2
Vier maanden eerder
Sophia
‘Je moet mee,’ zei Marcia op smekende toon. ‘Ik wil dat je meegaat. We gaan met z’n dertienen of veertienen. Zo ver is het niet. McLeansville is nog geen uur rijden, en het wordt hartstikke leuk in de auto.’
Vanaf haar bed, waar ze weinig enthousiast haar geschiedenisaantekeningen over de renaissance aan het doornemen was, keek Sophia sceptisch op. ‘Ik weet het niet, hoor… rodeo?’
‘Zeg het niet op zo’n toon,’ zei Marcia, terwijl ze in de spiegel keek en een zwarte cowboyhoed op haar hoofd zette. Marcia Peak, die al sinds haar tweede jaar haar kamergenote was, was haar beste vriendin op de campus. ‘A, het is geen rodeo, het is alleen stierrijden. En b, daar gaat het helemaal niet om. Het gaat erom dat je even van de campus af bent, een leuk ritje maakt en er samen met mij en de meiden een avondje uit bent. Na afloop is er een feest, dan bouwen ze een aantal bars op in zo’n ouderwetse schuur bij de arena. Er komt een band, we kunnen dansen en ik zweer je dat er meer lekkere jongens zijn dan je ooit bij elkaar hebt gezien.’
Sophia wierp een blik over haar collegeblok. ‘Een lekkere jongen is wel het laatste waar ik nu zin in heb.’
Marcia rolde met haar ogen. ‘Waar het om gaat is dat jij eens het huis uit moet. Het is oktober. Het studiejaar is al weer twee maanden aan de gang en jij moet eens ophouden met kniezen.’
‘Ik knies niet,’ zei Sophia. ‘Ik… heb er gewoon geen zin meer in.’
‘Je bedoelt dat je geen zin hebt om Brian te zien, toch?’ Ze draaide zich om en keek Sophia aan. ‘Oké, dat snap ik. Maar dit is een kleine campus. En Chi Omega en Sigma Chi zijn dit jaar aan elkaar gelinkt. Daar ontkom je gewoon niet aan.’
‘Je begrijpt best wat ik bedoel. Hij stalkt me. Donderdag was hij na mijn college in het atrium van het Scales Center. Toen we nog wat met elkaar hadden, deed hij dat nooit.’
‘Heb je hem gesproken? Wilde hij met jou praten?’
‘Nee.’ Sophia schudde het hoofd. ‘Ik ben direct weggelopen en heb gedaan alsof ik hem niet zag.’
‘Niks aan de hand dus.’
‘Toch vind ik het griezelig…’
‘Ach, mens.’ Marcia haalde ongeduldig haar schouders op. ‘Trek het je niet aan. Hij is geen psychopaat of zo. Het dringt nog wel tot hem door.’
Sophia wendde haar blik af en dacht: ik hoop het. Maar toen ze niet reageerde, kwam Marcia naast haar op bed zitten. Ze gaf een klopje op Sophia’s been. ‘Laten we even logisch nadenken, oké? Hij belt en sms’t niet meer, toch?’
Sophia knikte, al was het met tegenzin.
‘Nou, oké dan,’ was Marcia’s conclusie. ‘Dan is het tijd om je leven op te pakken.’
‘Dat probeer ik ook. Maar waar ik ook ga, daar is hij weer. Ik begrijp niet waarom hij me niet met rust laat.’
Marcia trok haar benen op en legde haar kin op haar knieën. ‘Simpel… Brian denkt dat hij jou kan ompraten als hij de juiste dingen zegt en al zijn charme op je loslaat. Dat denkt hij echt.’ Ze keek Sophia met een open blik aan. ‘Sophia, je moet beseffen dat alle mannen zo denken. Mannen denken dat ze zich overal uit kunnen lullen en dat ze altijd hun zin krijgen. Dat zit in hun DNA. Jij hebt hem gedumpt, dus nu wil hij je terug. Les 1 in mannen.’ Ze gaf haar vriendin een knipoog. ‘Uiteindelijk accepteert hij wel dat het uit is. Zolang je niet toegeeft, tenminste.’
‘Dat ben ik niet van plan,’ zei Sophia.
‘Goed zo,’ zei Marcia. ‘Je bent veel te goed voor hem.’
‘Ik dacht dat jij Brian wel leuk vond.’
‘Ik vínd hem ook leuk. Hij is grappig en aantrekkelijk en rijk, wat kun je daar nou niet leuk aan vinden? We kennen elkaar al sinds het eerste jaar en ik praat nog wel met hem. Maar ik snap ook dat hij een waardeloze vriend is, die mijn kamergenoot heeft bedonderd. En niet twee keer, maar drie keer.’
Sophia voelde haar schouders zakken. ‘Fijn dat je me daar nog even aan herinnert.’
‘Moet je horen, het is mijn taak als jouw vriendin om je hier overheen te helpen. Dus wat doe ik? Ik verzin een waanzinnige oplossing voor al je problemen, een avondje weg van de campus, samen met de meiden, en dan wil jij hier blijven?’
Toen Sophia niets zei, leunde Marcia opzij. ‘Alsjeblieft? Ga met ons mee. Ik heb mijn maatje nodig.’
Sophia slaakte een zucht, wist hoe vasthoudend Marcia kon zijn en zwichtte toen. ‘Goed dan,’ zei ze. ‘Ik ga wel mee.’ En hoewel ze het op dat moment nog niet wist, zou ze later als ze aan het verleden dacht altijd bedenken dat dit het moment was waarop het allemaal begon.
Tegen de tijd dat het bijna middernacht was, moest Sophia toegeven dat haar vriendin gelijk had. Een avondje uit was precies wat ze nodig had. Ze besefte dat ze het voor het eerst in weken naar haar zin had. Het was per slot van rekening niet elke avond dat ze het aroma van modder, zweet en mest kon opsnuiven, terwijl idiote mannen nog idiotere beesten bereden. Marcia, had ze ontdekt, vond dat stierrijders een en al sexappeal uitstraalden, en meer dan eens had haar kamergenote haar een por gegeven om een bijzonder aantrekkelijk exemplaar aan te wijzen, onder wie de man die het hele spektakel had gewonnen. ‘Dat is nog eens een lekker ding,’ had ze gezegd, en Sophia had onwillekeurig beamend moeten lachen.
