14 'Wij houden niet van vergissingen'

'Wat gebeurde er toen?' Leiter zat in Bonds stoel in het motel en Bond liep in de kamer op en neer en stond nu en dan stil om een slok te nemen uit zijn glas whisky met water dat bij het bed stond.

'Een verdomde paniek,' zei Bond. 'Iedereen schreeuwde dat hij zijn kist uit wilde en de man met het oor spoot de rommel van het gezicht van Tingaling en schreeuwde om hulp naar de mannen in de kamer ernaast. De neger lag op de vloer te kreunen en de naakte kerels uit de douchehokjes liepen rond als kippen zonder kop. De twee kaartspelers kwamen binnenstormen en zij namen het deksel van de kist van Tingaling en wikkelden hem los en sleepten hem onder de douche. Ik denk dat hij bijna dood was. Half verbrand. Zijn hele gezicht was gezwollen door de brandwonden. Een akelig gezicht. Toen ging een van de naakte mannen de kisten openen en daar stonden we, twintig met modder bedekte mannen met maar één douche ter beschikking. Een personeelslid reed naar de stad om een ziekenauto te halen. Iemand gooide een beetje water over de neger en hij kwam langzaam bij. Zonder te doen alsof het mij erg interesseerde, probeerde ik er achter te komen of een van die mensen er enig idee van had wie die twee kerels waren. Niemand wist iets. Ze dachten dat zij bij een bende van buiten de stad behoorden. Omdat er behalve de jockey niemand gewond was, kon het niemand iets schelen. Zij wilden alleen maar hun modder kwijt en dan als de bliksem weg.' Bond nam weer een slok whisky en stak een sigaret op.

'Is je aan die twee kerels iets opgevallen?' vroeg Leiter. 'Lengte, kleding, of zoiets?'

'De man die bij de deur stond kon ik niet zo goed zien,' zei Bond. 'Hij was kleiner dan de andere en magerder. Hij had een donkere broek aan en een grijs overhemd zonder das. De revolver zag eruit als een .45. Het kan een Colt geweest zijn. De andere, die het werk deed, was groot en nogal dik. Hij bewoog zich snel, maar een beetje bedachtzaam. Zwarte broek. Bruin hemd met witte strepen. Geen jasje of das. Zwarte schoenen, mooi en duur; .38 politierevolver. Geen armbandhorloge. O, ja,' herinnerde Bond zich plotseling. 'Hij had een wrat op het bovenste kootje van zijn rechterduim. Hij was rood, alsof hij erop gezogen had.'

'Wint,' zei Leiter mat. 'En die andere vent was Kidd. Zij werken altijd samen. Zij zijn de voornaamste handlangers van de Spangs. Wint is een echte sadist. Hij houdt ervan. Hij sabbelt altijd aan die wrat op zijn duim. Hij wordt Windy genoemd. Niet waar hij bij is overigens. Al die kerels hebben idiote namen. Wint kan niet tegen reizen. In auto's en treinen wordt hij ziek en vliegtuigen vindt hij gevaarlijk. Hij moet een extra premie hebben als hij een baantje krijgt waarvoor hij door het land moet reizen. Maar met zijn benen op de grond is hij brutaal genoeg. Kidd is een aardige jongen. Zijn vrienden noemen hem Dolly. Waarschijnlijk loopt hij Wint achterna. Die homo's zijn soms de ergste moordenaars. Hoewel hij nog geen dertig is, heeft Kidd al volkomen grijs haar. Dat is een van de redenen waarom zij graag zo'n kap opzetten. Maar op zekere dag zal Wint er spijt van hebben dat hij die wrat niet heeft laten wegbranden. Ik dacht aan hem zodra je het zei. Ik denk dat ik de smerissen een tip zal geven. Ik zal jouw naam natuurlijk niet noemen. Maar ik zal ze inlichtingen geven over Shy Smile en dan moeten ze het zelf maar uitzoeken. Wint en zijn vrienden zullen nu in Albany wel de trein nemen, maar het kan geen kwaad het ze een beetje heet onder de voeten te maken.' Leiter draaide zich naar de deur. 'Maak je geen zorgen, James. Over een uur ben ik terug en dan gaan we eens goed eten. Ik zal erachter zien te komen waar ze Tingaling heen hebben gebracht en dan zullen we de pegels daarheen sturen. Misschien beurt hem dat een beetje op, de arme donder. Tot kijk.' Bond deed zijn kleren uit en bleef tien minuten onder de douche staan; hij zeepte zich helemaal in en waste zijn haar om de laatste viezigheid van de Acme-baden weg te spoelen. Toen trok hij een broek en een overhemd aan, liep naar de telefooncel in de hal en vroeg het nummer van Shady Tree aan.

