17 'Bedankt voor de rit'

In de grote speelzaal was het toneel veranderd. Het was er veel rustiger. Het orkest was weggegaan, en de drommen vrouwen eveneens; er zaten maar een paar spelers aan de tafels, Aan de roulette zaten twee of drie shills, aantrekkelijke meisjes in keurige avondjaponnen die men elk vijftig dollar had gegeven om wat leven te brengen aan de doodse tafels, en tegen de hoge muur om een van de speeltafels leunde een zeer dronken man die de dobbelstenen verwensingen toeriep. En er was nog iets veranderd. De dealer aan de middelste blackjacktafel, die het dichtst bij de bar stond, was Tiffany Case. Dus dat was haar baantje in het Tiarahotel. En toen zag Bond dat alle dealers aan de blackjacktafels knappe vrouwen waren en allen gekleed in hetzelfde keurige westernkostuum in grijs en zwart - een korte grijze rok met een brede zwarte, met metaal beslagen gordelriem, een grijze blouse met een zwarte zakdoek om de hals, een grijze sombrero die aan een zwart koord hing, zwarte halve laarzen en vleeskleurige nylons. Bond keek weer op zijn horloge en liep langzaam de zaal in. Dus Tiffany zou vals spelen om hem vijfduizend dollar te laten winnen. En natuurlijk hadden zij juist het ogenblik gekozen dat zij dienst had en in de 'Platina-zaal' de eerste voorstelling van de revue met de beroemde naam nog bezig was. Hij zou met haar alleen aan de tafel zitten. Er zouden geen getuigen zijn als zij met de kaarten knoeide.

Om precies vijf over tien kuierde Bond op zijn gemak naar de tafel en ging tegenover haar zitten. 'Goedenavond.' 'Hallo.' Zij liet een flauw, beleefd glimlachje zien.

'Wat is het maximum?' 'Duizend.'

Toen Bond de tien biljetten van honderd dollar over de lijn op de tafel neertelde, kwam de opzichter aanslenteren en ging naast Tiffany Case staan. 'Misschien wil deze meneer een nieuw spel hebben, juffrouw Case,' zei hij. Hij overhandigde haar een nieuw pakje kaarten.

Het meisje trok de verpakking eraf en gaf hem de gebruikte kaarten terug.

De toezichthouder deed een paar passen terug en scheen zijn belangstelling te verliezen.

Het meisje pakte het spel kaarten met vloeiende handbewegingen vast, verdeelde het in tweeën en legde de twee stapeltjes plat op de tafel, en het leek alsof zij ze correct schudde door de kaarten in elkaar te laten schuiven. Maar Bond zag dat de twee helften elkaar in het geheel niet raakten, en toen zij het pak kaarten van de tafel nam en zij ze achteloos nog eens naschudde, had zij de twee helften van het spel weer in hun oorspronkelijke volgorde liggen. Zij herhaalde de kunstgreep nog eens en legde het spel kaarten voor Bond neer alsof zij hem uitnodigde er een paar af te nemen. Bond nam de kaarten en zag goedkeurend toe hoe zij met één hand een paar kaarten wegmoffelde, wat bij het vals spelen met kaarten een van de moeilijkste trucjes is. Dus het 'nieuwe' spel lag op een vastgestelde volgorde en het enige resultaat van dit vertoon van eerlijk spel was dat alle kaarten weer precies zo lagen als toen ze uit de verpakking kwamen. Maar het was schitterend uitgevoerd en Bond was vervuld van bewondering voor de zelfverzekerdheid waarmee het meisje had gemanipuleerd. Hij keek in haar grijze ogen. Was er iets van medeplichtigheid in te lezen, iets van geamuseerdheid om het vreemde spel dat zij speelden op het smalle groene tafelblad?

Zij gaf hem twee kaarten en nam er toen zelf twee. Bond werd zich er plotseling van bewust dat hij voorzichtig moest zijn. Hij moest nauwkeurig het gebruikelijke spel spelen of hij zou misschien de hele volgorde waarin de kaarten van tevoren waren gelegd in de war sturen. Over de tafel heen stond gedrukt: 'De spelleider moet bij zestien trekken en bij zeventien passen'. Zij zouden hem waarschijnlijk wel kaarten gegeven hebben waarmee hij zeker zou winnen, maar voor het geval er nog een andere speler was of iemand die hem ongevraagd goede raad zou willen geven, zou het moeten lijken of zijn gelukkige spel puur toeval was. Hij zou bijvoorbeeld niet voortdurend eenentwintig moeten hebben en het meisje zeventien.

