13
Sophia
‘Je weet toch wat dat betekent, hè? Een etentje met zijn moeder erbij?’ vroeg Marcia, terwijl ze rozijnen uit een doosje zat te snoepen.
Sophia wist dat dit Marcia’s ontbijt, lunch en avondeten moest voorstellen. Marcia spaarde haar calorieën op, net als veel andere meisjes in huis, voor cocktails later op de dag of om te compenseren voor de cocktailcalorieën van de vorige avond. Sophia deed een clip in haar haar en stond op het punt om te gaan. ‘Ik denk dat het betekent dat we gaan eten.’
‘Je doet weer opzettelijk vaag,’ merkte Marcia op. ‘Je hebt nog niet eens verteld wat jullie donderdagavond hebben gedaan.’
‘Ik heb toch gezegd dat we van gedachten waren veranderd en Japans zijn gaan eten. En daarna zijn we naar de ranch gereden.’
‘Nou nou,’ zei ze. ‘Ik kan me de hele avond tot in detail voorstellen.’
‘Wat wil je dan?’ zei Sophia geërgerd.
‘Ik wil de bijzonderheden. De details. En aangezien je me die overduidelijk niet wilt vertellen, ga ik er maar van uit dat jullie het gedaan hebben.’
De haarclip zat goed. ‘Dat hebben we niet gedaan. En waarom interesseert het je zo?’
‘O, ik weet het niet, hoor. Misschien omdat je zo door de kamer aan het huppelen bent. En toen we vrijdagavond naar dat feest gingen, deed je niet eens moeilijk, zelfs niet toen je Brian zag. En toen jouw cowboy tijdens de footballwedstrijd belde, liep je weg om met hem te praten ook al stond het team op het punt om te scoren. Als je het mij vraagt, wordt het aardig serieus.’
‘We hebben elkaar vorig weekend ontmoet. Het is niet serieus.’
Marcia schudde haar hoofd. ‘Nee. Ik geloof er niets van. Volgens mij vind je die jongen veel leuker dan je zegt. Maar ik moet je ook zeggen dat het waarschijnlijk niet zo’n goed idee is.’
Toen Sophia zich omdraaide en haar aankeek, liet Marcia de laatste rozijntjes in haar hand vallen en verfrommelde ze het doosje. Ze gooide het in de richting van de prullenbak en miste zoals gewoonlijk. ‘Je hebt net een relatie achter de rug. Dit is een reboundrelatie. En rebounds worden nooit wat,’ zei ze zelfverzekerd.
‘Dit is geen rebound. Het is al heel lang uit met Brian.’
‘Zó lang nog niet. En hij is nog niet over jou heen, het is maar dat je het weet. Zelfs na afgelopen weekend wil hij je nog terug.’
‘Nou en?’
‘Ik wil je er alleen maar aan helpen herinneren dat Luke de eerste jongen is met wie je sindsdien uit bent geweest. Wat betekent dat je nog geen tijd hebt gehad om te bedenken wat je eigenlijk zoekt in een jongen. Je bent nog een beetje uit balans. Weet je nog hoe je vorig weekend reageerde? Je was compleet van het pad af omdat Brian kwam opdagen. En in die emotionele toestand heb je opeens een ander ontmoet. Dat is dus een rebound, en rebounds werken niet, omdat je niet helder nadenkt. Luke is Brian niet. Dat snap ik. Ik wil alleen maar zeggen dat je over een paar maanden misschien meer wil dan alleen iemand die Brian niet is. En als je niet uitkijkt, raak je tegen die tijd gekwetst. Of hij.’
‘We gaan alleen maar eten,’ protesteerde Sophia. ‘Het stelt niets voor.’
Marcia liet de laatste rozijnen in haar mond vallen. ‘Als jij het zegt.’