'De lijn is bezet, meneer,' zei de telefoniste. 'Zal ik u oproepen?'

'Graag,' zei Bond, en het luchtte hem op dat de bultenaar nog op kantoor was en dat hij nu in staat zou zijn naar waarheid te zeggen dat hij al eerder had willen opbellen. Hij dacht er even aan dat Shady zich zou kunnen afvragen waarom hij niet had opgebeld om zich over Shy Smile te beklagen. Na wat er met de jockey gebeurd was, was hij niet langer geneigd de Spangled Mob te onderschatten.

De telefoon liet het gesmoorde geborrel horen dat in Amerika voor bellen doorgaat. 'Hebt u Wisconsin 7-3697 aangevraagd?' 'Ja.'

'Hier is het, meneer. Spreekt u maar, New York.' En de hoge, schrille stem van de bultenaar zei: 'Ja? Met wie spreek ik?'

'James Bond. Ik heb al eerder geprobeerd u te bereiken.' 'Ja?'

'Shy Smile heeft mij niets opgeleverd.'

'Dat weet ik. De jockey heeft het verknoeid. Nou en?'

'Mijn geld,' zei Bond.

Het bleef stil aan de andere kant. Toen zei de bultenaar: 'Goed, we beginnen opnieuw. Ik zal je telegrafisch duizend dollar overmaken. Die heb je van mij gewonnen, weetje nog?' 'Ja.'

'Blijf bij de telefoon. Ik zal je over een paar minuten weer opbellen en je vertellen wat je ermee moet doen. Waar logeer je?'

Bond zei het. 'Goed. Je zult het geld morgenochtend hebben. Ik bel je dadelijk weer.' De verbinding werd verbroken. Bond liep naar de receptie en liet zijn blik glijden over het rek met pockets. De nauwgezette berekeningen van deze mensen en de zorg waarmee zij elk onderdeel van hun activiteiten met een sluier van legitimiteit bedekten, amuseerde hem en maakte niet weinig indruk op hem. Zij hadden natuurlijk gelijk. Waar zou hij, een Engelsman, 5000 dollar mee kunnen verdienen anders dan met gokken? En wat zou de volgende gok zijn?

De telefoon ging over en hij ging de cel in, deed de deur dicht en nam de hoorn van de haak. 'Jij daar, Bond? Luister goed. Je krijgt ze in Las Vegas. Ga naar New York en neem een vliegtuig op mijn rekening. Ik zal zeggen dat het in orde is. Ga dan naar Las Vegas; van daaruit is er elk halfuur een verbinding met Las Vegas. Er is in het Tiarahotel een kamer voor je gereserveerd. Zoek uit waar je moet zijn en - luister nu goed - ga donderdagavond om precies vijf over tien naar de middelste van de drie blackjacktafels die in de zaal bij de bar staan. Heb je dat?' 'Ja.'

'Ga zitten en zet het hoogste bedrag in, dat is duizend dollar, vijf keer. Sta dan op en ga van de tafel weg. En gok daarna niet meer.' 'Ja.'

'Je wordt in het hotel betaald. Blijf na het spelen nog wat rondhangen en wacht op nadere instructies. Heb je dat? Herhaal het eens.'

Bond herhaalde het.

'Hou je koest,' zei de bultenaar. 'Praat er niet over en vergis je niet. Wij houden niet van vergissingen. Dat zul je merken als je morgen de krant leest.'

