11 'Shy Smile'
Het eerste dat Bond in Saratoga trof waren de groene, majesteitelijke olmen, die de bescheiden lanen met houten huizen van het koloniale type iets van de vrede en rust verleenden van een Europese badplaats. En overal waren paarden; zij werden uit boxen geladen en naar de overal verspreid staande stallen gebracht, zij draafden over de sintelpaden langs de wegen en werden naar de oefenbaan geleid die nabij het centrum van de stad langs de renbaan liep. Staljongens en jockeys, blanke, zwarte en Mexicaanse, hingen op de hoeken van de straten rond en overal weerklonk gehinnik en nu en dan gebries.
Het was een mengsel van Newmarket en Vichy, en het kwam plotseling bij Bond op dat hoewel hij niet de minste belangstelling voor paarden had, hij de levendigheid die zij met zich brachten toch wel kon waarderen.
Leiter zette hem af bij het Sagamorehotel, dat aan de rand van de stad op nog geen kilometer afstand van de renbaan stond, en ging weg om zijn werk te doen. Zij kwamen overeen elkaar alleen 's avonds te ontmoeten of terloops onder de menigte bij de rennen, maar bij het aanbreken van de dag een bezoek te brengen aan de oefenbaan, wanneer Shy Smile daar bij het opgaan van de zon een laatste training onderging. Leiter zei dat hij meer zou weten na een avond om de stallen te hebben rondgezworven, en na een bezoek aan The Tether, het restaurant annex bar dat de hele nacht openbleef en trefpunt was voor de onderwereld van de paardenrennen, als zij in augustus voor de grote rennen naar Saratoga kwam. Bond nam bij de receptie van het Sagamorehotel een kamer, tekende met 'James Bond, Hotel Astor, New York', ten overstaan van een vrouw met een mager en scherp gezicht en een ijzeren brilletje, op wier gezicht te lezen stond dat zij verwachtte dat Bond, zoals de meeste anderen die in Sagamore een 'aangenaam verblijf zochten, de bedoeling had de handdoeken en zo mogelijk ook de lakens te stelen. Hij betaalde dertig dollar voor drie dagen en kreeg de sleutel van kamer 49.
Hij droeg zijn koffer tussen de perkjes geraniums en gladiolen over het verdorde gazon en ging de keurige suite binnen met de leunstoel, het nachtkastje, de Currier Ivesprent, de ladekast en de bruine plastic asbak die tot de standaarduitrusting behoren van alle motels in Amerika. Het toilet en de douche waren smetteloos en zoals Leiter had voorspeld waren de tandenborstelglazen in een papieren zak verpakt 'ter bescherming van uw gezondheid', en was de wc-zitting bedekt met een strook papier waarop stond 'bacterievrij'. Bond nam een douche, trok schone kleren aan, liep de straat op en nuttigde twee glazen whisky en gebraden kip voor twee dollar en tachtig cent in het restaurant met airconditioning op de hoek, dat even typisch Amerikaans was als het motel. Toen ging hij terug naar zijn kamer en ging op zijn bed liggen met The Saratogian, waaruit hij vernam dat ene T. Bell in de Perpetuities Stakes op Shy Smile zou rijden. Even na tienen klopte Felix Leiter zachtjes aan en hinkte naar binnen. Hij rook naar likeur en goedkope sigaren en maakte een zelfingenomen indruk.