Soms had Sophia een hekel aan haar kamergenote. Zoals nu, bijvoorbeeld, terwijl ze naar de ranch reed. Ze was de afgelopen drie dagen in een opperbeste stemming geweest, had vrijdagavond zelfs van het feest en de footballwedstrijd genoten. Eerder op de dag had ze een groot deel van een paper voor het vak Renaissance afgemaakt, terwijl die pas dinsdag moest worden ingeleverd. Al met al een prima weekend, en net toen ze dat had willen bekronen, had Marcia haar mond opengedaan om haar van die idiote ideeën aan te praten. Want één ding wist ze zeker: dit was geen reboundrelatie.
Toch?
Het punt was dat ze niet alleen over Brian heen was, maar dat ze blij was dat het uit was. Sinds het afgelopen voorjaar had de relatie haar het gevoel gegeven dat ze Jacob Marley was, de geest uit A Christmas Carol, die voor altijd gedwongen was rond te lopen met de ketenen die hij tijdens zijn leven had gesmeed. Toen Brian haar voor de tweede keer had bedrogen, was ze emotioneel afgehaakt, ook al had ze het niet direct uitgemaakt. Ze had nog steeds van hem gehouden, maar niet meer op dezelfde blinde, onschuldige, alles verterende manier. Deels had ze beseft dat hij niet zou veranderen, en dat besef was die zomer alleen maar sterker geworden. Haar intuïtie was terecht gebleken. Tegen de tijd dat ze het had uitgemaakt, was het voor haar gevoel al een hele tijd over.
En ja, ze moest toegeven dat ze er overstuur van was geweest. Wie zou dat niet zijn? Ze hadden bijna twee jaar een relatie gehad: het zou gek zijn als ze niet overstuur was geweest. Maar de andere dingen die hij had gedaan vond ze veel erger: de telefoontjes, de sms’jes, het feit dat hij haar over de campus had achtervolgd. Waarom begreep Marcia dat niet?
Sophia was ervan overtuigd dat ze er voldoende over had nagedacht, en toen ze de afslag naar de ranch naderde, voelde ze zich wat beter. Marcia begreep niet waar ze het over had. Het ging emotioneel prima met haar en dit was geen rebound. Luke was een leuke vent en ze leerden elkaar nog steeds kennen. Ze werd echt niet verliefd op hem. Die gedachte was totaal niet in haar opgekomen.
Toch?
Toen Sophia het pad op reed, deed ze haar best de vervelende stem van haar kamergenote het zwijgen op te leggen. Ze wist niet zeker of ze de auto bij Lukes huis moest parkeren of moest doorrijden naar de boerderij. Het werd al donker en er hing een dun laagje mist. Ondanks het licht van de koplampen moest ze over het stuur hangen om te zien waar ze reed. Ze reed langzaam en vroeg zich af of Hond haar weer zou helpen. Op hetzelfde moment zag ze hem bij de kruising de weg op lopen.
Hond liep voor de auto uit en keek zo nu en dan over zijn schouder tot ze bij Lukes bungalow was. Ze zette de auto op dezelfde plek als de vorige keer. Binnen brandden lichten en ze zag Luke bij het raam staan. Waarschijnlijk was dat de keuken. Tegen de tijd dat ze de motor had afgezet en was uitgestapt, kwam Luke de veranda af en liep hij naar haar toe. Hij droeg een spijkerbroek, laarzen en een wit overhemd met opgerolde mouwen. Zijn hoed was nergens te zien. Ze haalde diep adem, maande zichzelf tot rust en wenste dat ze het gesprek met Marcia niet had gehad. Ondanks het feit dat het donker was, zag ze dat hij glimlachte.
‘Hoi,’ zei hij. Toen hij dichterbij kwam, leunde hij naar voren en gaf haar een zoen.
Ze ving een vleug shampoo en zeep op. Het was een snelle zoen als begroeting, maar op de een of andere manier kon hij kennelijk merken dat ze aarzelde.
‘Er zit je iets dwars,’ zei hij.
‘Niets aan de hand,’ wierp ze tegen. Ze glimlachte snel, maar merkte dat ze het moeilijk vond om hem aan te kijken.
Even zei hij niets, waarna hij knikte. ‘Akkoord,’ zei hij. ‘Ik ben blij dat je er bent.’