Er klonk een zacht klikje. Bond legde de hoorn neer en liep peinzend over het gazon naar zijn kamer. Blackjack! Het goeie, ouwe éénentwintigen uit zijn kinderjaren. Het riep herinneringen op aan grote theepartijen in de speelkamer van andere kinderen; de volwassenen die de gekleurde benen fiches uittelden en opstapelden, zodat elk kind er een aantal had ter waarde van een shilling; de opwinding als je een tien en een aas neer kon leggen en dubbel betaald werd; de voldoening van die vijfde kaart als je zeventien had en een vier of minder wilde voor 'vijf of minder'. En nu zou hij dat kinderspelletje weer spelen. Alleen zou de gever ditmaal een oplichter zijn en de gekleurde fiches van zijn inzet zouden driehonderd pond per beurt waard zijn. Hij was volwassen geworden en nu zou het een echt grotemensenspel worden.

Bond ging op zijn bed liggen en staarde naar de zoldering. Terwijl hij op Felix Leiter wachtte, vertoefde hij in zijn geest reeds in de beruchte gokstad en vroeg zich af hoe het zou zijn - óf hij Tiffany Case nog te zien zou krijgen. In de plastic asbak hadden zich vijf sigarettenpeukjes opgehoopt vóór hij Leiters hinkende gang buiten op het grindpad hoorde. Zij liepen het gazon over naar de Studillac en terwijl zij de laan afreden, bracht Leiter hem op de hoogte. De Spangled Boys waren er allemaal vandoor gegaan - Pissaro, Budd, Wint, Kidd. Zelfs Shy Smile was in zijn box al op zijn lange reis dwars over het continent naar Nevada, waar de ranch stond. 'De FBI heeft de zaak nu in handen,' zei Leiter, 'maar het zal niet anders zijn dan nog een kort verhaal in de verzamelde werken van Spang. Zonder jou als getuige zal niemand vermoeden wie die twee boeven waren, en het zou me verbazen als de FBI zich erg opwond over Pissaro en zijn paard. Dat zullen ze wel aan mij en mijn mensen overlaten. Ik heb het hoofdbureau gesproken en zij hebben me voorgesteld naar Las Vegas te gaan en op de een of andere manier uit te zoeken waar het stoffelijk overschot van Shy Smile begraven is. Ik moet zijn tanden hebben. Wat zegje daarvan?' Voor Bond tijd had erop te reageren, waren zij bij Pavilion, het enige behoorlijke restaurant in Saratoga. Zij stapten uit en lieten het parkeren van de wagen over aan de portier. 'Het is prettig dat we nog eens samen kunnen eten,' zei Leiter. 'De kreeft met gesmolten boter die ze hier klaarmaken heb je nog nooit geproefd. Maar het zal niet zo goed smaken als de Spangs aan het volgende tafeltje spaghetti met tomatensaus naar binnen zitten te werken.' Het was laat en de meeste mensen hadden al gegeten en waren naar de paardenafslag gegaan. Zij vonden een hoektafeltje en Leiter zei tegen de ober geen haast te maken met de kreeft, maar twee zeer droge martini's met Cresta Blanca te brengen.

'Dus je gaat naar Las Vegas,' zei Bond. 'Grappige samenloop van omstandigheden.' Hij vertelde Lei ter zijn gesprek met Shady Tree.

'Helemaal niet zo toevallig,' zei Leiter. 'Wij bewandelen allebei de slechte weg en de slechte weg voert naar de slechte stad. Ik moet eerst hier in Saratoga een paar zaakjes opknappen. En een stapel rapporten schrijven. Dat is de helft van mijn werk bij Pinkerton, rapporten schrijven. Maar vóór het eind van de week ben ik in Las Vegas om daar eens rond te snuffelen. Ik zal je onder de neus van Spang niet veel te zien krijgen, maar misschien kunnen we elkaar van tijd tot tijd ontmoeten en onze ervaringen uitwisselen. Weetje wat,' voegde hij eraan toe, 'we hebben daar een goede vent. In het geheim. Een taxichauffeur die Cureo heet, Ernie Cureo. Een beste vent, en ik zal doorgeven dat je komt en hij zal een oogje op je houden. Hij weet alles van die vuile zaakjes, waar de grote jongens zitten, welke leden van de bendes van buiten de stad ter plaatse zijn. Hij weet zelfs waar je de gokautomaten die de meeste kans geven kunt vinden, dat is het best bewaarde geheim van de hele verdomde Strip. En tjongejonge, zolang je de Strip nog niet gezien hebt, heb je niets gezien. Goktenten over een afstand van acht volle kilometers. Neonverlichting waarbij vergeleken Broadway een kinderkerstboompje lijkt. Monte Carlo!' Leiter snoof. 'Dat hoort in het stoomtijdperk thuis.'

