'Ik hield van Eddy. Ik weet dat dit voor iedereen hier geldt.' Alan keek omlaag naar zijn aantekeningen. Zonder die notities kon hij zijn gedachten niet in het goede spoor houden: dan overspoelde het verdriet hem en begon op te stijgen. Erica en Alans vader, Burt, zaten bij Jordan, met een paar scuds van de maatschappij en een onberispelijk geklede Andy Singer, die een training met zijn privé-trainer had afgezegd om erbij te kunnen zijn.
Toen Jordan Andy uit de maatschappij-limousine zag stappen, het trieste gezicht in de volmaakte treurnisplooi, de afgekloven nagels blinkend in de sombere zon, zei hij tegen Alan dat Andy de televisiemaatschappij kwam vertegenwoordigen. En om Alan te laten zien dat het hem aan het hart ging, hoewel dat niet het geval was, zo verzekerde Jordan hem.
Eddy leek te slapen, daarginds in die aan de binnenkant gecapitonneerde mahoniehouten kist die Alan had gekocht, de handen gevouwen, een afleggersblos op beide wangen. Alan voelde dat Eddy elk woord hoorde, vermoedelijk op zoek naar grammaticale onjuistheden. Naar Alans gevoel verschilde het verontrustend weinig met de begrafenis van zijn moeder. Hij herinnerde zich die als de dag van gisteren, hoewel het een mensenleven geleden was. Als hij zijn ogen sloot, zag hij weer die zonnige dag, verduisterd door de gebogen hoofden van verwarde kinderen. Een verlatingsceremonie.
'Hij hielp mij als schrijver op weg. Hij nam de tijd om mee te leven.'
Alan was verrukt geweest van een van Eddy's vroegere actieseries voor cbs; hij had een scenario geschreven toen hij nog aan de Cornell-universiteit studeerde en het opgestuurd naar Eddy's produktiekantoor in Hollywood, waarna hij direct spijt had gekregen van zoveel stoutmoedigheid. Tot zijn stomme verbazing had Eddy's assistent het echter aan Eddy voorgelegd en had Eddy ergens in het amateuristische soepje van intrige en dialoog een boeiende stem bespeurd. Hij had Alan teruggeschreven en er een gesystematiseerde synopsis van het werk bij gedaan; hij had gezegd dat hij enig talent had en had hem aangemoedigd een nieuwe poging te doen. Meer had Alan niet nodig gehad.
Daarna was hij zonder ophouden blijven schrijven en had Eddy in Californië het ene na het andere scenario gestuurd. Na twee jaar en de voltooiing van het twintigste scenario had Eddy geantwoord dat het tijd voor hem werd te overwegen naar het citrusgekkenhuis te komen en een serieuze poging te ondernemen. Hij had Alan zelfs aangeboden in zijn gastenverblijf in Bel Air te komen logeren totdat hij op eigen benen kon staan. Alan was overdonderd geweest door zoveel onzelfzuchtigheid, en het was ermee geeindigd dat hij aan een van Eddy's latere abc-series had mogen meewerken.
Hij was met Eddy en diens bodemloze geest gaan dwepen. Eddy was een geknauwde, moeilijke man die anderen met zijn napalmbuien kon verlammen, omdat hij zijn toevlucht nam tot nietsontziende eerlijkheid. Maar wie met Eddy samenwerkte, had ongeveer evenveel kans op een Emmy Award als op darmontsteking, en Alan had altijd door het stekelige pantser heen gekeken. Misschien kwam het doordat Eddy wel iets weg had van Alans eigen vader, Burt. Misschien ook kwam het doordat Eddy veel weg had van hemzelf, Alan. Maar dan een versie die zei wat hij ervan dacht, in plaats van altijd te zoeken naar de juiste schutkleur om het te verbergen.
Toen ik hem pas leerde kennen, eerlijk gezegd, joeg hij me de stuipen op het lijf van angst.' Vertederde lachjes. Handen die andere handen vastpakten. 'Hij was... indrukwekkend. Groot. Sterk.' Alan hield zijn blik op Eddy gericht, sprak tegen hemzelf. Het lichaam was broos, als het lijk van een kind. 'Als hij je aankeek, zag hij de binnenkant... Hij zag wie jij was.'
Een met betekenis geladen kadertje. 'Toen ik kennis met hem maakte, was ik een nieuweling in het vak en heel onzeker. Ik geloof niet dat ik — of beter gezegd mijn werk — het aankijken waard was. Maar na een paar honderd waardeloze scripts had ik eindelijk het gevoel dat ik het eh... verdiende. Eddy keek me in de ogen, en dat is een van de dingen waarop ik trotser ben dan op wat ook.' Er stak een windje op en de treurende mensenmenigte keek op naar de sidderende boombladeren — zachte castagnetten. Alsof Eddy hun een groet toefluisterde. Iedereen scheen het te voelen.
Alan keek naar de wuivende boomtoppen. De wind wakkerde aan en leek te kreunen. Angstig schoten eekhoorns tegen stammen op en renden over dikke takken. Zwarte kledingstukken wapperden op vouwstoeltjes — rouwzeilen. De gezichten leken geïntimideerd door de naderende storm en stelletjes kropen wat dichter bij elkaar. Er vielen regendruppels. Alan grinnikte een beetje en hief bezwerend zijn handen op. 'Ik wed er alles om dat dit een ideetje van hem is. Hij had een hekel aan begrafenissen.'
