16
Sophia
Ze bleven binnen tot Sophia wat spulletjes in de koelkast had gedaan en het bad op pootjes in de badkamer had gezien. Haar eerste indruk was er een van aangename huiselijkheid, een heel gezellige overnachting. Ondertussen had Luke boterhammen gesmeerd en klaargelegd bij het fruit, de chips en flessen water die hij in de supermarkt had gekocht.
Hij stopte hun lunches in de zadeltassen voordat ze een van de tientallen ruiterpaden over het terrein namen. Zoals altijd reed hij op Paard en zij reed weer op Demon, die langzaam maar zeker aan haar begon te wennen, dacht ze. Het beest had zijn neus tegen haar hand geduwd en had een tevreden laag keelgeluid laten horen toen Luke hem opzadelde, en misschien kwam het omdat hij op onbekend terrein was, maar de minste beweging aan de teugel was al voldoende om hem te leiden.
Het pad liep omhoog en slingerde tussen de bomen door, die hier en daar zo dicht op elkaar stonden dat ze zich afvroeg of er ooit wel eens iemand tussendoor was gelopen. Op andere plaatsen toonde het pad uitgestrekte vergezichten die ze alleen van ansichtkaarten kende. Ze reden door weelderig groene weiden met hoog gras, en Sophia probeerde zich voor te stellen hoe ze eruit zouden zien als ze in de zomer bezaaid waren met wilde bloemen en vlinders. Ze was blij dat ze haar jas bij zich had en een cowboyhoed droeg, want door de bomen lag het grootste deel van het pad in de schaduw en de lucht werd fris naarmate ze hoger kwamen.
Toen het pad te smal werd om naast elkaar te rijden, gebaarde Luke dat zij maar voor moest gaan, en zo nu en dan bleef hij wat achter. Op die momenten stelde ze zich voor dat ze een pionier was die naar het westen trok, alleen in een weids, ongerept gebied.
Ze reden een paar uur, waarna ze op een open plek in de buurt van de top lunchten. Daar zaten ze op een rotsblok te eten, terwijl ze naar een paar haviken keken die in de vallei onder hen cirkelden. Na het eten volgden ze het pad nog drie uur te paard, soms langs een steile afgrond, waardoor Sophia’s zintuigen op scherp stonden.
Een uur voor zonsondergang waren ze weer bij de hut, borstelden ze de paarden en gaven de dieren wat appels en hun normale voer. Tegen de tijd dat ze klaar waren, verscheen de maan melkwit en rond aan de hemel en waren de eerste sterren zichtbaar.
‘Ik denk dat ik voor het eten zin heb in een bad,’ zei ze.
‘Vind je het erg als ik eerst even onder de douche spring?’
‘Alleen als je niet al het hete water opmaakt.’
‘Ik zal snel zijn. Dat beloof ik.’
Sophia liep naar de keuken en trok de koelkast open. Er stonden een fles chardonnay en zes flesjes Sierra Nevada Pale Ale die ze daarstraks hadden gekocht. Even vroeg ze zich af waar ze zin in had, waarna ze in de lades op zoek ging naar de kurkentrekker.
Er stonden geen wijnglazen in de kastjes, maar ze zag wel een jampotje staan. Daar moest ze het maar mee doen. Ze opende de wijnfles met een geoefend gebaar en schonk wat in het potje.
Ze liet de wijn door haar glas golven en voelde zich bijna een kind dat doet alsof ze volwassen is. Dat gevoel had ze eigenlijk heel vaak, ook al was ze bijna afgestudeerd. Ze had nog nooit een flat hoeven huren, bijvoorbeeld. Ze had nooit voor iemand anders dan haar familie gewerkt. Ze had nog nooit een energierekening hoeven betalen, en ook al woonde ze niet meer thuis, Wake was niet het echte leven. Studeren was niet het echte leven. Het was een fantasiewereld, dat wist ze, en totaal anders dan de wereld waarin ze over een paar maanden terecht zou komen. In tegenstelling tot een echte baan, begonnen haar colleges pas om tien uur en waren ze vaak rond twee uur afgelopen. Avonden en weekenden werden meestal alleen maar aan plezier, gezelligheid en het verleggen van grenzen besteed. Het had absoluut niets gemeen met de levens van haar ouders, voor zover zij kon zien in elk geval.