Bond glimlachte. 'Hoeveel nullen hebben ze op de roulette?' 'Twee, geloof ik.'

'Daar heb je 't al. In Europa geven we tenminste fatsoenlijke kansen. Je neonverlichting mag je houden. Die tweede nul houdt hem brandende.'

'Misschien. Maar de gokkers betalen maar iets meer dan één procent aan het "House of Craps", en dat is ons nationale spel.'

'Dat weet ik,' zei Bond.' "De kleine heeft nieuwe schoentjes nodig", en dat soort kinderpraat. Ik zie de bankhouder van de Greek Syndicate al staan janken: "De kleine heeft nieuwe schoentjes nodig," terwijl er op elk tableau tien miljoen francs ligt.'

Leiter lachte. 'Verdomd,' zei hij. 'Jij hebt het makkelijk met dat afbetalingsspelletje aan de blackjacktafel. Als je in Londen terug bent kun je opscheppen en het verhaal vertellen hoe je ze in het Tiarahotel bij de neus genomen hebt.' Leiter nam een slok whisky en leunde achterover. 'Maar ik kan je beter een en ander vertellen van de achtergronden van het spelen, voor het geval je het eens in je hoofd mocht krijgen je spaarduiten tegenover hun potje met goud te stellen.' 'Ga je gang.'

'En ik zeg: potje met goud,' vervolgde Leiter. 'Zie je, James, de hele staat Nevada die, in de ogen van het publiek, bestaat uit Reno en Las Vegas, is het potje met goud waar de regenboog op steunt. Het beantwoordt aan de algemene droom van "iets voor niets" - iets watje kunt krijgen tegen de prijs van je vliegticket, op de Strip in Las Vegas of op de Main Stem in Reno. En het is daar werkelijk te krijgen. Niet lang geleden, op een moment dat de sterren en de dobbelstenen eens een keer goed staan, won een jonge militair aan een speeltafel in de Desert Inn achtentwintig keer achter elkaar, achtentwintig keer! Als hij met een dollar begonnen was en had mogen doorgaan boven de in het huis gestelde limiet, wat, Wilbur Clark van de Inn kennende, wel niet zo geweest zal zijn, zou hij tweehonderdvijftig miljoen dollar hebben gewonnen. Natuurlijk ging hij niet door. Mensen naast hem wonnen honderdvijftig dollar. De militair won zevenhonderdvijftig dollar en nam de benen alsof de duivel hem op de hielen zat. Zij hebben zelfs nooit geweten hoe hij heette. Tegenwoordig liggen die dobbelstenen op een fluwelen kussentje in een glazen kastje in het Casino van de Desert Inn.' 'Dat moet goede reclame zijn geweest.' 'Reken maar!' zei Leiter. 'Alle reclamebureaus ter wereld bij elkaar zouden het niet hebben kunnen verzinnen. Het sprookje van ezeltje-strekje werd werkelijkheid - en wacht maar eens tot je in de casino's naar het ezeltje hebt zien kijken. In één ervan verslijten ze per vierentwintig uur tachtig paren stenen en twintig pakken plastic kaarten, en iedere dag gaan er met de ochtendschemering vijftig gokautomaten in de reparatie. En wacht maar eens tot je de oude dametjes, met hun handschoenen aan, aan deze gokautomaten hebt zien zitten. Zij hebben boodschappenmandjes bij zich om hun dubbeltjes en kwartjes in te dragen. Zij zitten tien tot twintig uur per dag aan die automaten zonder rust te nemen. Geloof je me niet? Weet je waarom ze handschoenen dragen? Om het bloeden van hun handen te stelpen.' Bond gromde iets wat niets betekende.

