Hoofdstuk 9

 

 

 

‘En? Wat denk jij?’ klonk Skyes blikkerige stem door de telefoon.

Van Jonathans klushuis in een zijstraat van Broadway viel met een flinke opknapbeurt heel wat te maken, maar hij woonde er nu al ruim een jaar en had nog steeds geen tijd gehad om er ook maar iets aan te doen. Aanvankelijk had hij de logeerkamer als kantoor willen inrichten, maar omdat hij meestal doorwerkte tijdens het eten, waren zijn bureau en dossiers uiteindelijk in de keuken beland. ‘Ik geloof niet dat het de biologische vader is, de vent die Zoe heeft verkracht.’

‘Waarom niet?’

De akita Kino stootte bedelend om aandacht met zijn snuit tegen Jonathans hand. Overdag paste de buurvrouw op hem; akita’s hadden veel aandacht nodig, het was geen ras dat je lang alleen kon laten. Maar Ronnie, zoals Veronica zich liet noemen, had vandaag naar San Francisco gemoeten, dus Kino had de hele dag opgesloten gezeten en popelde om te worden uitgelaten.

Ook al liep het inmiddels tegen elven, Jonathan was van plan straks nog even met hem te gaan wandelen. Zodra hij iets gegeten had. ‘Hou even je gemak,’ zei hij tegen de hond voordat hij zich weer op het gesprek richtte. ‘Het moet in elk geval een bekende van Samantha zijn geweest.’

‘Dus geen tekenen van een gevecht?’

‘Nee.’ Hij begon zijn koelkast te doorzoeken. ‘En aangezien Sam denkt dat haar vader is omgekomen bij een auto-ongeluk, lijkt het me sterk dat ze een wildvreemde die beweerde haar papa te zijn binnen zou halen.’

‘Ik vroeg me al af wat voor draai Zoe aan haar afkomst had gegeven, maar ik wilde me er niet mee bemoeien.’

Twee van de drie bakjes met restjes van een afhaalmaaltijd konden meteen de vuilnisbak in, want het voedsel bleek bedorven. Hij zette het kliekje lasagne van gisteravond in de magnetron; het enige wat er nog betrouwbaar uitzag, op de ketchup, mosterd en augurken na. ‘Zoe heeft haar kaken stijf op elkaar gehouden. Alleen haar vader is op de hoogte.’

‘Heeft ze het ook niet aan Anton verteld?’

Als Skye hem zelf had ontmoet, had ze wel begrepen waarom. ‘Nee. En ik had de indruk dat ze ook niet wil dat hij erachter komt.’

‘Tja, hoe meer mensen het weten, hoe groter de kans dat Sam het op een dag te horen krijgt.’

‘Maar als je zoiets niet aan je partner durft toe te vertrouwen,’ zei hij terwijl hij voorover boog om naar de ronddraaiende schotel te kijken, ‘wat zegt dat dan over je relatie?’

‘Misschien zijn ze niet zo intiem.’

‘Ze zijn verlóófd.’

‘Dat zegt tegenwoordig niet meer zoveel.’

Hij leunde tegen het aanrecht en vouwde zijn armen over elkaar. ‘Ik betwijfel of ze het hem ooit zal vertellen, zelfs als ze eenmaal getrouwd zijn. Volgens mij is ze bang dat hij dan op haar neer zal kijken. Of het als chantagemiddel zou gebruiken. Zo’n wapen wil ze hem niet in handen geven.’ Het eten was nog koud toen hij het eruit haalde, dus hij gaf het nog twee minuten extra. ‘Of misschien houdt ze het voor zich omdat Anton toch al zo negatief over haar vader denkt. Als hij wist wat haar is overkomen terwijl ze onder zijn hoede was, zou dat alleen maar erger worden.’

‘Toch kunnen we niet uitsluiten dat Franky Bates zijn dochter heeft meegenomen,’ voerde Skye aan. ‘Sommige kinderen doen voor iedereen open. Ze realiseren zich niet hoe gevaarlijk het is. Het is ze aangeleerd beleefd te zijn tegen vreemden, dus ze heten iedereen met een glimlach welkom.’

‘De voordeur zat op slot toen Lucassi thuiskwam. Alleen de poort achter stond open.’