Hoe leuk studeren ook was geweest, soms had ze onwillekeurig het gevoel dat haar leven de afgelopen jaren had stilgestaan. Pas toen ze Luke had ontmoet, had ze beseft hoe weinig ze eigenlijk had geleerd.
In tegenstelling tot haarzelf leek Luke volwassen. Hij had niet gestudeerd, maar begreep het echte leven: mensen en relaties en werk. Hij was een van de besten ter wereld geweest in iets – stierrijden – en ze wist zeker dat hij weer de beste zou worden. Hij kon alles maken wat kapot was en had zijn eigen huis gebouwd. Hij had al veel dingen in het leven bedwongen en ze kon zich bijna niet voorstellen dat zij dat de komende drie jaar zou bereiken, zelfs al was het misschien op een heel ander vlak. Ze wist niet eens zeker of ze wel een baan zou weten te krijgen op haar vakgebied, een baan waar ze ook daadwerkelijk voor betaald zou worden…
Ze wist alleen dat ze hier bij Luke was en dat haar tijd met hem haar het gevoel gaf dat ze eindelijk, echt, op de een of andere manier vooruitgang boekte. Wat ze samen hadden hoorde in de echte wereld thuis, niet in de zeepbel van het universiteitsleven. Ze had nog nooit zo’n onvervalst iemand ontmoet als Luke.
Haar gedachten werden onderbroken toen ze hoorde dat de kraan werd dichtgedraaid. Met haar jampotje wijn in haar hand maakte ze een rondje door de hut. De keuken was klein en functioneel, met goedkope kastjes. Hoewel het aanrecht bladderde en er roestkringen in de spoelbak zaten, rook het naar schoonmaakmiddel en bleek. De vloeren waren pas geveegd en er was afgestoft.
Het kleine woongedeelte had een versleten, vurenhouten vloer en cederhouten lambrisering en er was net genoeg ruimte voor een gerafelde, geruite bank en twee schommelstoelen. Blauwe gordijnen hingen voor het raam en in de hoek stond een lamp. Sophia liep de kamer door om hem aan te doen, maar zag toen dat hij niet veel meer licht gaf dan het peertje in de keuken. Dat verklaarde ongetwijfeld de kaarsen en lucifers op de salontafel. Op een plank tegenover de ramen lag een collectie boeken die waarschijnlijk door andere bezoekers waren achtergelaten, wat lokvogels – eenden – en een opgezette eekhoorn. Een kleine televisie met ouderwetse antennes stond midden op de plank en ze nam niet de moeite om die aan te doen; ze betwijfelde trouwens of ze meer dan een of twee zenders zouden kunnen ontvangen.
Ze hoorde het water weer stromen, en toen de badkamerdeur krakend openging, kwam Luke schoon en fris in een spijkerbroek en een wit overhemd met opgerolde mouwen tevoorschijn. Hij liep op blote voeten en zag eruit alsof hij zijn vingers door zijn natte haar had gehaald in plaats van het te kammen. Vanaf de andere kant van de kamer zag ze een littekentje op zijn wang dat ze nog niet eerder had gezien.
‘Je kunt erbij,’ zei hij. ‘Het bad loopt al vol.’
‘Dank je wel,’ zei ze. Ze gaf hem een snelle zoen toen ze langs hem liep. ‘Ik ben over dertig, veertig minuten klaar.’
‘Haast je niet. Ik begin vast aan het eten.’
‘Weer een specialiteit?’ riep ze vanuit de slaapkamer, waar ze haar weekendtas pakte.
‘Ik vind het lekker.’
‘Zijn er meer die er zo over denken?’
‘Goeie vraag. Dat zullen we gauw genoeg zien, nietwaar?’
Zoals beloofd liep de badkuip al vol. Het water was heter dan ze had verwacht, en dus deed ze de koude kraan aan om het een beetje af te koelen, en ze wenste dat ze badschuim of geurige babyolie had meegenomen.
Ze trok haar kleren uit en merkte dat ze behoorlijk spierpijn in haar benen en onderrug had; ze hoopte maar dat ze morgen niet al te stijf was. Ze pakte haar wijn, liet zich in het water glijden en kreeg een weldadig gevoel ondanks haar eenvoudige omgeving.
De badkamer had een kleine, aparte douche, en Luke had zijn gebruikte handdoek over de stang gehangen. Het feit dat hij hier een paar minuten geleden naakt had gestaan gaf haar kriebels in haar onderbuik.