'Ik heb vorderingen gemaakt,' zei hij. Hij sleepte de leunstoel naar het voeteneinde van het bed waarop Bond lag, ging zitten en nam een sigaret. 'Dat betekent dat wij verdomd vroeg moeten opstaan. Vijf uur. Ze zeggen dat ze Shy Smile vier furlong zullen laten lopen en de tijd opnemen, om halfzes. Ik wil graag weten wie erbij is als ze dat doen. De eigenaar zou een zekere Pissaro zijn. Toevallig heet een van de directeurs van het Tiarahotel zo. Wéér zo'n lollige naam: "Lame-Brain" Pissaro. Hij was vroeger in dienst van hun dopinggroep. Hij bracht het goedje over de grens en leverde het door aan tussenpersonen aan de kust. De FBI kreeg hem te pakken en hij zat zijn tijd uit in San Quentin. Toen kwam hij eruit en Spang gaf hem het baantje in Tiara als vergoeding voor de tik die hij had gehad. En nu is hij een renpaardenbezitter die niet onderdoet voor de Vanderbilts. Het gaat hem goed. Ik ben benieuwd hoe hij er tegenwoordig uitziet. In de tijd dat hij in coke handelde, was hij er zogoed als verslaafd aan. Zij hebben hem in San Quentin af laten kicken, maar hij is er een beetje wazig van geworden. Vandaar die bijnaam. En dan de jockey, "Tingaling" Bell. Een goeie rijder, maar hij ziet niet op tegen dit soort klusjes als het geld goed is en hij geen risico loopt. Als ik Tingaling alleen te pakken kan krijgen, wil ik hem wel even spreken. Ik wil hem een voorstel doen. De trainer is ook al een boef - Budd genaamd, "Rosy" Budd. Die namen klinken allemaal nogal grappig. Maar pas op. Hij komt uit Kentucky en weet dus alles van paarden af - een gewoontemisdadiger. Kleine diefstallen, zwendel, ontvoeringen - niets in het groot. Genoeg om hem een dik politiedossier te bezorgen. Maar de laatste paar jaar is hij fatsoenlijk gebleven, als je het zo noemen wilt, als trainer van Spang.'
Leiter mikte zijn sigarettenpeuk door het open raam precies in een perkje gladiolen. Hij stond op en rekte zich uit. 'Dat zijn de acteurs, in de volgorde waarin zij zullen optreden,' zei hij. 'Uitstekende rolbezetting. Reken erop dat ik het ze heet onder de voeten zal maken.'
Bond was hoogst verbaasd. 'Maar waarom lever je ze niet gewoon uit aan de commissarissen? Wie zijn in dit geval je opdrachtgevers? Wie betaalt de rekeningen?' 'Ingehuurd door de belangrijkste eigenaars,' zei Leiter. 'Ze betalen ons een voorschot en als we resultaat hebben, krijgen we een bonus. En met de commissarissen zou ik niet ver komen. Het zou niet sportief zijn de jongen de bak in te laten draaien. Het zou zijn doodvonnis betekenen. De veearts heeft het paard goedgekeurd en de echte Shy Smile is al maanden geleden doodgeschoten en verbrand. Nee, ik heb zo mijn eigen ideeën en ze zullen de Spangled Boys een veel hardere slag toebrengen dan ze te royeren. Je zult het wel zien. Ik kom in elk geval om vijf uur en zal op je deur bonzen.' 'Maak je geen zorgen,' zei Bond. 'Ik zal met mijn laarzen en mijn zadel op de drempel staan terwijl de prairiewolven nog tegen de maan blaffen.'
Bond werd op tijd wakker en de lucht was wonderlijk fris; toen hij de hinkende gestalte van Leiter volgde, viel het schemerige licht door de olmen tussen de stallen waarin de paarden al waren ontwaakt. In het oosten was de hemel parelgrijs en iriserend, als een speelgoedballonnetje dat gevuld is met sigarettenrook, en tussen de struiken waren de spotvogels aan hun eerste lied begonnen. Van de vuren in de kampen achter de stallen steeg blauwe rook op recht in de lucht en het rook naar koffie en houtrook en dauw. Men hoorde het gerammel van emmers en andere kleine geluiden die mensen en paarden in de vroege morgen maken, en toen zij onder de bomen door op weg gingen naar het ruwhouten hek dat langs de baan liep, kwam een rij met dekens bedekte paarden voorbij en op elk paard zat een jongen die de teugels dicht bij het bit recht in de hoogte hield en met zachte ruwheid zijn drager toesprak: 'Hee, luilak, til je benen op. Vort!' 'Zij zullen zich klaarmaken voor de morgentraining,' zei Leiter. 'De galop. Aan deze tijd van de dag hebben de trainers het meest een hekel. Als de eigenaars komen.' Zij leunden tegen de omheining en dachten aan de vroege morgen, en aan het ontbijt, en de zon bescheen plotseling de bomen die een kilometer verder aan de andere kant van de renbaan stonden en verguldde de hoogste takken, en na een paar minuten waren de laatste schaduwen verdwenen en was het dag.
