heidspal weer terug. De man sprong van de kist af. Hij keek de jockey in het gezicht en er kwam honing in zijn stem. 'Je hebt de laatste tijd te veel gereden, Tingaling,' fluisterde hij bijna. 'Je bent slecht in vorm. Je hebt rust nodig. Volkomen rust. In een sanatorium of zo.' De man liep langzaam terug. Hij bleef hem rustig en op zorgelijke toon toespreken. Nu was hij uit het gezichtsveld van de jockey verdwenen. Bond zag dat hij zich bukte en een van de emmers dampende modder opnam. De man liep terug en hield de emmer laag bij de grond, steeds geruststellend pratend. Hij bereikte de kist van de jockey en keek erin.
Bond verstijfde en hij voelde dat de modder op zijn huid hevig in beroering kwam.
'Zoals ik zeg, Tingaling, volkomen rust. Een tijdje niets eten. Een mooie donkere kamer met de gordijnen dicht om het licht buiten te houden.'
De zachte stem fleemde in doodse stilte maar door. Langzaam ging zijn arm omhoog. Hoger en hoger. En toen zag de jockey de emmer en hij wist wat er zou gebeuren en begon te kermen. 'Nee, nee, nee, nee, nee!'
I
Hoewel het heet was in het lokaal dampte het zwarte goedje nog toen het traag uit de emmer vloeide. De man liep snel opzij en slingerde de lege emmer naar de man met het oor, die roerloos bleef staan en de emmer tegen zich aan liet komen. Toen liep hij snel naar de andere man met de revolver die bij de deur stond. Hij draaide zich om. 'Geen grapjes. Geen politie. De telefoon doet het niet.' Hij lachte schor. 'Jullie kunnen die knaap beter uitgraven vóór zijn ogen beginnen te braden.' De deur sloeg dicht, en het was stil, op het geruis van het water na dat uit de douche stroomde.