Tweede akte


Tien weken later: recensies

Los Angeles Times

Mensen, heb wat geduld met me. Dit wordt iets langer dan mijn gebruike­lijke recensie en iets korter dan Kants Kritik der reinen Vernunft.

Ik zal mijn best doen het niet te laten klinken alsof mijn schedeldak op het punt staat te exploderen, maar eerlijk gezegd ben ik niet in staat om zoveel hete lava nog veel langer binnen te houden. Ze betalen mij om objectief te zijn, maar tot op zekere hoogte, en vandaag heb ik dat punt bereikt waarop zelfs een thermometer onmogelijk objectief zou kunnen zijn.

Het gaat om fundamentele waarheden, dus laten we daar maar mee begin­nen: televisie is géén Bach. Nooit geweest ook. En ik ben bereid het op de gezonde toekomst van mijn tweejarige dochtertje te zweren: het zal het nooit worden. Het is eenvoudig, denk ik, een soort rock 'n roll, op de een of an­dere manier.

Onze geliefde kijkdozen uit Japan zijn de enige buizen in ons huis die ons uitknijpen, en de recente resultaten van een onderzoek dat dertien jaar heeft geduurd wezen uit dat je je beroerder gaat voelen naarmate je meer televi­sie kijkt. Dit rekent voorgoed af met iedere reden die we kunnen hebben om ermee door te gaan, nietwaar? Dring ik tot u door, of is uw hoofd veranderd in een met haar begroeid testbeeld? Ik kan met u meevoelen. Ik blijf een­voudig steeds dieper wegzinken in mijn opastoel, biddend dat mijn ver­domde Sony zal exploderen en verdwijnen terwijl ik nog een oorspronke­lijke gedachte over heb.

U wilt uw aambeien voelen zwellen? Probeer het hier eens mee:

Volgens dit onderzoek bestaan er onmiskenbare relaties tussen verande­ringen in het humeur van de kijker en het aantal uren dat aan kastjekijken wordt besteed. Bovendien ontdekten de onderzoekers dat iemand, naarmate hij of zij langer naar het hellevenster staart, steeds slaperiger, verveelder, triester, eenzamer en vijandiger wordt.

Waar komt het uiteindelijk allemaal op neer, broeders? Dat we de stelling zouden kunnen verdedigen dat het uit gewoonte kijken naar televisie niet slechter is dan, of — een subtiel maar belangrijk onderscheid — niet beter dan gewoontedrinken of het dagelijks gebruik van geestveranderende middelen. En dan hebben ze nog niet eens rekening gehouden met de jongste obsce­niteit die bulderend in het vizier van televisiekijkend Amerika is opgedoken. We zullen hier de maatschappij niet eens noemen. Ik volsta met erop te wij­zen dat de naam uit drie eenvoudige letters bestaat. Met de nadruk op een­voudig.

Ik heb het over De huurling, mensen.

Hebt u het ook gezien?

Vergeet het A-team maar! Even onschuldig als Othello.

Schrap Hunter. Hunter was kinderspel!

Deze nieuwe, zojuist gepresenteerde serie is letterlijk het afschuwelijkste produkt dat ik ooit in mijn lange loopbaan als televisierecensent en mense­lijk individu heb gezien, waarvan ik heb gegruwd en waardoor ik me ge­schoffeerd heb gevoeld omdat ik genoodzaakt was het te recenseren.

Ik wenste dat ik kon volstaan met te zeggen dat het gewoon wéér zo'n staaltje armoedige stenguntelevisie was. Ik wenste dat ik het kon laten bij de opmerking dat het het walgelijkste is wat ik ooit heb gezien, om vervol­gens beleefd een taxi te bellen en u met rust te laten. Helaas, het is géén Kerst, ik ben niemand die machtig genoeg is om mij de zak te geven iets schuldig en mijn ouders hebben me opgevoed om de dingen bij hun naam te noemen.