Alsof zij op een teken hadden gewacht, verschenen drie mannen tussen de bomen aan de linkerkant, en een van hen leidde een groot, kastanjebruin paard met een bles en vier witte sokken aan de teugel.
'Niet naar ze kijken,' zei Leiter zacht. 'Ga met je rug naar de baan toe staan en kijk naar de rij paarden die er aankomt. Die oude kromme man die erbij loopt, dat is "Sunny Jim" Fitzsimmons, de grootste trainer van Amerika. En dat zijn de paarden van Woodward. De meeste ervan zullen bij deze race winnen. Kijk onverschillig en ik zal onze vrienden in het oog houden. Het is nergens goed voor te doen alsof het je hevig interesseert. Eens kijken, dat is een staljongen die Shy Smile aan de teugel voert, en dat is wel degelijk Budd en mijn oude vriend "Lame-Brain" met een mooi lavendelkleurig hemd aan. Altijd goed gekleed. Een mooi paard, zo te zien. Krachtige schouders. Zij hebben de deken erafgenomen en hij vindt het koud. Hij staat als een gek te bokken terwijl de staljongen aan de teugel hangt. Ik hoop maar dat hij meneer Pissaro niet in zijn gezicht trapt. Nu heeft Budd hem te pakken en hij wordt weer rustig. Budd heeft de jongen een zetje gegeven. Hij leidt hem naar de baan. Nu draaft hij langzaam naar de andere kant van de baan, naar een van de afstandspalen. De bandieten hebben hun stopwatch in hun hand genomen, zij kijken rond. Zij hebben ons in de gaten. Onverschillig kijken, James. Als het paard eenmaal loopt, zullen ze zich niet meer voor ons interesseren. Ja. Nu kun je je omdraaien. Shy Smile is aan de andere kant van de baan en zij hebben hun kijkers erop gericht om gereed te zijn voor de start. En het zijn vier furlongs. Pissaro staat precies bij de vijfde paal.' Bond draaide zich om en keek langs de omheining naar links, naar de twee starre, doelbewuste figuren; de zon schitterde op hun kijkers en op de stopwatch in hun hand, en hoewel hij geen medestander van deze mensen was, scheen het hem toe dat de schemering onder de gouden olmen om hen heen wegsijpelde.
