34

Dinsdag 13 mei, 20.55 uur

Ali liep naar het winkelcentrum van Gottsunda. Hét gespreksonderwerp was nog steeds afgelopen vrijdag. Niet iedereen van de groep was aanwezig. Er waren er de laatste avonden maar heel weinig geweest en dat bracht onzekerheid met zich mee. Iemand zou misschien de druk niet kunnen weerstaan en doorslaan, dachten ze stuk voor stuk. Er was maar zo weinig voor nodig, een paar woorden tegen de verkeerde persoon, om de steen aan het rollen te brengen en ze er allemaal in te betrekken. Van de jongelui in het centrum en op school wist zo goed als iedereen wie erbij waren geweest, of erbij geweest hadden kunnen zijn. De geruchten verspreidden zich, er werd over gesproken dat de politie binnenkort zou toeslaan, dat ze precies wisten wie er mee hadden gedaan. Sommigen werden nog luidruchtiger en nonchalanter, anderen verstomden en durfden niet meer naar het centrum te gaan.

Eerst hingen ze rond voor de winkels en toen ze daar verjaagd werden, trokken ze verder. Ali liep mee. Hij wilde praten over wat er gebeurd was, maar hij had niemand om mee te praten. Hij kon evenmin vertellen wat er voor de boekhandel was gebeurd, hoewel hij dat maar wát graag wilde.

Hij liep naar huis, misnoegd met zichzelf en moe van de opschepperijen van zijn vrienden. De ongeregeldheden waar zoveel over gesproken werd, hadden zich niet verspreid naar Gottsunda, maar er was een soort paraatheid onder de groepen jongeren, een ingehouden woede en spanning, die bij de minste provocatie kon omslaan in geweld.

Sommigen van zijn vrienden zaten uitvoerig te vertellen hoe ze zich bewapend hadden en toonden enthousiast de zelfgemaakte wapens die ze onder hun kleren verborgen hielden. Iemand had zelfs een schietwapen.

Toen hij de straat schuin overstak voor de flat waar Mehrdad woonde, bleef hij staan. Hij had zijn neef niet gezien en ze hadden elkaar ook niet gebeld. Ali nam aan dat Nahid weer beroerd was en dat Mehrdad aan haar bed zat.

Er reed een auto langs, een andere toeterde en Ali ging op de stoep lopen. Zou hij bij Mehrdad langsgaan? Om de een of andere reden had hij het gevoel dat Mehrdad en hij klaar waren met elkaar en hij liep door.

Er stopte een auto bij de parkeergarage. Ali passeerde een paar meter vóór de auto. De bestuurder dook in elkaar op de voorstoel.

De auto reed langzaam de hoek om, remde, maar reed onmiddellijk weer door, remde nogmaals, alsof de bestuurder niet goed wist wat hij wilde. Ali was bij de doorgaande weg, liet een paar auto’s passeren en stak over. Voordat hij achter de parkeergarages verdween keek hij om en registreerde hij de auto die nu bij de kruising was gekomen. Waarom rijdt hij niet door? dacht Ali, alvorens hij een laatste blik wierp op de flat van Mehrdad.