Vooral als datgene wat ik bij zijn naam noem niet alleen minachting op­wekt, maar bovendien kans ziet een kilo's wegende steen in je maag te gooien en die daar vervolgens te laten kronkelen totdat je straalmisselijk bent.

De schepper van dit fraais, Alan White, mag de hemel danken dat hij niet is opgegroeid in Salem, anders zou hij nu vastgebonden aan een zeer dege­lijke staak het woord tot ons richten, terwijl zijn lichaam opging in vlam­men. Hoe deze man, die toch in de loop der jaren bij projecten met veel meer cachet betrokken is geweest en wiens werk ik in mijn recensies gunstig placht te beoordelen, erbij is gekomen zijn naam te verbinden aan zo'n on­menselijke en sadistische gruwel die alleen maar te omschrijven valt als een totale zenuwinstorting, gaat mijn verstand te boven.

Het is niet alleen beschamend. Het is de dood van de goede smaak in Amerika. Dit is doelgerichte, professioneel in het vat gegoten haat, walge­lijkheid en minkukeldenken in zijn meest primitieve en van fantasie ge­speende vorm.

Zei ik 'van fantasie gespeend'?

Misschien val ik De huurling wat al te hard. De makers zijn erin geslaagd allerlei uiterst ingenieuze, zoniet pijnlijk duidelijke manieren te vinden om vrouwen in alle mogelijke stadia van ontkleding te tonen, en/of iedere vierkante centimeter van dit ondraaglijke staaltje sensatiebeluste riool­televisie van een vol uur lang te doordrenken van bloed.

Maar nu ben ik wat al te voorbarig in mijn uitspraken. Laten we er nog eens even goed over nadenken. Dit is geen riooltelevisie. Wat door een riool stroomt, gaat ergens heen.

Indien deze serie de kans krijgt om te worden gecontinueerd, werp ik de vraag op hoe het te voorkomen is dat alle fatsoensnormen verdrinken in het bloed en het kwaadaardige gif dat Alan White en zijn 'doorbraak'-produkt over ons uitstorten.

Beste lezers, ik ga werkelijk een poging doen daar een stokje voor te ste­ken. Want als ik dat nalaat, zal de serie die volgt — de serie die op de jaspan­den van dit wangedrocht de huiskamers wordt binnengedragen — voorgoed een eind maken aan het leven in een beschaafde wereld. Ergens zullen we een streep moeten trekken. En beschouw dit maar als die streep, meneer White.

Houston Daily Pilot

Hoewel ik het met enige schaamte toegeef, is de nieuwste actie/avonturenserie die de ether heeft bereikt, Alan Whites De huurling, een genoegen dat schuldgevoelens opwekt.

Het is niet mogelijk de ogen te sluiten voor de zelfbewuste pogingen van de makers om het brute geweld en de seks van grote films te evenaren: Hollywood heeft dit soort produkten al tien jaar gemaakt. Ook is het onmo­gelijk voorbij te gaan aan het onverbiddelijk realisme ervan. Het ïs er en je kunt het niet over het hoofd zien, zelfs niet als je in de andere kamer zit, een blokje omgaat of op visite gaat bij vrienden.

De indringende kracht van deze produktie is zo overweldigend dat je het vermoedelijk zelfs kunt bespeuren als je naar een ander programma zit te kijken.

De held, gespeeld door Jake Corea in de rol van A.E. Barek, is zo veront­rustend woest en vervreemd van zijn medemensen, een welhaast sociopatische huursoldaat, dat we slechts een vaag vermoeden krijgen dat ook hij een ziel bezit als hij in zijn kleine hotelkamer naar het plafond ligt te staren, in de morsige duisternis van Black's Hotel, en terugdenkt aan de periode waarin zijn leven nog iets menselijk had. Een vrouw. Een kind. Lang gele­den.

Hij is een onbewoond eiland, drijvend in een zee van wanhopige leegte. Hij helpt anderen als hij daartoe wordt ingehuurd en 'doet wat er gedaan moet worden, ongeacht de prijs', zoals zijn pleitbezorgers zeggen.