'Goed, goed,' gaf Leiter toe. 'Deze mensen storten natuurlijk eens in. Hysterie, hartaanvallen, beroertes. De kersen en de pruimen en de druiven klimmen door hun oogkassen in hun hersens. Maar alle casino's hebben artsen in dienst die ze binnen vierentwintig uur kunnen laten komen, en de oude dametjes worden gewoon naar buiten gedragen terwijl zij "Jackpot! Jackpot! Jackpot!" schreeuwen alsof het de naam van een dode geliefde is. En neem eens een kijkje in de bingolokalen, en bij het Rad van Fortuin, en de rijen gokautomaten die in de stad in de Golden Nugget en de Horseshoe staan. Maar ga er niet heen om zelf de speelkoorts te krijgen en je baan en je meisje en zelfs jezelf te vergeten. Toevallig ken ik de basisbeginselen van alle spelen en ik weet hoe je van gokken houdt, dus doe me het genoegen en zet ze in je dikke kop. Schrijf ze op.'

Het interesseerde Bond. Hij nam een potlood en scheurde een strook papier van het menu.

Leiter keek naar het plafond. '1,4 procent bij craps, 5 procent bij blackjack' - hij keek naar Bond - 'behalve bij dat spelletje van jou, valserik! 5,5 procent aan de roulette. Bij bingo en het Rad van Fortuin stijgt het tot 17 en aan de gokautomaten is het 15-20 procent. Niet slecht voor het "House of Craps", hè? Elk jaar spelen elf miljoen bezoekers bij meneer Spang en zijn vrienden met deze winstkansen. Neem tweehonderd dollar als gemiddelde totale inzet en je kunt zelf uitrekenen hoeveel er per jaar in Las Vegas aan de strijkstok blijft hangen.'

Bond stak het potlood en het stukje papier in zijn zak. 'Bedankt voor de inlichtingen, Felix. Maar je schijnt te vergeten dat ik daar niet met vakantie heen ga.' 'Goed, loop naar de bliksem,' zei Leiter berustend, 'maar ga daar in Las Vegas niet lopen rondlummelen. Het is een grote onderneming en zij zullen niet toestaan dat je streken uithaalt.' Leiter legde zijn armen op tafel en leunde voorover.

'Ik moet je iets vertellen. Onlangs was er een croupier. Bij blackjack, geloof ik. Hij besloot voor zichzelf te beginnen. Hij liet onder het spelen een paar bankbriefjes in zijn zak glijden. Nou, ze hadden hem door. De volgende dag rijdt de een of andere vent die van niets weet uit de richting Boulder City de stad binnen, en hij ziet iets vleeskleurigs uit de woestijn omhoogsteken. Het kan geen cactus zijn of zoiets, dus hij stopt en gaat eens kijken.' Leiter prikte een vinger in Bonds borst. 'Beste vriend, dat roze ding dat daar in de lucht stak was een arm. En in de hand die aan de arm zat, lag een spel uitgewaaierde kaarten. De smerissen kwamen met schoppen aanzetten en begonnen te graven, en daar had je de rest van de vent die onder de grond aan die arm vastzat. Dat was die croupier. Zij hadden hem in zijn nek geschoten en hem begraven. Dat grapje met die arm en die kaarten moest als afschrikwekkend voorbeeld voor de anderen dienen. Wat zeg je ervan?'

'Niet slecht,' zei Bond.

De schotels werden gebracht en zij begonnen te eten. 'Let wel,' zei Leiter tussen twee happen geroosterde kreeft door. 'Die croupier had beter moeten weten dan zich met zijn klauw in de pot te laten betrappen. Zij hebben in die casino's in Las Vegas iets moois bedacht. Kijk eens naar de lampen in het plafond. Heel modern. Alleen maar een gat in de zoldering waardoor licht op de tafels valt. Zij geven een heel hel licht dat niet opzij schijnt om de spelers niet in de war te brengen. Kijk nog eens goed en je zult ontdekken dat er uit sommige gaten geen licht straalt. Die zitten er alleen maar voor de sier.' Leiter bewoog langzaam zijn hoofd van rechts naar links en terug. 'Maar dat is niet zo, beste vriend. Op de bovenverdieping staat een televisiecamera die op de rails rondrijdt en nu en dan door die lege gaten gluurt. Een soort controle op het spel. Als zij een van de croupiers of de spelers wantrouwen, nemen zij een hele ronde aan die tafel op en iedere vervloekte kaart of worp wordt door de kerels die boven zitten bekeken. Handig hè? Je kunt in die tenten alles doen behalve valsspelen. Maar de croupiers weten het, en deze vent hoopte alleen maar dat de camera net even ergens anders naar keek. Noodlottige vergissing. Zielig voor hem.'

