23 De opdracht zakt naar de tweede plaats

Het is in een liefdesverhouding een bedwelmend moment wanneer de man in een publieke gelegenheid, een restaurant of een theater, voor de eerste keer zijn hand op de heup van het meisje laat rusten en zij haar hand op de zijne legt en hem tegen zich aan drukt. Die twee gebaren zeggen alles wat er te zeggen is. Alles is voor elkaar. Alle overeenkomsten zijn getekend. En er volgt een lange minuut van zwijgen waarin het bloed zingt.

Het was elf uur en er zaten nog maar weinig mensen in de hoeken van de Veranda Grill. De door de maan beschenen zee mistte zacht terwijl de grote lijnboot door de zwarte weide van de Atlantische Oceaan maaide, en aan de achtersteven duidde alleen een lichte deining in de gang van het schip voor de twee mensen die dicht bij elkaar onder het rossige licht zaten op een langzame, lichte zwelling, de kalme hartslag, twaalf keer per minuut, van de slapende oceaan. De kelner kwam met de rekening en hun handen lieten elkaar los. Maar zij hadden nu alle tijd en zij behoefden geen bevestiging van hun gevoelens door woord of aanraking, en het meisje lachte gelukkig naar Bond toen de kelner de tafel wegtrok en zij naar de deur liepen.

Zij namen de lift naar het promenadedek. 'En wat nu, James?' zei Tiffany. 'Ik wil nog meer koffie, en een whiskysoda met crème de menthe als we naar de veiling zitten te kijken. Ik heb er zoveel over gehoord en we kunnen een fortuintje winnen.'

'Goed,' zei Bond. 'Alles wat je maar wilt.' Hij drukte haar arm tegen zich aan toen zij langzaam de grote conversatiezaal doorliepen waar nog bingo werd gespeeld en door de in afwachting verkerende danszaal, waar de muzikanten bezig waren hun instrumenten te stemmen. 'Maar verlang niet dat ik een lot koop. Het is zuiver een gokspelletje en er is maar vijf procent voor een liefdadig doel bestemd. De kansen zijn bijna even beroerd als in Las Vegas. Maar als er een goede veilingmeester is, is het wel leuk en ik heb gehoord dat er op deze reis veel geld aan boord is.'

De rooksalon was bijna leeg en zij kozen een klein tafeltje ver van het podium, waar de ober bezig was de benodigdheden van de veilingmeester klaar te leggen; het kistje met genummerde briefjes, de hamer, en een karaf water. 'In de toneelwereld noemen ze dat een slecht bezette zaal,' zei Tiffany toen zij tussen het woud van lege stoelen en tafeltjes zaten. Maar terwijl Bond zijn bestelling aan de kelner opgaf, gingen de deuren van de bioscoopzaal open en spoedig waren er bijna honderd mensen in de rooksalon. De veilingmeester, een buikige, joviale zakenman uit de Midlands met een rode anjer in het knoopsgat van zijn jacquet, hamerde op zijn tafeltje om stilte en kondigde aan dat de kapitein de afstand die het schip de volgende dag zou afleggen schatte tussen 720 en 739 mijl, dat iedere afstand korter dan 720 'manque' was en iedere langere afstand 'passé'. 'En laten we nu, dames en heren, eens kijken of we het record van deze lijn, dat staat op het indrukwekkende bedrag van 2400 pond in de pool, kunnen verbeteren.' (applaus) Een kelner hield het kistje met de opgevouwen nummerbriefjes voor aan de dame in de zaal die er het rijkst uitzag en overhandigde het briefje dat zij getrokken had aan de veilingmeester.

'Nu, dames en heren, hier hebben we een buitengewoon goed nummer om mee te beginnen. 738. Een topnummer, en aangezien ik hier vanavond veel nieuwe gezichten zie (gelach), kunnen we het er allemaal over eens zijn dat de zee buitengewoon kalm is. Dames en heren. Welk bod mag ik voorstellen voor 738? Mag ik zeggen vijftig pond? Biedt iemand mij vijftig pond voor dit geluksnummer? 20 zei u, meneer? Nou, we moeten ergens beginnen. Iemand méér... 25. Dank u, mevrouw, dus nu zijn we weer terug waar we begonnen waren (gelach). Iemand meer dan 50? Niemand in de verleiding? Een hoog nummer. Kalme zee. Vijftig pond. Biedt iemand vijfenvijftig? Vijftig pond geboden. Éénmaal, andermaal...' En de opgeheven hamer kwam met een klap op de tafel neer. 'Het is goddank een goede veilingmeester,' zei Bond. 'Het was een goed nummer en als het weer zo blijft en er niemand overboord valt is het goedkoop ook. Passé kost vanavond een aardige duit. Iedereen verwacht dat we met dit weer meer dan 739 mijl maken.'