Dit is echter niet Stallones marionettentheater. Er zit meer achter. Onver­valste beklemming. Donkere diepte en intelligentie die tussen al dat niets­ontziende geweld en al die bruskerende erotiek uit komen sijpelen. Dit is een combinatie van bloederigheid en naakt zoals die nog nooit op de televisie is vertoond. Discretie en de bereidheid om wat water in de wijn te doen zijn ver te zoeken. Alles wordt breed uitgemeten en komt bij uitstek realistisch over.

En dat spreekt mij aan. Deze eerlijkheid, deze onverbloemde potentie. Vergis u niet: De huurling is een schokkende, bijna onvoorstelbaar moei­lijke stap in de evolutie van televisieseries. Maar evenals de beste toneel­drama's en de meest gedenkwaardige verhalen uit de geschiedenis heeft deze produktie onder al dat naakt en al die bloederige explosies substantie. Er gaat waarachtig lijden achter schuil. We kunnen alleen maar veronder­stellen dat de heer White deze wereld heeft gekend. Deze gevoelens. Dit soort gekweldheid. We moeten hem nageven dat hij het in zijn werk laat doorklinken en er desondanks in slaagt ons te fascineren.

Deze serie zal een nieuwe betekenis verlenen aan het begrip 'controverse', vermoed ik. Het is echter het soort controverse dat ik toejuich.

Seattle Tribune

Woorden zijn ontoereikend om dit soort vuilnis te beschrijven. Het vernie­tigt alles dat het leven de moeite van het leven waard maakt en verheerlijkt pijn. Ik genóót van de reclamespots.

Fort Worth Observer

Niet te verdedigen smerigheid. Neem de moeite niet; draai de knop om. Draai het de nek om, trek de stekker eruit en begin te leven.

New York Post

Deze serie laat zich niet in een hokje stoppen. Er is zoveel verkeerds en slechts aan dat we haar moeilijk kunnen negeren. Kennelijk zijn de maat­schappijen zo in verwarring en paniek gebracht door het verlies van hun kij­kers aan de kabeltelevisie, dat zij nu het kotsstadium hebben bereikt. Deze serie had nooit de kans mogen krijgen op de vrije buis te komen, zodat het mogelijk is dat kinderen ermee worden geconfronteerd.

Als het nu nog om een film voor het bioscoopcircuit was gegaan, of om een produkt voor een van de kabelnetten, zou het mogelijk zijn geweest het geval op zijn merites te beoordelen. Het is echter zo volmaakt ongeschikt voor vertoning via de normale televisiezenders, dat we slechts kunnen con­cluderen dat degenen die nu op de winkel passen bereid zijn alles te verko­pen. Hoe grof het ook moge zijn. Hoe mensonwaardig ook. Hoe minutieus berekenend wreed. De hemel verhoede dat het goede kijkcijfers oogst.

Ze zouden allemaal moeten worden gearresteerd, degenen die dit hebben toegestaan. En trouwens, welke rol speelt de filmkeuring in dit alles? Dit is niet alleen slechte televisie, het is slecht karma. In godsnaam, laat uw kin­deren er niet naar kijken! De wereld is ook zo al afschuwelijk genoeg. We hebben geen behoeften aan nog meer bekeerlingen.

Fairbank Watcher

Tja, misschien ben ik een zwijn, maar ik ben er verrukt van. Het sleept je mee als een verdomde raket. Al die schatjes die net genoeg aanhebben om je gebit ermee te flossen... tamelijk volledig in beeld gebrachte seks... Ik be­doel, wat kan een mens nog meer verlangen, behalve een biertje van eigen bodem en een behoorlijk signaal? Verzuim het niet! Hier wordt geschiede­nis geschreven. En het is stukken amusanter dan al die stomvervelende ver­plichte lectuur waarin wij ons op de middelbare school moesten verdiepen.

New Haven Daily

Is Amerika stapelgek geworden? Wat krijgen we hierna? Snuff-films? Films waarin mensen echt worden vermoord? Het Dr. Hengele Variety Hour? En ik maar denken dat je naar het journaal moest kijken als je de afschuwelijke dingen die er gaande zijn wilde zien.