Ze wist wat er dit weekend zou kunnen gebeuren. Voor het eerst zouden ze niet bij haar auto afscheid nemen; vanavond zou ze niet teruggaan naar haar dispuuthuis. Maar bij Luke zijn voelde heel natuurlijk aan. Het voelde goed, ook al moest ze toegeven dat ze niet veel ervaring in die dingen had. Brian was de eerste en enige man met wie ze ooit naar bed was geweest. Dat was na het kerstfeest geweest, toen ze al twee maanden wat met elkaar hadden. Ze had niet geweten dat het die avond zou gebeuren, maar net als iedereen had ze lol gehad en had ze waarschijnlijk wat te veel gedronken, en toen hij haar naar een kamer had gebracht, waren ze in bed geëindigd. Brian had aangedrongen, de kamer had getold en van het een was het ander gekomen. De volgende ochtend had ze niet goed geweten wat ze ervan moest denken, en Brian was er niet geweest om haar daarbij te helpen. Ze kon zich nog vaag herinneren dat hij de vorige avond had afgesproken om met een aantal vrienden die ochtend bij een van hen op de kamer bloody mary’s te drinken. Ze was naar de douche gestrompeld met een gigantische kater en toen de stralen van haar afketsten, waren er duizend gedachten door haar hoofd geschoten. Ze was blij dat ze het eindelijk had gedaan – net als iedereen had ze zich afgevraagd hoe het zou zijn – en ze was blij dat het met Brian was geweest, in een bed en niet op een achterbank of andere ongemakkelijke plek. Maar om de een of andere reden was het ook een beetje treurig. Ze kon zich niet voorstellen wat haar moeder hiervan zou vinden – of hemeltjelief, haar vader – en eerlijk gezegd had ze zelf ook gedacht dat het… anders zou zijn. Betekenisvol. Romantisch. Gedenkwaardig. Maar wat ze op dat moment eigenlijk het liefste had gewild, was weer terug naar de campus.
Daarna was Brian zoals de meeste jongens geweest, dacht ze. Als ze alleen waren, wilde hij iets lichamelijks van haar, en een tijdlang wilde zij dat ook best wel. Maar op een gegeven moment was het alsof dat het enige was wat hij wilde, en dat had haar dwarsgezeten, nog voordat hij haar had bedonderd.
En nu was ze hier, voor het eerst sinds Brian, een nacht alleen met een man. Ze vroeg zich af waarom ze niet zenuwachtig was. Ze deed wat zeep op haar washandje, liet het over haar huid glijden en stelde zich voor wat Luke in de keuken deed. Ze vroeg zich af of hij aan haar dacht in bad, zich misschien voorstelde hoe ze eruitzag zonder kleren, en opnieuw kreeg ze kriebels in haar onderbuik.
Ze wilde dit, besefte ze. Ze wilde verliefd worden op iemand die ze kon vertrouwen. En ze vertrouwde Luke. Nog nooit had hij erop aangedrongen dat ze iets deed wat ze niet wilde; hij had zich altijd als een heer gedragen. Hoe meer tijd ze met hem doorbracht, hoe meer ze ervan overtuigd was dat hij de meest sensuele man was die ze ooit had ontmoet. Er was niemand die zo met zijn handen kon werken als hij. Er was niemand die haar zo aan het lachen kon maken. Die slim en charmant was, onafhankelijk en teder. En er was niemand anders die met haar wilde paardrijden op een van de mooiste plekjes ter wereld.
Terwijl ze in bad lag te weken en wijn nipte, voelde ze zich voor het eerst ouder dan ze was. Warm en ontspannen nam ze nog een laatste slok wijn. Toen het water begon af te koelen, stapte ze uit bad en droogde ze zich af. Ze rommelde in haar tas op zoek naar een spijkerbroek en bedacht toen dat ze altijd een spijkerbroek aanhad als ze samen waren. Ze veranderde van gedachten, pakte een rokje en een strakke, getailleerde blouse en trok ze aan. Ze deed haar haar en was blij dat ze niet was vergeten een krultang en föhn mee te nemen. Daarna volgde de make-up; ze deed iets meer mascara en oogschaduw op dan anders en veegde meer dan eens de wasem van de spiegel. Ze maakte het geheel af met een paar gouden ringen in haar oren die ze vorig jaar met Kerstmis van haar moeder had gekregen. Toen ze klaar was, bekeek ze zichzelf nog een keer, haalde diep adem, pakte het lege jampotje en liep de gang in.
