22 Liefde en bearnaisesaus

Om acht uur precies deed het weergalmende geluid van de misthoorn van de Queen Elisabeth de ruiten van de wolkenkrabbers trillen en de sleepboten trokken het schip naar het midden van de rivier, zochten behoedzaam hun weg en met een voorzichtige snelheid van vijf knopen voeren zij het rustige water van de rivier af. Bij de Ambrose Light zouden zij even stilhouden om afscheid te nemen van de loods en dan zouden de vierdubbele schroeven de zee tot schuim slaan en zou de Queen Elisabeth met een huivering van vrijheid het grote gebogen vlak van de 45ste naar de 50ste breedtecirkel opvaren, en op weg gaan naar het stipje op de kaart dat Southampton heet.

Terwijl hij in zijn hut zat te luisteren naar het rustige gekraak van het houtwerk en zag hoe zijn potlood op de toilettafel langzaam tussen zijn haarborstel en de rand van zijn paspoort rolde, bracht Bond zich de dagen in herinnering terug dat het schip een andere koers had gevaren, de dagen dat het zigzaggend door het zuidelijk deel van de Atlantische Oceaan had gezwalkt, verstoppertje spelend met de wolventroepen van de U-boten, op weg naar het oorlogstoneel in Europa. Het was nóg een avontuur, maar nu voer de Queen uit in zijn beschermende cocon van radio-impulsen - zijn radar, zijn navigatiesysteem, zijn echolood - even streng bewaakt als een oosterse potentaat die uitrijdt met zijn lijfwacht en zijn voorrijders, en wat Bond betrof zouden verveling en misselijkheid de enige gevaren van de reis zijn. Hij nam de telefoon op en vroeg naar juffrouw Case. Toen zij zijn stem hoorde, liet zij een theatraal gekreun horen. 'De zeeman heeft een hekel aan de zee,' zei zij. 'Ik ben nu al misselijk en we zijn nog maar op de rivier.' 'Ik ook,' zei Bond. 'Blijf in je hut en leef op dramamine en champagne. Ik zal een dag of twee, drie niets waard zijn. Ik laat de dokter komen en de masseur van het Turks bad en ga proberen de stukken weer aan elkaar te lijmen. En het kan in geen geval kwaad het grootste deel van de reis uit het gezicht te blijven. Het is heel goed denkbaar dat zij ons in New York aan boord hebben zien gaan.'

'Nou, als je belooft me iedere dag op te bellen,' zei Tiffany, 'en belooft me mee te nemen naar de Veranda Grill zodra ik een beetje kaviaar kan verdragen. Goed?' Bond lachte. 'Als je erop staat,' zei hij. 'En luister nu eens. In ruil daarvoor wil ik dat je je zoveel probeert te herinneren als je maar kunt over ABC en de Londense kant van deze smokkelhandel. Dat telefoonnummer. En wat je verder nog weet. Ik zal je zo gauw mogelijk vertellen waar het allemaal om gaat en waarom ik het wil weten, maar tot dan moet je me maar vertrouwen. Afgesproken?'

'O, natuurlijk,' zei het meisje onverschillig, alsof dat aspect van haar leven zijn belang had verloren; en tien minuten ondervroeg Bond haar met grote nauwkeurigheid, maar afgezien van enkele kleinigheden geheel vruchteloos, over de gang van zaken met ABC. Toen legde hij de hoorn neer, belde om de hofmeester, bestelde iets te eten en ging het lange rapport zitten schrijven dat hij in code zou moeten overbrengen en die avond verzenden.

De 'Metal Mike' voerde het schip rustig door de duisternis en de kleine gemeente van drieduizend vijfhonderd zielen settelde zich voor vijf dagen van haar bestaan op het schip, vijf dagen waarin al de gebeurtenissen zouden plaatsvinden die in iedere gemeenschap van enige omvang plaatsvinden - diefstallen, gevechten, affaires, dronkenschap, bedrog; misschien één of twee geboorten, misschien een zelfmoord en, een kans van één op honderd, misschien zelfs een moord. Terwijl de ijzeren stad rustig over de golven van de Atlantische Oceaan deinde en de zachte avondwind in het topje van de mast trommelde en kreunde, seinden de radiomasten reeds de morsetekens van de dienstdoende telegrafist naar het luisterend oor van Portishead.