U hebt nu een alternatief. Iedere dinsdag om tien uur 's avonds. Het heet De huurling en het is erger dan meelijwekkend. Hier wordt een poging on­dernomen een concept aan te slingeren dat al zo vaak de klok rond is ge­weest dat ze het beter voorgoed naar het scenariokerkhof kunnen slepen. Ik wenste dat ik het eenvoudig kon afdoen als gewoon het zoveelste staaltje uit wanhoop geboren broddelwerk.

Daarvoor is het echter te gemeen. Het is gewelddadig, het is gelardeerd met onverbloemd naakt en aanschouwelijk seksonderwijs, en het stinkt weerzinwekkend naar geldbejag. Volgens mij zijn de grote televisiemaat­schappijen het spoor bijster. Ze verliezen hun kijkerspubliek en zijn zelfs bereid zich over beerputten te buigen, in de hoop daar ideeën te vinden.

En nu hebben we hier het nieuwste exemplaar in een hele partij smerig­heid, een exemplaar dat zich slechts op één punt onderscheidt van de rest, namelijk dat het alle voorgaande seizoenen van weerzinwekkende televisie qua verdorvenheid en walgelijkheid duizendvoudig overtreft.

Het grootste raadsel is nog hoe de filmkeuring dit heeft kunnen gedogen.

Als iemand van pornografie houdt, moet hij het beslist aan zijn muren han­gen. Vermoedelijk hebben ze nog een troefkaart in hun mouw voor de wis­selingen halverwege het seizoen. God bless America.

Sarasota Journal

Eindelijk iets op de buis waarin we de tanden kunnen zetten. Deze nieuwste poging tot het produceren van een mengeling van realistische televisie en meeslepend entertainment is een uitzonderlijke prestatie, die weinig te wen­sen overlaat, behalve misschien een beetje flessezuurstof. Want het berooft u van uw adem.

Vanaf het moment waar de zinderende aftiteling begint, tot en met de ma­nier waarop de kanonnade van geweld en bloedvergieten u in peyotekleuren en vanuit genadeloze invalshoeken begint te bombarderen, worden uw zin­tuigen overweldigd. Ofschoon moet worden erkend dat er veel naakt in zit en dat we misschien zouden kunnen betogen dat dit een lokkertje voor de kijker is, krijg je nergens het gevoel dat het niet op zijn plaats is of er met de schaamharen bij is gesleept.

Ook moet hier nadrukkelijk worden erkend dat niet alle vertoonde licha­men mooi of volmaakt zijn. Tussen een redelijke dosering gebronsde lijven zien we ook kromgetrokken, kreupele dorpelingen, opengereten door gra­naatscherven, wier verbrande kleding niet meer in staat is hun naaktheid te bedekken. Maar wie dit wellustig vindt, of zelfs maar sexy, is zelf degene met het probleem, niet de producent van deze serie.

Ik heb vooral bewondering voor de manier waarop scenarioschrijver en regisseur/producent Alan White zijn personages karakter weet te geven, blijk geeft van het feilloze oog van de showman voor pakkende scènes, en dit al­les vermengt met emotionele kwetsbaarheid, getraumatiseerde en geknauw­de zielen en onweerstaanbaar geestige personages. Misschien is dit nog niet zo goed als het zou kunnen zijn, maar het is hard op weg het te worden.

Waarde heer White, ik voorspel dat u een uitzonderlijk welgesteld heer zult worden als dit aanslaat. Het is eenvoudig geweldig. Vijf sterren.

Chicago Times

Vergeet de aspirientjes en maagtabletjes; iemand zal u op zijn minst met een verdovingsgeweer moeten raken om u hier doorheen te helpen. De toekomst van het medium ziet er somber uit, Amerika! Misschien brengen ze een her­haling van Who's The Boss. In dat geval bewijst u zichzelf een dienst als u even kijkt wat Johnny Carson in zijn schild voert.