‘Waarmee je wilt zeggen dat…’

De vijftienurige werkdag begon zijn tol te eisen. Verlangend blikte Jonathan naar het koffiezetapparaat. Hij zou vannacht geen oog dichtdoen als hij zwichtte voor de verleiding, maar hij snakte naar een shot cafeïne. ‘Het lijkt mij waarschijnlijker dat het Lucassi is dan Franky.’

‘Maar die heeft geen strafblad.’

‘Dat hoeft niet te betekenen dat hij onschuldig is. Als het een onbekende was, had ze om hulp geroepen. Dan zou je mogen verwachten dat iemand haar had gehoord. En de directe buurvrouw was de hele dag thuis.’ Stug het geknipper van zijn antwoordapparaat negerend – vast berichten over zijn andere zaken, waar hij voorlopig toch geen tijd voor zou hebben – pakte hij de foto van Sam die Zoe hem had meegegeven.

‘Anton zou in elk geval de gelegenheid hebben gehad,’ stemde Skye in.

‘Als iemand haar met geweld had meegenomen, als ze zich had verzet, dan was er een stoel of tafel omgestoten,’ zei hij terwijl hij het vermiste meisje bestudeerde. ‘Zelfs haar glas stond nog overeind. En de dader was niet geïnteresseerd in haar iPod, die lag er nog gewoon, vol in het zicht.’

‘Oké, dus misschien moet je je wat meer verdiepen in Anton Lucassi. Maar je kunt Franky Bates nog niet uitsluiten.’

‘Als ik een ex-gedetineerde op moet sporen ben ik zo dagen verder. Stel dat het een doodlopende weg blijkt te zijn, dan is er wel kostbare tijd verloren. Je weet wat ze zeggen over de eerste achtenveertig uur.’ Zijn gedachten dreven naar de beeldschone, fragiele Zoe, naar de warmte die door hem heen was getrokken terwijl hij haar had vastgehouden. Het was jaren geleden dat een vrouw zo’n effect op hem had gehad, een andere vrouw dan Sheridan althans. Het was een even hoopgevend als zorgwekkend besef. Zoe stond op het punt te gaan trouwen. Wat mankeerde hem toch?

‘Franky Bates meteen afstrepen blijft riskant,’ hield Skye vol.

Jonathan legde Sams foto boven op een dikke stapel dossiers. ‘Ja, maar risico’s horen bij het vak. Ik moet mijn instinct volgen – en de tijd dringt.’

‘Dus jij houdt het erop dat Lucassi erachter zit?’

‘Of de grootvader. Sam had af en toe contact met hem, ook al zijn Ely en Zoe van elkaar vervreemd.’

‘Zeg nou niet dat Zoe hem eindelijk heeft afgeschreven.’

‘Nee, niet zo definitief. Ze wilde alleen niet dat Sam afgelopen zomer bij hem ging logeren, om voor de hand liggende redenen, en daar had hij de pest over in.’ De magnetron piepte. Hij deed het deurtje open om de lasagne eruit te halen – en liet het bord haast vallen doordat hij zich brandde aan het gloeiend hete bord. ‘Verdomme!’

‘Wat is er?’

Kino hield zijn kop schuin en nam hem op alsof hij wilde zeggen: ‘Wat ben je toch ook een stuntel.’

‘Zit me niet zo aan te staren,’ bromde Jonathan.

‘Pardon?’ vroeg Skye lachend.

‘Ik had het tegen Kino.’ Hij haalde het deksel van het bakje en wapperde de stoom weg.

‘Jon, jij moet echt eens aan de vrouw.’

Meteen doemde er een beeld voor hem op van Sheridan, knuffelend met haar man. ‘Daar heb ik het te druk voor.’

‘Nu Sher getrouwd is,’ zei ze aarzelend, ‘kun je haar misschien uit je hoofd zetten.’

Jonathan smoorde een kreun. Blijkbaar was Skye scherpzinniger dan hij had gehoopt. ‘Ik weet niet waar je het over hebt.’

‘O nee? Wat speelt er dan bij jullie tweeën?’

Geïrriteerd richtte hij zijn blik op Kino, die zijn kop nu de andere kant op hield. ‘Niks.’

‘Jonathan, ze is er kapot van.’

Dit wilde hij niet aanhoren. Sheridan kon zich onmogelijk rotter voelen dan hij.

Hij pakte een vork uit de lade en porde in zijn lasagne. Het was hem gelukt de pasta in een soort elastiek te veranderen.

Daar gaat mijn avondmaal, dacht hij, en hij kieperde alles in de afvalbak. ‘Ze is gelukkig getrouwd. Ze komt er wel overheen.’