En wat de dienstdoende telegrafist om precies tien uur 's avonds overseinde, was een telegram geadresseerd aan: 'ABC, p.a. House of Diamonds, Hatton Garden, Londen', dat luidde: 'Betrokkenen opgespoord stop indien zaak drastische oplossing vereist gelieve prijs in dollars op te geven'. Het telegram was ondertekend: 'Winter'.

Een uur later, terwijl de telegrafist van de Queen Elisabeth zat te zuchten bij de gedachte dat hij vijfhonderd groepen van vijf letters moest overseinen met als adres: 'Directeur Universal Export, Regent's Park, Londen', kwam vanuit Portishead een kort telegram binnen met het adres: 'Winter eersteklas passagier Queen Elisabeth' en waarin stond: 'Wens spoedige volledige uitschakeling Case herhaal Case stop zal twintigduizend dollar betalen stop zal andere persoon bij aankomst Londen persoonlijk behandelen bevestig ontvangst ABC.'

En de telegrafist zocht de naam Winter op in de passagierslijst, deed het telegram in een envelop en liet het naar de hut op het A-dek brengen, het dek onder Bond en het meisje, waar twee mannen in hemdsmouwen zaten te kaarten. Toen de steward de hut uitliep, hoorde hij de dikke man geheimzinnig tegen de man met het witte haar zeggen: 'Wat zeg je me daarvan, Booful! Vandaag de dag krijg je er twintigduizend voor om iemand uit de weg te ruimen. Tjongejonge!' Pas nadat zij drie dagen onderweg waren, maakten Bond en Tiffany een afspraak om samen wat te drinken en in de Veranda Grill te eten. Omstreeks de middag was het weer volkomen kalm en na in zijn hut geluncht te hebben, had Bond een velletje briefpapier van het schip gekregen. Er stond in een rond meisjeshandschrift: 'Ik wil je vandaag zien. Stel me niet teleur', en Bonds hand had meteen naar de telefoon gegrepen.

Na drie dagen hunkerden zij naar elkaars gezelschap, maar toen Tiffany zich aan het obscure hoektafeltje dat hij in de glimmende halfcirkelvormige bar in het voorschip had uitgezocht bij hem voegde, had ze al haar stekels opgezet. 'Wat is dat voor een tafeltje?' informeerde ze sarcastisch. 'Schaam je je voor mij of zo? Ik trek het beste aan dat die verwijfde kerels in Hollywood kunnen verzinnen en jij verbergt me alsof ik Miss Rheingold 1914 ben. Ik wil me op deze roeiboot een beetje amuseren en jij zet me in een hoek alsof ik een besmettelijke ziekte heb.'

'Zoiets heb je ook,' zei Bond. 'Het enige watje wilt is zorgen dat alle andere mannen verhoging krijgen.' 'Wat verwacht je dan dat een meisje op de Queen Elisabeth zal doen? Vissen?'

Bond lachte. Hij wenkte de kelner en bestelde droge martini's met wodka en citroenschil. 'Ik kan nog wel iets anders bedenken.'

'Lief dagboek,' zei het meisje. 'Ik ga heel plezierig om met een knappe Engelsman. Het probleem is dat hij achter de familiejuwelen aanzit. Wat moet ik doen?' Toen boog ze zich plotseling voorover en legde haar hand op de zijne. 'Luister, Bond,' zei ze. 'Ik vind het heerlijk om hier te zitten. Ik vind het heerlijk om hier met jou te zitten. En ik vind het heerlijk dat ik in dit donkere hoekje zit, waar niemand kan zien dat ik je hand vasthoud. Let maar niet op wat ik zeg. Ik kan er gewoon niet over uit dat ik zo gelukkig ben. Trekje maar niets aan van mijn rare grapjes, oké?'

Ze droeg een blouse van zware, crèmekleurige shantoengzijde en een antracietkleurige halfwollen rok. De neutrale kleuren deden haar lichtbruin verbrande huid goed uitkomen. Het kleine, vierkante Cartier-horloge met het zwarte bandje was het enige sieraad dat zij droeg, en de korte nagels aan de kleine, bruine hand die ze op de zijne had gelegd waren niet gelakt. Het zonlicht dat van buiten reflecteerde scheen op haar honingblonde, golvende haar en in de diepten van haar van kleur verschietende ogen, en blikkerde op haar witte tanden tussen de volle lippen die nog een beetje van elkaar stonden door de vraag die ze had gesteld. 'Nee,' zei Bond. 'Nee, ik zal me er niets van aantrekken, Tiffany. Alles is prachtig aan je.'