Het feest na afloop was een leuke verrassing. De vervallen schuur met vieze vloeren, houten muren, blootliggende balken en grote gaten in het dak was stampvol. Mensen stonden drie rijen dik voor provisorische bars en hingen rond de tafels en stoelen die lukraak in de donkere ruimte stonden. Hoewel Sophia normaal gesproken niet echt naar countrymuziek luisterde, was het een bruisende band en verdrongen de mensen zich op de geïmproviseerde dansvloer. Zo nu en dan begon er een linedance die iedereen leek te kennen behalve zij. Het was een soort geheime code: dan was het ene nummer afgelopen en begon het volgende, verdween de ene groep dansers en namen anderen hun plek in, waardoor zij het idee had dat het allemaal van tevoren was ingestudeerd. Marcia en de andere dispuutmeisjes deden mee met perfecte danspassen en Sophia vroeg zich af waar ze dat allemaal hadden geleerd. Ze woonden al meer dan twee jaar bij elkaar in huis, en Marcia en de anderen hadden nooit laten doorschemeren dat ze konden linedancen.
Sophia was niet van plan zichzelf voor paal te zetten op de dansvloer, maar was toch blij dat ze was meegegaan. In tegenstelling tot de meeste studentencafés – of eigenlijk alle cafés waar ze ooit was geweest – waren de mensen hier echt aardig. Absurd aardig. Ze had nog nooit zo veel vreemden horen zeggen ‘neem me niet kwalijk’ of ‘sorry, hoor’, waarna ze vervolgens met een vriendelijke grijns voor haar opzijgingen. Marcia had over iets anders ook gelijk gehad: het wemelde er van de aantrekkelijke jongens, en Marcia – evenals de meeste meisjes uit het dispuuthuis – maakte optimaal gebruik van die situatie. Sinds hun komst hadden ze geen van allen hun eigen drankje hoeven te betalen.
Het was een avond zoals ze die zich voorstelde in Colorado, Wyoming of Montana, niet dat ze daar ooit was geweest. Wie had kunnen weten dat er zo veel cowboys in North Carolina waren? Ze keek naar de menigte en besefte dat de meeste mensen waarschijnlijk geen echte cowboys waren – de meeste waren hier omdat ze op zaterdagavond graag naar stierrijden keken en bier dronken – maar ze had nog nooit zo veel cowboyhoeden, cowboylaarzen en cowboygespen bij elkaar gezien. En de vrouwen? Die droegen ook laarzen en hoeden, maar ze zag meer korte shorts en blote buiken dan ze ooit op de eerste warme lentedag op de campus had gezien. Het leek wel een Daisy Duke-bijeenkomst. Marcia en de meiden waren eerder op de dag gaan winkelen, en Sophia voelde zich nu bijna slonzig in haar spijkerbroek en mouwloze bloesje.
Ze nam een slok en vond het prima om alleen maar toe te kijken, te luisteren en het allemaal in zich op te nemen. Maria was samen met Ashley een paar minuten eerder ergens naartoe geslenterd, ongetwijfeld om met een paar jongens te praten die ze hadden ontmoet. De andere meisjes vormden soortgelijke groepjes, maar Sophia had geen behoefte om bij hen te gaan staan. Ze was altijd een beetje een eenling geweest, en in tegenstelling tot haar huisgenoten draaide bij haar niet alles om de regels van het dispuut. Ze had er goede vriendschappen aan overgehouden, maar ze was klaar voor iets nieuws. Hoe eng het ‘echte leven’ ook leek, ze had zin in een eigen plekje. Vaag stelde ze zich een loft ergens in een stad voor met bistrootjes en cafeetjes en bars in de buurt, maar ze had geen idee hoe realistisch dat was. De waarheid was dat zelfs een groezelig flatje langs de snelweg in Omaha, Nebraska al beter was dan wat ze nu had. Ze had genoeg van het dispuuthuis en niet alleen omdat Chi Omega en Sigma Chi weer met elkaar verbonden waren. Het was haar derde jaar in huis en de dramatiek van het dispuutleven begon langzamerhand haar glans te verliezen. Of beter gezegd: in een huis met vierendertig meisjes kwam er geen eind aan alle dramatiek, en ook al had ze haar best gedaan die te ontlopen, ze wist dat er nieuwe vormen in ontwikkeling waren voor het huidige jaar. De nieuwe lichting vrouwelijke tweedejaars piekerde eindeloos over wat anderen van hen vonden en hoe ze er het beste bij konden horen en hoe ze een beter plaatsje in de pikorde konden bemachtigen.
Zelfs toen ze net lid was, had Sophia niet gemaald om dat soort dingen. Ze was lid geworden van het dispuut omdat ze destijds niet kon opschieten met haar kamergenote en omdat het dispuut nieuwe leden aan het werven was. Ze was nieuwsgierig geweest naar wat het allemaal inhield, vooral omdat het uitgaansleven in Wake grotendeels werd bepaald door het verenigingsleven. Voor ze het wist was ze een Chi Omega en had ze de borg voor een kamer in het huis betaald.
Ze had haar best gedaan om er iets van te maken. Echt. Het eerste jaar had ze zelfs overwogen om in het bestuur te gaan. Marcia had haar hartelijk uitgelachen toen Sophia erover was begonnen, waarop Sophia zelf ook had moeten lachen, en dat was het einde van het verhaal geweest. Dat was maar goed ook, want Sophia wist dat ze een waardeloos bestuurslid zou zijn. Ook al was ze naar elk feest, elke ceremonie en elke verplichte vergadering geweest, ze geloofde niet dat lidmaatschap van het dispuut ‘je leven verandert!’ en ze was ook niet overtuigd van ‘de voordelen van Chi Omega, waar je je hele carrière wat aan hebt’.