Ondanks zijn onderzoekende blik besefte ze dat ze niet goed wist wat hij dacht. ‘Ik ook.’
Hij zette een stapje naar achteren en duwde een hand in zijn zak. ‘Is het gelukt met je paper?’
Door de afstand kon ze beter nadenken.
‘Hij is nog niet af,’ antwoordde ze, ‘maar ik heb een goede start gemaakt. Hoe is het hier gegaan?’
‘Goed,’ zei hij. ‘We hebben de meeste pompoenen verkocht. De enige die nog over zijn, zijn de pompoenen die toch beter geschikt zijn voor taart.’
Voor het eerst zag ze dat zijn haar nat was. ‘Wat ga je daarmee doen?’
‘Mijn moeder weckt ze. Dan maakt ze daar de rest van het jaar de lekkerste taarten en broden ter wereld mee.’
‘Dat klinkt alsof het een heel nieuw bedrijf zou kunnen zijn.’
‘O, nee. Niet omdat ze het niet zou kunnen, maar omdat ze er een hekel aan heeft om de hele dag in de keuken te staan. Ze is een buitenmens.’
‘Dat moet ook wel, denk ik.’
Even waren ze allebei stil, en voor het eerst sinds ze hem had ontmoet, voelde de stilte ongemakkelijk.
‘Klaar?’ vroeg hij, en hij gebaarde naar de boerderij. ‘Ik heb de houtskool een paar minuten geleden aangestoken.’
‘Klaar,’ zei ze. Onderweg vroeg ze zich af of hij haar hand zou pakken, maar dat deed hij niet. In plaats daarvan liet hij haar alleen met haar gedachten terwijl ze rond de bomen liepen. De mist werd steeds dikker, vooral in de verte. De weiden waren bijna niet te zien. De schuur was niet meer dan een schaduw, en de boerderij, waar de lichten uitnodigend brandden, leek wel een uitgeholde pompoen met een kaarsje erin.
Ze hoorde het grind onder haar voeten knerpen. ‘Ik bedenk net dat ik helemaal niet weet hoe je moeder heet. Moet ik haar mevrouw Collins noemen?’
Deze vraag leek hem te overdonderen. ‘Weet ik niet. Ik noem haar gewoon mama.’
‘Wat is haar voornaam?’
‘Linda.’
Sophia probeerde het in gedachten uit. ‘Ik hou het maar op mevrouw Collins,’ zei ze. ‘Ik zie haar per slot van rekening voor het eerst. Ik wil dat ze me aardig vindt.’
Hij draaide zich om en verraste haar door haar hand alsnog vast te pakken. ‘Ze vindt je vast en zeker aardig.’
Voordat ze tijd hadden om de keukendeur achter zich dicht te doen, had Linda Collins de mixer al uitgezet en keek ze eerst naar Luke, daarna ingespannen naar Sophia en toen weer naar Luke. Ze zette de mixer op het aanrecht, de gardes vol met aardappelpuree, en veegde haar handen af aan haar schort. Zoals Luke al had voorspeld, droeg ze een spijkerbroek en een shirt met korte mouwen, al had ze de laarzen vervangen door wandelschoenen. Haar grijze haar droeg ze in een paardenstaart.
‘Dus dit is de jongedame die je verborgen hebt gehouden?’
Ze spreidde haar armen en omhelsde Sophia kort. ‘Leuk je te ontmoeten. Noem me Linda.’
In haar gezicht waren de gevolgen van het werken in de zon te zien, al was haar huid minder verweerd dan Sophia had verwacht. Er school een onderliggende kracht in haar omhelzing, het soort spierspanning dat komt van hard werken.
‘Leuk je te ontmoeten. Ik ben Sophia.’
Linda glimlachte. ‘Ik ben blij dat Luke eindelijk heeft besloten om je aan me voor te stellen. Ik dacht even dat hij zich voor zijn oude moeder schaamde.’