Luke stond in de keuken met zijn rug naar haar toe in een pan op het fornuis te roeren. Op het aanrecht naast hem stonden een doosje crackers en een biertje, en ze keek naar hem terwijl hij het flesje pakte en een flinke slok nam.
Hij had haar niet uit de badkamer horen komen, en een tijdje bleef ze in stilte naar hem kijken, bewonderde ze de pasvorm van zijn spijkerbroek en zijn soepele, rustige bewegingen terwijl hij aan het koken was. Stilletjes liep ze naar het bijzettafeltje en bukte zich om de kaarsen aan te steken. Ze bekeek het geheel even en deed toen een stap om de lamp uit te doen. Het werd donker in de kamer, intiemer, en de kleine vlammetjes flikkerden.
Luke merkte de verandering van licht op en wierp een blik over zijn schouder. ‘O, hoi,’ riep hij, toen ze dichterbij kwam. ‘Ik wist niet dat je al klaar was…’
Zijn stem stierf weg toen ze vanuit de schaduw het zachtgele licht van de keuken in kwam. Lange tijd nam hij haar in zich op, hij herkende de hoop en het verlangen in de ogen die in de zijne keken.
‘Sophia,’ fluisterde hij. Het was zo zacht dat ze het amper hoorde, maar in haar naam kon ze alles horen wat hij niet kon zeggen. Op dat moment besefte ze dat hij echt verliefd op haar was. En misschien was het een illusie, maar ze voelde ook dat hij altijd van haar zou houden met alles wat hij had, wat er ook gebeurde.
‘Het was niet mijn bedoeling om je zo aan te staren,’ zei Luke. ‘Maar je bent zo mooi…’
Ze glimlachte terwijl ze naar hem toe liep, en toen hij naar voren leunde om haar te kussen, wist ze dat zij nu ook verliefd was op hem, als ze dat niet al langer was.
Na de kus was ze een beetje van slag, en ze had het gevoel dat voor Luke hetzelfde gold. Hij draaide zich om, zette de vlam onder de pan wat lager, pakte zijn bier en zag toen dat het flesje leeg was. Hij zette het naast de gootsteen, liep naar de koelkast om er nog een te pakken en zag het jampotje in haar hand.
‘Wil je nog wijn?’ vroeg hij.
Ze knikte, durfde even niets te zeggen en gaf hem het glas. Hun vingers raakten elkaar en het gebaar zond een aangenaam schokje door haar hand. Hij haalde de kurk uit de fles en schonk wat wijn in het jampotje.
‘We kunnen eten, als je wilt,’ zei hij, terwijl hij haar het glas aanreikte en de kurk weer op de fles deed, ‘maar het smaakt nog lekkerder als we het een half uurtje laten pruttelen. Ik heb wat blokjes kaas als je trek hebt.’
‘Klinkt goed,’ zei ze. ‘Zullen we op de bank gaan zitten?’
Hij zette de wijn terug, nam het tweede biertje en pakte het bord met kaas. Hij had er druiven bij gelegd en nam het doosje crackers mee toen hij achter haar aan liep.
Luke zette het eten op het bijzettafeltje, maar hield zijn biertje in zijn hand toen ze naast elkaar gingen zitten. Hij deed zijn arm opzij, terwijl zij tegen hem aan kroop, haar rug dicht tegen zijn borst; hij vouwde zijn arm om haar heen, net onder haar borsten, en ze liet haar arm op de zijne zakken. Ze voelde zijn borstkas bewegen, voelde zijn ritmische ademhaling, terwijl de kaarsen langzaam opbrandden.
‘Wat is het hier stil,’ merkte ze op, toen hij zijn bier op het bijzettafeltje zette en zijn andere arm ook om haar heen sloeg. ‘Ik hoor buiten helemaal niets.’
‘Je zult straks de paarden nog wel horen,’ zei hij. ‘Het zijn niet bepaald de stilste dieren en ze staan vlak bij de slaapkamer. En soms komen er wasberen op de veranda die van alles omgooien.’
‘Waarom kom jij hier al heel lang niet meer?’ vroeg ze. ‘Vanwege je vader?’