Als ze die slogans tijdens vergaderingen hoorde, wilde ze het liefst haar hand opsteken en haar studentenzussen vragen of ze nu werkelijk geloofden dat hun enthousiasme tijdens Greek Week er op de lange termijn toe deed. Hoezeer ze ook haar best deed, ze kon zich niet voorstellen dat haar toekomstige baas tijdens het sollicitatiegesprek zou zeggen: Ik zie hier dat u hebt bijgedragen aan de choreografie van een dansnummer waarmee Chi Omega tijdens uw eerste jaar bovenaan in de verenigingscompetitie is geëindigd. Eerlijk gezegd, mevrouw Danko, is dat precies het talent waar we naar op zoek zijn in een museumcurator.
Schei toch uit.
Het dispuutleven was deel van haar studententijd en ze had er geen spijt van, maar er was meer. Veel meer. In de eerste plaats was ze naar Wake Forest gekomen voor een goede opleiding, en haar beurs vereiste dat ze haar studie op de eerste plaats zette. En dat had ze gedaan. Nou ja, bijna dan…
Ze speelde met het glas in haar handen en dacht aan het afgelopen jaar.
Het afgelopen semester, toen ze erachter was gekomen dat Brian haar voor de tweede keer had bedonderd, was ze ingestort. Ze had niet meer kunnen studeren en toen de examenperiode was begonnen, had ze als een gek moeten blokken om haar cijfers op peil te houden. Ze had het gered… nog net. Maar zoiets slopends had ze nog nooit meegemaakt, en ze was van plan ervoor te zorgen dat het ook nooit meer zou gebeuren. Als Marcia er niet was geweest, had ze niet geweten hoe ze het afgelopen semester had moeten doorkomen, en dat was op zich al een goede reden om dankbaar te zijn voor het feit dat ze lid was geworden van Chi Omega. Voor haar had het dispuut altijd om individuele vriendschappen gedraaid, niet om het groepsgebeuren; en voor haar had vriendschap niets te maken met iemands positie in de pikorde. En dus deed ze haar laatste jaar wat ze vanaf het begin had gedaan, namelijk wat ze moest doen en ook niet meer dan dat. Ze betaalde haar lidmaatschap, deed wat er van haar verwacht werd en negeerde de kliekjes die zich vormden, vooral van mensen die ervan overtuigd waren dat Chi Omega alles was.
Kliekjes die mensen als Mary-Kate aanbaden, bijvoorbeeld.
Mary-Kate was preses, en het studentenleven kwam niet alleen uit haar poriën, ze voldeed ook uiterlijk tot in detail aan het gewenste plaatje, inclusief volle lippen, een wipneusje, een gave huid en scherp afgetekende botten. Met de bijkomende verleidelijkheid van haar familievermogen – haar familie, die haar fortuin had gemaakt in tabak, was een van de rijkste in de staat – was ze in de ogen van veel mensen de belichaming van het dispuut. En dat wist Mary-Kate. Ze zat nu aan een van de grotere ronde tafels en omringde zich met haar jongere studentenzusjes die overduidelijk net zo wilden worden als zij. Zoals altijd had Mary-Kate het alleen maar over zichzelf.
‘Ik wil gewoon iets betekenen, snap je?’ zei Mary-Kate. ‘Ik weet dat ik de wereld niet kan veranderen, maar ik denk dat het belangrijk is dat je je best doet om iets te betekenen.’
Jenny, Drew en Brittany hingen aan haar lippen. ‘Dat is waanzinnig,’ beaamde Jenny. Ze was een tweedejaars uit Atlanta, en Sophia kende haar goed genoeg om haar ’s morgens te groeten, maar meer ook niet. Ongetwijfeld was ze verrukt dat ze in het gezelschap van Mary-Kate was.
‘Ik bedoel, ik wil niet naar Afrika of Haïti, of zo,’ ging Mary-Kate verder. ‘Waarom zou je helemaal daar naartoe gaan? Papa zegt altijd dat er genoeg kansen zijn om mensen hier te helpen. Daarom heeft hij een stichting opgericht en daarom ga ik daarvoor werken als ik afgestudeerd ben. Om lokale problemen op te lossen. Om hier in North Carolina iets te betekenen. Weet je wel dat er in deze staat nog steeds mensen zijn die een buitentoilet hebben? Kun je het je voorstellen? Geen sanitair in huis? Dat soort problemen moeten we aanpakken.’
‘Wacht even, hoor,’ zei Drew. ‘Ik begrijp het even niet.’ Ze kwam uit Pittsburgh en droeg vrijwel hetzelfde als Mary-Kate, tot de hoed en de laarzen aan toe. ‘Bedoel je dat je vaders stichting badkamers aanlegt?’
Mary-Kates goedgevormde wenkbrauwen vormden een V. ‘Waar heb je het over?’
‘De stichting van je vader. Je zei dat die badkamers aanlegt.’
Mary-Kate hield haar hoofd schuin en keek naar Drew alsof ze een denkbeeldige mug was. ‘Hij looft beurzen uit aan arme kinderen. Hoe kom je erbij dat hij badkamers aanlegt?’
O, ik weet het niet, hoor, dacht Sophia met een glimlach. Misschien omdat je het over buitentoiletten had. En omdat je het zo zei. Maar ze hield haar mond, in de wetenschap dat Mary-Kate haar humor niet zou weten te waarderen. Als het aankwam op haar ‘toekomstplannen’ had Mary-Kate geen gevoel voor humor. De toekomst was per slot van rekening een serieuze zaak.
‘Maar ik dacht dat je nieuwslezer wilde worden,’ zei Brittany. ‘Vorige week vertelde je dat je een baan aangeboden had gekregen.’
Mary-Kate wierp haar hoofd naar achteren. ‘Dat is niets geworden.’
‘Waarom niet?’
‘Het was voor het ochtendnieuws. In Owensboro, in Kentucky.’
‘En?’ vroeg een van de jongere dispuutmeisjes verward.
‘Halló? Owensboro? Ooit van Owensboro gehoord?’
‘Nee.’ De meisjes keken elkaar bedeesd aan.