‘En jij?’

Hij pakte een stuk oud brood uit de trommel en gebaarde zijn hond naar de deur. ‘Ik overleef het ook wel.’

 

Bij het geluid van de sleutel in het slot probeerde Samantha als een bezetene weg te kruipen onder de matras. Als ze niet wilde dat Colin haar in haar bikini zag, had ze geen andere keuze.

Ze had wel eens gehoord over mannen die niet van jonge meisjes af konden blijven. Dat was het enige waaraan ze had kunnen denken sinds hij de vorige keer was binnengekomen. Anton noemde ze met een duur woord pedofielen, maar volgens haar moeder waren het gewoon smeerlappen. Colin leek haar inderdaad een smeerlap, maar ze wist niet zeker of hij een pedofiel was. Kon een knappe advocaat een pedofiel zijn? Iemand die zo’n mooie vrouw had als Tiffany?

Het stond haar nog vaag bij dat ze ooit een tv-programma had gezien over oudere mannen die waren opgepakt omdat ze via chatsites hadden geprobeerd aan te pappen met minderjarigen. Die waren ook niet allemaal lelijk geweest. Ze wou dat ze zich er meer van kon herinneren, maar ze had er destijds weinig aandacht aan besteed omdat ze ervan overtuigd was geweest dat zoiets haar niet kon gebeuren. Seks was sowieso te ranzig om lang over na te denken, zelfs met een jongen van haar eigen leeftijd. Over internetstalkers had ze zich al helemaal geen zorgen gemaakt, want ze mocht van haar moeder niet eens een MySpace-pagina aanmaken, of zichzelf op Facebook zetten.

De deur zwaaide open, en Sam ving een glimp op van Colins grote, donkere gestalte voordat hij haar verblindde door het licht aan te doen.

‘Waarom probeer je je te verstoppen?’ vroeg hij scherp.

Haar ogen toeknijpend tegen het felle schijnsel keek ze toe terwijl hij het slot achter zich dichtdraaide. Hij had iets bij zich…

Haar hart bleef stilstaan. Een zweep!

‘W-waar is die voor?’ vroeg ze, en ze voelde tranen opwellen.

Hij streek over het leren handvat. ‘Dit? Voor een spelletje. Heb je geen zin in een spelletje?’

‘N-nee. Niet als… als je ermee wilt slaan.’

‘Dat ligt helemaal aan jou.’

Sam drukte haar palmen in haar ogen, probeerde flink te blijven. Ze kon hier niet als een kleuter gaan zitten blèren. Ze moest hem overhalen haar te laten gaan. ‘Hoe… Hoe bedoel je dat het aan mij ligt?’

‘Als je doet wat ik zeg, hebben we hem niet nodig.’

O nee. De brok in haar keel werd zo groot als een grapefruit. Hij was wél een pedofiel. Ze zag het aan de manier waarop hij naar haar loerde, aan zijn grijns.

‘Alsjeblieft,’ fluisterde ze. ‘Laat me gewoon met rust. Ik heb je nooit wat gedaan. Als ik naar huis mag, dan zweer ik dat ik nooit zal doorvertellen dat jij en Tiffany het waren… Dat jullie me hebben opgesloten. Ik zeg wel dat het iemand anders was, iemand… iemand met een masker voor.’

‘Ja hoor. Je bazuint het rond zodra je je veilig voelt.’

‘Niet waar!’

‘Vergeet het maar. Jij blijft hier. Nou, onder dat matras vandaan jij, dan kan ik je eens wat beter bekijken.’

Bij de gedachte aan wat hij met haar zou kunnen doen brak het kippenvel haar uit. Ze kwam niet in beweging. ‘Waarom wil je mij hier houden terwijl je zo’n… zo’n mooie vrouw hebt?’

‘Tja, dat vraag ik me zelf ook geregeld af. Ik weet het niet precies. Het zal wel om dezelfde reden zijn als dat ik een zweep heb. Omdat ik ervan geniet. Tevoorschijn komen nu!’

‘Ik… ik kan niet opstaan. Ik ben ziek. En als… als je te dicht bij me komt dan –’

‘Ja, ja, je hebt me al gewaarschuwd. Laat ik jou ook ergens voor waarschuwen.’ Hij schopte de matras van haar af.

Instinctief krulde ze zich op, en ze probeerde in de kier tussen de vloer en de wand te verdwijnen.

