2 Juwelenkwaliteit

'Niet duwen. Je moet 'm erin schroeven,' zei M ongeduldig. James Bond, die een mentale aantekening maakte om M's uitspraak aan de personeelschef door te geven, nam het juweliersglas weer van het bureau waarop het gevallen was en ditmaal kreeg hij het voor elkaar om het stevig in zijn rechteroog te zetten.

Hoewel het achter in juli was en de zon in de kamer scheen, had M zijn bureaulamp aangedaan en hem zo gericht dat hij Bond bescheen. Bond nam de glinsterend geslepen steen op en hield hem tegen het licht. Toen hij hem tussen zijn vingers ronddraaide, kaatsten vanaf het netwerk van facetten alle kleuren van de regenboog naar hem terug, totdat zijn oog vermoeid werd door het verblindende licht.

Hij nam het glas uit zijn oog en trachtte iets toepasselijks te vinden om te zeggen. M keek hem spottend aan. 'Mooie steen?' 'Prachtig,' zei Bond. 'Hij moet veel geld waard zijn.' 'Een paar pond voor het slijpen,' zei M droog. 'Het is een stuk kwarts. Nou, laten we het nog maar eens proberen.' Hij raadpleegde een lijst vóór hem op het bureau en zocht een in zijdepapier gewikkeld pakje uit, controleerde het nummer dat erop stond geschreven, maakte het open en schoof het naar Bond toe.

Bond legde het stukje kwarts terug in de verpakking en nam het tweede voorbeeld op.

'Voor u is het gemakkelijk, meneer,' zei hij glimlachend tegen M. 'U hebt een spiekbriefje.' Hij schroefde het kijkglas weer in zijn oog en hield de steen, als het al een steen was, tegen het licht.

Ditmaal, dacht hij, was er geen twijfel mogelijk. Deze steen had ook tweeëndertig facetten bovenaan en vierentwintig onderaan, evenals de vorige, en hij was ook ongeveer twintig karaats, maar wat hij nu in zijn hand hield had een hart van blauwwitte vlammen, en de eindeloze kleuren weerkaatsten en braken uit de diepten alsof er naalden in zijn oog werden gestoken. Met zijn linkerhand nam hij de kwartssteen op en hield hem naast de diamant voor zijn oogglas. Het was een levenloos brok steen, bijna ondoorzichtig naast de verblindende doorschijnendheid van de diamant, en de regenboogkleuren die hij eerst had gezien waren nu grof en troebel. Bond legde het stuk kwarts neer en staarde in het hart van de diamant. Nu kon hij de hartstocht begrijpen die diamanten door de eeuwen heen hadden opgeroepen, de bijna seksuele liefde die zij opwekten bij hen die ze slepen en verhandelden. Men werd betoverd door een schoonheid zo zuiver, dat zij een soort waarheid vertegenwoordigde, een goddelijk gezag ten overstaan waarvan alle andere materialen, zoals het brok kwarts, in leem veranderden. In deze paar minuten begreep Bond de magie van diamant, en hij wist dat hij nooit zou vergeten wat hij in het hart van deze steen plotseling had gezien. Hij legde de diamant op het stuk papier en liet het oogglas in zijn handpalm vallen. Hij keek over het bureau in M's waakzame ogen. 'Ja,' zei hij. 'Ik begrijp het.' M leunde achterover in zijn stoel. 'Dat bedoelde Jacoby toen ik gisteren met hem lunchte bij de Diamond Corporation,' zei hij. 'Hij zei dat wanneer ik betrokken raakte in de diamanthandel, ik moest proberen te begrijpen wat er werkelijk aan ten grondslag ligt. Niet alleen de miljoenen aan geld die erin gestoken worden, of de waarde van diamanten als waarborg tegen inflatie, of de sentimentele doeleinden waarvoor diamanten gebruikt worden, zoals verlovingsringen, enzovoort. Dus hij liet me alleen zien wat ik jou heb laten zien. En...'

M glimlachte flauwtjes tegen Bond. 'Als je dat voldoening geeft: ik werd door die kwarts evenzeer ingenomen als jij.' Bond zat stil en zei niets.

