Epiloog
In de maanden na de veiling had Luke soms het gevoel dat hij een rol speelde in het fantasieverhaal dat iemand anders voor hem had geschreven. Op aanbeveling van David Lehman werd er half juni een nieuwe veiling georganiseerd, deze keer in New York. En half juli en in september nog twee. Het grootste deel van de collectie zou worden geveild en dat was meer dan genoeg om de belasting van te kunnen betalen.
Die eerste dag, toen ook Gabrielle en David Lehman erbij waren geweest, had Luke de situatie rondom de ranch uitgelegd en had hij gezien dat Sanders aantekeningen maakte. Toen Luke had gevraagd of er een mogelijkheid bestond om een deel van het geld te gebruiken om de hypotheek af te lossen, had Sanders zich even geëxcuseerd, was hij een kwartiertje later teruggekomen en had hij rustig uitgelegd dat hij met de directeur van de bank had gesproken en dat deze bereid was de verlaagde hypotheek met nog een jaar te verlengen en er voorlopig misschien zelfs een renteloze lening van te maken als Luke dat wilde. Gezien Lukes nieuwe rijkdom was de bank ook bereid een lening te verstrekken ten behoeve van eventuele renovaties die hij wilde doen.
Luke had amper een woord weten uit te brengen. ‘Maar… hoe…?’
Sanders had geglimlacht en die ondeugende glinstering had weer in zijn ogen getwinkeld. ‘Laten we zeggen dat zij hun relatie met een trouwe klant die zojuist zeer bemiddeld is geworden graag willen versterken.’
Sanders had hem ook voorgesteld aan enkele budgetbeheerders en andere adviseurs, was aanwezig geweest bij gesprekken en had vragen gesteld die Luke nauwelijks begreep en zelf nooit zou hebben gesteld. Dankzij hem begon Luke langzamerhand iets te begrijpen van de complexiteiten die samengingen met rijkdom, en Sanders had hem verzekerd dat hij Luke zou helpen bij alles wat hij moest leren.
Ondanks het feit dat hij zich soms overweldigd voelde, was Luke de eerste die moest toegeven dat er ergere problemen waren.
Aanvankelijk wilde zijn moeder hem niet geloven. Ook Sophia kon haar niet overtuigen. Eerst deed ze smalend en toen Luke haar nogmaals vertelde wat er was gebeurd, werd ze boos. Pas toen hij hun eigen bankfiliaal had gebeld en naar de directeur vroeg, begon ze te accepteren dat hij haar misschien niet voor de gek hield.
Hij gaf haar de telefoon en de bankdirecteur verzekerde haar dat ze zich voorlopig geen zorgen hoefde te maken over de lening. Tijdens het telefoontje toonde ze weinig emotie en gaf ze korte antwoorden, maar toen ze had opgehangen, trok ze Luke naar zich toe en moest ze eventjes huilen.
Toen ze zich terugtrok, was ze weer de stoïcijnse moeder die hij kende.
‘Nu doen ze ineens grootmoedig, maar waar waren ze toen we ze echt nodig hadden?’
Luke haalde zijn schouders op. ‘Goeie vraag.’
‘Ik neem hun aanbod aan,’ verkondigde ze, en ze draaide zich om. ‘Maar als de lening is afbetaald, wil ik dat je een andere bank zoekt.’
Ook daar hielp Sanders hem bij.
Sophia’s familie kwam voor haar afstuderen uit New Jersey over, en Luke juichte die warme lentedag samen met hen toen zij het podium op liep. Na afloop gingen ze met z’n allen uit eten en tot Lukes verbazing vroegen ze of ze de volgende dag op bezoek konden komen op de ranch.
Linda hield haar zoon de hele ochtend aan het werk, zowel binnen als buiten, om de boel op te ruimen, terwijl zij het middageten voorbereidde.
Ze lunchten aan de picknicktafel in de achtertuin, waar Sophia’s zussen zich om beurten vergaapten aan hun omgeving, naar Sophia staarden en zich ongetwijfeld afvroegen hoe Luke en zij elkaar ooit hadden gevonden. Maar ze konden het allemaal prima met elkaar vinden, vooral Sophia’s moeder en Linda. Iedereen praatte en lachte terwijl ze de ranch bekeken, en toen Luke een blik op de tuin wierp, kreeg hij een warm gevoel vanbinnen bij het zien van de keurige, rechte rijen groenten die zijn moeder net had geplant.
‘Je kunt overal wonen waar je maar wilt, mama,’ zei Luke later die avond tegen zijn moeder. ‘Je hoeft niet op de ranch te blijven. Ik koop een penthouse in Manhattan voor je als je dat wilt.’
‘Waarom zou ik in Manhattan willen wonen?’ vroeg ze, en ze trok een gezicht.
‘Het hoeft niet Manhattan te zijn. Het maakt niet uit waar.’
Ze staarde uit het raam naar de ranch waar ze was opgegroeid. ‘Ik zou nergens anders willen wonen.’
‘Laat mij hier dan alles opknappen. Niet beetje bij beetje, maar alles in één keer.’
Ze glimlachte. ‘Dat vind ik nog eens een prima idee.’
‘En, ben je er klaar voor?’ vroeg Sophia hem.
‘Waarvoor?’
Na haar afstuderen was Sophia een week naar haar ouders gegaan voordat ze was teruggekeerd naar North Carolina.
‘Om me te vertellen wat er toen in South Carolina is gebeurd,’ zei ze, en ze keek hem vastberaden aan toen ze door het weiland liepen op zoek naar Mudbath. ‘Heb je Big Ugly Critter bereden? Of heb je ervoor bedankt?’
