduld zo op prijs stelde.
‘Ben je al aangekleed?’ riep hij vanuit de douche.
‘Bijna.’
‘Haal vandaag meteen even een slipketting voor Sam, net zo een als we voor Rover hadden.’
Op slag was Tiffany haar blessures vergeten. Ze had gehoopt dat Colin niet zou merken dat de vorige kwijt was. ‘Waar is die van Rover dan?’ vroeg ze zogenaamd argeloos.
‘Ik kan hem nergens vinden. Ik heb er gisteravond naar lopen zoeken, voor ik besloot dan maar de kaarsen te gebruiken.’
De blaren stonden op haar heupen en tussen haar dijen, maar de hete was vond ze altijd nog minder erg dan half te stikken in de metalen strop. De vorige keer dat hij die bij haar om had gedaan, was ze het bewustzijn verloren. Dat had haar zo beangstigd dat ze hem had verstopt tijdens de consternatie rondom Rover. Soms raakte Colin zo opgewonden dat hij niet meer wist wat hij deed.
‘Ga je met Sam spelen?’ vroeg ze, opgelucht bij de gedachte dat ze weer op vertrouwd terrein waren, ondanks zijn opdracht een nieuwe ketting te kopen.
‘Ja. Ik neem jullie zaterdagavond mee naar het chalet van mijn vader. We brengen Moederdag daar door. Als afleiding, om Rover te vergeten.’
‘Hoe krijgen we Sam ongezien het huis uit?’
‘Net als Rover. We verdoven haar, stoppen haar in een grote doos en dragen haar naar buiten, alsof ze bij de bagage hoort.’
‘En wat doen we als we haar daar eenmaal hebben? We kunnen haar niet aanraken zolang ze Pfeiffer heeft, weet je nog?’
‘We gaan haar drugs voeren. Weet je nog hoe schitterend het was toen we Rover crack hadden laten roken?’
Ze hadden zich inderdaad om hem bescheurd. ‘Goed idee.’ Ze strikte de veters van haar gymschoenen. ‘Ik ga trainen.’
‘Tiffany?’
Bij de deur bleef ze staan. ‘Ja?’
‘Sorry dat ik je zo’n zeer heb gedaan. Ik denk dat ik meer van slag was door Rover dan ik wilde toegeven.’
‘Ik begrijp het wel.’
‘Houd je nog van me?’
Plotseling deden haar borsten niet zo’n pijn meer. ‘Natuurlijk houd ik nog van je.’
‘Als je liever niet hebt dat de jongens morgen langskomen, is dat geen punt, hoor.’
Ze concurreerde niet graag om Colins aandacht met zijn vrienden. Maar zij was degene die Rover had laten ontsnappen, en na vannacht wilde ze haar man bewijzen dat ze hem nog steeds kon prikkelen. Als ze zo’n groot offer bracht, zou hij Zoe misschien uit zijn hoofd zetten. ‘Nee, laat ze maar komen. Ik zal ze zo gek maken dat ze het er nog maanden over hebben.’
‘Meen je dat?’
Bij het horen van zijn enthousiasme verdween het laatste restje twijfel. Eén avond moest haar lukken. En zoals Colin had gezegd, ze zou er zelf vast ook plezier aan beleven. Want als hij het naar zijn zin had, genoot zij ook.
‘Dat meen ik,’ antwoordde ze.
Toen ze terugkwam van de sportschool, lagen er twaalf rozen op de stoep. Op het kaartje stond:
Zo’n vrouw als jij vind ik nooit meer. Je bent perfect. Kus, Colin