'En laten we nu de rest doornemen,' zei M. Hij gebaarde naar de stapel pakjes vóór hem. 'Ik zei dat ik een paar voorbeelden wilde lenen. Daar schenen ze geen bezwaar tegen te hebben. Die hele verzameling hebben ze mij vanmorgen thuis laten bezorgen.' M raadpleegde zijn lijst, maakte een pakje open en schoof het naar Bond. 'De steen die je daarnet gezien hebt, was de beste - een mooie blauwwitte.' Hij gebaarde naar de grote diamant die voor Bond lag. 'Dit is een Top Crystal, tien karaats. Een heel mooie steen, maar ongeveer half zoveel waard als een blauwwitte. Je zult zien dat er een tikje geel in zit. De Cape die ik je nu zal laten zien, zweemt een beetje naar bruin, volgens Jacoby, maar ik mag hangen als ik het zie. Ik betwijfel of iemand dat kan zien behalve de experts.'

Bond nam gehoorzaam de Top Crystal op en het volgende kwartier werkte M met Bond de hele partij diamanten door, tot aan een serie prachtige, gekleurde stenen, robijnrood, blauw, roze, geel, groen en violet. Ten slotte schoof M een pakje kleinere stenen naar voren, die allemaal barsten of vlekken vertoonden of lelijk van kleur waren. 'Industriediamant. Niet watje noemt juwelenkwaliteit. Worden gebruikt voor machinerieën en zo. Maar onderschat ze niet. Amerika heeft er verleden jaar voor vijf miljoen pond van gekocht, en dat is maar één van de markten. Bronsteen heeft me verteld dat met dit soort stenen de St.-Gotthardtunnel is geboord. Anderzijds gebruiken de tandartsen ze om in je tanden te boren. Het is de hardste stof ter wereld. Onverslijtbaar.' M haalde zijn pijp tevoorschijn en begon hem te stoppen. 'En nu weetje evenveel van diamanten als ik.'

Bond leunde achterover in zijn stoel en staarde vaag naar de stukjes zijdepapier en de glinsterende stenen die over het roodleren oppervlak van M's bureau verspreid lagen. Hij vroeg zich af waartoe dit alles moest dienen. Bond hoorde een lucifer over een doosje raspen en zag dat M de tabak in de kop van de pijp naar beneden duwde, toen het luciferdoosje weer in zijn zak deed en de stoel in de stand zette waarin hij het liefste nadacht.

Bond keek op zijn horloge. Het was halftwaalf. Bond dacht met genoegen aan het mandje met ingekomen stukken, strikt geheim, dat hij met alle plezier in de steek had gelaten toen de rode telefoon hem een uur geleden had weggeroepen. Hij had er tamelijk veel vertrouwen in dat hij er zich nu niet meer mee bezig hoefde te houden. 'Ik denk dat je een opdracht krijgt,' had de personeelschef op Bonds vraag verklaard. 'De chef zegt dat hij vóór de lunch geen mensen meer wil ontvangen en dat hij een afspraak voor je gemaakt heeft bij Scotland Yard, om twee uur. Maak een beetje voort.' En Bond had zijn jas gegrepen en was het personeelskantoor binnengegaan, waar hij tot zijn genoegen gezien had hoe zijn secretaresse weer iets uit een omvangrijk dossier haalde waarop 'zeer urgent' stond.

'M,' zei Bond toen ze opkeek. 'En Bill zegt dat het ernaar uitziet dat ik een opdracht krijg. Dus denk maar niet datje die stapel in mijn mandje kunt leggen. Wat mij betreft kun je het op de post doen voor de Daily Express.' Hij grijnsde naar haar. 'Is die Sefton Delmer geen vriendje van je, Lil? Net iets voor hem, lijkt mij.'

Ze keek hem taxerend aan. 'Uw das is gekreukt,' zei ze koel. 'En ik ken hem in elk geval nauwelijks.' Ze boog zich over haar dossier en Bond liep het kantoor uit en de gang door en dacht wat een geluk het was een knappe secretaresse te hebben.