‘Je weet dat dat niet waar is,’ zei Luke, en zijn moeder knipoogde voordat ze ook hem omhelsde.
‘Als jij nu eens de steaks op het vuur legt, ze liggen in de koelkast te marineren. Dan hebben Sophia en ik even tijd om elkaar te leren kennen.’
‘Goed. Maar vergeet niet dat je hebt beloofd dat je het haar niet moeilijk zou maken.’
Linda kon de pret op haar gezicht niet verbergen. ‘Ik begrijp echt niet waarom hij zoiets zegt. Ik ben heel aardig. Wil je iets drinken? Ik heb vanmiddag ijsthee gemaakt.’
‘Lekker,’ zei Sophia. ‘Graag.’
Luke wierp haar een bemoedigende blik toe voordat hij de veranda op liep, terwijl Linda de thee inschonk en aan Sophia gaf. Haar eigen glas stond op het aanrecht en ze liep weer naar het fornuis, waar ze een potje met sperziebonen opende die vast uit eigen tuin kwamen. Ze deed ze in de pan met wat zout, peper en boter. ‘Luke vertelde dat je aan Wake Forest studeert.’
‘Ik ben met mijn laatste jaar bezig.’
‘Waar kom je vandaan?’ vroeg ze, terwijl ze het vuur laag zette. ‘Ik neem aan dat je niet uit deze omgeving komt.’
Ze vroeg het op precies dezelfde manier als Luke op de avond dat ze elkaar hadden ontmoet – nieuwsgierig maar zonder oordelen. Sophia vertelde Linda in grote lijnen over het hoe, wat, waar en wanneer in haar leven. Linda deelde op haar beurt wat details over het leven op de ranch, en het gesprek verliep even gemakkelijk als met Luke. Als ze Linda zo hoorde, waren zij en Luke uitwisselbaar als het om klussen ging. Ze konden het allebei allemaal, ook al had Linda een voorkeur voor de boekhouding en het koken, terwijl Luke graag het buitenwerk deed en de technische reparaties uitvoerde.
Tegen de tijd dat ze klaar was met koken, gebaarde Linda naar de tafel en op hetzelfde moment kwam Luke binnen. Hij schonk een glas thee voor zichzelf in en liep weer naar buiten om de steaks af te maken.
‘Er zijn momenten geweest dat ik ook graag had gestudeerd,’ ging Linda verder. ‘Of dat ik op zijn minst een aantal vakken had willen volgen.’
‘Wat zou je gestudeerd hebben?’
‘Boekhoudkunde. Misschien wat vakken op het gebied van landbouw of veeteelt. Ik heb het mezelf allemaal moeten leren en ik heb veel fouten gemaakt.’
‘Zo te zien gaat het heel goed,’ merkte Sophia op.
Linda zei niets, pakte haar glas en nam nog een slok.
‘Je vertelde dat je zusjes had?’
‘Drie.’
‘Hoe oud zijn ze?’
‘Negentien en zeventien.’
‘Een tweeling?’
‘Mijn moeder zegt altijd dat ze heel gelukkig was met twee, maar mijn vader wilde heel graag een jongen, dus hebben ze het nog een keer geprobeerd. Ze roept nog steeds dat ze bijna een hartaanval kreeg toen de dokter het nieuws vertelde.’
Linda pakte haar thee. ‘Het was vast leuk om met zo veel kinderen in huis op te groeien.’
‘We woonden in een flat. Nog steeds. Maar het was wel leuk, ook al zaten we soms erg op elkaars lip. Ik mis Alexandra, met wie ik een kamer deelde voordat ik het huis uit ging.’
‘Jullie zijn dus een hecht gezin.’
‘Ja,’ beaamde Sophia.
Linda bestudeerde haar op die indringende manier die Luke ook vaak had. ‘Maar?’