Lukes stem klonk bedrukt. ‘Toen mijn vader overleed, veranderde er veel. Mijn moeder was alleen en ik reisde mee met het circuit. Als ik thuis was, had ik altijd het gevoel dat we heel ver achterliepen… maar dat is denk ik maar een smoesje. Voor mijn moeder was dit het plekje van hen beiden. Ik was altijd zo druk aan het paardrijden, zwemmen en spelen dat ik na het eten direct in slaap viel. Dan hadden mijn vader en moeder het rijk alleen. Later, toen ik op de middelbare school zat, kwamen ze hier wel eens zonder mij… maar nu wil ze hier niet meer naartoe. Ik heb het haar wel eens voorgesteld, maar dan schudt ze haar hoofd. Ik denk dat ze het zich wil herinneren zoals het was. Toen hij nog leefde.’
Sophia nam nog een slokje wijn. ‘Ik zat daarstraks te denken aan wat jij allemaal hebt meegemaakt. In sommige opzichten is het alsof je al een heel leven hebt geleefd.’
‘Dat hoop ik niet,’ zei hij. ‘Ik wil niet het idee hebben dat ik mijn beste tijd al heb gehad.’
Ze glimlachte, zich bewust van het contact tussen haar lichaam en het zijne, en probeerde niet te denken aan wat er later misschien zou gebeuren.
‘Weet je nog die eerste avond dat wij elkaar ontmoetten? Toen we praatten en jij me de stieren liet zien?’
‘Natuurlijk.’
‘Had je ooit gedacht dat we uiteindelijk hier zouden zitten?’
Hij pakte zijn biertje, nam een slok en zette het naast zich neer op de bank. Ze voelde de kou van het flesje bij haar dij. ‘Op dat moment was ik verbaasd dat je überhaupt met me wilde praten.’
‘Waarom was je verbaasd?’
Hij kuste haar haar. ‘Moet je dat echt vragen? Je bent volmaakt.’
‘Ik ben niet volmaakt,’ protesteerde ze. ‘Verre van.’ Ze liet haar wijn in de jampot kolken. ‘Vraag maar aan Brian.’
‘Wat er met hem is gebeurd had niets met jou te maken.’
‘Misschien niet. Maar…’
Luke zei niets, gaf haar tijd om na te denken over wat ze wilde zeggen. Ze draaide zich om en keek hem recht aan.
‘Ik heb je toch verteld dat ik afgelopen lente een hoopje ellende was? En dat ik veel was afgevallen omdat ik geen hap door mijn keel kreeg?’
‘Ja.’
‘Maar wat ik je niet heb verteld is dat ik ook een tijdje aan zelfmoord heb gedacht. Niet dat ik het echt van plan was, het was meer het idee, iets waar ik me aan vastklampte om me beter te voelen. Als ik wakker werd, was er niets wat me interesseerde, kon ik niet eten, en dan bedacht ik dat er een manier was om van de pijn af te komen en dat was door er een eind aan te maken. Ik wist op het moment zelf best dat het absurd was, en zoals ik al zei heb ik nooit overwogen om het daadwerkelijk te doen, maar de wetenschap dat die optie er was, gaf me het gevoel dat ik nog een paar touwtjes in handen had. En op dat moment had ik dat heel hard nodig. Het idee dat ik mijn leven zelf in de hand had. En beetje bij beetje was ik in staat mezelf weer op de been te krijgen. En toen Brian me opnieuw bedonderde, was ik in staat me van hem los te maken.’ Ze deed haar ogen dicht en de herinnering aan die tijd gleed als een schaduw over haar gezicht. ‘Nu denk je waarschijnlijk dat je de grootste vergissing van je leven hebt begaan.’
‘Helemaal niet,’ zei hij.
‘Ook al ben ik gek?’
‘Je bent niet gek. Je zegt zelf dat je nooit serieus hebt overwogen om het te doen.’
‘Maar waarom klampte ik me zo vast aan dat idee? Waarom dacht ik er überhaupt aan?’
‘Denk je er nog steeds aan?’
‘Nooit meer,’ zei ze. ‘Sinds het afgelopen voorjaar niet meer.’
‘Dan zou ik me er maar geen zorgen over maken. Je bent niet de eerste persoon in de wereld die eraan dénkt. Het is een grote stap van denken naar overwegen, en een nog grotere stap naar het echt proberen.’
