22
Sophia
‘Je hebt hem gewoon zo laten staan en bent weggereden?’ vroeg Marcia.
‘Ik wist niet wat ik anders moest,’ antwoordde Sophia, met haar kin in haar handen. Marcia zat naast haar en zij lag op bed. ‘Ik was zo boos dat ik hem niet eens meer kon aankijken.’
‘Mmm. Ik denk dat ik ook boos zou zijn,’ zei Marcia, met iets te veel medelijden. ‘Ik bedoel, we weten allebei dat je met een studie kunstgeschiedenis echt cruciaal bent voor het moderne functioneren van de maatschappij. Als dat geen serieuze verantwoordelijkheid is, dan weet ik het ook niet meer.’
Sophia keek haar nijdig aan. ‘Hou je kop.’
Marcia negeerde haar. ‘Zeker als je nog geen baan hebt waarmee je je eigen geld verdient.’
‘Zei ik niet dat je je kop moest houden?’
‘Ik plaag je,’ zei Marcia. Ze gaf haar een duwtje met haar elleboog.
‘Ja, nou, ik ben niet in de stemming, oké?’
‘Rustig maar. Ik bedoel er niets mee. Ik ben blij dat je er bent. Ik ging er weer van uit dat ik de hele dag alleen zou zijn. En het grootste deel van de avond.’
‘Ik probeer met je te praten!’
‘Dat weet ik. Ik heb onze gesprekken gemist. We hebben in geen tijden gepraat.’
‘En dat blijft zo als je zo doorgaat. Je maakt het een stuk moeilijker dan nodig is.’
‘Wat kan ik voor je doen?’
‘Ik wil dat je luistert. Ik wil dat je me helpt om hieruit te komen.’
‘Ik luister,’ zei ze. ‘Ik heb alles gehoord.’
‘En?’
‘Tja, eerlijk gezegd ben ik blij dat jullie eindelijk eens ruzie hebben. Het werd tijd. Ik ben van mening dat een relatie pas echt iets betekent als je een keer goed ruzie hebt gehad. Tot die tijd zit je zogezegd nog in de wittebroodsweken. Je weet per slot van rekening pas hoe sterk iets is als je het hebt uitgetest.’ Ze knipoogde. ‘Dat heb ik een keer in een gelukskoekje gelezen.’
‘In een gelukskoekje?’
‘Dat maakt het niet minder waar. Het is goed voor je. Want als jullie hierdoorheen komen, zijn jullie sterker als stel. En de seks als je het weer goedmaakt is altijd waanzinnig.’
Sophia trok een gezicht. ‘Draait bij jou altijd alles om seks?’
‘Niet altijd. Maar als het om Luke gaat?’ Ze grijnsde wellustig. ‘Als ik jou was, zou ik dit zo snel mogelijk proberen op te lossen. Die man ís me toch een lekker ding.’
‘Begin nou niet steeds over wat anders. Je moet me helpen hieruit te komen!’
‘Waar ben ik mee bezig dan?’
‘Volgens mij probeer je me gek te maken.’
Marcia trok een serieuze blik. ‘Weet je wat ik denk?’ vroeg ze. ‘Op basis van wat je hebt verteld? Ik denk dat hij bang is voor wat er tussen jullie gebeurt. Hij is de komende weekenden veel op pad en voor je het weet ben jij afgestudeerd, en hij denkt dat je dan uit zijn leven verdwijnt. Daarom begint hij nu al afstand te nemen.’
Misschien, dacht Sophia. Daar zit wel iets in, maar… ‘Er is meer,’ zei ze. ‘Ik heb hem nog nooit zo meegemaakt. Er is iets anders aan de hand.’
‘Is er nog iets wat je me niet hebt verteld?’
Misschien raakt hij de ranch kwijt. Maar dat had ze Marcia niet verteld en dat ging ze ook niet doen. Luke had het haar in vertrouwen verteld en dat vertrouwen wilde ze niet beschamen.
‘Ik weet dat hij onder grote druk staat,’ zei ze in plaats daarvan. ‘Hij wil goed rijden. Hij is zenuwachtig.’
‘Tja, dan is dat je antwoord,’ zei Marcia. ‘Hij is zenuwachtig, staat onder druk, en jij bleef maar zeggen dat hij er niet over moest nadenken. Daardoor werd hij een beetje boos en reageerde hij het op jou af, omdat hij denkt dat het jou niet interesseert.’
Misschien, dacht Sophia weer.