Zij keek hem in de ogen en was gerustgesteld. De martini's werden gebracht en ze trok haar hand terug en keek hem over de rand van haar glas spottend aan. 'Nu moetje me eens een paar dingen vertellen,' zei ze. 'In de eerste plaats, wat doe je en voor wie werk je? In het begin, in het hotel, dacht ik datje een oplichter was. Maar zodra je de deur uit was, wist ik op de een of andere manier dat je dat niet kon zijn. Ik denk dat ik ABC had moeten waarschuwen, dat had ons een hoop moeilijkheden bespaard. Maar ik deed het gewoonweg niet. Kom op, James. Biecht eens op.' 'Ik werk voor de regering,' zei Bond. 'Zij willen een eind maken aan die diamantsmokkel.' 'Een soort geheim agent?' 'Een gewone ambtenaar.'

'Goed. Dus wat ga je met me doen als we in Londen aankomen? Me opsluiten?' 'Ja. In de logeerkamer van mijn flat.' 'Dat valt mee. Zal ik een onderdaan van de koningin worden, net als jij? Ik zou het eigenlijk wel prettig vinden om een onderdaan te zijn.' 'Ik denk wel dat we dat kunnen regelen.' 'Ben je getrouwd?' Ze zweeg even. 'Of iets in die richting?' 'Nee. Zo nu en dan heb ik een vriendin.' 'Dus je bent een van die ouderwetse mannen die ervan houden met een vrouw te slapen. Waarom ben je nooit getrouwd?' 'Omdat ik vond dat ik mij beter alleen door het leven kon slaan, denk ik. De meeste huwelijken tellen geen twee mensen bij elkaar op. Zij trekken de ene af van de andere.' Tiffany Case dacht even over die uitspraak na. 'Daar zit misschien iets in,' zei ze ten slotte. 'Maar het hangt ervan af wat je bij elkaar wilt optellen. Iets menselijks of iets onmenselijks. Als je alleen staat kun je niet volledig zijn.' 'En jij dan?'

Die vraag had het meisje niet willen uitlokken. 'Misschien heb ik zonder meer genoegen genomen met het onmenselijke,' zei ze kortaf. 'En met wie had ik dan moeten trouwen? Met Shady Tree?'

'Er moeten vele anderen zijn geweest.' 'Nou, die waren er niet,' zei ze nijdig. 'Misschien vind je dat ik me niet met die mensen had moeten inlaten. Nou, ik geloof dat ik gewoon met het verkeerde been heb leren lopen.' De vlam van haar boosheid doofde uit en zij keek hem verontschuldigend aan. 'Dat kan een mens soms gebeuren, James. Werkelijk. En soms is het echt niet zijn eigen schuld.' James stak zijn hand uit en greep de hare stevig beet. 'Dat weet ik, Tiffany,' zei hij. 'Felix heeft me er het een en ander van verteld. Daarom heb ik nergens naar gevraagd. Denk er maar niet meer aan. Je bent hier en je leeft vandaag - niet gisteren.' Hij veranderde van onderwerp. 'Nu moet je me een paar dingen vertellen. Bijvoorbeeld waarom ze je Tiffany hebben genoemd en hoe het is om croupier te zijn in het Tiarahotel. Waar heb je dat geleerd? De manier waarop je met die kaarten omsprong was schitterend. Als je dat kunt, kun je alles.'

'Bedankt, maat,' zei het meisje ironisch. 'Zoals wat? En ze hebben me Tiffany genoemd omdat toen ik geboren was de goede vader Case zó nijdig was dat ik geen jongen was dat hij mijn moeder duizend dollar gaf en een Tiffany-poederdoos en ervandoor ging. Hij ging bij de marine. Uiteindelijk sneuvelde hij bij Iwo Jima. Dus noemde mijn moeder mij gewoon Tiffany Case en legde zich erop toe voor ons beiden de kost te verdienen. Ze begon met een stelletje prostituees, maar later werd ze ambitieuzer. Misschien klinkt je dat niet zo prettig in de oren?' Ze keek hem half verontschuldigend, half smekend aan.

'Het kan me niets schelen,' zei Bond droog. 'Je was niet een van die meisjes.'