‘Dat bedoel ik dus,’ verkondigde Mary-Kate. ‘Ik ga echt niet naar Owensboro, Kentucky verhuizen. Dat is niet meer dan een kruimel op de kaart. En ik ben niet van plan elke dag om vier uur op te staan. Trouwens, ik zei toch, ik wil iets betekenen. Er zijn hier veel mensen die hulp nodig hebben. Daar denk ik al heel lang over na. Papa zegt dat…’
Maar Sophia luisterde al niet meer. Ze wilde weten waar Marcia was, stond op en liet haar blik langs de menigte glijden. Het was echt snoeidruk en het werd steeds drukker. Ze schoof langs een paar meisjes en de jongens met wie zij stonden te praten, glipte verder door de meute op zoek naar Marcia’s zwarte cowboyhoed. Hopeloos. Overal zag ze zwarte hoeden. Ze probeerde te bedenken welke kleur Ashleys hoed had. Crème, toch? Zo was ze in staat het aantal mogelijkheden te verkleinen tot ze haar vriendinnen had gevonden. Ze liep hun kant op en wurmde zich net langs een paar groepjes mensen toen ze vanuit haar ooghoek iets zag.
Of liever gezegd, iemand.
Ze bleef staan en draaide zich half om, om beter te kijken. Meestal was hij vanwege zijn lengte gemakkelijk te vinden in mensenmassa’s, maar er waren zo veel hoeden dat ze er niet van overtuigd was dat hij het was. Toch kreeg ze een onaangenaam gevoel. Ze hield zich voor dat ze zich vergiste, dat ze het zich verbeeldde.
Toch was ze niet in staat haar blik af te wenden. Ze probeerde het weeë gevoel in haar maag te negeren toen ze de gezichten in de bewegende massa bekeek. Hij is hier niet, zei ze weer tegen zichzelf, maar op hetzelfde moment zag ze hem opnieuw, zag ze hoe hij zich zelfverzekerd door de massa heen bewoog, geflankeerd door twee vrienden.
Brian.
Ze bleef stokstijf staan terwijl ze met z’n drieën naar een tafeltje liepen. Brian begaf zich door de menigte zoals hij over het lacrosseveld liep. Even kon ze het niet geloven. Ze kon alleen maar denken: dat meen je niet! Serieus? Hier volg je me ook al?
Ze voelde haar wangen rood worden. Ze was hier samen met haar vriendinnen, niet op de campus… Hoe haalde hij het in zijn hoofd? Ze had hem duidelijk gemaakt dat ze hem niet meer wilde zien; ze had hem recht in zijn gezicht gezegd dat ze niet met hem wilde praten. Ze was bijna geneigd naar hem toe te gaan en hem, nogmaals recht in zijn gezicht, te zeggen dat het uit was.
Maar dat deed ze niet, omdat ze wist dat het totaal geen zin had. Marcia had gelijk. Brian dacht dat hij haar wel kon ompraten. Want hij dacht dat hij onweerstaanbaar was als hij zijn charme op haar losliet en zijn excuses aanbood. Ze had hem de vorige keren ook vergeven. Dus waarom nu niet?
Ze draaide zich om, baande zich een weg tussen de mensen door naar Marcia en was dolblij dat ze op tijd was weggelopen. Ze wilde niet dat hij op haar af kwam slenteren en zogenaamd verbaasd deed dat hij haar hier zag. Want zij zou hoe dan ook afgeschilderd worden als degene die harteloos was. En waarom? Omdat Brian de Mary-Kate van zijn mannendispuut was. Als door en door Amerikaanse lacrossespeler die was gezegend met een aantrekkelijk uiterlijk en een rijke beleggingsmakelaar als vader heerste hij over hun sociale kringen. Iedereen in haar dispuut aanbad Brian en ze wist dat de helft van de meisjes uit haar huis zich bij de minste aanmoediging op hem zou storten.
Nou, ze mochten hem hebben.
Sophia baande zich verder een weg door de menigte terwijl de band aan een nieuw nummer begon. Ze zag Marcia en Ashley in een flits in de buurt van de dansvloer met drie jongens in strakke spijkerbroek en een cowboyhoed op. Zo te zien waren ze een paar jaar ouder. Sophia liep die kant op en toen ze Marcia’s arm aanraakte, draaide haar kamergenote zich bijna opgewonden om. Of liever gezegd, dronken.
‘O, hoooi!’ zei ze lijzig, en ze struikelde over de woorden. Ze duwde Sophia naar voren. ‘Jongens, dit is mijn kamergenote, Sophia. Dit zijn Brooks en Tom… en…’ Marcia keek met samengeknepen ogen naar de jongen in het midden. ‘Wie ben jij ook alweer?’
‘Terry,’ zei hij.
‘Hoi,’ zei Sophia automatisch. Ze wendde zich tot Marcia. ‘Kan ik je even onder vier ogen spreken?’
‘Nu?’ Marcia fronste haar wenkbrauwen. Ze seinde met haar ogen naar de cowboys terwijl ze Sophia aankeek en deed geen moeite om haar ergernis te verbergen. ‘Wat is er?’
‘Brian is hier,’ siste Sophia.
Marcia kneep haar ogen samen alsof niet zeker wist of ze het goed gehoord had, en uiteindelijk knikte ze. Met zijn tweeën gingen ze iets verder van de dansvloer staan. Het lawaai was niet oorverdovend, maar Sophia moest toch harder praten om gehoord te worden.
‘Hij is me gevolgd. Alweer.’
Marcia tuurde over Sophia’s schouder. ‘Waar is hij?’
‘Daar bij die tafels met allemaal andere studenten. Hij heeft Jason en Rick bij zich.’
‘Hoe wist hij dat je hier zou zijn?’
‘Dat is niet echt een geheim. De halve campus wist dat we hier vanavond naartoe gingen.’
Terwijl Sophia kolkte van woede ging Marcia’s aandacht uit naar een van de jongens met wie ze had staan praten. Daarna wendde ze zich met een spoortje ongeduld weer tot Sophia.
‘Tja… dus hij is hier.’ Ze haalde haar schouders op. ‘Wat wil je doen?’
‘Ik weet het niet,’ zei Sophia, en ze sloeg haar armen over elkaar.
‘Heeft hij je gezien?’
‘Volgens mij niet,’ zei ze. ‘Maar ik wil gewoon niet dat hij moeilijk gaat doen.’
