Nummer 68603650

 

 

 

 

 

 

Laatst werd ik op straat aangehouden door twee leuke agentes. Ze waren bezig met hondencontrole. Zo’n gevoel had ik al – mijn hond blafte vanaf het moment dat hij de dames in het vizier kreeg. Het is een eenkennig dier, moet u weten, en ze blaft naar alles wat een uniform draagt.

Goed.

Of ik twee zakjes bij me had om eventuele boodschappen van de hond op te ruimen, wilde de eerste agente weten. Er kwam een kekke vlecht onder haar hoedje vandaan. Ik had daar graag even aan getrokken, maar ja – daar was het moment niet naar. Gelukkig had ik twee zakjes bij me, eentje voor de drol op de heenweg, en de andere voor de drol op de terugweg. Ze wilde de zakjes zien, de agente, nog streng ook – heerlijk vind ik dat.

Ik haalde ze tevoorschijn.

‘En draagt de hond ook een penning?’ vroeg de ander. Zij had geen vlecht, maar wel een leuke wipneus. Veel ouder dan twintig kon ze niet zijn, puistjes onder een dikke laag pancake.

‘Natuurlijk,’ zei ik en ik hurkte al neer naast mijn viervoeter om de penning aan de halsband te tonen. Maar wat bleek – de hond droeg een andere halsband dan normaal, en er zat geen penning aan. ‘Nou ja,’ zei ik, ‘het is mijn hond en hij heeft een penning.’ Ik ben zo’n burger die zich aan alle voorschriften houdt.

De dames noteerden toch mijn gegevens.

Twee weken later ontving ik een brief van de Dienst Belastingen Gemeente. Controle had uitgewezen dat zich op mijn adres en dus onder mijn hoede een hond zonder penning bevond. Bijgevoegd een acceptgirokaart en een hondenpenning, nummer 68603650.

Ik vervoegde me bij mevrouw Bril, want die gaat bij ons thuis over dit soort zaken. Zij wist te melden dat onze hond op haar naam staat, op ons adres, penningnummer: 62535992. Als ik dat gewoon tegen die twee agentes had gezegd, in plaats van me door een vlecht en een wipneus te laten afleiden, had de controle dat ook uitgewezen en hadden we nu niet met een virtuele hond gezeten.

Zo zei ze dat.

Virtuele hond.

Als gezegd, het is inmiddels een tijdje geleden en we hebben al diverse brieven naar de Dienst Belastingen gestuurd om de zaak recht te zetten, maar alles vergeefs. Heeft zo’n dienst je een keer op de korrel, dan blijf je tot in lengte van dagen verdacht. Dat vind ik ook helemaal niet erg trouwens, het levert altijd fijne correspondentie op.

Bewijs maar eens dat je geen hond hebt als je volgens de gemeentelijke administratie wél een hondenpenningnummer hebt. Je zou dan een ambtenaar thuis moeten uitnodigen. Maar ja, misschien heb je dan je geheime hond net op een geheime plek gestald.

Andere bijeffecten van een virtuele hond zijn dat ik nu twee honden uitlaat als ik op stap ga, dat de echte hond altijd met een collega kan spelen en dat ik zelf, als ik ver van huis ben en zonder gezelschap, toch een hond bij me heb – oké, hij is virtueel, meer dan een nummer is het niet, maar ook aan nummers kun je met gevoelens van warmte en tederheid denken, wat zeg ik: ook nummers troosten.

Wat dat betreft is een virtuele hond dé oplossing voor mensen met allergieproblemen, kleine behuizing of drollenvrees: ze kunnen een denkbeeldige hond nemen die administratief een rijk en volledig leven heeft, maar verder geen problemen veroorzaakt. Is dat nou schitterend of niet? Ik vind van wel. Ik heb alleen nog geen naam voor mijn nummer 68603650. Maar ach, het is wel een schatje.