3 Heet ijs
James Bond sloot de deur van M's kantoor achter zich. Hij glimlachte naar de bruine ogen van juffrouw Moneypenny en liep door haar kantoor naar de kamer van de personeelschef.
De personeelschef, een magere, rustige man van ongeveer dezelfde leeftijd als Bond, legde zijn pen neer en leunde achterover in zijn stoel. Hij zag hoe Bond automatisch naar de bronzen sigarettenkoker in zijn achterzak greep, naar het raam liep en neerkeek op Regent's Park. Bond bewoog zich zo kalm en bedachtzaam dat de vraag die de personeelschef wilde stellen al beantwoord was. 'Dus je hebt de opdracht aangenomen.' Bond draaide zich om. 'Ja,' zei hij. Hij stak een sigaret op. Door de rook heen keken zijn ogen strak naar de personeelschef. 'Maar vertel nou eens, Bill. Waarom zit die ouwe zo in de rats over dit baantje? Hij heeft zelfs de resultaten van mijn laatste medisch onderzoek nagekeken. Waar maakt hij zich zoveel zorgen om? Dat zou hij zelfs bij een zaak achter het IJzeren Gordijn niet doen. Amerika is een beschaafd land. Min of meer. Wat bezielt hem?'
Het behoorde tot de plichten van de personeelschef in hoofdzaak te weten wat er in het brein van M omging. Zijn eigen sigaret was uitgegaan; hij stak hem weer aan en gooide de afgebrande lucifer over zijn linkerschouder. Hij keek achter zich om te zien of hij in de prullenmand gevallen was. Dat was hij. Hij glimlachte naar Bond. 'Steeds maar blijven oefenen,' zei hij. En toen: 'Er zijn niet veel dingen waar M zich zorgen over maakt, James, dat weet jij even goed als wie ook. SMERSH natuurlijk. De Duitsers die codes ontcijferen. De Chinese opiumbende - of in elk geval de macht die deze over de hele wereld heeft. Het gezag van de maffia. En, daar heeft hij een verdraaid groot respect voor - de Amerikaanse bendes. De grote daaronder. Dat is alles. Daarom maakt hij zich zorgen over deze zaak.'
'Die Amerikaanse bendes zijn helemaal niet zo bijzonder,' protesteerde Bond. 'Het zijn geen Amerikanen. Het zijn in hoofdzaak Italiaanse landlopers met monogrammen op hun overhemd die de dag doorbrengen met het eten van spaghetti en gehaktballetjes, en die zich met parfum besproeien.'
'Dat dacht je maar,' zei de personeelschef. 'Het punt is datje alleen die maar gezien hebt. Achter hen staan betere, en daarachter nóg betere. Wat dacht je van de drugshandel? Daar zijn tien miljoen mensen aan verslaafd. Van wie krijgen ze die rommel? En dan de gokindustrie - het legale gokken. De inkomsten daarvan in Las Vegas bedragen tweehonderdvijftig miljoen per jaar. En dan de geheime casino's in Miami en Chicago enzovoort. Allemaal eigendom van de bendes en hun vrienden. Een paar jaar geleden werd Bugsy Siegel voor zijn kop geschoten omdat hij een te groot aandeel wilde hebben in de winst van de Las Vegas-operatie. En dat was een grote jongen. Weet je dat gokken de grootste industrie van Amerika is? Groter dan staal, dan autofabricage? En zij zorgen er verdomd goed voor dat de zaken gesmeerd blijven lopen. Kijk maar in het Kefauver-rapport als je me niet gelooft. En nu die diamanten. Zes miljoen dollar per jaar is een hoop geld, en je kunt er je hoofd onder verwedden dat het goed beschermd wordt.' De personeelschef zweeg even. Hij keek ongeduldig op naar de lange figuur in het donkerblauwe kostuum en naar de koppige ogen in het magere, bruine gezicht. 'Misschien heb je het FBI-rapport over de misdaad in Amerika van dit jaar nog niet gelezen. Interessant. Precies vierendertig moorden per dag. De laatste twintig jaar zijn er bijna 150.000 Amerikanen op misdadige wijze om het leven gebracht.' Bond keek ongelovig. 'Het is een feit, verdomme. Probeer die rapporten te pakken te krijgen, dan kun je het zelf zien. En daarom wilde M zich ervan overtuigen dat je in goede conditie bent vóór hij je in de pijpleiding plaatst. Je zult het moeten opnemen tegen die bendes. En dat zul je alleen moeten doen. Tevreden?' Bonds gezicht ontspande zich. 'Kom op, Bill,' zei hij. 'Als dat alles is zal ik je lunch betalen. Het is mijn beurt en ik vind dat we het moeten vieren. Geen kantoorwerk meer van de zomer. We gaan naar Scott's, krab eten met een Black velvet erbij. Je hebt me gerustgesteld. Ik dacht dat er een addertje onder het gras zat.'
