Hoofdstuk 14
‘Wat heb jij toch?’ vroeg Tiffany.
In zijn enthousiasme om Zoe te vertellen over de groep die hij had opgetrommeld om zaterdagochtend naar Sam te gaan zoeken, had Colin meteen uit zijn werk bij de buren aangebeld. Waarop Lucassi had beweerd dat ze de stad uit was.
‘Waarom zou ze de stad uit gaan?’ mompelde hij terwijl hij de woonkamer op en neer beende. ‘Dat is absurd. Waar zou ze heen moeten?’
Tiffany mummelde iets onverstaanbaars.
‘Wát?’ Aan haar blouse trok hij haar van de bank, en hij tilde haar omhoog tot hun neuzen elkaar raakten. ‘Als je wat wilt zeggen, moet je duidelijker praten!’
‘Ik zei dat je meer belangstelling lijkt te hebben voor Zoe dan voor Sam.’
Met een dreigende blik duwde hij haar weer van zich af. ‘Die meid is ziek. Zolang het besmettelijk is, heb ik niks aan haar. Denk je soms dat ik Pfeiffer wil oplopen?’
‘Nee,’ mompelde ze.
‘Nou dan.’
‘Maar je kunt toch alvast beginnen met africhten? Bij Rover ben je daar eeuwen mee bezig geweest. Je vond het heerlijk.’
‘Ja, maar zij is veel slimmer dan Rover. Het wordt vast niet zo leuk.’ Bovendien wilde hij genieten van de opschudding bij de buren, getuige zijn van al Zoes emoties.
Zoals ze zijn sigaret had aangenomen, hem naar haar lippen had gebracht… ‘Ik durf te wedden dat hij liegt,’ bromde hij terwijl hij zichzelf tot de orde riep.
Tiffany’s ogen schoten naar het bewijs van zijn opwinding. ‘Wie?’
‘Anton.’
‘Waarom zou hij liegen?’
‘Omdat hij me wil afpoeieren natuurlijk! Hij ziet me als een bedreiging.’
‘Hoezo?’
‘Ik ben een heel stuk jonger dan hij. Zoals ik haar zou kunnen bevredigen, daar kan hij alleen maar van dromen. Hij krijgt hem vast amper nog omhoog.’
Er kroop schrik in Tiffany’s trekken. ‘Waarom praat je zo, Colin? Ben je me weer aan het plagen?’
Het was geen plagen. Aanvankelijk had hij Zoe een als arrogant kreng beschouwd, was hij alleen geprikkeld geweest door de uitdaging die ze bood, maar nu hij haar had leren kennen realiseerde hij zich dat ze alleen maar… voorzichtig was.
Hij vroeg zich af waardoor ze zo was geworden.
‘Colin?’ drong zijn vrouw aan.
Het bood hem geen enkel voordeel Tiffany over zijn verlangen naar Zoe te vertellen. ‘Natuurlijk is het maar plagen,’ snauwde hij. ‘Wat dacht je dan? Wat laat je je toch makkelijk beetnemen.’
Ze stak haar kin omhoog. ‘Waarom ben je dan zo kwaad op Anton?’
‘Omdat ik hem probeer te helpen, en hij stuurt me weg.’
‘Je probeert hem te hélpen?’ herhaalde ze. ‘Maar jij bent juist de oorzaak van alle ellende.’
‘Nee, jíj bent de oorzaak,’ zei hij meesmuilend. ‘En hij weet niet dat wij achter Sams verdwijning zitten.’
‘Hij sluit je vast niet bewust buiten. Hij… is gewoon van streek om zijn stiefdochter.’
‘Ze is zijn stiefdochter niet.’
‘Wel wanneer ze straks getrouwd zijn.’
Colin schudde zijn hoofd. ‘Nee, dat gaat nooit door. Zoe is niet achterlijk. Ze kan veel beter krijgen.’
Er lichtte een vreemde fonkeling op in Tiffany’s ogen, een fonkeling die hem deed denken aan haar broer, die in de cel op zijn executie wachtte. ‘Waarom maak je je zo druk om haar?’ vroeg ze. ‘Wat mankeert je toch? Ik begin er haast spijt van te krijgen dat ik Samantha voor je heb meegenomen.’