Hij wierp een blik op zijn twee kaarten. Een boer en een tien. Hij keek het meisje aan en schudde zijn hoofd. Zij legde een paar kaarten open en trok er weer een; zij had zelf een heer. Zij had naast zich een rekje staan waarop alleen zilveren dollars en fiches van twintig lagen, maar de toezichthouder stond snel naast haar met een fiche van duizend dollar. Zij nam het aan en schoof het Bond toe. Zij legde hem weer twee kaarten voor en nam er zelf twee. Bond had zeventien en schudde weer zijn hoofd. Zij had twaalf en trok een twee en toen een negen - drieëntwintig, en zij verloor weer. Weer kwam de toezichthouder met een fiche van duizend aanzetten. Bond stak hem in zijn zak en liet zijn oorspronkelijke inzet staan. Ditmaal had hij negentien en zij legde een tien en een zeven open, zodat zij volgens de regel moest passen. Er verdween weer een fiche van duizend dollar in Bonds zak. De brede deuren achter in de zaal waren opengegaan en er stroomde een groot aantal mensen, terugkomend van de voorstelling, de speelzaal binnen. Spoedig zouden zij rondom de tafels gaan zitten. Dit was zijn laatste beurt. Hierna moest hij van de tafel opstaan en van haar weggaan. Zij keek hem ongeduldig aan. Hij nam de twee kaarten op die zij hem had gegeven. Twintig. En zij legde ook twee tienen open.

Bond glimlachte om het raffinement. Zij gaf hem snel nog twee kaarten en op hetzelfde moment kwamen drie andere spelers naar de tafel en hesen zich op de krukken. Hij had negentien en zij zestien.

En dat was dat. De opzichter nam niet eens de moeite het meisje het vierde fiche te geven, maar gooide het over de tafel naar Bond, met een uitdrukking op zijn gezicht die heel sterk aan een spottende grijns deed denken. 'Jézus,' zei een van de nieuwe spelers, en Bond stak het fiche in zijn zak en stond op.

Bond keek het meisje over de tafel heen aan. 'Dank u,' zei hij. 'U kunt prachtig geven.'

'Dat zou ik ook zeggen,' zei de speler die al eerder had gesproken.

Tiffany Case keek Bond strak aan. 'Tot uw dienst,' zei zij. Een fractie van een seconde hield zij zijn blik vast en toen keek zij weer op de kaarten, schudde ze goed en hield ze een van de nieuwe spelers voor.

Bond draaide de tafel de rug toe en liep de zaal uit; hij dacht aan haar en keek nu en dan weer naar de rechte, gebiedende kleine gestalte in het opwindende westernkostuum. Anderen vonden haar blijkbaar even aantrekkelijk als Bond, want spoedig zaten er acht mannen aan haar tafel en anderen stonden naar haar te kijken.

Bond voelde een steek van jaloezie. Hij liep naar de bar en bestelde Kentucky-whisky met branchwater om de vijfduizend dollar die hij in zijn zak had te vieren. De barman haalde een gekurkte fles water tevoorschijn en zette hem naast Bonds 'Old Grandad' neer. 'Waar komt dat vandaan?' vroeg Bond, die zich herinnerde wat Felix had gezegd.

'Van de Boulderdam,' zei de buffetbediende in alle ernst. 'Wordt iedere dag met een vrachtwagen aangevoerd. Maak u geen zorgen,' voegde hij eraan toe, 'het is het echte.'

Bond gooide een zilveren dollar op de tapkast. 'Ik twijfel er niet aan,' zei hij even ernstig. 'Laat maar zitten.'

Hij stond met zijn rug naar de bar en met het glas in zijn hand en stelde vast wat zijn volgende stap zou zijn. Dus nu was hij afbetaald, en Shady Tree had hem op het hart gedrukt onder geen beding naar de tafels terug te gaan.

Bond dronk zijn glas leeg en liep dwars door de zaal naar de dichtstbijzijnde roulettetafel. Er zaten maar een paar spelers aan, en hun inzetten waren klein.

'Wat is hier het maximum?' zei hij tegen de croupier, een oudere, kalende man met fletse ogen die juist het ivoren balletje van het rad nam. 'Vijfduizend,' zei de man onverschillig. Bond nam de vier fiches en de tien biljetten van honderd dollar uit zijn zak en legde ze naast de croupier. 'Op rouge.' De croupier ging rechtop in zijn stoel zitten en gluurde van opzij naar Bond. Hij gooide de vier fiches een voor een op rouge, terwijl hij ze met zijn harkje opving. Hij telde Bonds bankbriefjes, deed ze in een gleuf in de tafel, nam een vijfde fiche van het rekje naast hem en gooide het bij de andere. Bond zag dat hij met zijn knie tegen de onderkant van de tafel duwde. De opzichter hoorde de zoemer en slenterde naar de tafel, juist toen de croupier de roulette liet draaien. Bond nam een sigaret en stak hem op. Zijn hand was vast. Hij had een heerlijk gevoel van vrijheid, omdat hij tenslotte deze mensen het initiatief ontnomen had. Hij wist dat hij zou winnen. Hij keek nauwelijks naar het rad toen het langzamer ging draaien en het kleine ivoren balletje in zijn gleuf viel. 'Zesendertig. Rouge. Passé en pair.'