M's stoel kraakte en Bond keek naar de man die een groot deel van zijn toewijding opeiste en al zijn trouw en gehoorzaamheid.

De grijze ogen keken peinzend naar hem terug. M nam zijn pijp uit zijn mond. 'Sinds wanneer ben je terug van die vakantie in Frankrijk?' 'Twee weken, meneer.' 'Prettige vakantie gehad?'

'Dat ging wel. Tenslotte verveelde het me een beetje.' M leverde geen commentaar. 'Ik heb je staat van dienst eens bekeken. Je schijnt een goed schutter te zijn met de kleine wapens. In het ongewapende gevecht ben je vrij goed en volgens je laatste medisch onderzoek ben je aardig in conditie.' M zweeg even. 'De kwestie is,' ging hij onverschillig verder, 'dat ik nogal een lastige opdracht voor je heb. Ik wilde me ervan overtuigen datje in staat bent op jezelf te passen.' 'Natuurlijk ben ik dat, meneer.' Bond ergerde zich een beetje.

'Vergis je niet in dit baantje, 007,' zei M scherp. 'Als ik zeg dat het lastig is, overdrijf ik zeker niet. Er zijn verraderlijke mensen genoeg die je nog niet bent tegengekomen en een paar van hen kunnen bij dit zaakje betrokken zijn. Een paar van de beste. Dus word niet kwaad als ik twee keer nadenk voor ik je toesta je ermee in te laten.' 'Het spijt me, meneer.'

'Goed dan.' M legde zijn pijp neer, boog zich voorover en legde zijn gekruiste armen op het bureau. 'Ik zal je het verhaal vertellen en dan kun je beslissen of je het op je wilt nemen of niet.'

'Een week geleden,' zei M, 'kwam een van de topmensen van het ministerie van Financiën om mij te spreken. Hij had de permanente secretaris van het ministerie van Handel bij zich. Het had te maken met diamanten. Het schijnt dat de meeste diamanten van de kwaliteit waarvan men juwelen maakt op Brits grondgebied worden gevonden en dat negentig procent van alle diamanten in Londen verhandeld worden. Door de Diamond Corporation.' M haalde zijn schouders op. 'Vraag me niet waarom. De Engelsen kregen de zaak in het begin van deze eeuw in handen en wij zijn erin geslaagd het zo te houden. Nu is het een kolossale handel. Vijftig miljoen pond per jaar. De grootste dollarbron die wij hebben. Dus als er iets verkeerd gaat, maakt de regering zich zorgen. En dat is gebeurd.' M keek Bond vriendelijk aan. 'Elk jaar wordt er voor minstens twee miljoen pond aan diamanten uit Afrika gesmokkeld.'

'Dat is een heleboel geld,' zei Bond. 'Waar gaan die heen?' 'Ze zeggen naar Amerika,' zei M. 'En dat ben ik met hen eens. Het is verreweg de grootste diamantmarkt. En hun bendes zijn de enige die een operatie op deze schaal kunnen uitvoeren.'

'Waarom maken de ondernemingen er geen eind aan?' 'Ze hebben alles gedaan wat ze konden,' zei M. 'Je hebt in de kranten waarschijnlijk wel gelezen dat De Beers onze vriend Sillitoe meegenomen heeft toen hij uit M 15 wegging, en hij is er nu heen, om zich in te werken bij de Zuid-Afrikaanse veiligheidsdienst. Ik heb vernomen dat hij een tamelijk drastisch rapport heeft ingediend en genoeg goede ideeën geopperd heeft om de controle te verscherpen, maar het ministerie van Financiën en dat van Handel zijn er niet erg enthousiast over. Zij vinden dat het een te veelomvattende beweging is om het door een aantal afzonderlijke ondernemingen te laten behandelen, hoe bekwaam ze dat ook zullen doen. En ze hebben een heel goede reden om zelf maatregelen te nemen.' 'Welke dan, meneer?'