'Akkoord. Loop naar de duivel!' De personeelschef zette de bange voorgevoelens die hij met zijn chef deelde opzij en volgde Bond het kantoor uit, terwijl hij de deur buitengewoon krachtig achter zich dichtsloeg. Later, precies om twee uur, schudde Bond de hand van de kwieke man met heldere ogen in het ouderwetse kantoor waarvan de muren meer geheimen horen dan welk ander vertrek bij Scotland Yard ook.
Bond had al eerder vriendschap gesloten met de assistenthoofdcommissaris en zij hoefden geen tijd te verspillen aan een inleidend gesprek.
Vallance schoof een aantal C.I.D.-identificatiefoto's over het bureau. Er stond een tamelijk knappe jongeman op met een scherpgesneden ijzervretersgezicht en onschuldig glimlachende ogen.
'Dat is 'm,' zei Vallance. 'Je lijkt op hem, voor iemand die hem alleen van een beschrijving kent. Peter Franks. Hij ziet er aardig uit. Van goede familie. Op kostschool geweest en zo. Toen ging hij de verkeerde kant op en zo is het gebleven. Inbraken in landhuizen, dat is zijn specialiteit. Misschien heeft hij een paar jaar geleden meegedaan aan die zaak bij de hertog van Windsor in Sunningdale. We hebben hem een- of tweemaal ingerekend, maar we konden nooit iets bewijzen. Nu heeft hij een fout gemaakt. Dat doen ze vaak als ze in een zaakje verwikkeld raken waar ze niets van af weten. Ik heb in Soho in het geheim drie meisjes in dienst genomen en op één van hen is hij zeer gesteld. Grappig genoeg is zij ook nogal op hem gesteld. Ze denkt dat ze hem op het rechte pad kan brengen. Maar zij moet haar werk doen, en toen hij haar van zijn werk vertelde, heel nonchalant, alsof het maar een grapje was, heeft ze het ons overgebriefd.' Bond knikte. 'Een specialist vat het werk dat hij in een andere branche doet nooit ernstig op. Ik wed dat hij met haar niet over die inbraken in landhuizen gepraat zou hebben.' 'Waarachtig niet,' gaf Vallance toe, 'anders hadden we hem al jaren achter de tralies gehad. Hoe dan ook, het schijnt dat hij door een vriend van een vriend werd aangenomen en erin toestemde voor vijfduizend dollar iets naar Amerika te smokkelen. Betaling bij aflevering. Mijn meisje vroeg of het verdovende middelen waren. En hij had gelachen en gezegd: "Nee, iets veel beters: heet ijs." Had hij de diamanten gekregen? Nee. Het eerste wat hij te doen had, was contact opnemen met zijn "bewaker". Morgenavond in Trafalgar Palace. Vijf uur in haar kamer. Een meisje dat Case heet. Zij zou hem vertellen wat hij moest doen en met hem naar de overkant reizen.' Vallance stond op en liep heen en weer voor de ingelijste valse vijfpondsbiljetten die tegenover de ramen aan de muur hingen. 'Die smokkelaars gaan, als er waardevolle spullen worden vervoerd, meestal met zijn tweeën. De koerier vertrouwen ze nooit helemaal en de mensen aan de overkant willen graag een getuige hebben als er iets misgaat bij de douane. Dan gaan de grote figuren vrijuit als de koerier doorslaat.' Waardevolle spullen vervoeren. Koeriers. Douane. Bewakers. Bond drukte zijn sigaret uit in de asbak op Vallances bureau. Hoe vaak had hij, toen hij pas bij de dienst was, hetzelfde doorstaan - van Straatsburg naar Duitsland, vanuit Niegoreloye naar Rusland, over de Simplon, over de Pyreneeën. De spanning. Zijn droge mond. De nagels die hij in zijn handpalmen drukte. En nu, nu hij daarbovenuit was gegroeid, moest hij zich er weer mee inlaten. 'Ja, ik begrijp het,' zei Bond, terwijl hij zijn herinneringen terzijde schoof. 'Maar wat is uw algemene indruk? Hebt u enig idee van de gang van zaken? Bij wat voor onderneming was Franks betrokken?'
'Nou, de diamanten zijn zeker uit Afrika afkomstig.' Vallances ogen waren ondoorzichtig. 'Waarschijnlijk niet uit de mijnen in de Unie. Eerder uit het grote lek in Siërra Leone waar onze vriend Sillitoe naar gezocht heeft. Dan worden de stenen misschien door Liberia verder gebracht, of, wat waarschijnlijker is, door Frans-Guinea. Vandaar misschien naar Frankrijk. En aangezien dit pakje in Londen is gesignaleerd, is Londen waarschijnlijk ook een schakel in de ketting.'