‘Maar… het is nu anders. Ze zijn nog altijd mijn familie en we zullen altijd een hechte band hebben, maar alles werd anders toen ik naar een andere staat verhuisde om te gaan studeren. Alexandra studeert aan Rutgers, maar zij gaat nog elk weekend naar huis, soms wel vaker, en Branca en Dalena wonen nog thuis, gaan naar school en werken in de delicatessenwinkel. Ik zit acht maanden per jaar hier. En als ik in de zomer net het gevoel heb dat alles weer als vanouds is, moet ik weer weg.’ Ze trok met haar nagel een spoor over de versleten houten tafel. ‘Ik weet niet goed wat ik moet doen om er weer bij te horen. Over een paar maanden ben ik afgestudeerd en als ik geen baan in New York of New Jersey weet te bemachtigen, weet ik niet hoe vaak ik naar huis kan. En wat dan?’
Sophia voelde Linda’s blik op haar en besefte dat ze voor het eerst deze gedachten hardop met iemand deelde. Ze wist niet goed waarom. Misschien omdat ze door haar gesprek met Marcia van slag was, of misschien gaf Linda haar het gevoel dat ze haar kon vertrouwen. Terwijl ze de woorden sprak, besefte ze opeens dat ze dit al heel lang had willen zeggen tegen iemand die het begreep.
Linda leunde naar voren en gaf haar een klopje op haar hand. ‘Het is moeilijk, maar vergeet niet dat dit bijna elk gezin overkomt. Kinderen gaan het huis uit, broers en zussen groeien uit elkaar omdat iedereen nou eenmaal zijn eigen leven moet leiden… Maar vaak vinden ze elkaar na een tijd weer terug. Zo ging het ook met Drake en zijn broer…’
‘Drake?’
‘Mijn overleden man,’ zei ze. ‘Lukes vader. Hij en zijn broer waren heel hecht, maar toen Drake met de rodeotour meeging, spraken ze elkaar nog amper. Maar later, toen Drake was gestopt, vonden ze elkaar weer. Dat is het verschil tussen familie en vrienden. Familie is er altijd, hoe dan ook, zelfs al woon je niet naast de deur… wat betekent dat er altijd een manier is om de band in ere te houden. Zeker als je beseft hoe belangrijk die is.’
‘Dat doe ik ook,’ zei Sophia.
Linda slaakte een zucht. ‘Ik heb altijd broers en zussen willen hebben,’ vertelde ze. ‘Dat leek me zo leuk. Iemand om mee te spelen, mee te praten. Ik vroeg het mijn moeder heel vaak en dan zei ze: “We zullen wel zien.” Maar wat ik pas ontdekte toen ik ouder was, was dat mijn moeder een serie miskramen had gehad…’ Haar stem haperde voordat ze verderging. ‘Ze kon gewoon geen kinderen meer krijgen. Soms gaat het leven niet zoals je wilt.’
Sophia kreeg sterk het gevoel dat Linda misschien ook wel enkele miskramen had gehad. Maar terwijl ze dit dacht, schoof Linda haar stoel naar achteren om een eind te maken aan het onderwerp. ‘Ik ga wat tomaten snijden voor in de sla,’ verkondigde ze. ‘De steaks kunnen elk moment klaar zijn.’
‘Kan ik je ergens mee helpen?’
‘Je mag de tafel wel even dekken. De borden staan daar en het bestek ligt in die la,’ wees ze.
Sophia pakte de spullen en dekte de tafel. Linda sneed de tomaten en komkommer, scheurde de sla en husselde alles door elkaar in een felgekleurde kom toen Luke terugkwam met de steaks.
‘Deze mogen een paar minuten rusten,’ zei Luke, en hij zette het bord met steaks op tafel.
‘Perfect getimed,’ zei zijn moeder. ‘Nog even de boontjes en aardappelen in een schaal en dan is het eten klaar.’
Luke ging zitten. ‘Waar hebben jullie het over gehad? Ik kreeg buiten het gevoel dat jullie diep in gesprek waren.’
‘We hadden het over jou,’ zei Linda, die zich omdraaide met in beide handen een schaal.
‘Dat hoop ik niet. Zo fascinerend ben ik niet.’
‘We houden hoop,’ grapte zijn moeder, en Sophia schoot in de lach.