Ze dacht over deze opmerking na en begreep wat hij bedoelde. ‘Je bent veel te logisch.’
‘Dat is waarschijnlijk omdat ik geen idee heb waar ik het over heb.’
Ze gaf hem een kneepje in zijn arm. ‘Dit weet trouwens niemand. Mijn vader en moeder niet, zelfs Marcia niet.’
‘Ik hou mijn mond,’ zei hij. ‘Maar als het nog een keer gebeurt, zou je misschien kunnen gaan praten met iemand die veel slimmer is dan ik. Iemand die weet wat hij tegen je moet zeggen en je kan helpen om je weg te vinden.’
‘Dat ben ik ook van plan. Maar hopelijk gebeurt het niet nog een keer.’
Ze zaten stilletjes bij elkaar, zijn lichaam warm tegen dat van haar. ‘Toch vind ik je volmaakt,’ zei hij, waardoor ze in de lach schoot.
‘Slijmbal,’ zei ze plagerig. Ze hield haar hoofd schuin en gaf hem een zoen op zijn wang. ‘Mag ik je iets vragen?’
‘Wat je maar wilt,’ antwoordde hij.
‘Je zei dat je moeder de kudde wil verdubbelen en toen ik vroeg waarom, zei je dat ze geen keus had. Wat bedoelde je daarmee?’
Met zijn vinger trok hij een spoor over de rug van haar hand. ‘Dat is een lang verhaal.’
‘Kom je daar nou weer mee? Geef hier dan eens antwoord op… Heeft het iets te maken met Big Ugly Critter?’ Ze voelde dat zijn spieren zich onwillekeurig spanden, al was het maar even.
‘Waarom vraag je dat?’
‘Gewoon, een ingeving. Dat verhaal heb je ook nooit afgemaakt, dus dacht ik dat ze misschien iets met elkaar te maken hadden.’ Ze aarzelde. ‘Dat klopt, hè?’
Hij haalde diep adem en blies zijn adem langzaam uit. ‘Ik dacht dat ik wist hoe hij in elkaar zat,’ begon Luke, ‘en dat was ook zo… in het begin. Halverwege de rit maakte ik een fout. Ik leunde te ver naar voren toen Big Ugly Critter net zijn kop naar achteren gooide. Door de klap raakte ik bewusteloos. Toen ik van hem af viel, sleepte hij me de hele arena door. Hij ontwrichtte mijn schouder, maar dat was nog niet het ergste.’ Luke wreef over de stoppels op zijn wang en ging toen op een nuchtere, bijna afstandelijke toon verder. ‘Toen ik in de modder lag, kwam het beest nog een keer op me af gedenderd. Het was niet fraai. Ik heb een tijd op de ic gelegen… Maar de dokters hebben fantastisch werk gedaan en ik heb geluk gehad. Toen ik uiteindelijk bijkwam, herstelde ik veel sneller dan ze hadden verwacht. Ik heb nog wel lang in het ziekenhuis gelegen en ik heb maandenlang moeten revalideren. Mijn moeder…’
Zijn stem stierf weg, en hoewel hij het verhaal zonder emotie vertelde, kon Sophia haar eigen hartslag voelen versnellen toen ze zich zijn verwondingen voorstelde.
‘Mijn moeder… deed wat de meeste moeders zouden doen, denk ik. Ze deed wat ze kon om ervoor te zorgen dat ik de best mogelijke zorg kreeg. Maar het probleem was dat ik helemaal geen ziektekostenverzekering had… Die kunnen stierrijders niet krijgen, omdat de sport zo gevaarlijk is. Toen niet, in elk geval. De tour levert een minimale dekking, maar dat was bij lange na niet genoeg om de ziekenhuiskosten van te betalen. En dus moest mijn moeder een hypotheek op de ranch nemen.’ Hij zweeg en zag er plotseling jaren ouder uit. ‘De voorwaarden waren niet geweldig en de rente gaat komende zomer weer omhoog. De ranch levert dan niet genoeg geld op om de hypotheeklast te betalen. Het lukt nu al bijna niet. We hebben afgelopen jaar gedaan wat we konden om meer geld te verdienen, maar het lukt niet. We komen niet eens in de buurt.’
‘Wat betekent dat?’