Vallance hield op met heen en weer lopen en keek Bond aan. 'En nu weten we dat dit pakje op weg is naar Amerika en wat er daar mee gebeurt, vraagt iedereen zich af. De smokkelaars zullen niet proberen kosten te besparen op het slijpen - dat maakt de helft van de prijs van diamanten uit - dus het ziet ernaar uit dat de stenen in de een of andere wettige diamantzaak worden overgeheveld en dan geslepen worden en op de markt gebracht zoals alle andere stenen.' Vallance zweeg even. 'Je hebt er geen bezwaar tegen als ik je een paar adviezen geef?' 'Doe niet zo gek.'
'Nou,' zei Vallance. 'Bij al deze zaken is de betaling van de ondergeschikten het zwakke punt. Hoe werden die vijfduizend dollar aan Franks betaald? Door wie? En als hij het er goed afbracht, zouden ze hem dan weer een opdracht geven?
Als ik jou was zou ik die punten in het oog houden. Probeer erachter te komen wie er betaalt en probeer de ketting verder te volgen tot aan de topmensen. Als ze je blijken te mogen is dat niet zo moeilijk. Goede koeriers zijn niet gemakkelijk te krijgen en zelfs de mensen aan de top zullen belangstelling hebben voor de nieuwe rekruut.'
'Ja,' zei Bond peinzend. 'Dat zou verstandig zijn. De grootste moeilijkheid zal zijn er Amerika mee binnen te komen. Laten we hopen dat de hele zaak niet voor mijn ogen in rook vervliegt in de douaneloods in Idlewild. Ik zal een tamelijk gek figuur slaan als ik door de mand val. Maar ik denk dat die juffrouw Case wel een paar uitstekende ideeën zal hebben over hoe je die spullen eigenlijk vervoeren moet. En wat is de eerste stap? Hoe wilt u me in de plaats zetten van Peter Franks?'
Vallance begon weer heen en weer te lopen. 'Ik denk dat dat wel in orde komt,' zei hij. 'We rekenen Franks vanavond in en houden hem vast wegens een poging de douane te ontduiken.' Hij glimlachte even. 'Ik ben bang dat het een eind zal maken aan mijn mooie vriendschap met dat meisje. Maar daar is niets aan te doen. En dan is het de bedoeling dat jij die afspraak met juffrouw Case nakomt.' 'Weet zij iets van Franks?'
'Alleen zijn signalement en zijn naam,' zei Vallance. 'Tenminste, dat vermoeden we. Ik twijfel eraan of ze de man die hem aanwierf eigenlijk wel kent. De lijn is overal doorgesneden. Iedereen vervult zijn taak in een waterdichte cel. Als er dan een kink in de kabel komt is het niet zo erg.' 'Weet u iets van die vrouw af?'
'Alleen wat er op haar paspoort staat. Amerikaans staatsburger. Zevenentwintig jaar. Geboren in San Francisco. Blond, blauwe ogen. Lengte: een meter vijfenzestig. Alleenstaande vrouw. Ze is hier in de laatste drie jaar een keer of twaalf geweest. Misschien vaker, onder een andere naam.
Logeert altijd in Trafalgar Palace. De hoteldetective zegt dat zij niet vaak schijnt uit te gaan. Weinig bezoek. Blijft nooit langer dan twee weken. Is nooit lastig. Dat is alles. Vergeet niet dat je wanneer je haar ontmoet zelf een mooi verhaal moet afdraaien. Waarom je dat baantje doet en zo.' 'Ik zal eraan denken.'
'Kunnen we je verder nog ergens mee helpen?' Bond dacht na. Voor de rest scheen het van hem af te hangen. Als hij eenmaal aan de gang was, was het alleen nog maar een kwestie van improviseren. Toen herinnerde hij zich de juweliersfirma. 'En die man van het House of Diamonds waar het ministerie van Financiën het over had? Het schijnt nogal een gewaagde onderneming te zijn. Is er iets over hem bekend?'