'Hij is gestart.' Heel in de verte zag Bond het paard de bocht om vliegen en langs de rechte baan naar hem toe rennen. Op die afstand was er geen geluid te horen, maar spoedig werd er op de okerkleurige baan een zacht dreunen hoorbaar, dat aangroeide tot het paard met haastig hoefgestamp de bocht vóór hen nam, rakelings langs de omheining en over de laatste tweehonderd meter naar de wachtende mannen vloog. Er ging een tinteling van opwinding langs Bonds ruggengraat toen het kastanjebruine paard met ontblote tanden en door inspanning verwilderde ogen voorbijflitste; de glimmende billen schokten heen en weer en de adem kwam snuivend uit de wijde neusgaten; de jongen in het zadel kromde zich in de stijgbeugels als een kat die een hoge rug opzet, zijn gezicht hield hij naar beneden en legde hij bijna op de nek van het paard. En toen waren zij in een wolk van verzwakkende geluiden en opdwarrelende aarde verdwenen en Bond richtte zijn blik op de toekijkende mannen, die nu ineengedoken stonden, en hij zag hoe zij hun armen lieten zakken toen zij op het knopje van hun stopwatch drukten. Leiter raakte zijn arm aan en zij liepen quasi-nonchalant weg, onder de bomen door terug naar de auto. 'Loopt verdomd goed,' was Leiters commentaar. 'Beter dan de echte Shy Smile ooit gedaan heeft. Ik heb er geen idee van wat voor tijd hij neergezet heeft, maar hij vrat kilometers. Als hij zo vier furlongs kan lopen, haalt hij het wel. Laten we nu eens flink gaan ontbijten. Ik heb honger gekregen van de aanblik van die schurken op de vroege morgen.' En hij voegde er zacht aan toe, bijna alsof hij tegen zichzelf sprak: 'En dan ga ik eens kijken hoeveel de jongeheer Bell moet hebben om zijn mededinger te hinderen en zich te laten diskwalificeren.' Na het ontbijt en na nog een en ander over Leiters plannen te hebben vernomen, bracht Bond de morgen door met luieren, ging toen lunchen op de renbaan en keek naar de onbelangrijke paarden die hij, zoals Leiter had voorspeld, de eerste middag van de rennen te zien zou krijgen. Maar het was een mooie dag en Bond genoot ervan alles in zich op te nemen: het dialect van Saratoga, het mengsel van Brooklyn en Kentucky dat de rondslenterende menigte te zien gaf, de elegantie van de eigenaars en hun vrienden op het door bomen beschaduwde grasveld langs de renbaan, het doeltreffende mechaniek van de totalisator, het grote bord met flitsende lichten waarop de inzetten werden vermeld, de vlot verlopende start door de door een tractor getrokken starthekken, het speelgoedmeertje met de zes zwanen en de voor anker liggende kano, en overal de negers, die extra exotische noot die zozeer bij de Amerikaanse rennen behoort, behalve wanneer zij als jockey optreden. Het geheel scheen beter georganiseerd dan in Engeland. Daar er al zoveel tegenmaatregelen waren genomen, scheen de kans op oneerlijkheid minder groot, maar Bond wist dat illegale telegrammendiensten de uitkomsten van elke race door het hele land verspreidden, alle getallen terugbrengend tot een maximum van 20-8-4, twintig voor een winnaar, acht voor een eerste of tweede, en vier voor een gunstige positie, en dat er elk jaar miljoenen dollars rechtstreeks in de zakken verdwenen van gangsters voor wie de rennen alleen maar een bron van inkomsten waren, net zoals drugs of prostitutie. Bond probeerde het systeem dat door 'Chicago' O'Brien zo beroemd geworden is. Hij zette in op iedere erkende favoriet en na afloop van de achtste race, die de dag besloot, had hij op de een of andere manier ruim vijftien dollar verdiend. Hij liep tussen de menigte naar huis, nam een douche, deed een dutje, vond toen een restaurant bij de paardenafslag en bracht een uur door met het drinken van het drankje dat hij volgens Leiter in paardenrenkringen behoorde te drinken: whisky uit Kentucky met 'branch-water'. Bond vermoedde dat het water in feite uit de kraan achter de tapkast kwam, maar Leiter had gezegd dat de echte drinkers van Kentucky-whisky het in de traditionele stijl wilden hebben, met water uit een zijtak van de plaatselijke rivier, hoog de stroom op, waar het het zuiverst moest zijn. Het scheen de barman niet te verbazen dat hij erom vroeg, en het amuseerde Bond. Daarna at hij de bijbehorende steak en na een laatste glas liep hij naar de paardenafslag, waar hij met Leiter had afgesproken.