‘Als je ooit nog eens weigert een direct bevel op te volgen, hoef je er niet meer over in te zitten dat je ziek bent, want dan ben je dood.’

Ze gilde toen de punt van de zweep naast haar tegen de muur kletste.

‘Stil!’ snauwde hij. ‘Dat is de eerste regel die ik je zal leren. Wat er ook gebeurt, je geeft geen kik.’

Zou haar gegil eigenlijk buiten wel te horen zijn?

Colin haalde opnieuw uit; vlak bij haar oor hoorde ze het gesuis. Inmiddels was ze te bang om meer dan een zacht gejammer uit te brengen, maar zelfs dat was te veel.

‘Ik zei stil!’ Zijn stem was een dreigend gegrom.

Weer kwam de zweep op haar af. Ze wist zeker dat het deze keer raak zou zijn en bedekte haar hoofd. Stil blijven… stil blijven, hield ze zichzelf voor terwijl ze de klap hoorde, en ze wachtte op de pijn.

Toen die niet kwam, besefte ze dat hij mis had geslagen. Hij leek er zelf ook verbaasd over.

‘Je boft,’ zei hij. ‘Ik ben niet zo in vorm vanavond.’ Het leer gleed door zijn handen terwijl hij de staart oprolde.

Het lukte Sam niet meer om zich groot te houden; de tranen biggelden over haar wangen. ‘Waarom doe je dit?’ bracht ze uit.

‘Kun je dat niet raden?’

‘Nee.’ Hulpeloos schudde ze haar hoofd.

‘En ik dacht nog wel dat je zo slim was.’ Zijn mond vertrok zich tot een wrede grijns. ‘Ik zal je een hint geven. Om dezelfde reden dat ik een zweep heb.’

‘Om… omdat je ervan geniet?’ zei ze beverig.

‘Goed zo!’ Hij stak hem onder zijn arm zodat hij kon applaudisseren. ‘Uitstekend. Het wordt nog wel wat tussen ons. Dat weet ik nu al.’

Er werd op de deur geklopt. ‘Colin?’ klonk Tiffany’s stem vanaf de gang.

‘Wat moet je?’ riep hij.

‘Je vader aan de telefoon.’

‘Zeg maar dat ik straks terugbel.’

Het bleef even stil. ‘Weet je het zeker? Hij kan beter denken dat je bereikbaar bent, dat er niks bijzonders is vanavond. Om geen achterdocht te wekken. Het is al zo laat…’

Zonder antwoord te geven sloeg Colin zijn armen over elkaar en keek hij Sam aan. ‘Soms schrik ik van haar, als ze ineens hersens blijkt te hebben.’

Sam reageerde niet.

‘Nou ja, ik zal toch nog wat geduld moeten opbrengen,’ zei hij. ‘Ik kwel mezelf alleen maar zolang ik van je af moet blijven.’

‘Colin?’ riep Tiffany weer.

‘Ik kom eraan.’

Kennelijk was Tiffany al weg, want ze zei niets meer. Colin dreunde een lijst regels op en waarschuwde Sam dat hij haar zou overhoren en ze maar beter niet kon vergeten. ‘Je hebt twee weken om over die ziekte van je heen te komen,’ besloot hij.

Er voer een rilling door haar heen. ‘Pfeiffer.’

‘Ja.’

‘Of anders?’

Hij grinnikte. ‘Wil je dat echt weten?’

‘Nee.’

‘Dat dacht ik al.’ Daarmee verdween hij de gang op en draaide het slot weer dicht.

Terwijl de uren voorbij kropen, probeerde Sam verwoed alles wat hij had gezegd te onthouden. Ze mocht hem geen aanleiding geven om de zweep opnieuw te gebruiken.

 

Het was al laat, na middernacht, maar Zoe kon met geen mogelijkheid de slaap vatten. Ze zat op de voorveranda met de draadloze telefoon op haar schoot de donkere straat in te turen, haar oren gespitst op het geluid van haar dochters voetstappen of een opgelucht ‘Mam!’.

Tevergeefs. Net als gisteren.