‘Dat betekent dat we de boel moeten verkopen. Of dat de bank de ranch uiteindelijk van ons afpakt. Maar dit is het enige leven dat mijn moeder kent. Zij heeft het bedrijf opgebouwd en ze woont haar hele leven al op de ranch…’ Hij zuchtte diep voordat hij verderging. ‘Ze is vijfenvijftig. Waar moet ze naartoe? Wat kan ze doen? Ik ben jong. Ik kan overal wel terecht. Maar dat zij alles verliest… Door mij…? Dat kan ik haar niet aandoen. Dat weiger ik.’
‘Daarom ben je dus weer gaan rijden,’ zei Sophia.
‘Ja,’ gaf hij toe. ‘Op die manier kan ik een deel van de hypotheek betalen en als ik een paar goede jaren heb, kan ik een deel aflossen zodat de hoofdsom te overzien is.’
Sophia trok haar knieën op. ‘Waarom wil ze dan niet dat je rijdt?’
Luke leek zijn woorden met zorg te kiezen. ‘Ze wil niet dat ik weer gewond raak. Maar wat moet ik dan? Ik wil helemaal niet rijden… Het is niet meer hetzelfde. Ik weet alleen niet wat ik anders moet. Volgens mijn berekeningen kunnen we het tot juni uitzingen, misschien juli. Maar dan…’
Het schuldgevoel en de zorgen in zijn blik vormden een bankschroef rond haar borst.
‘Misschien vinden jullie de grond die je nodig hebt.’
‘Misschien,’ zei hij, al klonk hij niet overtuigd. ‘Maar goed, zo staat de ranch er dus voor. Het is niet fraai. Dat is een van de redenen dat ik je deze plek wilde laten zien. Dat ik hier met jou ben betekent dat ik er even niet over hoef na te denken. Dat ik me even geen zorgen hoef te maken. Sinds we hier zijn, heb ik alleen maar aan jou gedacht. Ik ben heel blij dat je bij me bent.’
Zoals hij al had voorspeld, begon een van de paarden buiten te hinniken. Het was afgekoeld in de kamer en de koude berglucht drong door de ramen en muren.
‘Ik zal maar eens naar het eten gaan kijken,’ zei hij. ‘Eens zien of het niet aanbrandt.’
Onwillig ging Sophia rechtop zitten zodat Luke langs haar kon. Het schuldgevoel over zijn rol in het in gevaar brengen van de ranch was zo oprecht, zo zichtbaar, dat ze van de bank opstond en achter hem aan liep. Ze wilde dat hij wist dat ze er was om hem te troosten, niet omdat hij dat nodig had, maar omdat zij dat wilde. De liefde die ze voor hem voelde veranderde alles, en ze wilde dat hij dat voelde.
Hij stond in de chili te roeren toen ze achter hem kwam staan en haar armen om zijn middel sloeg. Hij ging wat rechter staan en ze gaf hem een kneepje voordat ze haar greep verslapte. Hij draaide zich om en trok haar naar zich toe. Hun lichamen kwamen samen en ze leunde tegen hem aan. Heel lang hielden ze elkaar alleen maar vast.
Hij voelde zo goed. Ze kon zijn hart voelen kloppen, kon het rustige ritme van zijn ademhaling horen. Ze duwde haar gezicht in zijn hals, snoof zijn geur op, en terwijl ze dat deed, voelde ze een verlangen in haar lichaam opkomen dat ze nog nooit had gevoeld. Loom kuste ze zijn hals, luisterde naar het versnellen van zijn ademhaling.
‘Ik hou van je, Sophia,’ fluisterde hij.
‘Ik hou ook van jou, Luke,’ fluisterde ze terug, terwijl zijn gezicht langzaam dichterbij kwam. Toen ze elkaar kusten, was haar enige gedachte dat het altijd zo zou moeten zijn. Ze begonnen aarzelend, maar hun kussen werden steeds hartstochtelijker, en toen ze haar ogen opsloeg, wist ze dat haar verlangen zichtbaar was. Ze wilde hem helemaal, verlangde meer naar hem dan ze ooit naar iemand had verlangd, en nadat ze hem nog een keer had gekust, stak ze haar hand achter zijn rug uit om het vuur uit te zetten. Zonder haar blik af te wenden pakte ze zijn hand en leidde hem langzaam naar de slaapkamer.