De bankhouder harkte een paar verloren fiches en zilveren dollars naar zich toe en gooide wat geld op tafel voor de winnaars. Toen nam hij een dun fiche van het formaat van een gebedenboek uit het rekje en legde het voorzichtig naast Bond neer.

'Noir,' zei Bond. De man gooide een enkel fiche van vijfduizend dollar op noir en harkte Bonds inzet van rouge weg. Er steeg rond de tafel een gemompel op en er kwamen nog wat mensen aanlopen die bleven staan kijken. Bond voelde de nieuwsgierige ogen die op hem werden gericht, maar hij deed niets anders dan over de tafel heen de opzichter in de ogen kijken. Zij waren zo vijandig als die van een adder, en toch een beetje bangig.

Terwijl het rad draaide, glimlachte Bond hem minzaam toe en het balletje begon snorrend zijn reis.

'Zeventien. Noir. Manque en impair,' zei de croupier. Er steeg een zucht uit de menigte op en hongerige ogen keken naar het grote fiche dat voor Bond werd neergelegd.

Nog één keer, dacht Bond. Maar deze keer niet.

'Ik wacht nu even,' zei hij tegen de croupier. De man keek Bond aan, stak zijn harkje uit, haalde Bonds inzet naar zich toe en overhandigde hem de fiches.

En toen stond er nog een man in de hoek bij de speeltafel, naast de toezichthouder, en hij keek Bond met pientere ogen als cameralenzen strak aan, en de dikke sigaar die precies in het midden van zijn mond tussen zijn lippen hing, was als een kanon recht op Bond gericht. Het dikke, vierkante lichaam in de donkerblauwe smoking was geheel bewegingloos en er ging een soort gespannen rust van hem uit. Het was een tijger die naar een ezel aan zijn ketting kijkt, maar toch op zijn hoede is voor gevaar. Het gezicht was ivoorbleek, maar er was een gelijkenis met de broer in Londen in de zeer rechte, boosaardige, zwarte wenkbrauwen en de korte, steile rotswand van het draadachtige en borstelige haar, en in de meedogenloos vooruitstekende kaak.

De roulette draaide weer en de twee paar ogen richtten zich op het balletje.

Het viel in een van de twee groene gleuven in het rad en Bonds hart sprong op om het geluk dat hij had gehad.

'Dubbel nul,' zei de croupier, terwijl hij al het geld op de tafel naar zich toe harkte.

Nu de laatste keer, dacht Bond - en dan hier weg met twintigduizend dollar van het geld van de Spangs op zak. Hij keek naar zijn werkgever. De twee cameralenzen en de sigaar waren nog op hem gericht, maar het bleke gezicht was volkomen uitdrukkingloos. 'Rouge.' Hij overhandigde de croupier een fiche van vijfduizend dollar en zag het over de tafel glijden.

Zou hij met zijn laatste slag te ver gaan? Nee, stelde Bond met zekerheid vast. Dat zou hij niet.

'Vijf. Rouge. Manque en impair,' zei de croupier gehoorzaam.

'Ik ga mijn geld halen,' zei Bond. 'En nog bedankt hè.' 'Kom nog eens terug,' zei de croupier onaandoenlijk. Bond legde zijn hand op de vier dikke plakken in zijn jaszak, baande zich een weg door de menigte achter hem en liep dwars door de zaal naar de kassa. 'Drie biljetten van vijfduizend en vijf van duizend,' zei hij tegen de man met de groene zonneklep die achter de tralies zat. De man nam Bonds vier fiches en telde de bankbiljetten uit. Bond stak ze in zijn zak en liep naar de receptie. 'Een luchtpostenvelop alstublieft,' zei hij. Hij liep naar een lessenaar tegen de muur, ging zitten, deed de drie grote biljetten in de envelop en schreef erop: 'Persoonlijk. De heer directeur van Universal Export, Regent's Park, London, N.W. 1, Engeland'. Toen kocht hij postzegels en gooide de envelop in de gleuf waarop stond 'U.S. Mail' en hoopte dat hij daar, in de onschendbaarste bergplaats van Amerika, veilig zou zijn. Bond keek op zijn horloge. Het was vijf minuten voor middernacht. Hij overzag de speelzaal voor de laatste keer, merkte op dat er een andere croupier aan Tiffany Cases tafel zat en dat Spang nergens te zien was, en liep toen door de glazen deur de hete, benauwde nacht in en over het gazon naar het het Turkooisgebouw; hij ging zijn kamer binnen en deed de deur achter zich op slot.