In elk geval was Anton eindelijk naar bed gegaan. Zoe betwijfelde of ze hem nog veel langer om zich heen zou kunnen verdragen. Wat hij ook zei of deed, hij streek haar tegen de haren in. Misschien lag het aan de kleine irritaties waar ze zich plotseling van bewust was geworden, wrok waarvan ze niet eens had geweten dat ze die koesterde. Om Sams hond. Om de obsessieve manier waarop Anton zijn bezittingen beschermde. Ze had nog nooit zo mooi gewoond, maar ze had zich ook nog nooit ergens minder thuis gevoeld. Zelfs de wijze waarop hij Sams grootvader tegenover Jonathan had beschreven zat haar dwars, hoe terecht zijn kritiek ook was. Zelf had ze ook geen goed woord over voor Ely, maar als Anton hem afkraakte werd ze nijdig.

Het kon natuurlijk zijn dat ze zo prikkelbaar was door de stress, maar ze begon te vrezen dat ze hem gewoon zat was, en dat besef gooide haar hele toekomst overhoop. Het betekende dat ze weg zou moeten bij Anton, zoals ze ook bij al die anderen voor hem was weggegaan…

Waar kon ze deze keer naartoe? Voordat ze hier introk had ze al haar eigen meubels verkocht. Hij had erop gestaan dat ze financieel bijdroeg aan het huishouden, en die kosten waren hoger uitgevallen dan wat ze in het verleden gewend was geweest. Van haar salaris had ze geen cent kunnen sparen.

Ze had er geen moment rekening mee gehouden dat het fout kon lopen, want ze had Anton gezien als haar prins op het witte paard, de vader die ze altijd voor Sam had gewild.

Nu bleek ze haar zelfstandigheid te hebben opgeofferd voor een droom die niet zou uitkomen. Ze had zelfs haar baan opgegeven.

Toch zou ze het voorlopig nog even uit moeten zingen hier. Zolang Sam weg was, zat ze hier vast. Alleen al bij het idee dat haar dochter terugkwam en te horen kreeg dat zij was vertrokken voer er een steek door haar heen.

De tranen rolden over haar wangen, maar ze was te moe om ze weg te vegen, zich tegen de opwellende emoties te verzetten. De machteloosheid was haast even erg als de angst, gaf haar het gevoel dat ze dat in drijfzand wegzakte. Ze kon niet stad en land afzoeken, zoals ze van zichzelf zou hebben verwacht – als ze zich al ooit een situatie als deze had voorgesteld – omdat ze dan de deurbel zou missen, of het telefoontje dat Sams terugkeer aankondigde. Wanneer ze haar post verliet, kon ze geen wacht houden. Wanneer ze hier zat, kon ze niet actief meespeuren met de politie.

Dus ze bleef in deze schemerzone hangen, gevangen tussen twee kwaden, en het drijfzand begon steeds harder te zuigen.

Ze stond abrupt op en liep naar binnen om haar autosleutels te halen. Als ze zich lam liet slaan door de paniek zou ze straks helemaal nergens meer toe in staat zijn. Maar eenmaal binnen, in de stilte die alleen werd doorbroken door het tikken van de pendule, bedacht ze wat haar verloofde ervan zou zeggen als ze in het holst van de nacht rond ging rijden: dat ze haar impulsen moest leren beheersen, dat het onbezonnen was om zich niet aan het oorspronkelijke plan te houden.

Hij had haar beloofd vroeg op te staan, flyers te maken met Sams foto erop en een zoekactie op touw te zetten. De recherche deed alles wat in hun vermogen lag, had hij keer op keer gezegd, ze moesten Thomas gewoon zijn werk laten doen. De media hadden het verhaal al opgepikt, en de vermissing was kort behandeld in het nieuws, met een oproep aan eventuele getuigen om zich te melden.

Bij de gruwelscenario’s die zich aan haar opdrongen leek de politie-inzet haar alleen veel te mager. Ze zouden veel meer kunnen doen. Zelfs het meest onbeduidende detail zou de oplossing van het mysterie kunnen zijn.

Zonder haar autosleutels liep ze weer terug naar de schommelstoel op de veranda. Ze bad om kracht, moest zien vol te houden tot de zon opkwam.

De geur van tabak trok haar aandacht naar het huis van de buren. In de paar seconden dat zij binnen was geweest, was daar iemand naar buiten gekomen. Ze tuurde het duister in en zag Colin op het trapje zitten. ‘Ik wist niet dat jij rookte,’ zei ze.

Ze hoefde haar stem niet te verheffen. In de koele nachtlucht droeg het geluid ver.