‘Geloof me,’ ging Marcia verder. ‘Hij heeft er waarschijnlijk nu al spijt van. Wedden dat hij zo belt om zijn excuses aan te bieden.’
Hij belde niet. Die avond niet en de twee avonden daarna ook niet. De hele dinsdag zat Sophia het ene moment op haar telefoon te kijken om te zien of hij gesms’t had en het andere moment te denken dat ze hem moest bellen. Ze ging naar college, maakte aantekeningen, maar kon zich nauwelijks herinneren wat haar hoogleraren hadden gezegd.
Tussen de colleges door liep ze van het ene naar het andere gebouw, dacht ze na over Marcia’s woorden en moest ze toegeven dat er logica in zat. En toch kon ze Lukes houding niet uit haar hoofd zetten. Boos? Vijandig? Ze wist niet of dat de goede woorden waren, maar ze had beslist het gevoel dat hij had geprobeerd haar weg te duwen.
Waarom was alles opeens zo snel misgelopen, terwijl het heel lang zo gemakkelijk en fijn was geweest?
Er was van alles wat niet klopte. Ze moest gewoon de telefoon pakken en het uitzoeken, besloot ze. Als ze Lukes stem hoorde, wist ze meteen of ze overdreef of niet.
Ze stak haar hand in haar tas en haalde de telefoon tevoorschijn, maar toen ze het nummer wilde draaien, keek ze over het plein en zag ze de vertrouwde bewegingen van het leven op de campus. Mensen met rugzakken, een student op de fiets, een groep die een rondleiding kreeg en bij het administratiegebouw stopte, en in de verte onder een boom een stelletje.
Het was allemaal niet bijzonder maar om de een of andere reden trok het tafereel haar aandacht, waardoor ze haar telefoon liet zakken. Ze richtte haar blik op het stel. Ze zaten te lachen, hun hoofden dicht bij elkaar, en de hand van het meisje gleed over de arm van de jongen. Zelfs vanuit de verte spatte de energie ervan af. Ze kon het bijna voelen, maar goed, ze kende ze dan ook allebei. Wat ze zag was beslist meer dan een hechte vriendschap, wat werd bevestigd toen de twee elkaar kusten.
Sophia kon haar blik niet afwenden en haar hele lichaam verstarde.
Voor zover ze wist, was hij niet bij hen thuis geweest en had ze hun namen ook niet in één adem gehoord. En dat was bijna onmogelijk op een campus waar geheimen niet bestonden. Wat betekende dat ze het allebei toe nu toe stil hadden gehouden. Niet alleen voor haar, maar voor iedereen.
Marcia en Brian?
Haar kamergenote zou dat toch nooit doen? En al helemaal niet omdat ze wist wat Brian haar had aangedaan. Toch?
Maar Marcia had het de afgelopen weken wel een paar keer over hem gehad, bedacht Sophia. En had ze niet toegegeven dat ze nog steeds contact hadden? Wat had Marcia ook alweer over Brian gezegd? Zelfs toen hij haar nog stalkte? Hij is grappig en aantrekkelijk en rijk – wat kun je daar nou niet leuk aan vinden? Plus hij had haar leuk gevonden, had Marcia gezegd, voordat Sophia in beeld was gekomen.
Sophia wist dat het er niets toe zou moeten doen. Ze wilde niets met Brian te maken hebben en het was al heel lang uit. Marcia mocht hem hebben. Maar toen Marcia haar kant op keek, voelde Sophia onverklaarbare tranen in haar ogen springen.
‘Ik was van plan het je te vertellen,’ zei Marcia, met een ongewone blik van schaamte.
Ze waren op hun kamer en Sophia stond bij het raam met haar armen over elkaar geslagen. Het kostte haar moeite om haar stem in bedwang te houden. ‘Hoe lang hebben jullie al wat?’
‘Niet lang,’ zei Marcia. ‘Hij kwam in de kerstvakantie langs en…’
‘Waarom hij? Je weet toch hoeveel pijn hij me heeft gedaan?’ Sophia’s stem sloeg over. ‘Je bent zogenaamd mijn beste vriendin.’
‘Het was niet mijn bedoeling…’ zei Marcia smekend.
‘Maar het is toch gebeurd.’
‘Jij was elk weekend weg en dan zag ik hem op feesten. We raakten aan de praat. Meestal over jou…’
‘Wil je nou beweren dat het mijn schuld is?’