Het eten was gezellig, en afwisselend werd er gelachen en werden er verhalen verteld. Sophia vertelde hun over de dolle boel in het dispuuthuis, inclusief de keer dat het sanitair moest worden vervangen omdat zó veel meisjes boulimia hadden dat de leidingen aangetast waren, en Luke vertelde een aantal verhalen over de interessantere gebeurtenissen tijdens de tour. Onder andere over een vriend – wiens naam niet genoemd werd – en een vrouw die hij in een bar had versierd die… niet bleek te zijn wat hij had verwacht. Linda vergastte haar op verhalen over Lukes jeugd en sommige stunts die hij op de middelbare school had uitgehaald, hoewel ze niet al te schokkend waren. Zoals zo veel kinderen die Sophia op de middelbare school had gekend, had hij zich wel eens in de nesten gewerkt, maar ze kreeg ook te horen dat hij twee jaar achtereen het staatskampioenschap worstelen had gewonnen – naast alle rodeoactiviteiten. Geen wonder dat hij niet onder de indruk was geweest van Brian.
Sophia keek en luisterde, en met elke minuut die voorbijging, vervaagden Marcia’s waarschuwingen. Het eten met Linda en Luke was heel ontspannen. Ze luisterden en praatten op dezelfde informele, enthousiaste manier als haar familie. Heel anders dan de sociaal onbehaaglijke contacten aan Wake.
Toen ze klaar waren met eten, serveerde Linda de taart die ze had gebakken, en zoiets lekkers had Sophia nog nooit geproefd. Naderhand ruimden ze met zijn drieën de keuken op. Luke deed de afwas, Sophia droogde af en Linda ruimde de restjes op.
Het leek zo aangenaam veel op hoe het thuis ging dat Sophia aan haar eigen familie moest denken, en voor het eerst vroeg ze zich af wat haar ouders van Luke zouden vinden.
Toen ze weggingen, omhelsde Sophia Linda als eerste en daarna Luke. Sophia zag weer de spierspanning in Linda’s armen op het moment dat ze haar zoon een kneepje gaf. Toen ze zich terugtrok, gaf Linda hun een knipoog. ‘Ik weet dat jullie nog naar Lukes huis gaan, maar vergeet niet dat Sophia morgen weer college heeft. Maak het niet te laat voor haar. En jij moet morgen ook weer vroeg op.’
‘Ik moet elke dag vroeg op.’
‘Je hebt vanmorgen anders uitgeslapen, weet je nog?’ Daarna wendde ze zich tot Sophia. ‘Het was leuk om je te ontmoeten, Sophia. Kom nog eens langs, als je wilt.’
‘Dat doe ik,’ beloofde Sophia.
Luke en Sophia liepen de koude avondlucht in; de mist was nog dichter geworden, waardoor het landschap een onwerkelijke sfeer had gekregen. Sophia’s adem kwam in wolkjes uit haar mond en ze gaf Luke een arm toen ze naar zijn huis liepen.
‘Ik vind je moeder aardig,’ zei ze. ‘Helemaal niet zoals ik me had voorgesteld, op basis van wat je me over haar had verteld.’
‘Wat dacht je dan?’
‘Ik dacht dat ik bang voor haar zou zijn, geloof ik. Of dat ze helemaal geen emoties zou tonen. Ik ken niet veel mensen die de hele dag met een gebroken pols zouden rondlopen.’
‘Ze was in een goede bui,’ legde Luke uit. ‘Geloof me. Zo is ze niet altijd.’
‘Wanneer ze boos is op jou bijvoorbeeld.’
‘Wanneer ze boos is op mij, bijvoorbeeld,’ beaamde hij. ‘En op andere momenten ook. Als je ziet hoe ze omgaat met leveranciers of wanneer het vee naar de markt gaat of zo, dan kan ze behoorlijk genadeloos zijn.’
‘Dat zeg jij. Ik vind haar lief en slim en grappig.’
‘Daar ben ik blij om. Ze vindt jou ook aardig. Dat kon ik merken.’