Colin duwde zich overeind en kwam naar het houten hek dat de voortuinen scheidde. In zijn verwassen spijkerbroek, een sweatshirt dat binnenstebuiten zat en met bont gevoerde pantoffels zag hij er nonchalant uit, een wereld van verschil met de formeel geklede advocaat van overdag. ‘Normaal rook ik ook niet.’ Hij tikte de as af. ‘Alleen als ik nerveus ben.’ Hij nam een diepe haal. ‘Tiff en ik hopen al een poosje op kinderen. Ik had nooit kunnen denken dat het hier niet veilig is.’

Door Sams verdwijning voelde iedereen in de buurt zich ineens kwetsbaar. ‘Het is…’ De woorden die haar invielen waren allemaal even ontoereikend. ‘Schokkend,’ besloot ze.

‘Zeg dat wel. Als ik er al zo door van slag ben, dan moet jij… in alle staten zijn. Ik heb het vanavond op het nieuws gezien.’

De sympathie in zijn stem deed haar goed. Ze had steun nodig, steun die ze van Anton om de een of andere reden niet kon accepteren. Sinds gisteren stond zijn aanraking haar zelfs tegen. ‘Ik ben helemaal…’ Deze keer vond ze wel de uitdrukking die de lading dekte. ‘Verloren.’

Colin liep om het hek heen en kwam op de veranda af gelopen. ‘Ik leef ontzettend met je mee.’

Zijn warme toon maakte het nog moeilijker om haar tranen in te houden. ‘Dank je wel, dat is fijn om te horen.’

De askegel van zijn sigaret gloeide op in het donker, verlichtte het onderste deel van zijn gezicht terwijl hij hem naar zijn mond bracht. ‘Kan ik je misschien op de een of andere manier helpen?’

‘Morgenochtend laten we flyers drukken. Zou jij ook een stapeltje kunnen verspreiden?’

Kennelijk had ze naar zijn sigaret staan staren, want hij stak hem haar toe, en tot haar eigen verrassing nam ze hem aan.

De rook brandde in haar longen, maar ze inhaleerde gretig, herinnerde zich de kalmerende werking die nicotine vroeger op haar had gehad. Het was eeuwen geleden dat ze dit had gedaan… Negentien was ze geweest, en ze had bij Johnny Ruzzo gewoond, een kettingroker die uiteindelijk zo gewelddadig was geworden dat ze hem had moeten verlaten omwille van Samantha.

‘Natuurlijk,’ zei hij. ‘Desnoods meld ik me een dagje ziek.’

Terwijl hij langs haar heen naar binnen blikte, waar Anton in bed lag, stak de wrok die ze had geprobeerd te onderdrukken de kop weer op. Hoe kon haar verloofde rustig liggen slapen terwijl de buurman, praktisch een vreemde, zo van slag was door Sams verdwijning dat hij geen rust kon vinden? Had Anton eigenlijk wel ooit rekening gehouden met haar emoties? Of had ze de eigenschappen die haar niet aanstonden simpelweg genegeerd, om zo vast te kunnen houden aan een idyllisch bestaan?

Haar gedrag, zijn gedrag – het was zo verwarrend.

Colin woelde door zijn krullen. ‘Waarom morgen pas?’

‘Hoe bedoel je?’ vroeg Zoe verbaasd.

‘Jij kunt blijkbaar toch niet slapen.’ Hij wees naar zichzelf. ‘En ik ook niet. Laten we meteen samen naar de copyshop op Douglas gaan om die flyer te maken. Die is dag en nacht open.’

‘Maar –’

‘Dan zijn we klaar tegen de tijd dat iedereen wakker wordt.’

Het was zo’n logisch voorstel, zo’n mooi alternatief voor het zenuwslopende wachten. ‘Je wilt met me mee?’ vroeg ze voor de zekerheid.

‘Natuurlijk.’

‘Maar het is al zo laat. Ik kan toch niet van je verwachten dat je –’

‘Hou op.’ Hij wapperde haar bezwaren weg. ‘Ik vind het niet erg.’

Met een knikje gaf Zoe hem de sigaret terug. Het was prettig, zijn kordate houding. Eindeloos hier moeten zitten tot Anton uit bed kwam dreef haar tot wanhoop. ‘Oké, dan pak ik mijn autosleutels even.’

‘Hoeft niet.’ Na een laatste trek liet hij de sigaret op het pad vallen. Terwijl hij hem uittrapte, haalde hij zijn eigen sleutels uit zijn broekzak en hield ze omhoog. ‘Ik rijd wel.’