‘Nee,’ zei Marcia. ‘Het is niemands schuld. Maar hoe meer we praatten en elkaar echt leerden kennen…’
Sophia sloot haar oren voor de rest van Marcia’s uitleg. De pijn in haar buik deed haar huiveren. Toen het stil werd in de kamer probeerde ze haar stem kalm te houden.
‘Je had het me moeten vertellen.’
‘Dat heb ik ook gedaan. Ik heb je toch verteld dat we contact hadden? En ik heb laten doorschemeren dat we vrienden waren. Meer waren we ook niet, tot een paar weken geleden. Dat zweer ik je.’
Sophia draaide zich om en keek naar haar beste vriendin, die ze op dit moment haatte. ‘Dit is zó fout… om zo veel redenen.’
‘Ik dacht dat je eroverheen was,’ mompelde Marcia.
Sophia was woedend. ‘Ik bén eroverheen! Ik wil niets meer met hem te maken hebben. Dit gaat om ons! Je doet het met mijn ex!’ Ze haalde een hand door haar haar. ‘Marcia, vriendinnen doen elkaar dat niet aan. Hoe verzín je het om dit goed te praten?’
‘Ik ben nog steeds je vriendin,’ zei Marcia op zachte toon. ‘Ik neem hem heus niet mee naar onze kamer als jij er bent…’
Sophia kon haar oren bijna niet geloven. ‘Hij gaat je bedonderen, dat weet je. Net zoals hij mij heeft bedonderd.’
Marcia schudde heftig met haar hoofd. ‘Hij is veranderd. Ik weet dat je dat niet gelooft, maar het is echt zo.’
Toen ze dat hoorde, drong tot Sophia door dat ze weg moest. Ze beende naar de deur en griste haar tas mee van het bureau. In de deuropening draaide ze zich om.
‘Brian is niet veranderd,’ zei ze met absolute zekerheid. ‘Dat kan ik je garanderen.’
Gewoonte en wanhoop dreven haar naar de ranch. Zoals altijd stond Luke op de veranda toen ze uit de auto stapte. Zelfs van een afstand leek hij te beseffen dat er iets mis was, en ondanks het feit dat ze in geen dagen iets van hem had gehoord, liep hij met open armen op haar af.
Sophia liet zich in zijn armen vallen, en heel lang hield hij haar alleen maar vast terwijl zij huilde.
‘Ik weet nog steeds niet wat ik moet doen,’ zei ze, en ze leunde tegen Lukes borst. ‘Ik kan haar moeilijk tegenhouden als ze wat met hem wil.’
Luke hield haar dicht tegen zich aan op de bank en allebei staarden ze naar het vuur. Hij had haar uren laten praten, had zo nu en dan instemmend iets gezegd, maar had haar voornamelijk tot rust gebracht met zijn stilzwijgende, vertroostende aanwezigheid.
‘Nee,’ beaamde hij. ‘Dat zal wel niet.’
‘Maar wat moet ik doen als we bij elkaar zijn? Doen alsof er niets aan de hand is?’
‘Dat is waarschijnlijk het beste. Ze is per slot van rekening je kamergenote.’
‘Hij gaat haar kwetsen,’ zei Sophia voor de honderdste keer.
‘Waarschijnlijk.’
‘Iedereen in huis zal erover praten. Elke keer als ze me zien gaan ze fluisteren of gniffelen of overdreven bezorgd doen, en daar moet ik dan de rest van het semester mee om zien te gaan.’
‘Waarschijnlijk wel.’
Ze was even stil. ‘Ga je met alles wat ik zeg instemmen?’
‘Waarschijnlijk wel,’ zei hij, waarmee hij een lachje wist los te krijgen.
‘Ik ben allang blij dat je niet meer boos op me bent.’
‘Het spijt me,’ zei hij. ‘En het was helemaal terecht dat je me daarop aansprak. Ik had een rotdag en reageerde het op jou af. Dat was fout.’
‘Iedereen heeft wel eens een rotdag.’
Zonder iets te zeggen trok hij haar wat dichter tegen zich aan. Pas later bedacht ze dat hij haar nog steeds niet had verteld wat hem die dag nou zo dwars had gezeten.
Nadat ze de nacht op de ranch had doorgebracht, keerde Sophia terug naar het dispuuthuis. Voordat ze haar kamer binnenliep, haalde ze diep adem. Ze was er nog niet aan toe om met Marcia te praten, maar een snelle blik door de kamer vertelde haar dat ze zich daar geen zorgen over hoefde te maken.
Marcia was niet op de kamer en haar bed was onbeslapen.
Ze had de nacht met Brian doorgebracht.