Haar opstandige toon wakkerde zijn agressie nog verder aan. De aandrang haar vol op haar smoel te stompen was nauwelijks te bedwingen. Want alleen al bij het idee dat hij haar kaken zou verbrijzelen met zijn knokkels, balden zijn vuisten zich en…
Net op dat moment trok een bekend gezicht zijn aandacht. Meteen wees hij naar de televisie achter haar. ‘Zet harder!’
Kennelijk had ze begrepen dat hij op het punt stond haar buiten westen te slaan, want ze schoot naar het toestel om te gehoorzamen.
‘…bulletin van elf uur het schokkende verhaal van een jongen uit Antelope,’ hoorde Colin de nieuwslezer zeggen, ‘die naakt en met ernstige verwondingen is aangetroffen. Hij beweert door een man de auto in te zijn gelokt en wekenlang te zijn gemarteld.’
Zoe stond met Jonathan voor de receptie van een budgethotel in San Diego. Het zinde haar niet dat ze hier de nacht moest doorbrengen, maar nadat ze in elkaar was gezakt had hij geweigerd haar alleen te laten vliegen. Vervolgens waren ze op weg naar de moeder van Franky Bates in zo’n verkeersopstopping beland dat het te laat was geworden om nog bij haar aan te bellen. Ze hield zich maar voor dat het toch weinig zin had om haast te maken met de terugreis. Thomas van bureau Sacramento had haar zo-even over de telefoon nog verzekerd dat er door meerdere rechercheurs aan de zaak werd gewerkt, al had hij verder niets nieuws te melden gehad.
‘Beide kamers met een tweepersoonsbed?’ De medewerker glimlachte hen vriendelijk toe.
‘Krijg ik een eigen kamer?’ vroeg Zoe.
Jonathan keek haar verbaasd aan. ‘Wil je dat dan niet?’
Alsjeblieft niet. Ze kon niet alleen zijn. De ongerustheid en angst die ze op afstand probeerde te houden zouden haar levend verslinden. ‘Nee.’
Ergens verwachtte ze dat hij zou aanvoeren dat het misschien vreemd op Anton zou overkomen als die ervan hoorde. Ze was echter niet van plan hem ontrouw te zijn, dus ze zag niet in waarom hij ervan zou moeten weten. Ze moest gewoon de nacht zien door te komen, en met Jonathan in de buurt zou dat haar minder zwaar vallen dan in haar eentje.
Gelukkig trok hij haar beslissing niet in twijfel. Hij ging er niet eens op in, nam simpelweg de leiding alsof het volkomen vanzelfsprekend was een kamer te delen. En ze besefte dat hij haar motief niet verkeerd had begrepen toen hij vroeg om twee eenpersoonsbedden.
De receptionist raadpleegde de computer en fronste. ‘Ik vrees dat dat moeilijk wordt. Het is hoogseizoen voor ons,’ zei hij, maar hij bleef het scherm afspeuren. ‘Ha, u hebt geluk, er is een annulering.’
Zoe had per se mee naar willen lopen naar de balie, zodat zij de rekening kon betalen. De Laatste Linie zette zich voor meer mensen in dan alleen voor haar, dat wist ze, en Skyes stichting had maar beperkte middelen. Ze wilde hen niet nog verder op kosten jagen. Ze was al zo dankbaar voor alles wat Skye voor haar deed.
Jonathan schoof de creditcard die ze neerlegde echter buiten bereik van de receptionist. ‘Laat mij maar.’
‘Jon, ik kan niet steeds…’
Hij trok een wenkbrauw op. ‘Wat kun je niet?’
‘Steeds maar van alles aannemen.’
‘Waarom niet?’
‘Dan ga ik me schuldig voelen, alsof ik van jullie profiteer of –’
‘Ik zou sowieso een kamer moeten nemen,’ onderbrak hij haar. ‘Maak het jezelf nou eens niet zo moeilijk.’
Bij het zien van zijn krullende mondhoeken glimlachte ze tot haar verrassing spontaan terug, waarschijnlijk voor de eerste keer sinds Samantha’s verdwijning.