Zoe probeerde niet stil te staan bij Antons reactie wanneer hij een peuk voor de deur zou zien liggen. ‘Maar ik heb Sams foto nodig en mijn tas…’

‘O ja. Ga maar, dan start ik de motor vast.’

Terwijl Zoe naar binnen holde, ontsnapte haar een snik van verlichting, zo dankbaar was ze voor Colins solidariteit op dit dieptepunt van haar leven. ‘Wat een geluk dat ik zulke buren heb,’ mompelde ze.

 

‘Moet er nog iets anders bij?’ vroeg Colin van achter de computer in een hoek van de zaak.

Zoe staarde naar de flyer die ze samen hadden ontworpen. Ze had nooit kunnen denken dat ze dit op een dag zou moeten doen. De ervaring van de afgelopen twee dagen was zo onwezenlijk. En de kameraadschap die tussen haar en haar buurman was ontstaan, versterkte de surrealistische sfeer. Tot een kwartier geleden had ze Colin Bell alleen gekend van een opgestoken hand in het voorbijgaan, een luchtige opmerking over het weer. Nu voelde ze zich meer verbonden met hem dan met Anton.

‘Nee, dit is het.’ Ze hadden Sams foto erbij gezet, haar geboortedatum, haar lengte en gewicht, een omschrijving van de bikini die ze aan had gehad, de dag waarop ze was verdwenen en de plaats waar ze het laatst was gezien. Onderop stond de contactinformatie van de politie en Zoes mobiele nummer. ‘Tenzij jij denkt mijn adres er ook bij moet.’

‘Nee, dat lijkt me niet verstandig.’

‘Als het helpt, neem ik het risico wel.’

‘Straks krijg je een of andere vage figuur achter je aan. Ik heb wel eens gehoord over een moeder die telefoontjes kreeg dat haar dochter nog leefde, en die er later achter kwam dat de ontvoerder het meisje vrijwel direct had gewurgd.’

Ze kromp ineen. ‘Dus het was iemand die met de… de moordenaar te maken had?’ Het kostte haar moeite het woord over haar lippen te krijgen. Ze wilde niet stilstaan bij hoe het doorgaans afliep met ontvoeringsslachtoffers.

‘Nee, het was een vent die er niks mee te maken had.’

‘Hoe kan iemand nou zo gemeen zijn?’

‘Mij ook een raadsel. Maar het komt voor, dus wees erop voorbereid. Je nummer geven is al link genoeg. Je adres zou ik er nooit bij zetten.’

Voor het eerst sinds Samantha was verdwenen leek er iets van de spanning uit haar weg te ebben. Ze leunde achterover. Was ze maar eerder hierheen gekomen, nog voordat Anton naar bed was gegaan. ‘Het is een opluchting dat dit nu af is,’ verzuchtte ze.

‘Jammer dat er zo’n tragedie voor nodig is om elkaar als buren beter te leren kennen, hè?’ zei hij met een glimlach.

Ze raakte zijn arm aan. ‘Ik weet niet hoe ik je moet bedanken, Colin.’

‘Je hoeft me niet te bedanken.’ Hij legde zijn hand op die van haar. ‘Dit is wel het minste wat ik kan doen.’

Zoe glimlachte terug en keek naar de wandklok. Toen ze binnen waren gekomen was een andere klant nog bezig geweest, maar die was inmiddels vertrokken. Ze waren de enigen in de zaak, op de medewerkster na die aldoor de reusachtige printers bijvulde. ‘Het wordt al haast licht,’ merkte ze op.

‘Kom, we laten ze afdrukken,’ zei Colin terwijl hij zich overeind duwde. ‘Dan kunnen we ze nog in de brievenbussen stoppen voordat iedereen straks de deur uit is.’

‘En je werk dan?’

Hij smoorde een geeuw. ‘Ik zou me wel ziek melden, zoals ik daarstraks zei, maar ik was vergeten dat ik een belangrijke bespreking heb vandaag. Dus ik breng een stapel rond en ga daarna nog voor een paar uur naar kantoor.’

‘Krijg je er geen last mee, als je maar een korte dag maakt?’

Hij haalde zijn schouders op. ‘Ik kan wel een potje breken. Ze willen me voor geen goud kwijt.’

‘Vervelend dat je er nog heen moet. Je bent vast op na zo’n doorwaakte nacht.’

‘Ik kom er wel overheen.’

