Betrokkenheid
Er stak een flodderig stuk papier in de brievenbus. Het bleek een brief van het stadsdeel, in het holst van de nacht bezorgd.
In week 11 van dit jaar, volgende week dus, zal in het stadsdeel de grote schoonmaak plaatsvinden, meldt de brief, en de bedoeling is dat de inwoners hun betrokkenheid bij de buurt laten zien door hun eigen straat of pleintje schoon te maken.
Het staat er echt.
De bedoeling is niet dat mijn straat of pleintje schoon wordt, nee, de bedoeling is dat ik leunend op een bezem mijn betrokkenheid demonstreer, zeg maar op dezelfde manier als de mannen die bij het stadsdeel hun geld verdienen hun betrokkenheid tonen als ze met hun veegwagens door de buurt tuffen, ongeïnspireerd en liefdeloos.
Wat vragen wij?
Het stadsdeel vraagt van mij dat ik met minimaal vijf mensen in mijn straat of directe omgeving een ploeg vorm en dat ik die ploeg uiterlijk maandag 7 maart in de buurtpost kom inschrijven. Om aan te geven hoe dom en machteloos ik eigenlijk ben en hoe superieur het stadsdeel, staat ‘uiterlijk maandag 7 maart’ vet gedrukt.
Wat bieden wij?
Om te beginnen materialen, en aangekruist kan worden hoeveel ik en mijn ploeg nodig denken te hebben. We kunnen kiezen uit takkenbezems, scheppen (groot), harken, rolcontainers, blokbezems, scheppen (klein), schoffels, handschoenen, vuilniszakken, zwerfvuilknijpers en snoeischaren. Uit dit royale aanbod maak ik op dat het stadsdeel toch wel wat meer wil dan tevreden op hun bezems leunende, betrokkenheid uitstralende bewoners. Gewerkt moet er worden.
Het stadsdeel biedt nog meer. De Afdeling Reiniging zal namelijk worden ingezet om aan het einde van de actie het door de verschillende ploegen verzamelde vuil af te voeren. Ik geloof dat we daarmee in onze handjes mogen knijpen. Volgend jaar zullen we nog meer betrokkenheid moeten tonen door het zelf te doen, en niet met de auto, maar met de bakfiets, want onze betrokkenheid houdt natuurlijk niet op bij de buurtgrens, nee, we nemen ook het broeikaseffect erin mee. Tot slot is er een aandenken voor alle deelnemers.
Ach god, een speldje.
Betrokkenheid is een begrip dat deze dagen een hoge vlucht maakt. Het is niet bij de moord op Theo van Gogh begonnen, maar zijn dood heeft wel als een katalysator gewerkt. Sindsdien weten we dat Jan Peter Balkenende het hartverwarmend vindt, al die betrokkenheid, al die initiatieven, al die burgerzin. Het bevordert de maatschappelijke binding, en het is lekker goedkoop – al hoor je de regering dat laatste maar zelden zeggen.
Ik weet het niet.
Ik heb zo’n gevoel dat we toe gaan naar een heilstaat waarin de overheid alleen nog maar een facilitair bedrijf is dat websites ontwerpt, toolkits ter beschikking stelt en loketten bemant waar brave belastingbetalers die een speldje willen verdienen takkenbezems, rolcontainers, schoffels, vuilniszakken en zwerfvuilknijpers kunnen afhalen.
Het komt mij voor dat we ergens in dit traject besodemieterd worden, maar ik kan me vergissen. Al ben ik bang van niet. Vooralsnog zeg ik: betrokkenheid, my ass – laat het stadsdeel zelf maar eens goed vegen, geïnspireerd en liefdevol, misschien krijgen ze dan van míj een leuk speldje.