13

De ochtendzon balanceerde op de bergtoppen. Toen hij naar huis reed, tekende de zon scherpe lichtmeridianen langs de hellingen tot in het dal.

Het was onwerkelijk, een mengelmoes van een kater, beginnende verkoudheid, gebrek aan slaap en brandende pijn. Uiteindelijk kwam hij terecht in de file naar Sandvika, staarde naar frisgeschoren mannengezichten, bovenlichamen verpakt in kantoorkleding met een fijne snit, zelfverzekerde, rustige blikken die vrijmoedig de ochtend tegemoet traden, mystieke schoonheden achter gerookt glas, donkere groepjes mensen die langs de weg wachtten op de bus, studenten en scholieren op weg naar nieuwe verveling, nieuwe lange uren met ondraaglijke plicht en zinloosheid van het bestaan. En in het centrum hijzelf, niet wakker, niet lusteloos, niet ziek, niet gezond, niet door schade en schande wijs geworden, alleen maar moe, verward, beu en bang.

Toen de file eindelijk oploste en hij over de Ryenbergveien reed, ging zijn telefoon. Hij stopte bij een bushalte. Het was Gunnarstranda. “Kom je vandaag op het werk?”

“Dat staat niet op mijn lijstje.”

“Je moet komen.”

“Ik moet eerst een aantal formaliteiten afhandelen.”

“Dan zien we je morgen.”

Frank keek naar zijn eigen armzalige verschijning en zei: “Ik zal erover nadenken.”

“Moet ik mijn mond houden over de laatste ontwikkelingen?”

“Het klinkt wel verleidelijk om weer te beginnen, maar heeft Lystad van de landelijke recherche daar ook iets over te zeggen?”

“Ik heb wat druk uitgeoefend. Als hij vindt dat jij ergens van beschuldigd kan worden, had hij voor gisteravond een verzoek in moeten dienen bij de Rijksrecherche voor een apart onderzoek, en dat is niet gebeurd.”

Frank Frølich haalde diep adem. “Oké. Ik zal proberen om morgen te komen.”

“Dan wil ik dat je hierover nadenkt”, zei Gunnarstranda. “Ik heb contact opgenomen met de DnB NOR-bank in Askim. Een spontane ingeving. Het bleek dat ze een vaste procedure hanteren als er iemand met een volmacht naar de bankkluizen gaat, die volmacht wordt dan namelijk gecontroleerd in het machtigingsregister van de bank.”

“Ja, en?”

“Er komen niet vaak mensen met een volmacht. Maar er zijn veel personeelsleden die allemaal op verschillende tijden aan het werk zijn. De manager heeft gesproken met een vrouw die op onregelmatige tijden werkt. Zij zegt dat iemand met een volmacht ruim een week geleden de bewuste kluis heeft bezocht.”

“Wie?”

“Ilijaz Zupac.”

“Dat is onmogelijk.”

“Niets is onmogelijk.”

“Zupac zit zijn straf uit in Ullersmo, hij heeft verpleging nodig, verlof is absoluut niet aan de orde. Hij kan er niet geweest zijn.”

“Toch is hij er geweest”, zei Gunnarstranda toonloos. “Dus je begrijpt dat we je hier nodig hebben, als we dit soort onmogelijke problemen op moeten lossen. Ik ben nieuwsgierig of de man iets in de kluis heeft gelegd, of er iets uit heeft gehaald. Denk daar maar eens over na, dan zien we elkaar morgen.”

*

Hij reed niet rechtstreeks naar huis. Toen hij eindelijk de Oslotunnel door was, reed hij door de stad en verder over de Mosseveien. Hij sloeg af naar Ulvøya en reed door naar de Måkeveien. Hij stopte voor het huis van Narvesen. Vandaag stond er geen Porsche langs het hek geparkeerd, maar op de oprit, voor de garagedeur, stond een Jeep Cherokee.

Frank Frølich bleef er een tijdje naar zitten kijken. Het was een decembermorgen. Een vrouw in een winterjas en een dikke, bruine sjaal om kwam een eindje verderop met een wandelwagen de hoek om. Het kind droeg een blauw skipak en had een fopspeen in de mond. Ze passeerden de auto. Frank Frølich zag de vrouw steeds kleiner worden in de spiegel terwijl hij terugdacht aan eergisteravond, toen hij met een verrekijker naar een geparkeerde auto voor zijn eigen flat had staan kijken.

Narvesens jeep had dezelfde kleur en hij was modderig en vies als na een lange rit over met zout gestrooide winterwegen, net als zijn eigen auto.

Hij pakte zijn mobiele telefoon en zocht Narvesens privé-nummer op. Hij belde. De telefoon ging lang over. Eindelijk antwoordde een onduidelijke mannenstem: “Hallo.”

Frank Frølich verbrak de verbinding. De superinvesteerder was niet aan het werk. Misschien een heftige nacht achter de rug?

Hij startte de auto. Even later zag hij een schaduw achter de ramen op de eerste verdieping. Hij zette de auto in de versnelling en reed weg.

De vierde overvaller
titlepage.xhtml
De_vierde_overvaller_split_0.xhtml
De_vierde_overvaller_split_1.xhtml
De_vierde_overvaller_split_2.xhtml
De_vierde_overvaller_split_3.xhtml
De_vierde_overvaller_split_4.xhtml
De_vierde_overvaller_split_5.xhtml
De_vierde_overvaller_split_6.xhtml
De_vierde_overvaller_split_7.xhtml
De_vierde_overvaller_split_8.xhtml
De_vierde_overvaller_split_9.xhtml
De_vierde_overvaller_split_10.xhtml
De_vierde_overvaller_split_11.xhtml
De_vierde_overvaller_split_12.xhtml
De_vierde_overvaller_split_13.xhtml
De_vierde_overvaller_split_14.xhtml
De_vierde_overvaller_split_15.xhtml
De_vierde_overvaller_split_16.xhtml
De_vierde_overvaller_split_17.xhtml
De_vierde_overvaller_split_18.xhtml
De_vierde_overvaller_split_19.xhtml
De_vierde_overvaller_split_20.xhtml
De_vierde_overvaller_split_21.xhtml
De_vierde_overvaller_split_22.xhtml
De_vierde_overvaller_split_23.xhtml
De_vierde_overvaller_split_24.xhtml
De_vierde_overvaller_split_25.xhtml
De_vierde_overvaller_split_26.xhtml
De_vierde_overvaller_split_27.xhtml
De_vierde_overvaller_split_28.xhtml
De_vierde_overvaller_split_29.xhtml
De_vierde_overvaller_split_30.xhtml
De_vierde_overvaller_split_31.xhtml
De_vierde_overvaller_split_32.xhtml
De_vierde_overvaller_split_33.xhtml
De_vierde_overvaller_split_34.xhtml
De_vierde_overvaller_split_35.xhtml
De_vierde_overvaller_split_36.xhtml
De_vierde_overvaller_split_37.xhtml
De_vierde_overvaller_split_38.xhtml
De_vierde_overvaller_split_39.xhtml
De_vierde_overvaller_split_40.xhtml
De_vierde_overvaller_split_41.xhtml
De_vierde_overvaller_split_42.xhtml
De_vierde_overvaller_split_43.xhtml
De_vierde_overvaller_split_44.xhtml
De_vierde_overvaller_split_45.xhtml
De_vierde_overvaller_split_46.xhtml
De_vierde_overvaller_split_47.xhtml
De_vierde_overvaller_split_48.xhtml
De_vierde_overvaller_split_49.xhtml
De_vierde_overvaller_split_50.xhtml
De_vierde_overvaller_split_51.xhtml