Toen Zoe zelf opstond, wankelde ze van het slaaptekort.

Colin pakte haar vast, een zorgelijke uitdrukking op zijn gezicht. ‘Red jij het wel?’

Met een zucht gaf ze een knikje. Ze had op haar vijftiende een verkrachting door een volwassen man overleefd. Nog steeds werd ze misselijk als ze eraan terugdacht. Maar die traumatische ervaring had ook iets moois voortgebracht: Samantha.

‘Niks aan de hand.’

‘Je vindt haar wel,’ zei hij terwijl hij achteruit stapte.

Voor hij weg kon lopen hield ze hem tegen. ‘Denk je dat echt?’

‘Natuurlijk.’ Hij pakte haar eventjes vast. ‘En ik zal alles op alles zetten op je te helpen.’

In het verleden had het haar wel eens tegengestaan, de manier waarop Colin naar haar had gekeken. Net iets té bewonderend, verlekkerd haast, en dat had haar een opgelaten gevoel bezorgd. Hij was tenslotte getrouwd. Maar ze moest het verkeerd hebben geïnterpreteerd, want deze man had haar door de zwaarste nacht van haar leven gesleept. Zelfs gisteravond was het nog niet zo slopend geweest. Gisteravond had ze zichzelf nog wijs kunnen maken dat Sams verdwijning een gruwelijk misverstand was dat snel zou worden rechtgezet. Nu was er te veel tijd verstreken om daar nog in te geloven.

‘Nogmaals bedankt,’ zei ze.

Hij was al halverwege de balie. ‘Geen punt. Wil je ze in kleur of in zwart-wit?’

‘Kleur,’ antwoordde ze prompt. Eigenlijk had ze daar het geld niet voor, maar ze was bang dat Sam minder vlug zou worden herkend als de gelijkenis te onduidelijk was.

Hij floot tussen zijn tanden. ‘Die zijn een dollar per stuk.’

‘Al waren ze honderd dollar. Ik heb er alles voor over om haar terug te krijgen.’

‘Die meid heeft het maar getroffen…’

Zoe aarzelde. Getroffen?

‘…met een moeder die zoveel van haar houdt.’

‘Dank je wel,’ fluisterde ze.

Plotseling had ze de aandrang hem te vertellen hoe Sam was verwekt. Ze had zo’n behoefte om haar hart te luchten – over wat er door haar heen was gegaan toen het gebeurde, over haar innerlijke strijd met de beslissing of ze het kind al dan niet zou houden, over de dag waarop ze naar de kliniek was gegaan en op het laatst was teruggekrabbeld omdat ze het niet aandurfde. Haar vader had zich te schuldig gevoeld over wat haar was overkomen om haar tot een abortus te dwingen. Dus was er een dochter geboren, háár dochter, het enige waar ze werkelijk aan hechtte. Het was nauwelijks voor te stellen hoe weinig het had gescheeld, of ze had de zwangerschap laten beëindigen. Ze wilde er zo graag over praten, en ze had het idee ze deze jonge advocaat alles kon toevertrouwen. Hij zou geen reden hebben het door te vertellen. Voordat ze kon besluiten, sprak de medewerkster hen echter aan.

‘Wat kan ik voor je doen?’ vroeg ze.

‘Hier wil ik er graag duizend van.’ Colin schoof haar de flyer toe.

De vrouw noteerde de bestelling. ‘Hoe wilt u afrekenen?’

Zoe tastte in haar tas. ‘Met een creditcard.’ Ze had geen idee hoe waar ze het bedrag vandaan moest halen wanneer het maandoverzicht straks kwam. Anton zou er niet blij mee zijn dat ze de duurste mogelijkheid had gekozen, en hij zou waarschijnlijk weigeren om bij te springen. Zijn eerste vrouw had hem financieel uitgekleed voordat ze er met een ander vandoor was gegaan, en daardoor was hij krampachtig geworden als het om geld ging. Hij zou beweren dat ze onverantwoordelijk was, zoals hij eerder had gezegd toen ze spulletjes voor Sam had gekocht die ze zich eigenlijk niet kon veroorloven.

Ach, over de rekening hoefde ze zich pas over dertig dagen zorgen te gaan maken.

Als Sam dan terug was, zou ze wel iets verzinnen om aan de verplichting te voldoen. En als Sam niet terug was… dan zou het aflossen van een schuld wel het minste probleem zijn.