‘Je bent zo…’ Ze slikte. Bijna had ze ‘aantrekkelijk’ gezegd. Het had op het puntje van haar tong gelegen, vermoedelijk omdat ze het ook meende. Het was vandaag al vaker door haar heen geschoten, maar ze wist wel beter dan het hardop te uiten, zeker nu. Het was de vermoeidheid, die werkte ontremmend.
Haar openlijk bestuderend wreef hij over zijn stoppelbaardje. ‘Zo wat?’
Zoes wangen gloeiden. ‘Zo aardig.’ Ze wendde haar blik af, al had die vast al uitgesproken wat zij had ingehouden.
Hij knikte alleen maar. Hij ondertekende het formulier dat de receptionist hem toeschoof en pakte een plattegrond van het complex. ‘Blijf jij maar hier, ik haal onze spullen wel even,’ zei hij, en daarmee was hij verdwenen.
Toen ze hem even later met de bagage de lobby weer in zag komen wandelen, merkte ze tot haar ergernis opnieuw dat ze het warm kreeg. Te oordelen naar de manier waarop hij haar opnam, droop de bewondering van haar af.
Op dezelfde kamer met een man tot wie ze zich zo aangetrokken voelde, was dat niet heel onverstandig?
‘Hoe is het vandaag gegaan?’ vroeg Skye.
‘Prima.’ Jonathan hoorde de douche lopen en probeerde de gedachte dat Zoe onder de warme stralen stond te onderdrukken. Onder deze omstandigheden was het schunnig om zich haar naakt voor te stellen, maar hormonen bleven hormonen, en hij was weerloos tegen de prikkelende beelden die voor hem opdoemden.
Op dat moment in de lobby, toen ze iets had willen zeggen maar zich had ingehouden, was er een onderhuidse spanning ontstaan die nauwelijks te negeren viel. Hoewel de aantrekkingskracht er waarschijnlijk al van meet af aan was geweest, was die tot nu toe ver naar de achtergrond verdrongen. Sinds ze het hotel binnen waren gestapt was er echter onmiskenbaar iets veranderd.
‘Prima?’ herhaalde Skye, duidelijk verbaasd dat hij niet direct van wal stak met een verslag van alle gebeurtenissen. ‘Heeft Ely zijn kleindochter wel of niet?’
‘Nee, het hele dagelijkse leven gaat aan Ely voorbij. Hij zit al een paar maanden prinsheerlijk in een ontwenningskliniek.’
‘Prinsheerlijk? Dat lijkt me sterk. Maar in elk geval zit hij niet in de cel. Dit is een beter alternatief.’
‘Ja, ik had er alleen zo op gehoopt dat Sam bij hem was. Van de andere mogelijkheden word ik minder vrolijk.’
‘Kan hij je niks vertellen? Heeft hij niks van haar gehoord?’
‘Volgens de vrouw die zijn post bewaart heeft hij al weken geen brief van Sam gekregen.’
‘Dus je hebt hem niet persoonlijk ontmoet?’
Hij verstelde de wekker, die meer dan vier uur achterliep. ‘Nee. Zoe was bang dat hij er de brui aan zou geven en naar de fles zou grijpen als hij het hoorde.’
‘Tja, zij kent hem het beste.’
‘Ik vermoed dat die beslissing meer met haarzelf dan met hem te maken heeft. Ze is te ondersteboven van Sams verdwijning om ook nog eens de problemen met hem aan te kunnen.’
‘Je zult op zoek moeten naar Sams biologische vader, Jon.’
‘Ik weet het.’ Hij zette de wekker terug. ‘Ik ben ermee bezig.’
‘Heb je al een adres?’
Zijn ellebogen op zijn knieën plantend staarde hij naar het goudkleurige karpet. ‘Nog niet. Maar ik heb een paar aanwijzingen. Het lijkt erop dat hij in San Diego zit.’
Het gekletter in de douche stopte, en Jonathan zag voor zich hoe Zoe uit de cabine stapte en zich begon af te drogen. Hij rolde met zijn ogen om zijn eigen gemijmer. Wat mankeerde hem toch? Hij was verliefd op Sheridan, al jaren.