‘Wil je dat ik met hem ga praten?’
‘Nee.’ Sophia schudde haar hoofd. ‘Ik weet niet wat ik wil.’
‘Laat hem dan lekker. Relax. Kom even bij mij en Ashley staan. We hoeven niet terug naar de tafeltjes. Misschien gaat hij vanzelf weg. En als hij ons hier vindt, dan ga ik gewoon met hem flirten. Ik leid hem wel af.’ Er gleed een uitdagende glimlach over haar gezicht. ‘Je weet dat hij mij vroeger leuk vond. Vóór jou, bedoel ik.’
Sophia trok haar armen strakker om zich heen. ‘Misschien moeten we gewoon gaan.’
Marcia wuifde met haar hand. ‘Hoe? Het is een uur rijden en we hebben geen van beiden onze auto hier. We zijn met Ashley meegereden, weet je nog? En ik weet toevallig dat zij niet van plan is om nu al naar huis te gaan.’
Daar had Sophia niet aan gedacht.
‘Toe,’ zei Marcia vleiend. ‘We nemen wat te drinken. Die jongens zijn leuk. Ze doen hun bachelor aan Duke.’
Sophia schudde haar hoofd. ‘Ik heb geen zin om nu met een stel jongens te praten.’
‘Wat wil je dan?’
Sophia keek naar de nachtelijke hemel aan de andere kant van de schuur en had het overweldigende verlangen om deze zweterige, drukke bedoening achter zich te laten. ‘Ik denk dat ik even een frisse neus ga halen.’
Marcia volgde haar blik en keek toen weer naar Sophia. ‘Wil je dat ik met je meega?’
‘Nee, dat hoeft niet. Ik vind je straks wel. Als je maar een beetje in de buurt blijft, oké?’
‘Ja, dat is goed,’ stemde Marcia zichtbaar opgelucht in. ‘Maar ik kan wel met je mee…’
‘Het is al goed. Ik blijf niet lang weg.’
Terwijl Marcia terugging naar haar nieuwe vrienden, liep Sophia naar de achterkant van de schuur, waar het steeds rustiger werd naarmate ze de dansvloer en de band verder achter zich liet. Een paar mannen probeerden haar aandacht te trekken toen ze langsliep, maar Sophia deed alsof ze het niet zag en weigerde zich te laten afleiden.
De grote houten deuren stonden open en zodra ze buiten was, voelde ze een golf van opluchting over zich heen spoelen. De muziek was niet meer zo hard en de frisse herfstlucht was als een koele balsem voor haar huid. Ze had niet beseft hoe heet het in de schuur was. Ze keek om zich heen naar een plekje om te zitten. Even verderop stond een enorme eikenboom met knoestige takken die alle kanten op staken, en hier en daar stonden mensen in groepjes te roken en te drinken. Het duurde een ogenblik voordat ze besefte dat ze allemaal op een groot stuk grond stonden dat was afgezet met een houten hek; ongetwijfeld had het eens dienstgedaan als een soort veekraal.
Er stonden geen tafels. In plaats daarvan zaten mensen op het hek of ze leunden ertegenaan; er zat ook een groepje op een oude tractorband zo te zien. Verderop aan de kant stond een teruggetrokken man met een cowboyhoed op en met zijn gezicht in de schaduw naar het aangrenzende weiland te staren. Ze vroeg zich even af of hij soms ook zijn bachelor aan Duke deed, maar ze betwijfelde het. Op de een of andere manier gingen cowboyhoeden en Duke niet samen.
Ze liep naar een vrij stukje hek een paar meter bij de eenzame cowboy vandaan. Het was een heldere avond en de maan hing in de verte boven de rij bomen die de grens vormde. Ze leunde met haar ellebogen op het ruwe hout en nam haar omgeving in zich op. Rechts waren de rodeotribunes vanwaar ze daarstraks naar het stierrijden had gekeken; direct daarachter lagen een aantal kleine omheinde weilanden waar de stieren stonden. Hoewel de veekralen niet verlicht waren, brandden er nog een paar lichtmasten die een schimmig licht op de dieren wierpen. Achter de kralen stonden zo’n twintig of dertig pick-ups en aanhangers geparkeerd, met daaromheen hun eigenaars. Zelfs op een afstandje kon ze de gloeiende puntjes zien van de sigaretten die ze rookten, en zo nu en dan hoorde ze het gerinkel van flesjes. Ze vroeg zich af hoe het er hier vroeger had uitgezien, toen de rodeo er nog niet was. Hadden ze hier paardenshows gehouden? Hondenshows? Jaarmarkten? Iets anders? Het terrein ademde een uitgestorven en vervallen sfeer, alsof het er het grootste deel van het jaar verlaten bij lag. De gammele schuur versterkte die indruk, maar goed, wat wist zij daar nou van? Zij was geboren en getogen in New Jersey.
Dat zou Marcia in elk geval zeggen. Dat zei ze al sinds hun tweede jaar, en in het begin was het nog grappig geweest, daarna was het een beetje afgezaagd geworden en nu was het weer grappig. Marcia was geboren en getogen in Charlotte, op een paar uur rijden van Wake Forest. Sophia kon zich Marcia’s verbijsterde reactie nog herinneren toen ze had verteld dat ze in Jersey City was opgegroeid. Voor Marcia was dat net zoiets als Mars.
Sophia moest toegeven dat Marcia’s reactie helemaal niet zo vreemd was geweest. Hun achtergronden waren totaal verschillend. Marcia was de jongste van twee kinderen; haar vader was orthopedisch chirurg en haar moeder milieuadvocaat. Haar oudere broer was bezig met zijn laatste jaar rechten aan Vanderbilt, en hoewel het gezin niet op de Forbes-lijst stond, hoorden ze beslist bij de elite. Ze was het soort meisje dat als kind had leren paardrijden, dansles had gehad en voor haar zestiende verjaardag een Mercedes cabrio had gekregen. Sophia daarentegen was het kind van immigranten. Haar moeder was Française, haar vader kwam uit Slowakije, en ze waren het land binnengekomen met niet veel meer dan het geld dat ze op zak hadden. Hoewel ze goed opgeleid waren – haar vader was chemicus en haar moeder apotheker – was hun Engels beperkt geweest en waren ze genoodzaakt jarenlang ongeschoold werk te doen en in kleine, verwaarloosde flatjes te wonen, totdat ze genoeg geld hadden gespaard om hun eigen delicatessenwinkel te beginnen. Ze hadden drie kinderen gekregen, Sophia was de oudste, en Sophia had na school en in de weekenden bij haar ouders in de zaak gewerkt.