'Er bevindt zich op ditzelfde ogenblik een groot pak gesmokkelde stenen in Londen,' zei M en zijn ogen glinsterden over het bureau naar Bond. 'In afwachting van de reis naar Amerika. En de Speciale Dienst weet wie ze verder moet brengen. En ze weten wie er met die man meegaat om een oogje op hem te houden. Zodra Ronnie Vallance het verhaal hoorde - het lekte uit naar een van zijn spionnen in Soho - ging hij rechtstreeks naar het ministerie van Financiën. Financiën nam contact op met het ministerie van Handel en beide ministers gingen naar de eerste minister. En die gaf toestemming er onze dienst mee te belasten.' 'Waarom laat u het niet door de Speciale Dienst of M 15 behandelen, meneer?' vroeg Bond, die de indruk kreeg dat M zijn neus in andermans zaken wilde gaan steken. 'Natuurlijk zouden ze de koeriers kunnen arresteren zodra zij het pak in ontvangst nemen en proberen het land te verlaten,' zei M ongeduldig. 'Maar dat zou geen eind maken aan de zaak. Dit zijn geen mensen die doorslaan. Deze koeriers zijn in geen geval belangrijke mensen. Zij krijgen de rommel waarschijnlijk alleen maar van een man in een park en overhandigen het dan aan een andere man in een park als zij aan de overkant zijn. De enige manier om de zaak in de wortel aan te grijpen, is de pijpleiding tot in Amerika te volgen en te zien waar ze heen gaat. En de fbi zou weinig voor ons kunnen doen, vrees ik. Het is maar een heel klein onderdeel van hun strijd tegen de grote benden. En de Verenigde Staten hebben er geen nadeel van. Alleen Engeland verliest erbij. En Amerika ligt buiten de jurisdictie van onze politie en M 15. Alleen onze dienst kan de zaak behandelen.' 'Ja, ik begrijp het,' zei Bond. 'Maar is er nog iets anders waar we houvast aan hebben?' 'Ooit gehoord van The House of Diamonds?' 'Ja, natuurlijk, meneer,' zei Bond. 'De grote Amerikaanse juweliers, West 46th Street in New York en Rue de Rivoli, Parijs. Ik heb gehoord dat die zaak tegenwoordig net zo groot is als Carlier en Van Cleef en Boucheron. Zij zijn sinds de oorlog snel opgekomen.'

'Ja,' zei M. 'Dat zijn ze. Ze hebben ook een klein filiaal in Londen. Hatton Garden. Ze plachten veel te kopen op de maandelijkse aanbiedingen van de Diamond Corporation. Maar de laatste drie jaar hebben zij steeds minder gekocht. Toch schijnen zij, zoals je zegt, elk jaar meer stenen te kopen. Ze moeten die diamanten ergens vandaan halen. Het ministerie bracht hen bij onze ontmoeting van gisteren ter sprake. Maar ik kan geen enkele aanwijzing tegen hen vinden. Een van hun belangrijkste mensen voert hier het beheer. Dat lijkt nogal vreemd als ze zo weinig zaken doen. Een man die Rufus B. Saye heet. We weten niet veel van hem. Hij luncht iedere dag in de Amerikaanse club in Piccadilly. Speelt golf op Sunningdale. Rookt en drinkt niet. Woont in het Savoyhotel. Een modelburger.' M haalde zijn schouders op. 'Maar die diamantbeweging is een mooie, goedgeorganiseerde familiezaak, en we hebben de indruk dat het House of Diamonds er een verduiveld goede kijk op heeft. Meer niet.' Bond kwam tot de slotsom dat het tijd werd om de grote vraag te stellen. 'En wat krijg ik ermee te maken, meneer?' vroeg hij, terwijl hij over het bureau heen M in de ogen keek. 'Je hebt een afspraak met Vallance en Scotland Yard om...' M keek op zijn horloge. 'Precies over een uur. Hij zal je op weg helpen. Ze zullen vanavond die koerier arresteren en jou op zijn plaats in de pijpleiding zetten.' Bonds vingers sloten zich langzaam om de leuningen van zijn stoel. 'En dan?'

'En dan,' zei M zakelijk, 'ga jij die diamanten naar Amerika smokkelen. Dat is tenminste de bedoeling. Wat denk je ervan?'