Er werd wat gelachen. Menselijke muziek. Het klonk blij en levendig, voortijlend langs stenen-met-inscriptie, een granieten dodenregister. 'Eerlijk, zonder Eddy zou ik nooit schrijver zijn geworden. Als ik talent heb, dank ik dat aan het feit dat Eddy me liet zien hoe ik het moest gebruiken...' Hij keek opzij naar het stoffelijk overschot en zag hoe de regendruppels als tranen over Eddy's wangen biggelden. Even leek hij werkelijk nog te leven, alsof hij begreep dat al deze vrienden en verwanten afscheid kwamen nemen. Om hem een behouden reis te wensen. Om hem te laten merken hoeveel ze van hem hielden. Alan keek op naar de hemel en de lekkende wolken. 'Ik hou van je, Ed... waar je ook moge zijn. Zorg dat ze in het gareel blijven totdat wij er ook zijn.'
Alan veegde zijn tranen weg, stapte van het spreekgestoelte en sloot zich aan bij de rij rouwende nabestaanden die wachtten op hun beurt om langs de natgeworden kist te wandelen en afscheid te nemen. Af en toe sprak iemand hem aan om te zeggen dat zijn woorden hem of haar goed hadden gedaan. Hij hoorde hen niet zeggen dat ze schrokken van zijn uiterlijk. Zo uitgeput. Iemand zei dat ze hadden gehoord dat hij nerveus en overwerkt was. Iemand anders zei dat hij iets onder de leden moest hebben. Niemand trok het in twijfel.
Andy Singer vertrok direct na de grafrede. 'Hij was een genie...' was alles wat Andy over zijn lippen kreeg, 'overmand' als hij was door verdriet, voordat hij in zijn maatschappij-limousine wegzweefde, op weg naar een lunch met Howie Mandel.
Eddy's vrouw stond bij de kist; ze sprak tegen Eddy en Alan wachtte. Zij en Alan hadden het afgelopen jaar heel wat dagen en nachten samen doorgebracht, in Eddy's ziekenkamer in het Cedar-ziekenhuis — onbetaalbare uren, totdat de uitgeputte ogen zich sloten om nooit meer te ontwaken. Soms had ze, als ze ieder op hun beurt Eddy hadden voorgelezen en hij eindelijk indommelde, Alan lief bedankt voor alles wat hij voor hen deed. Omdat er geen geld meer was, geen verzekeringsuitkering. Alleen nog verdriet en twijfel.
'Het was een mooie grafrede,' zei ze tegen Alan, nadat ze Eddy's wang had gekust en naar een wachtende auto was geëscorteerd. Alan hield van haar en maakte zich zorgen over wat de komende maanden zouden brengen. Ze was zo oud, zo verknocht aan Eddy. Zo verloren en kinderlijk hulpeloos zonder hem. Alan zwoer dat hij ervoor zou zorgen dat het haar aan niets zou ontbreken. Hij was de volgende. Hij boog zich over de nat gespatte kist en staarde als verdoofd naar de glanzende huid en de roze lippen die bloed nabootsten, of het leven zelf. De scheiding in het geverfde haar was onberispelijk. Hij zag er jong uit, alsof de afleggers twintig jaar van zijn levensband hadden teruggespoeld. Het regende en Alan depte Eddy's gezicht met een zakdoek droog. De huid voelde hard en kunstmatig aan en Alan depte de regendruppels op die zich onder Eddy's ogen hadden verzameld.
'Ik hou van je...' fluisterde hij. En terwijl de anderen stonden te wachten, begon Alan te schreeuwen. Hij greep zich vast aan de rand van de open kist en de kist wankelde nu, zodat Eddy begon te schudden. De kist viel onder Alans gewicht en Eddy's lijk viel eruit, zodat zijn witte pak van modder werd doordrenkt. Alan werd spierwit, en terwijl de doodgravers het lichaam weer in de kist legden, bleef hij zweren dat het lijk tegen hem had gesproken, dat de ogen waren opengegaan en dat Eddy hem recht in de ogen had gekeken. Alan werd door zijn vader, Erica en Jordan weggeholpen.
De begrafenisondernemer kwam uitleggen dat de regen de epoxyhars had losgemaakt, waardoor de ogen waren opengegaan. Niemand kon echter een verklaring geven voor de stem die Alan had gehoord. De meesten hielden het erop dat hij zo verbijsterd was door het verlies dat hij zich het hele voorval had verbeeld. Een wens, misschien, geboren uit hoop. Omdat hij zijn mentor miste.
Die avond, toen Alan in slaap probeerde te vallen en luisterde naar het tij dat even rusteloos was als de adrenalinespiegels in bloed, kon hij Eddy's stem nog horen. De doodse schorre stem, het grijnslachje van dode tanden dat naar hem opstaarde uit dat satijnen bed. Geamuseerd en vermanend, de adem bezwangerd met conserveringschemicaliën.
'Je bent te ver gegaan,' had hij gezegd. En daarna had hij Alan gemaand dat hij er een eind aan moest maken. Precies wat de oude man in het ziekenhuis tegen hem had gezegd toen Alan op ziekenbezoek ging bij Eddy. Woord voor woord.