Al was hij het zat om te wachten op een vrouw die hij toch nooit zou krijgen. En de mooie, kwetsbare Zoe trok hem aan als een magneet.
In een poging zijn ongepaste gedachten te blokkeren kneep hij in de brug van zijn neus. ‘Zodra we morgenochtend opstaan. Ik zal –’
‘We?’ onderbrak Skye hem.
‘Ik heb Zoe hier bij me.’
Skyes stem steeg drie octaven. ‘Waag het niet om haar mee te nemen naar Franky Bates!’
‘Nee, natuurlijk niet.’
‘Gelukkig.’ Er volgde een korte pauze. ‘Waar ben je nu mee bezig?’
Mijn best aan het doen haar niet als seksueel wezen te zien. Mijn best aan het doen mezelf voor te houden dat ze alleen maar bij mij op de kamer wil omdat ik betrouwbaar en onschuldig op haar overkomen, ze me ziet als rots in de branding. Mijn best aan het doen mezelf in te prenten dat ik het niet als uitnodiging moet opvatten, dat ze zei dat ik zo aardig was…
Want zelfs al had ze het daadwerkelijk als uitnodiging bedoeld, in haar toestand kon het geen rationele beslissing zijn.
‘Nu ik hier toch ben, probeer ik er zo veel mogelijk uit te halen,’ antwoordde hij uiteindelijk.
In een wolk van stoom kwam Zoe de badkamer uit, een handdoek om haar lange haren gewikkeld. Bij de vluchtige blik die Jonathan zichzelf toestond zag hij een strook bronzen huid boven een roze pyjamabroek die laag op haar heupen hing. Haar armen en schouders waren bloot, en boven haar spaghettihemdje ving hij een glimp van haar decolleté op.
Hij ademde diep in en stutte zijn zelfbeheersing met dat ene woord dat de rest min of meer overbodig maakte: verloofd. ‘Ik had haar wel op een eerdere vlucht kunnen zetten, maar dat zou meer tijd hebben gekost dan haar gewoon in het hotel achterlaten terwijl ik langsga bij Franky’s moeder. En elke seconde telt.’
Hij had het tegen Skye gehad, maar Zoe draaide zich naar hem toe. ‘Je laat mij nergens achter.’
Als hij reageerde, zou Skye begrijpen dat ze bij hem op de kamer was. Gelukkig had die haar niet gehoord, want ze ging alweer verder. ‘Denk je dat zijn moeder zal loslaten waar hij is?’
‘Er gebeuren wel gekkere dingen.’
‘Misschien wil ze hem afschermen.’
‘Ik moet ergens toch beginnen.’
Hem fronsend opnemend wreef Zoe haar haren droog, en de geur van shampoo dreef naar hem toe.
‘Ik moet ophangen,’ zei hij tegen Skye voordat Zoe weer iets zou zeggen. ‘Ik ben geradbraakt.’
‘Wacht even,’ hield Skye hem tegen. ‘Waar is Zoe nu? Ik wil haar even spreken.’
Hij overwoog hoeveel hij prijs kon geven en besloot voor het allereerst tegen haar te liegen. Nou ja, op die ene keer na dan, toen hij zijn gevoelens voor Sheridan had ontkend. ‘Op haar eigen kamer. Probeer haar mobiele nummer maar.’
Tot zijn opluchting drong Skye niet verder aan. ‘Doe ik. Slaap lekker.’
Met een zucht verbrak hij de verbinding, en hij gooide de telefoon opzij. Terwijl hij naar de badkamer liep, hield hij zichzelf streng voor dat hij Zoe moest negeren, zich moest focussen op het doel van dit bezoek. Tevergeefs. In het voorbijgaan keek hij op, en in de spiegel verankerden hun blikken zich.
‘Waarom heb je gezegd dat ik een eigen kamer heb?’ vroeg ze.
Nu hij erover had gelogen, leek het ineens veel minder onschuldig dan daarstraks in de lobby, dat zag hij ook wel in. Maar wilde ze dan dat anderen ervan wisten?