Ze haalde haar schouders op. 'Toen werd de tent door de gangsters kort en klein geslagen.' Ze hield even op en dronk haar martini op. 'En ik nam de benen om voor mijzelf te zorgen. De gewone baantjes die je als meisje aanneemt. Toen kwam ik in Reno terecht. Ze hebben daar een school voor croupiers en ik liet me inschrijven en werkte me een ongeluk. Ik heb de hele cursus gevolgd. Craps, roulette en blackjack als hoofdvakken. Je kunt er goed geld mee verdienen. Tweehonderd in de week. De mannen vinden het prettig als de dealer een vrouw is, en het geeft de vrouwen vertrouwen. Ze denken datje aardig voor hen zult zijn. Zoiets van vrouwen onder elkaar. Door de mannelijke croupiers worden ze afgeschrikt. Maar denk niet dat het een lolletje is. Het klinkt mooier dan het is.'

Ze zweeg en keek hem glimlachend aan. 'Nu is het jouw beurt weer,' zei ze. 'Bestel nog een martini voor me en vertel me eens welke vrouw er naar jouw mening bij je zou passen.' Bond gaf de kelner zijn bestelling op. Hij stak een sigaret op en wendde zich weer tot haar. 'Een vrouw die even goed bearnaisesaus kan maken als beminnen,' zei hij. 'Jezus! Gewoon een dom wijf dat kan koken en op haar rug liggen?'

'O nee. Ze moet alles hebben wat een vrouw gewoonlijk heeft.' Bond keek haar opmerkzaam aan, 'Gouden haar. Grijze ogen. Een volle mond. Een volmaakt figuur. En natuurlijk moet ze een heleboel leuke grapjes kunnen maken, zich weten te kleden en kunnen kaarten, enzovoort. Het gebruikelijke dus.'

'En zou je met die vrouw trouwen als je haar tegenkwam?' 'Hoeft niet,' zei Bond. 'Eigenlijk ben ik al zo ongeveer getrouwd. Met een man. Zijn naam begint met een M. Ik zou van hem moeten scheiden alvorens met een vrouw te kunnen trouwen. En ik ben er niet zeker van dat ik dat zou willen. Zij zou me in een L-vormige woonkamer taartjes laten ronddelen en we zouden al die akelige "nietes-welles"-ruzietjes hebben die met een huwelijk schijnen te moeten samengaan. Het zou niet lang duren. Ik zou claustrofobie krijgen en van haar weglopen. Ik zou me naar Japan laten sturen of zo.' 'Kinderen?'

'Ik zou er wel een paar willen hebben,' zei Bond kortaf. 'Maar alleen wanneer ik uit dienst ga. Anders is het niet eerlijk tegenover de kinderen. Mijn werk is niet zonder gevaar.' Hij keek in zijn glas en dronk het op. 'En jij, Tiffany?' zei hij om van onderwerp te kunnen veranderen.

'Ik denk dat elk meisje als ze thuiskomt graag een hoed op het tafeltje in de hal zou willen zien liggen,' zei Tiffany somber. 'De moeilijkheid is dat ik nooit de persoon heb ontmoet die onder de hoed hoort te zitten. Misschien heb ik niet goed genoeg gezocht of niet op de juiste plaatsen. Je weet hoe het gaat als je in een sleur raakt. Je wordt zo dat je het al heel mooi vindt als je geen honger hoeft te lijden. Wat dat betreft heb ik het bij de Spangs goed gehad. Ik wist altijd waar de eerstvolgende maaltijd vandaan zou komen. Ik heb wat geld opzij gelegd. Maar een meisje kan in zo'n gezelschap geen vrienden maken. Of je hangt een bordje met verboden toegang uit of je bent geneigd je te vergooien aan de eerste de beste. Maar ik geloof dat ik ervoor ben opgevoed om alleen te staan. Weetje wat de meisjes op Broadway zeggen? "Het is een eenzame was waar geen mannenhemd in zit".'

Bond lachte. 'Nou, je bent nu uit de sleur,' zei hij. Hij keek haar spottend aan. 'Maar meneer Seraffimo? Die twee slaapkamers in de Pullman en die voor twee personen gedekte tafel met champagne...'