Het bedrijf was redelijk succesvol, het gezin kon ervan leven, maar meer ook niet. Zoals veel goed presterende eindexamenkandidaten uit haar jaar was ze er tot een paar maanden voor haar eindexamen van uitgegaan dat ze naar Rutgers zou gaan. Ze had zich in een opwelling aangemeld voor Wake Forest, ook al zou ze zich dat nooit kunnen veroorloven. En veel wist ze ook niet van de universiteit, behalve wat ze had gezien op de prachtige foto’s op de website. Niemand was verbaasder dan zij toen Wake Forest haar een beurs had aangeboden, en in augustus was Sophia in New Jersey in de bus gestapt op weg naar een vrijwel onbekende bestemming, waar ze de komende vier jaar zou verblijven.
Het was een geweldig besluit geweest, in elk geval vanuit een educatief oogpunt. Wake Forest was kleiner dan Rutgers, wat betekende dat de collegegroepen ook kleiner waren, en de hoogleraren aan de faculteit Kunstgeschiedenis waren bevlogen. Ze had al een sollicitatiegesprek voor een stageplaats bij het Denver Art Museum gehad – en nee, ze hadden haar niets gevraagd over haar rol binnen Chi Omega. Het gesprek was naar haar idee goed gegaan, maar ze had nog niets gehoord. Afgelopen zomer had ze genoeg geld weten te sparen om haar eerste auto te kopen. Het stelde niet veel voor – een elf jaar oude Toyota Corolla met meer dan honderdzestigduizend kilometer op de teller, een deuk in het achterportier en flink wat krassen – maar voor Sophia, die vroeger alles lopend of met de bus had gedaan, was het bevrijdend om naar eigen believen te komen en te gaan.
Leunend tegen het hek grimaste ze. Nou ja, behalve vanavond dus. Maar dat was haar eigen schuld. Ze had haar eigen auto kunnen nemen, maar…
Waarom moest Brian hier ook zo nodig komen vanavond? Wat dacht hij nou? Dacht hij nou werkelijk dat ze was vergeten wat hij haar had aangedaan – niet twee keer, maar drie keer? Dacht hij nou heus dat ze hem net als de vorige keren zou terugnemen?
Ze miste hem niet eens. Ze was niet van plan hem te vergeven, en als hij haar niet had gestalkt, betwijfelde ze of nog aan hem zou hebben gedacht. En toch was hij nog altijd in staat haar avond te verpesten en dat stoorde haar. Omdat ze het líét gebeuren. Omdat ze hem die macht gaf.
Nou, dat was nu afgelopen, besloot ze. Ze ging zo gewoon naar binnen, naar Marcia en Ashley en de jongens van Duke, en wat maakte het uit als Brian haar vond en met haar wilde praten? Dan negeerde ze hem gewoon. En als hij de sfeer wilde verpesten? Dan ging ze misschien wel een van die andere jongens zoenen om ervoor te zorgen dat hij wist dat ze klaar met hem was, punt uit. Met een glimlach draaide ze zich om. Ze botste tegen iemand aan en verloor haar evenwicht bijna.
‘O… sorry,’ zei ze automatisch, en ze stak haar hand uit om haar evenwicht te bewaren. Toen haar hand zijn borst raakte en ze opkeek, herkende ze hem en deinsde terug.
‘Rustig maar,’ zei Brian, en hij pakte haar bij de schouders.
Sophia had haar evenwicht hervonden en bekeek de situatie met een misselijkmakend gevoel van voorspelbaarheid. Hij had haar gevonden. Ze stonden recht tegenover elkaar en waren alleen. Alles wat ze had geprobeerd te vermijden sinds ze uit elkaar waren. Geweldig.
‘Sorry, hoor, het was niet mijn bedoeling om je te laten schrikken.’
Net als Marcia klonk hij wat onduidelijk, wat haar niet verbaasde. Brian liet geen kans voorbijgaan om zich klem te zuipen.
‘Ik zag je nergens zitten en ik had wel zo’n vermoeden dat je hier zou zijn…’
‘Wat moet je, Brian?’ onderbrak ze hem.
Hij huiverde zichtbaar bij haar toon. Maar zoals altijd herstelde hij zich snel. Rijke mensen, verwende mensen, deden dat altijd.
‘Ik wil helemaal niets,’ zei hij, en hij stak zijn hand in zijn zak. Toen hij wat wankelde, besefte ze dat hij al bijna stomdronken was.
‘Wat doe je dan hier?’
‘Ik zag dat je hier in je eentje stond en wilde even weten of alles goed met je is.’ Hij hield zijn hoofd schuin, deed zijn best om de ‘aardige jongen’ te spelen, maar zijn bloeddoorlopen ogen deden zijn poging teniet.
‘Met mij ging het prima totdat jij hier kwam.’
Hij trok een wenkbrauw op. ‘Wauw. Dat is hard.’
‘Dat moet kennelijk. Je achtervolgt me als een stalker.’
Hij knikte om aan te geven dat deze woorden waar waren. En, uiteraard, om te laten zien dat hij haar minachting aanvaardde. Hij kon de hoofdrol spelen in de video Hoe zorg je ervoor dat je ex je vergeeft… Voor de zoveelste keer.
‘Weet ik,’ zei hij, precies zoals verwacht. ‘Het spijt me.’
‘Echt?’
Hij haalde zijn schouders op. ‘Het was niet mijn bedoeling dat het zo zou eindigen… en ik wil je alleen zeggen dat ik me heel erg schaam voor alles wat er is gebeurd. Dat verdiende je niet en ik kan je niet kwalijk nemen dat je het uit hebt gemaakt. Ik besef dat ik…’
Sophia schudde haar hoofd, had al geen zin meer om naar hem te luisteren. ‘Waarom doe je dit?’