Bij deze woorden dacht Luke terug aan die winterse dag, een van de akeligste dagen van zijn leven. Hij dacht weer aan het moment dat hij naar de chute was gelopen en tussen de planken door naar de stier had gekeken; hij herinnerde zich weer de golf angst die door zijn lijf was gegaan en hoe hij stijf van de zenuwen had gestaan. En toch had hij zichzelf op de een of andere manier gedwongen te doen waarvoor hij was gekomen. Hij was op Big Ugly Critter gaan zitten, had de wrap goed getrokken en had geprobeerd zijn bonkende hart te negeren. Het is maar een stier, had hij zichzelf voorgehouden, een stier net als alle andere. Maar dat was niet zo en dat had hij maar al te goed beseft. Toch was hij erin geslaagd kalm te blijven op het moment dat het hek openzwaaide en de stier als een kanonskogel uit de chute schoot.
De stier was net zo gewelddadig geweest als anders, had als een bezetene gebokt en gedraaid, maar Luke had het gevoel gehad dat hij alles in de hand had, alsof hij van een afstandje naar zichzelf keek. Het was alsof de wereld in slow motion had gedraaid, waardoor het de langste reis van zijn leven had geleken, maar hij was laag en in balans gebleven en zijn vrije arm had voor zijn lichaam bewogen om de controle te houden. Toen de zoemer eindelijk was gegaan, was het publiek overeind gevlogen en had iedereen goedkeurend gejuicht.
Hij had de wrap snel losgemaakt, was van het beest af gesprongen en was keurig op twee benen geland. Net als bij hun vorige krachtmeting was de stier blijven staan en had hij zich omgedraaid; zijn neusvleugels hadden getrild en zijn borst was zwoegend op- en neergegaan. Luke had beseft dat Big Ugly Critter op het punt stond om hem aan te vallen.
Toch was dat niet gebeurd. In plaats daarvan hadden ze elkaar aangestaard, tot de stier zich wonder boven wonder had omgedraaid.
‘Je glimlacht,’ zei Sophia, en ze onderbrak zijn gedachten.
‘Ja, dat geloof ik ook.’
‘En dat betekent…?’
‘Ik heb hem bereden,’ zei Luke. ‘En toen besefte ik dat ik het achter me kon laten.’
Sophia gaf hem een duwtje. ‘Dat was dom.’
‘Waarschijnlijk wel. Maar ik heb wel een gloednieuwe truck gewonnen.’
‘Ik heb helemaal geen nieuwe truck zien staan,’ zei ze, en ze fronste haar wenkbrauwen.
‘Ik heb hem niet meegenomen. Ik heb hem ingeruild voor geld.’
‘Voor de ranch?’
‘Nee,’ zei hij. ‘Hiervoor.’
Hij haalde een klein doosje uit zijn zak, liet zich op één knie voor Sophia zakken en gaf het haar. Ze hapte naar adem.
‘Is dit wat ik denk?’
‘Maak maar open.’
Langzaam deed ze het deksel open en richtte ze haar blik op de ring.
‘Ik wil met je trouwen als jij dat ook een goed idee vindt.’
Ze keek met glanzende ogen op hem neer. ‘Ja,’ zei ze. ‘Dat lijkt me een goed idee.’
‘Waar wil je wonen?’ vroeg ze hem later, nadat ze het nieuws aan zijn moeder hadden verteld. ‘Hier op de ranch?’
‘Op de lange termijn? Dat weet ik niet. Voorlopig vind ik het hier fijn. De vraag is, wil jij dat ook?’
‘Bedoel je of ik hier de rest van mijn leven wil wonen?’
‘Niet noodzakelijkerwijs,’ zei Luke. ‘Misschien kunnen we hier wonen tot alles weer een beetje rustig is. Maar daarna? We kunnen wonen waar we maar willen. En met een flink legaat of donatie denk ik dat jij nu waarschijnlijk in elk museum waar je maar wilt een baan kunt krijgen.’
‘In Denver, bijvoorbeeld?’
‘Ik heb gehoord dat daar veel agrarisch gebied is. Je hebt zelfs ranches in New Jersey. Daar heb ik naar gekeken.’
Ze wierp een blik omhoog voordat ze hem aankeek. ‘Als we nou eens gewoon kijken wat het leven ons brengt?’
Toen Sophia die avond lag te slapen, stond Luke op en liep hij naar de veranda, waar hij genoot van de aanhoudende warmte van de dag. Boven hem was de halvemaan zichtbaar en sterren hingen verspreid aan de hemel. Er stond een briesje dat de roep van krekels in het weiland met zich meebracht.
Hij keek omhoog, staarde tot diep in de donkere hemel en dacht aan zijn moeder en aan de ranch. Hij kon nog steeds bijna niet bevatten dat zijn leven deze wending had genomen en hij kon het ook niet rijmen met het leven dat hij tot voor kort had gehad. Alles was anders, en hij vroeg zich af of het hem zou veranderen. Hij merkte dat hij vaak aan Ira moest denken, de man die zijn leven had veranderd, de man die hij nooit echt had gekend. Ruth had voor Ira alles betekend, en in de stille duisternis dacht Luke aan de slapende Sophia met haar goudblonde haar uitgespreid op het kussen.
Sophia was per slot van rekening de echte schat die hij dit jaar had gevonden, en ze was hem meer waard dan alle kunst ter wereld. Met een glimlach fluisterde Luke in het donker: ‘Ik begrijp het, Ira.’ En toen een vallende ster langs de hemel schoot, had hij het merkwaardige gevoel dat Ira hem niet alleen had gehoord maar met een goedkeurende glimlach op hem neerkeek.