'Eerlijk gezegd heb ik me over hem geen zorgen gemaakt.' Vallance sprak op verontschuldigende toon. 'Ik heb inlichtingen ingewonnen over die Saye, maar ik ben alweer niet verder gekomen dan wat er op zijn paspoort staat. Amerikaan. Vijfenveertig. Diamanthandelaar. Enzovoort. Hij gaat vaak naar Parijs. Hij ging daar de laatste driejaar iedere maand heen. Waarschijnlijk heeft hij daar een vriendin. Weet je wat, waarom ga je er niet eens heen om daar eens rond te kijken en hem te zien? Je kunt nooit weten.' 'Hoe moet ik dat aanpakken?' zei Bond weifelend. Vallance gaf geen antwoord. In plaats daarvan drukte hij op een knop van de grote intercom op zijn bureau. 'Ja, meneer?' zei een metaalachtige stem. 'Stuur Dankwaerts hierheen, sergeant. En Lobiniere. En geef me dan het House of Diamonds aan de lijn. Juweliers in Hatton Garden. Vraag maar naar meneer Saye.' Vallance liep naar het raam en keek naar de rivier. Hij nam een aansteker uit zijn vestzakje en knipte hem verstrooid aan en uit. Er werd op de deur geklopt en Vallances secretaris stak zijn hoofd naar binnen. 'Sergeant Dankwaerts, meneer.'
'Laat maar binnenkomen,' zei Vallance. 'Laat Lobiniere wachten tot ik bel.'
De secretaris hield de deur open en er kwam een moeilijk te beschrijven man in burger binnen. Hij begon al kaal te worden, droeg een bril en had een bleke gelaatskleur. Hij zag er vriendelijk uit en maakte een nauwgezette indruk. Hij zou bureauchef kunnen zijn geweest op een of ander kantoor. 'Goedemiddag, sergeant,' zei Vallance. 'Dit is commandeur Bond van het ministerie van Defensie.' De sergeant glimlachte beleefd. 'Ik zou graag willen datje meneer Bond naar het House of Diamonds in Hatton Garden brengt. Je moet hem voorstellen als "sergeant James" van je staf. Je denkt dat de diamanten van die Ascotzaak via Amerika onderweg zijn naar Argentinië. Dat moetje aan meneer Saye vertellen, die daar de leiding heeft. Je vraagt je af of meneer Saye misschien iets vernomen heeft van de overkant. Misschien hebben ze er op zijn bureau in New York iets over gehoord. Allemaal heel aardig en beleefd natuurlijk. Maar kijk hem goed in zijn ogen. Oefen zoveel druk op hem uit als je kunt zonder dat hij reden heeft om zich te beklagen. Verontschuldig je dan en ga weg en vergeet het. Begrepen? Nog iets te vragen?' 'Nee, meneer,' zei sergeant Dankwaerts onaangedaan. Vallance praatte in de intercom en even later verscheen er een geelbleke, innemende man die bijzonder keurige burgerkleren droeg en een klein handkoffertje bij zich had. Hij bleef in de deur staan wachten.
'Goedemiddag, sergeant. Kom binnen en bekijk deze vriend van mij eens.'
De sergeant kwam binnen en ging dicht bij Bond staan en draaide hem beleefd en voorzichtig naar het licht. Twee heel scherpe, donkere ogen bestudeerden zorgvuldig zijn gezicht, een volle minuut lang. Toen liep de man van hem weg. 'Het litteken kan ik niet voor langer dan zes uur garanderen, meneer,' zei hij. 'Niet in deze hitte. Maar de rest zal wel gaan.
Wie moet hij zijn, meneer?'
'Sergeant James, lid van de staf van Dankwaerts.' Vallance keek op zijn horloge. 'Drie uur is genoeg. Akkoord?' 'Zeker meneer. Zal ik mijn gang maar gaan?' Toen Vallance knikte, leidde de politieman Bond naar een stoel bij het raam, legde zijn koffertje op de vloer naast de stoel, knielde met één knie op de grond en deed het open. Daarna bewogen zijn lenige vingers zich tien minuten lang over Bonds gezicht en haar.
Bond gaf zich eraan over en luisterde naar Vallance, die met het House of Diamonds sprak. 'Niet vóór halfvier? Wilt u meneer Saye dan alstublieft doorgeven dat twee van mijn mannen om precies halfvier bij hem zullen zijn? Ja, het is nogal belangrijk. Alleen maar een formaliteit, natuurlijk. Een routineonderzoekje. Ik denk niet dat het langer zal duren dan tien minuten. Dank u zeer. Ja. Dank u. Goedemiddag.'
Vallance legde de hoorn neer en draaide zich om naar Bond. 'De secretaresse zegt dat Saye niet vóór halfvier terug is. Ik stel voor dat je er om kwart voor drie heen gaat. Het kan nooit kwaad eerst even rond te kijken. Het is altijd nuttig om de man een beetje uit zijn evenwicht te brengen. Hoe gaat het?'
Sergeant Lobiniere hield Bond een zakspiegeltje voor. Een beetje wit aan de slapen. Het litteken was verdwenen. Een paar nauwgezette trekjes in de hoeken van ogen en mond. Heel flauwe schaduwen onder de jukbeenderen. Niets watje precies kon aanwijzen, maar het resultaat was iemand die zeker niet James Bond was.