‘O ja? Waaraan?’
‘Ze heeft je niet aan het huilen gemaakt.’
Ze gaf hem een kneepje. ‘Wees lief voor je moeder, anders maak ik rechtsomkeert en vertel ik haar wat je over haar zegt.’
‘Ik ben lief voor mijn moeder.’
‘Niet altijd,’ zei ze deels plagerig, deels om hem te prikkelen. ‘Anders zou ze niet boos op je zijn geweest.’
Toen ze bij zijn huis kwamen, nodigde hij haar voor het eerst uit om binnen te komen. Hij liep naar de haard in de woonkamer, waar al blokken hout en aanmaakhoutjes klaarlagen op het rooster. Nadat hij een pakje lucifers van de schoorsteenmantel had gepakt, ging hij op zijn hurken zitten om de houtjes aan te steken.
Terwijl hij met het vuur bezig was, liet Sophia haar blik van de woonkamer naar de keuken glijden en nam ze haar omgeving in zich op. Er stond van alles wat: lage bruinleren banken met moderne lijnen in combinatie met een salontafel van onbewerkt hout en een koeienhuid op de vloer. Verschillende bijzettafeltjes met daarop dezelfde gietijzeren lampen. Boven de haard stak de kop van een hert met gewei uit de muur. De kamer was functioneel en eenvoudig, zonder trofeeën of prijzen of ingelijste artikelen. Hoewel ze een paar foto’s van Luke op een stier zag, stonden ze tussen traditionelere foto’s in: een van zijn vader en moeder op wat zo te zien een trouwdag was; een foto van een jongere Luke en zijn vader met een vis die ze hadden gevangen; een foto van zijn moeder te paard waarop ze met een glimlach in de camera keek.
De aangrenzende keuken was lastiger te interpreteren. Net als bij zijn moeder thuis stond er een tafel in het midden, maar de esdoornhouten keukenkastjes en het aanrecht vertoonden weinig tekenen van gebruik. Aan de andere kant lag een korte gang die naar een badkamer en vermoedelijk de slaapkamers leidde.
Toen het vuur aanwakkerde, kwam Luke overeind en klopte hij zijn handen aan zijn spijkerbroek af.
‘Wat dacht je hiervan?’
Ze liep naar de haard. ‘Gezellig.’
Ze stonden voor het vuur en lieten zich erdoor verwarmen voordat ze uiteindelijk naar de bank liepen. Sophia ging naast Luke zitten en voelde dat hij naar haar keek. ‘Mag ik je iets vragen?’ vroeg Luke.
‘Natuurlijk.’
Hij aarzelde. ‘Is alles goed met je?’
‘Waarom niet?’
‘Ik weet het niet. Toen je daarstraks kwam, was het alsof je iets dwarszat.’
Even zei Sophia niets, wist ze niet goed wat ze moest zeggen. Uiteindelijk dacht ze: waarom ook niet? Ze stak haar hand uit en tilde zijn pols op. Hij wist wat haar bedoeling was en hij sloeg zijn arm om haar schouder zodat ze tegen hem aan kon leunen.
‘Het was iets wat Marcia zei.’
‘Over mij?’
‘Niet echt. Het ging meer over mij. Ze vindt dat we te hard van stapel lopen en dat ik er emotioneel niet aan toe ben. Ze is ervan overtuigd dat dit een reboundrelatie is.’
Hij trok zich terug en keek haar aan. ‘Is dat zo?’
‘Ik heb geen idee,’ gaf ze eerlijk toe. ‘Dit is allemaal nieuw voor me.’
Hij moest even lachen voordat hij weer serieus werd. Hij trok haar dicht tegen zich aan en kuste haar haar. ‘Tja, misschien helpt het als ik je zeg dat dit voor mij ook allemaal nieuw is.’
Terwijl de avond vorderde, zaten ze voor het vuur en praatten ze op de vertrouwde toon die ze vanaf het begin met elkaar hadden gehad. Zo nu en dan knetterde het vuur en vlogen er vonken omhoog, die de kamer een gezellige, intieme gloed gaven.