Het was een omheining van witgeschilderd hout, met een dak erop maar zonder muren, waarbinnen in rijen geplaatste banken afdaalden naar een rond stuk namaakgras, ingesloten door zilverkleurige koorden, vóór het voor de veilingmeester bestemde podium. Terwijl de paarden onder het schijnsel van de neonverlichting een voor een werden binnengeleid, zou de veilingmeester, de geduchte Swinbroad uit Tennessee, de geschiedenis van het paard opdreunen en het bieden beginnen met wat hem een aannemelijke prijs leek; dan zou hij in een soort ritmische dreun de prijs opdrijven, en met behulp van twee in avondkostuum gestoken mannen in het gangpad elk knikje en elk opgestoken potlood tussen de rijen keurig geklede eigenaars en agenten opmerken.
Bond ging achter een broodmagere vrouw in avondjurk en bontmantel zitten; telkens als zij een bod deed, rinkelden en glinsterden de polsen van de vrouw door de sieraden. Naast haar zat een verveelde man in een witte smoking en met een donkerrode avonddas, die haar echtgenoot of haar trainer zou kunnen zijn.
Een nerveuze vos kwam de omheining binnen, met het nummer 201 slordig op zijn achterste geplakt. Daar begon de schorre dreun. 'Ik bied zesduizend, nu zevenduizend, wilt u? Zevenduizend drie en vier en vijf, zeveneneenhalf maar voor deze mooie jonge hengst geboden, achtduizend, dank u meneer, en nu negen wilt u? Achtduizend vijfhonderd bied ik, wilt u me negen geven, achtenhalf, wilt u me negen geven en wie zal het grote bod doen?' Een ogenblik stilte, een klap met de hamer, een oprecht verwijtende blik naar de banken bij de omheining, waar de rijke mensen zaten. 'Mensen, dit tweejarige dier is te goedkoop. Ik verkoop meer winnende jonge hengsten voor dit bedrag dan ik de hele zomer verkocht heb. Nou, achtduizend zevenhonderd, en wie geeft er me negen? Wie negen, negen, negen?' (De gemummificeerde hand met de ringen en armbanden nam het bamboe-met-gouden potloodje uit het tasje en krabbelde een rekensommetje op het programma, waarop Bond kon lezen: 'Vierendertigste jaarlijkse verkoping van jonge paarden in Saratoga. Nr. 201, een vierjarige hengst, vos'. Toen keken de loodkleurige ogen van de vrouw over de zilveren koorden heen in de elektrisch vonkende ogen van het paard en zij stak haar gouden potloodje op.) 'Negenduizend geboden, negen, wilt u me tien geven, wilt u? Méér geboden dan negenduizend, hoor ik daar negenduizend honderd, negen één negen één?' (Even stilte en een laatste speurende blik over de volle witte banken en dan de klap van de hamer.) 'Verkocht voor negenduizend dollar. Dank u, mevrouw.' En de hoofden werden omgedraaid en de halzen uitgerekt en de vrouw keek verveeld en zei iets tegen de man naast haar, die zijn schouders ophaalde.
En 201, 'jonge hengst, vos', werd uit de omheining geleid en 202 kwam schuchter binnen en bleef een ogenblik trillend staan, geschrokken van het licht, de muur van onbekende gezichten en de nevel van vreemde geuren. Er kwam beweging in de rij achter Bond. Lei ter s gezicht verscheen naast het zijne en fluisterde in zijn oor: 'Het is voor elkaar. Het heeft drieduizend pegels gekost maar hij zal het doen. Hinderen tijdens de laatste furlong, juist als hij zijn winnende sprint moet maken. Hè, hè. Tot morgenochtend.' En het gefluister stopte, en Bond keek niet om, maar bleef nog even naar het verkopen van de paarden kijken en liep toen onder de olmen door naar huis; het speet hem voor de jockey die Tingaling Bell heette en die zo'n wanhopig gevaarlijk spel speelde, en voor een groot bruin paard dat Shy Smile heette, dat niet alleen een dubbelganger was, maar waarmee nog vals gespeeld zou worden op de koop toe.