'Wat versta je onder een aardige duit?' vroeg Tiffany. 'Tweehonderd pond. Misschien meer. Ik verwacht dat de gewone nummers voor zo'n honderd pond van de hand zullen gaan. Het eerste nummer is altijd goedkoper dan de rest. De mensen zijn nog niet warmgelopen. Het enige verstandige dat je bij dit spel kunt doen, is het eerste nummer kopen. De prijs kan op allemaal vallen, maar het eerste kost minder.' Terwijl Bond dat zei werd het volgende nummer voor negentig pond afgehamerd ten gunste van een knap, opgewekt meisje; het lot werd kennelijk betaald door de grijze heer met het frisse gezicht die haar vergezelde, en die eruitzag als een karikatuur van een oude vrijgevige vrouwengek uit Esquire.

'Toe, koop een nummertje voor me, James,' zei Tiffany. 'Je bent niet goed voor een meisje. Kijk eens hoe die aardige man zijn meisje trakteert.'

'Hij is over de goede leeftijd heen,' zei Bond. 'Hij moet al zestig zijn. Tot veertig jaar kost een meisje niets. Daarna moetje betalen of een mooi verhaal ophangen. Van die twee dingen is het verhaal het pijnlijkst.'

Hij keek haar glimlachend in de ogen. 'Hoe dan ook, ik ben nog geen veertig.'

'Verbeeld je maar niets,' zei het meisje. Zij keek naar zijn mond. 'Ze zeggen dat oudere mannen de beste minnaars zijn. En je bent van nature niet gierig. Ik wed dat je het niet wilt omdat gokken op een onderdanenschip illegaal is of zo.' 'Buiten de territoriale wateren mag het wel,' zei Bond. 'Maar de Cunardlijn heeft er evengoed verdomd goed voor opgepast dat de Maatschappij er niet in betrokken raakt. Luister hier eens naar.' Hij nam een oranje kaart op die op hun tafeltje lag.'Sweepstakes op basis van de afstand die het schip per dag aflegt,' las hij. 'Naar aanleiding van gedane navraag komt het ons wenselijk voor het standpunt van de Maatschappij in verband met het bovenstaande nog eens onder uw aandacht te brengen. De Maatschappij wenst niet dat de kelner van de rooksalon of andere personeelsleden van het schip een actieve rol spelen bij de organisatie van dergelijke sweepstakes.' Bond keek op. 'Zie je wel,' zei hij. 'En dan staat er verder: "De Maatschappij stelt voor dat de passagiers uit hun midden een comité benoemen om de bijzonderheden te formuleren en te regelen... De kelner van de rooksalon mag, indien hem dit wordt verzocht en zijn dienst het toelaat, de bijstand verlenen die het comité voor het verkopen van de loten nodig heeft". Het is wel listig,' was Bonds commentaar. 'Als er moeilijkheden rijzen, moet het comité ervoor opdraaien. En luister hier eens naar. Daar begint de moeilijkheid.' Hij las verder: 'De Maatschappij vestigt in het bijzonder uw aandacht op het bepaalde in de Financiële Voorschriften van het Verenigd Koninkrijk betreffende de verhandelbaarheid van sterling-cheques en de beperkende bepalingen betreffende de invoer van pondbiljetten in het Verenigd Koninkrijk.'

Bond legde de kaart neer. 'Enzovoorts,' zei hij. Hij keek Tiffany Case glimlachend aan. 'Dus ik koop een nummertje voor je dat op het ogenblik geveild wordt en je wint tweeduizend pond. Dat zal een hele stapel dollars en ponden en cheques zijn. Zelfs gesteld dat al die cheques te innen zijn, wat te betwijfelen is, dan zouden we het geld alleen kunnen besteden door het onder je jarretelgordeltje Engeland binnen te smokkelen. En daar speelden we dan weer hetzelfde spelletje, maar ditmaal zou ik aan de verkeerde kant staan.' Het meisje was er niet van onder de indruk. 'Vroeger was er een vent bij de bende die Abadaba heette,' zei ze. 'Hij was een intellectueel die het verkeerde pad op was gegaan en overal raad op wist. Hij werkte de kansen bij het gokken uit en stelde de percentages vast, hij deed al het denkwerk. Ze noemden hem "de Kansentovenaar". Hij werd bij de Schultzmoorden per ongeluk uit de weg geruimd,' voegde ze er terloops aan toe. 'Jij bent geloof ik net zo iemand als Abadaba. De manier waarop je je eruit weet te praten als je wat geld voor een meisje moet uitgeven. Nou, goed.' Ze haalde berustend haar schouders op. 'Wil je nog een glas whisky aan je meisje wagen?' Bond wenkte de kelner. Toen hij weg was, leunde ze voorover, zodat haar haar over zijn oor streek en zei zacht: 'Ik wil hem eigenlijk niet. Neem jij hem maar. Ik wil vanavond zo nuchter blijven als een kalf.' Ze ging weer rechtop zitten. 'En wat is er hier eigenlijk aan de hand?' zei ze ongeduldig. 'Ik wil dat er eens iets gebeurt.'