Vóór hij de zin kon beëindigen, schoten haar ogen even vonken en ze stond van tafel op en liep rechtstreeks de bar uit. Bond vervloekte zichzelf. Hij legde wat geld op de rekening en liep haar snel achterna. Hij haalde haar halverwege het promenadedek in. 'Hoor eens, Tiffany...' begon hij. Ze draaide zich bruusk om en keek hem aan. 'Wat kun je toch gemeen zijn,' zei ze, en tranen van boosheid glinsterden aan haar oogharen. 'Waarom moet je met zo'n rotopmerking alles bederven? O. James.' Ze draaide zich wanhopig naar de ramen en zocht in haar tasje naar een zakdoek. Ze bette haar ogen. 'Je begrijpt het gewoon niet.' Bond legde zijn arm om haar heen en trok haar tegen zich aan. 'Lieveling.' Hij wist dat alleen de grote stap naar lichamelijke liefde haar van deze misverstanden kon genezen, maar dat er nog heel wat tijd en woorden aan verspild zouden moeten worden. 'Ik wilde je geen pijn doen. Ik wilde alleen zeker zijn. Het was een rotavond in die trein en die gedekte tafel heeft me meer gekwetst dan alles wat daarna is gebeurd. Ik móést het je vragen.'

Ze keek hem twijfelend aan. 'Meen je dat?' zei ze, terwijl zij hem onderzoekend aankeek. 'Je bedoelt datje toen al van me hield?'

'Doe niet zo dom,' zei Bond ongeduldig. 'Begrijp je dan nergens iets van?'

Ze wendde zich van hem af en keek door het raam uit over de eindeloze blauwe zee en het handjevol duikende meeuwen die het wonderbaarlijk goedgeefse schip vergezelden. Na een poosje zei ze: 'Heb je ooit Alice in Wonderland gelezen?' 'Jaren geleden,' zei Bond verbaasd. 'Waarom?' 'Daar staat een zin in waar ik vaak aan moet denken,' zei ze.

'Er staat: "O Muis, weet jij een uitweg uit deze poel van tranen? Ik ben er erg moe van erin rond te zwemmen, o Muis." Herinner je je dat? Nou, ik dacht dat jij me de uitweg zou wijzen. In plaats daarvan heb je me in de poel geduwd. Daarom ben ik zo van streek.' Ze keek naar hem op. 'Maar ik neem aan datje me geen pijn hebt willen doen.' Bond keek rustig naar haar mond en kuste haar toen stevig op haar lippen.

Ze beantwoordde zijn kus niet, maar rukte zich los en haar ogen lachten weer. Ze stak haar arm door de zijne en draaide zich om naar de liftdeuren. 'Breng me naar beneden,' zei ze. 'Ik moet mijn gezicht gaan bijwerken, en ik wil er in elk geval flink de tijd voor nemen de zaak voor de verkoop gereed te maken.' Ze zweeg en bracht toen haar mond bij zijn oor. 'Voor het geval dat het je interesseert, James Bond,' zei ze zacht, 'ik heb nooit van mijn leven wat je noemt met een man geslapen.' Ze trok hem aan zijn arm. 'Kom nu,' zei ze bruusk. 'Het wordt in elk geval tijd datje eens een "Hot Domestic" neemt. Ik neem aan dat dat bij de Engelse onderdanentaal hoort en datje er prijs op stelt dat ik die ook ga spreken. Jullie onderdanen schrijven de gekste dingen op de muren van jullie badkamers.'

Bond bracht haar naar haar hut, ging toen naar de zijne en nam een 'Hot Salt'-bad gevolgd door een 'Cold Domestic'douche. Toen ging hij op zijn bed liggen en glimlachte bij zichzelf om enkele van haar uitspraken, en dacht eraan hoe zij daar in haar bad zou liggen kijken naar het woud van badkranen en zou bedenken wat een gekke mensen die Engelsen toch waren.

Er werd geklopt en zijn steward kwam binnen met een dienblaadje, dat hij op tafel zette. 'Wat is dat nu?' zei Bond.

'Meteen van de chef-kok gekomen meneer,' zei de steward en hij ging weg en deed de deur achter zich dicht.

Bond gleed van zijn bed af, liep erheen en keek wat er op het blaadje lag. Hij glimlachte bij zichzelf. Een kwartfles champagne en een schotel met vier smalle reepjes rundvlees op toast met een schaaltje saus. Er lag een met potlood geschreven briefje naast, dat luidde: 'Deze bearnaisesaus is door mej. T. Case zonder mijn hulp gemaakt'. Getekend 'de chef-kok'. Bond schonk een glas champagne in, deed wat saus op een stukje rundvlees en kauwde er voorzichtig op. Toen liep hij naar de telefoon. 'Tiffany?'

Hij hoorde haar lage, verrukte lach aan de andere kant. 'Nou, je kunt beslist heerlijke bearnaisesaus maken...' Hij legde de hoorn weer op het toestel.