‘Wat?’
‘Dit,’ zei ze. ‘Deze hele show. Hier komen, zo kruiperig doen alsof het je zo spijt. Wat wil je?’
Haar vraag leek hem van zijn stuk te brengen. ‘Ik wil alleen mijn excuses aanbieden…’
‘Waarvoor?’ vroeg ze. ‘Voor het feit dat je me voor de derde keer hebt bedrogen? Of voor alle leugens sinds ik je ken?’
Hij knipperde met zijn ogen. ‘Toe nou, Sophia,’ zei hij. ‘Doe nou niet zo. Ik heb geen geheime motieven… echt niet. Ik wil alleen niet dat je het gevoel hebt dat je me het hele jaar moet mijden. Daarvoor hebben we te veel meegemaakt.’
Ondanks zijn dubbele tong hier en daar klonk hij bijna geloofwaardig. Bijna. ‘Je begrijpt het niet, hè?’ Ze vroeg zich af of hij echt dacht dat ze hem zou vergeven. ‘Ik weet dat ik je niet hoef te mijden. Ik kíés ervoor je te mijden.’
Hij staarde haar niet-begrijpend aan. ‘Waarom doe je nou zo?’
‘Dat meen je niet.’
‘Toen je het uitmaakte, wist ik dat ik de grootste stommiteit van mijn leven had begaan. Ik heb je nodig. Je bent goed voor me. Je maakt me een beter mens. En zelfs als we niet samen kunnen zijn, zou ik het fijn vinden als we af en toe zouden kunnen afspreken om met elkaar te praten. Gewoon om te praten. Zoals vroeger. Voordat ik alles verpestte.’
Ze deed haar mond open om antwoord te geven, maar had geen woorden voor zijn brutaliteit. Dacht hij echt dat ze hier weer in zou trappen?
‘Kom,’ zei hij, en hij wilde haar hand pakken. ‘Laten we wat drinken en praten. We kunnen het uitpraten…’
‘Blijf van me af!’ Haar stem klonk scherp.
‘Sophia…’
Ze glipte opzij langs het hek, bij hem vandaan. ‘Ik zeg dat je van me af moet blijven!’
Voor het eerst zag ze een flits van boosheid in zijn blik toen hij haar pols wilde grijpen. ‘Rustig nou…’
Ze rukte met haar arm om zich los te maken. ‘Laat me los!’
In plaats daarvan trok hij haar zo dicht tegen zich aan dat ze het verschaalde bier op zijn adem rook. ‘Waarom doe jij nou altijd zo moeilijk?’ wilde hij weten.
Terwijl ze worstelde om los te komen, keek ze naar hem op en voelde een kille angst als een mes door zich heen gaan. Dit was niet de Brian die ze kende. Zijn wenkbrauwen waren gefronst, bijna gerimpeld, zijn kaak was strak en opgezwollen. Ze verstijfde, leunde naar achteren om zijn hete, zwoegende adem niet te voelen. Later zou ze zich alleen nog kunnen herinneren hoe verlamd ze was van angst, tot ze een stem achter zich hoorde.
‘Je moet haar loslaten,’ zei de stem.
Brian keek over haar schouder, toen weer naar haar, en kneep nog harder. ‘We praten alleen,’ zei hij door op elkaar geklemde kaken, en de spieren in zijn gezicht spanden zich.
‘Het ziet er niet uit als alleen maar praten,’ zei de stem. ‘En ik vráág je niet om haar los te laten, ik zeg het je.’
De waarschuwende toon in de stem was niet te missen, maar in tegenstelling tot de beladen ruzies die ze wel eens in studentenhuizen had gezien, was de stem van de vreemdeling heel rustig.
Het duurde een fractie van een seconde voordat Brian de dreigende klank oppikte, maar hij was duidelijk niet van plan zich te laten intimideren. ‘Dat bepaal ik zelf wel. Bemoei je met je eigen zaken.’
‘Laatste kans,’ zei de stem. ‘Ik wil je geen pijn doen. Maar als het moet, doe ik het.’
Sophia was zo zenuwachtig dat ze zich niet durfde om te draaien, maar ze zag dat mensen die bij de schuur stonden naar hen begonnen te kijken. Vanuit haar ooghoek zag ze twee mannen van de tractorband opstaan en hun kant op lopen; twee anderen lieten het hek los en kwamen dichterbij met hoeden ver over hun voorhoofd geschoven.
Brians bloeddoorlopen ogen flitsten hun kant op, waarna hij dreigend over Sophia’s schouder naar de man keek die net had gesproken. ‘Wat? Haal je je vriendjes erbij?’
‘Die heb ik bij jou niet nodig,’ zei de vreemdeling op rustige toon.
Bij deze opmerking duwde Brian Sophia opzij en liet hij zijn ijzeren greep op haar los. Hij draaide zich half om en deed een stap in de richting van de stem. ‘Hier ga je spijt van krijgen.’
Toen ze zich omdraaide, begreep ze direct waarom Brian zo arrogant was. Brian was een meter achtennegentig, woog ruim negentig kilo en ging vijf keer per week naar de sportschool. De man die hem nu dreigend naderde, was meer dan vijftien centimeter kleiner en pezig. Hij droeg een cowboyhoed, die beslist betere tijden had gekend.
‘Ga toch weg,’ zei de cowboy, en hij deed een stap naar achteren. ‘Maak het nou niet erger.’
Brian negeerde hem. Verrassend snel dook hij met gespreide armen op de kleinere man af, vast van plan hem tegen de grond te gooien. Ze herkende de beweging, had talloze keren gezien hoe Brian op die manier tegenspelers op het lacrosseveld had getackeld, en ze wist precies wat er ging gebeuren. Dan liet hij zijn hoofd wat zakken en ramde de andere man alsof hij een omgehakte boom was. En toch… Hoewel Brian precies deed wat ze verwachtte, eindigde het niet zoals anders. Terwijl Brian dichterbij kwam, bleef de man met zijn ene been staan, leunde toen de andere kant op en gebruikte Brians snelheid om hem uit balans te duwen. Even later lag Brian met zijn gezicht in de modder en had hij de afgetrapte cowboylaars van de kleinere man in zijn nek.