'Daar komt het,' zei Bond. De veilingmeester verhief zijn stem en in de zaal werd om stilte gesist. 'En nu, dames en heren,' zei hij op indrukwekkende toon, 'komen wij aan de vierenzestigdollarvraag. Wie biedt mij honderd pond voor de keuze tussen passé en manque? We weten allemaal wat dat betekent - het recht passé te kiezen, dat voor mijn gevoel vanavond de algemene keuze zal zijn (gelach) gezien het prachtige weer. Dus we zullen het bieden beginnen met honderd pond voor de keuze tussen passé en manque. Dank u, meneer! En 110, 120 en 130. Dank u, mevrouw.'

'Honderdvijftig,' zei een mannenstem niet ver van hun tafeltje.

'Honderdzestig.' Ditmaal was het een vrouw. Op dezelfde toon riep de mannenstem: 'Honderdzeventig.' 'Tachtig,' zei iemand. 'Tweehonderd pond.'

Iets bracht Bond ertoe zich om te draaien en naar de man te kijken die gesproken had.

De man was nogal dik. Kleine, kille, donkere ogen keken door onbeweeglijke, dubbelgeslepen glazen naar het podium waarop de veilingmeester stond. Alles wat de man aan nek bezat scheen aan zijn achterhoofd te zitten. Het krullende zwarte zeewier van zijn haar was nat van het zweet en nu zette hij zijn bril af, nam een servet en veegde met een rondtrekkende beweging, die aan de linkerkant begon en toen naar zijn achterhoofd ging, waar zijn rechterhand het overnam en de rondgang tot aan de druipende neus voltooide, het zweet van zijn gezicht. 'Tweehonderdtien,' zei iemand. De kin van de dikke man wipte op en neer en hij deed zijn opeengeklemde lippen van elkaar en zei: 'Tweehonderdtwintig,' met een vlakke, Amerikaanse stem. Wat was er aan deze man dat een snaar in Bonds geheugen tot trilling bracht? Hij bekeek het grote gezicht en zijn geestesoog gleed over het archief in zijn brein, trok lade na lade open en zocht naar een aanwijzing. Het gezicht? De stem? Engeland? Amerika?

Bond gaf het op en richtte zijn aandacht op de andere man aan het tafeltje. Weer dezelfde onafwijsbare sensatie van herkenning. De fijne trekken van het merkwaardig jonge gezicht onder het achterovergekamde, witte haar. De zachte, bruine ogen met de lange wimpers. De over het algemeen knappe indruk, bedorven door de viezige neus boven de grote mond met de dunne lippen, die nu tot een hoekige, lege glimlach was vertrokken, als de grijns van een brievenbus.

'Tweehonderdvijftig,' zei de dikke man mechanisch. Bond draaide zich naar Tiffany. 'Heb je die twee ooit eerder gezien?' zei hij, en ze merkte de zorgelijke groef tussen zijn ogen op. 'Nee,' zei ze beslist. 'Nooit. Het lijken me een paar lui uit Brooklyn. Of een stelletje confectiehandelaars uit het Garment District. Waarom? Zeggen ze je iets?' Bond keek nog eens naar hen. 'Nee,' zei hij weifelend. 'Nee, ik geloof toch eigenlijk van niet.'

Er ging een luid applaus in de zaal op en de veilingmeester straalde en hamerde op de tafel. 'Dames en heren,' zei hij triomfantelijk. 'Dit is werkelijk prachtig. Driehonderd pond geboden door de charmante dame in die prachtige roze avondjapon. (Er werden hoofden omgedraaid en halzen gerekt en Bond kon de monden zien zeggen: 'Wie is dat?') En mag ik nu, meneer...' Hij richtte zich tot de dikke man aan zijn tafeltje. 'Driehonderdvijfentwintig pond voorstellen?' 'Driehonderdvijftig,' zei de dikke man. 'Vierhonderd,' krijste de roze dame. 'Vijfhonderd.' Het klonk vlak en onverschillig. Het roze meisje zat nijdig te ratelen tegen de heer die haar vergezelde. De man zag er plotseling verveeld uit. De veilingmeester richtte zijn blik op hem en hij schudde zijn hoofd. 'Iemand meer dan 500 pond?' zei de veilingmeester. Hij wist dat hij nu zo veel uit de zaal had geknepen als maar mogelijk was. 'Éénmaal, andermaal...' Bang! 'Verkocht aan die meneer daar, en ik vind dat hij echt wel een applausje verdiend heeft.' Hij klapte in zijn handen en de menigte volgde gehoorzaam zijn voorbeeld, hoewel men liever had gezien dat het roze meisje gewonnen had.