Hij leunde tegen de muur en nam haar van top tot teen op. Doordat ze haar ogen neersloeg kon hij haar reactie niet peilen, maar haar lippen weken vaneen, en het op en neer deinen van haar borst versnelde. Zo te oordelen was ze zich net zo bewust van de erotische spanning als hij.
Om het te bevestigen ging hij achter haar staan, legde een hand op de welving van haar taille en streek licht met zijn mond over de zijkant van haar hals.
Ze draaide zich niet naar hem toe om haar armen om hem heen te slaan, maar hem tegenhouden deed ze ook niet.
‘Voel je dat?’ fluisterde hij toen ze rilde.
Ze slikte en keek half achterom, eerder met begeerte dan met vertrouwen. ‘J-ja.’
‘Daarom,’ zei hij. Toen dwong hij zichzelf de badkamer in te verdwijnen en de deur achter zich op slot te doen.
‘Wat moeten we nu?’ vroeg Tiffany. Al sinds ze hadden gehoord dat Rover had gepraat was ze nerveus geweest, maar nu ze het nieuws van elf uur hadden gezien, compleet met opnamen van de inmiddels comateuze jongen in het ziekenhuis, was ze half hysterisch. ‘Colin, ik wil niet net als mijn broer de cel in!’
‘Hou toch je kop. Jij gaat de cel niet in. Hij ligt verdomme in coma!’
‘Maar straks komt hij bij!’
‘Welnee, die komt nooit meer bij. Je hoort zelf wat die dokter net zegt. Hij heeft hersenletsel, hooguit twintig procent overlevingskans.’ Colin strekte zijn benen en legde ze op de salontafel. Eigenlijk moest hij verder met de klus die hij vandaag op kantoor niet af had kunnen krijgen, maar hij kon zich er niet toe zetten.
‘Stel dat hij de politie vertelt wat voor auto we hebben? Zijn school ligt praktisch bij je vader in de straat.’
‘Haal eens een biertje voor me.’
In eerste instantie kwam ze niet in beweging, maar toen hij zijn ogen toekneep schoot ze overeind en haastte ze zich de keuken in. Hij hoorde haar de koelkast opentrekken en erin rommelen. Een paar tellen later was ze terug met een koud flesje en een glas. Hij nam het pas aan nadat hij haar hand had weggemept toen ze haar vingers door zijn haar wilde halen. ‘Blijf van me af.’
‘Ik ben je vrouw. Waarom mag ik je niet aanraken?’
‘Ik ben niet in de stemming.’
‘Dus je bent wél bang.’
Niet echt. Als Rover al bijkwam, zou hij vermoedelijk niet eens in staat zijn zich zijn eigen naam te herinneren, laat staan een fatsoenlijk signalement te geven. Nee, Colin was eerder boos dan bang. Hij had Zoe vanavond willen zien. Hij had het helemaal uitgestippeld, alles wat hij haar had willen vertellen. Hij had gefantaseerd dat ze weer stiekem een sigaret zouden delen, een warme knuffel, een onschuldig kusje, een niet zo onschuldige streling…
‘Colin? Moeten we nou niet iets verzinnen?’
‘Wat kunnen we doen? We zitten niet in een of andere soap waarin we het ziekenhuis binnen kunnen sluipen om hem te smoren met een kussen. Bovendien is het nergens voor nodig. Hij komt niet meer bij. Ik heb zijn hersens tot moes geslagen met die honkbalknuppel.’
‘Je moet het op zijn minst incalculeren.’
‘Hoezo? Wat hebben we daaraan? Bij de dag leven, weet je nog? Risico’s horen er nu eenmaal bij.’
‘Maar ik wil de cel niet in,’ herhaalde ze.
Ze begon op zijn zenuwen te werken. Hij had geen interesse meer in Rover, die had afgedaan. Nu had hij Samantha in zijn macht. En daarmee had hij Zoe op haar knieën – figuurlijk gesproken uiteraard, maar hij verlangde naar de dag waarop dat daadwerkelijk zou gebeuren.
‘Colin?’
‘Wát?’
‘Maakt het je dan niet uit of het ontdekt wordt?’
‘Hou je er nou over op? Het wordt niet ontdekt, niet zomaar.’