‘En nu even rustig,’ zei de cowboy.
Brian begon onder zijn laars te worstelen en wilde zich opdrukken, maar terwijl de cowboy zijn ene laars stevig in Brians nek hield, maakte hij een sprong en trapte met zijn andere voet op Brians vingers, waarna hij snel weer opzij sprong. Brian trok zijn hand terug en schreeuwde het uit, terwijl de laars nog harder in zijn nek werd getrapt.
‘Blijf liggen, anders wordt het alleen maar erger.’ De cowboy klonk nog altijd duidelijk en rustig, alsof hij het tegen een sufferd had.
Verbijsterd door de snelle ontwikkelingen staarde Sophia naar de cowboy. Ze herkende hem als de man die in zijn eentje bij het hek had gestaan toen ze net naar buiten was gekomen en het viel haar ook op dat hij haar nog niet één keer had aangekeken. In plaats daarvan leek hij vastbesloten om zijn laars op de juiste plek te houden, alsof hij behoedzaam een ratelslang tegen de grond langs het ravijn duwde. Wat in zekere zin ook zo was.
Brian begon weer te worstelen. Opnieuw kreeg hij een trap op zijn vingers, terwijl de andere laars in zijn nek bleef duwen. Brian onderdrukte een gejammer en bleef na een tijdje stilliggen. Pas toen keek de cowboy naar Sophia en weerspiegelde het licht bij de schuur in zijn doordringend blauwe ogen.
‘Als je weg wilt,’ bood hij aan, ‘dan hou ik hem nog wel even vast.’
Hij leek zich nergens druk om te maken, alsof de situatie niets bijzonders was. Terwijl zij moeizaam zocht naar het juiste antwoord nam ze het warrige bruine haar dat onder zijn cowboyhoed uit kwam in zich op en besefte dat hij niet veel ouder was dan zij. Hij kwam haar vaag bekend voor, maar niet omdat ze hem daarstraks bij het hek had zien staan. Ze had hem ergens anders gezien… binnen misschien… nee, dat klopte ook niet. Ze wist het niet.
‘Dank je,’ zei ze, en ze schraapte haar keel. ‘Maar ik red me wel.’
Zodra hij haar stem hoorde, begon Brian weer te worstelen; opnieuw eindigde dit op het moment dat Brian zijn hand terugtrok en jammerde van de pijn.
‘Zeker weten?’ vroeg de cowboy. ‘Volgens mij is hij een beetje boos.’
Dat is een understatement, dacht ze. Ongetwijfeld was Brian wóést. Ze kon een kleine glimlach niet onderdrukken.
‘Volgens mij heeft hij zijn lesje wel geleerd.’
De cowboy leek over haar antwoord na te denken. ‘Misschien moet je dat even aan hem vragen,’ stelde hij voor, en hij duwde zijn hoed wat naar achteren. ‘Voor de zekerheid.’
Tot haar eigen verbazing glimlachte ze naar hem en leunde toen naar voren. ‘Laat je me voortaan met rust, Brian?’
Brian liet een onderdrukte kreet horen. ‘Haal hem van me af! Ik vermoord hem…’
De cowboy slaakte een zucht en zette zijn voet nog steviger in Brians nek. Deze keer werd Brians gezicht hard in de modder geduwd.
Ze keek naar de cowboy en toen weer naar Brian. ‘Betekent dat ja of nee, Brian?’ vroeg ze.
De cowboy moest lachen en toonde een rij witte tanden en een jongensachtige grijns.
Hoewel het haar straks niet was opgevallen stonden er vier andere cowboys om hen heen, en Sophia vroeg zich af of de situatie nog onwerkelijker kon worden. Ze had het gevoel dat ze op de set van een oude western stond, en opeens wist ze weer waar ze deze cowboy had gezien. Niet in de schuur, maar eerder, bij de rodeo. Het was de cowboy die Marcia een lekker ding had genoemd. De stierrijder die alle prijzen in de wacht had gesleept.
‘Gaat het, Luke?’ vroeg een van de mannen in de kring. ‘Hulp nodig?’
De cowboy met de blauwe ogen schudde zijn hoofd. ‘Ik heb het in de hand. Maar als hij niet stopt met kronkelen, is straks zijn neus gebroken.’
Ze keek naar hem. ‘Jij bent Luke?’
Hij knikte. ‘En jij?’
‘Sophia.’
Hij tikte tegen zijn hoed. ‘Aangenaam, Sophia.’ Met een grijns keek hij weer omlaag naar Brian. ‘Laat je Sophia met rust als ik je loslaat?’
Verslagen bleef Brian liggen. Langzaam maar zeker werd de druk in zijn nek minder en voorzichtig draaide hij zijn hoofd om. ‘Haal die laars uit mijn nek!’ gromde hij, met een blik die zowel nijdig als angstig was.
Sophia wipte van haar ene been op het andere. ‘Misschien moet je hem maar overeind laten,’ zei ze.
Na een ogenblik tilde Luke zijn laars op en deed hij een stap naar achteren. Op hetzelfde moment sprong Brian met een gespannen lichaam overeind. Hij had schrammen op zijn neus en wang en er zat modder tussen zijn tanden. Terwijl de cirkel van cowboys kleiner werd, keek Brian van de ene stierrijder naar de andere en schoot met zijn hoofd heen en weer.
Brian was dan wel dronken, hij was niet dom, en nadat hij een woedende blik op Sophia had geworpen, deed hij een stap naar achteren. De vijf cowboys bleven staan alsof het ze niets kon schelen, maar Sophia had het gevoel dat dat schijn was. Ze waren voorbereid op alles wat Brian zou kunnen doen, maar Brian deed nog een stap naar achteren, waarna hij zich tot Luke wendde.
‘Jij en ik zijn nog niet klaar,’ snauwde hij. ‘Heb je dat begrepen?’
Hij liet de woorden in de lucht hangen voordat hij zich weer op Sophia richtte. Er lag woede en verraad in zijn blik. Hij draaide zich om en liep terug naar de schuur.