Sophia bedacht dat samen zijn met Luke niet alleen heel ontspannen was, maar dat het ook onverklaarbaar goed voelde. Bij hem kon ze zichzelf zijn; ze had het gevoel dat ze alles tegen hem kon zeggen en dat hij het intuïtief zou begrijpen. Dicht tegen hem aan verwonderde ze zich over het feit dat ze zo moeiteloos bij elkaar leken te passen.
Zo was het bij Brian niet geweest. Bij Brian was ze altijd bang geweest dat ze niet goed genoeg was; erger nog, ze had zich wel eens afgevraagd of ze hem eigenlijk wel kende. Het was altijd alsof er een muur om hem heen stond waar ze nooit doorheen kwam. Ze was ervan uitgegaan dat zij degene was die dingen verkeerd deed en onbedoeld barricades opwierp. Maar bij Luke was dat helemaal niet zo. Ze had nu al het gevoel dat ze hem al haar hele leven kende, en door dat onmiddellijke gevoel van behaaglijkheid besefte ze wat ze had gemist.
Het vuur brandde gestaag en Marcia’s woorden vervaagden tot ze ze niet meer kon horen. Of het nu te snel ging of niet, ze vond Luke leuk en ze genoot van elke minuut die ze bij hem was. Ze was niet verliefd op hem, maar terwijl ze het ritmische bewegen van zijn borst voelde, kon ze zich gemakkelijk voorstellen hoe haar gevoelens snel zouden kunnen veranderen.
Toen ze later naar de keuken gingen om haar pompoen uit te snijden, baalde ze dat de avond al zo snel ten einde kwam. Ze stond naast Luke, keek opgetogen toe hoe hij langzaam maar zeker de pompoen tot leven bracht, het patroon ingewikkelder dan ze ooit zelf als kind had gemaakt. Op het aanrecht lagen verschillende messen, elk met een bepaald doel, en ze keek hoe hij de grijns van de pompoen uitsneed door alleen de schil weg te snijden, waardoor het leek alsof er lippen en tanden ontstonden. Zo nu en dan leunde hij even naar achteren om zijn werk te bekijken. De ogen waren de volgende stap; opnieuw sneed hij de schil weg, en hij vormde gedetailleerde pupillen voordat hij de rest wegsneed. Hij grimaste toen hij zijn hand in de pompoen stak om hem uit te hollen. ‘Ik heb altijd zo’n hekel aan dat slijmerige gevoel,’ zei hij, waardoor ze moest giechelen. Ten slotte gaf hij haar het mes en vroeg of zij het wilde overnemen. Hij liet haar zien waar ze moest snijden, legde uit wat ze moest doen, en de warmte van zijn lichaam tegen het hare deed haar handen trillen. Op de een of andere manier lukte de neus van de pompoen goed, maar een van de wenkbrauwen werd wat scheef, waardoor hij een manische blik kreeg.
Toen de pompoen klaar was, zette Luke er een waxinelichtje in, waarna ze hem naar de veranda tilden. Daar zaten ze in de schommelstoelen en praatten ze zachtjes terwijl de pompoen goedkeurend grijnsde. Toen Luke zijn stoel dichterbij schoof, kon ze zich met gemak duizenden andere avonden als deze voorstellen. Later bracht hij haar naar haar auto en had ze het gevoel dat hij precies hetzelfde dacht. Nadat hij de pompoen op de stoel naast haar had gezet, pakte hij haar hand vast en trok hij haar zachtjes tegen zich aan. Ze zag het verlangen in zijn blik; ze voelde in zijn omhelzing dat hij wilde dat ze bleef; en toen hun lippen bij elkaar kwamen, wist ze dat zij ook wilde blijven. Maar dat ging ze niet doen. Vanavond niet. Daar was ze nog niet aan toe, maar in die hongerige laatste kussen voelde ze de belofte van een toekomst die ze dolgraag wilde beginnen.