‘Hij kent onze namen. Onze voornamen in elk geval. Hij moest wel Meester en Meesteres zeggen, maar hij heeft ons vast af en toe tegen elkaar horen praten.’
‘Hij was vrijwel constant van de wereld. Hij kan proberen een signalement te geven, maar jij hebt net zoveel misdaadprogramma’s gezien als ik. Die gasten kunnen geen moer vinden, tenzij ze compleet per ongeluk of bij toeval op een aanwijzing stuiten. Ze draaien hun dienst en gaan naar huis. Het zal ze een zorg zijn, een Rover meer of minder. Het enige wat ze boeit is hun salaris.’
‘Niet alle agenten zijn zo.’
‘Het zijn lamzakken, stuk voor stuk. Hoe vaak hebben we het niet gezien op tv, dat als het niet om een los detail was – dat over het hoofd was gezien terwijl het van meet af aan in het dossier zat – dat die en die moordenaar de dans zou zijn ontsprongen?’ Hij zoog het schuim van zijn bier. ‘Het is nog een wonder dat ze ooit een misdrijf oplossen, Tiff. Zelfs als ze weten dat je schuldig bent, moeten ze het nog hard kunnen maken, en er is geen bewijs om Rovers verhaal te staven.’ Hij fronste. ‘Als hij gewoon braaf mijn bevelen had opgevolgd, was het nooit zover gekomen. Je weet wat er met me gebeurt als ik kwaad word, daar kan ik niks aan doen.’
Ze liet zich naast hem neerzakken. ‘Hij is een hele poos bij ons geweest. Wie weet wat hij allemaal heeft opgevangen. We hebben er nooit rekening mee gehouden dat hij zou ontsnappen.’
‘Zelfs als hij de politie onze kant op wijst, moeten ze nog kunnen aantonen dat we schuldig zijn.’
‘Ze zouden het huis kunnen doorzoeken – en dan vinden ze Sam. Volgens mij moeten we haar uit de weg ruimen.’
‘Dat doen we ook wel, maar het heeft geen haast.’
‘Hoe bepaal je dan wanneer wel?’
‘Door alles goed in de gaten te houden.’
Ze beet op haar opgezwollen onderlip. ‘Ik vraag me af of hij het merk en model van de auto heeft onthouden.’
‘Maak je niet zo druk, Tiff.’
‘Misschien moeten we hem inruilen.’
‘En dan?’ Hun budget was veel te krap om een nieuwe te kopen. Colin verdiende niet onaardig, maar bij lange na niet zoveel als de vennoten. En van Tiffany’s hongerloontje moesten ze het al helemaal niet hebben. ‘Als jij nou een opleiding had gevolgd en meer waard was dan een tientje per uur, zouden we ons wat meer kunnen veroorloven, maar niemand heeft een cent voor jou over.’ Hij greep haar bij haar kin om haar gewonde mond te inspecteren. ‘Over geld gesproken, jij gaat morgen weer aan het werk.’
‘Maar het is nog niet genezen.’
‘Jammer dan. Je ziet er nog maar weinig van, en je bent door je verlofdagen heen.’
Hij wist hoe het haar tegenstond om po’s te verschonen, maar waarom zou hij de enige zijn die zich dag in dag uit afbeulde?
‘Komen Tommy en James vrijdag nog?’ vroeg ze.
‘Ja, natuurlijk.’ In eerste instantie irriteerde de vraag hem, maar het herinnerde hem er ook aan dat er leukere manieren waren om de avond door te brengen dan kissebissend op de bank.
‘Trek uit,’ zei hij met een rukje aan haar blouse.
Gehoorzaam schoof ze hem over haar hoofd, een kanten beha onthullend die hij zelf had uitgezocht. Hij kocht ze bewust altijd een maat te klein, zodat haar borsten omhoog werden geduwd.
‘Mooi.’ Hij liet zijn vinger over de welving van haar decolleté glijden, over de tatoeages van zijn naam. Misschien viel er toch nog wel wat van te maken vannacht. Hij kon haar vastbinden op bed – met haar gezicht omlaag – en fantaseren dat Zoe daar lag.