De dikke man verrees enkele centimeters uit zijn stoel en liet zich toen weer zakken. Op zijn glimmende gezicht was geen erkentelijkheid voor het applaus te lezen en hij hield zijn ogen strak op de veilingmeester gericht. 'En nu moeten wij overgaan tot de formaliteit deze heer te

vragen waaraan hij de voorkeur geeft. (Gelach.) Meneer, kiest u passé of manque?' De veilingmeester zei het op ironische toon. Het was tijd verspillen de vraag te stellen. 'Manque.'

In de overvolle rooksalon heerste een ogenblik doodse stilte, spoedig gevolgd door gemompeld commentaar. Er was geen twijfel mogelijk geweest. Het sprak vanzelf dat de man passé zou kiezen. Het weer kon niet mooier zijn. De Queen moest minstens dertig knopen per uur varen. Wist hij iets? Had hij iemand op de brug omgekocht? Zou er een storm opsteken? Zou er een motor warmlopen?

De veilingmeester hamerde om stilte. 'Neem me niet kwalijk,

meneer,' zei hij. 'Maar zei u manque?'

'Ja.'

De veilingmeester hamerde weer. 'In dat geval, dames en heren, zullen we er nu toe overgaan passé te veilen. Mevrouw.' Hij wendde zich met een buiging tot het meisje in de roze japon. 'Zou u het eerste bod willen doen?' Bond draaide zich naar Tiffany om. 'Een vreemde zaak,' zei hij. 'Eigenaardig om zoiets te doen. De zee is zo kalm als een vijver.' Hij haalde zijn schouders op. 'De enige mogelijkheid is dat zij iets weten.' Hoe dan ook, het was van geen belang. 'Iemand heeft hun iets verteld.' Hij draaide zich om en keek onverschillig naar de twee mannen en liet toen zijn ogen over hen heen en van hen af glijden. 'Ze schijnen zich erg voor ons te interesseren.'

Tiffany gluurde over zijn schouder. 'Nu kijken ze niet meer naar ons,' zei ze. 'Ik denk dat ze gewoon een beetje aangeschoten zijn. Die met het witte haar ziet er dom uit en die dikke zit op zijn duim te zuigen. Ze zijn kachel, ik betwijfel of ze wel weten wat ze gekocht hebben. Ze hebben ze niet meer op een rijtje.'

'Op zijn duim te zuigen?' zei Bond. Hij woelde verstrooid met zijn hand door zijn haar, en er zeurde een vage herinnering in hem. Als zij hem zijn gedachtegang had laten volgen zou hij het zich misschien hebben herinnerd. In plaats daarvan legde ze haar hand op de zijne en boog zich naar hem over, zodat haar haar over zijn gezicht streek. 'Vergeet het, James,' zei ze. 'En besteed niet zoveel aandacht aan die twee stomme kerels.' Ze keek hem plotseling met fonkelende en veeleisende ogen aan. 'Ik heb genoeg van dat gedoe. Laten we ergens anders naartoe gaan.'

Zonder nog iets te zeggen stonden zij van hun tafeltje op en liepen door de rumoerige zaal naar de trap. Toen zij langs de trap naar het dek daaronder liepen, legde Bond zijn arm om het middel van het meisje en ze legde haar hoofd tegen zijn schouder.

Zij kwamen bij de deur van Tiffany's hut, maar ze duwde hem verder de lange, zachtjes krakende gang door. 'Ik wil dat het bij jou thuis gebeurt, James,' zei ze. Bond zei niets totdat hij de deur achter hen had dichtgeschopt en zij zich hadden omgedraaid en midden in de wonderlijk afgezonderde en wonderlijk naamloze hut tegen elkaar aan stonden. En toen zei hij alleen maar zacht: 'Mijn liefste', en legde één hand in haar haren, zodat hij haar mond kon krijgen waar hij die hebben wilde. En even later ging zijn andere hand naar de ritssluiting op haar rug en zonder van hem weg te lopen, stapte ze uit haar jurk en hijgde ze tussen hun kussen door. 'Ik wil het allemaal, James. Alles watje ooit met een meisje hebt gedaan. Nu. Gauw.' En Bond bukte zich, legde een arm om haar heupen, tilde haar op en legde haar voorzichtig op de grond.