Bond glimlachte Leiter toe. 'Ik zal wel oppassen,' beloofde hij. 'Maar vergeet niet dat ik op de een of andere manier een stap verder moet doen naar het einde van de pijpleiding, waar de kraan zit. Eigenlijk moet ik rechtstreeks naar je vriend Seraffimo Spang. Daar kan ik niet komen door gewoon mijn kaartje bij hem af te laten geven. En ik zal je nog iets anders vertellen, Felix,' zei Bond rustig. 'Ik heb ineens de pest gekregen aan de gebroeders Spang. Die twee kerels met hun zwarte kappen bevielen me niet. De manier waarop de man die dikke neger neersloeg. Die kokende modder. Het zou me niet zoveel hebben kunnen schelen als hij de jockey alleen maar een paar tikken had gegeven - dat kun je verwachten. Maar dat gedoe met die modder is werk van een zieke geest. En ik heb de pest gekregen aan Pissaro en Budd. Ik weet niet hoe het komt, maar ik heb aan hen allemaal de pest gekregen.' Bond zei het op verontschuldigende toon. 'Ik vond dat ik je moest waarschuwen.' 'Goed.' Leiter schoof zijn lege bord van zich af. 'Ik zal in je buurt blijven en proberen je te helpen. En ik zal Ernie zeggen een oogje op je te houden. Maar denk niet datje om een advocaat of de Britse consul kunt vragen als je het met de bende aan de stok krijgt. Het enige advocatenkantoor daar heet Smith Wesson.' Hij sloeg met zijn haak op tafel. 'Drink liever nog een laatste whisky met water. Waar je heen gaat is het een woestijn. Droog als kurk en heter dan de hel in deze tijd van het jaar. Geen rivieren, dus ook geen zijtakken waar je water uit kunt halen. Je zult je whisky met soda drinken en even later kun je het van je voorhoofd vegen. Het is daar veertig graden in de schaduw. Alleen jammer dat er geen schaduw is.'

De whisky werd gebracht. 'Ik zal je missen, Felix,' zei Bond, blij dat hij zijn gedachten kon ontvluchten. 'Niemand om me de Amerikaanse manier van leven bij te brengen. En tussen haakjes, ik vind dat je wat Shy Smile betreft prachtig werk hebt gedaan. Ik wilde datje met me mee kon om me te helpen Spang senior onder handen te nemen. Ik geloof dat we het samen voor elkaar zouden krijgen.'

Leiter keek zijn vriend met genegenheid aan. 'Dat soort moeilijke zaken kun je vergeten als je bij Pinkertons werkt,' zei hij. 'Ik zit ook achter de vent aan, maar ik moet het met legale middelen doen. Als ik erachter kan komen waar de overblijfselen van dat paard begraven zijn, gaat die schurk een slechte tijd tegemoet. Het is voor jou vrij gemakkelijk hierheen te komen en met hem te stoeien en dan weer vlug naar Engeland terug te gaan. De bende heeft er geen flauw idee van wie jij bent. Voor zover ik kan zien, kunnen ze daar ook nooit achterkomen. Maar ik moet hier wonen. Als ik met Spang in een vuurgevecht verwikkeld raak of zoiets, zou ik zijn maten achter mij en mijn familie en vrienden aan krijgen, en zij zouden niet rusten voor ze mij erger hadden gepakt dan ik ooit hun maat had kunnen pakken. Zelfs als ik hem doodschoot. Het is niet zo leuk thuis te komen en dan te ontdekken dat het huis van je zus is afgebrand terwijl zij erin zat. En ik ben bang dat zoiets in dit land tegenwoordig nog gebeuren kan. De bendes zijn echt niet met Al Capone verdwenen. Denk aan Murder Inc. Denk aan het Kefauver-rapport. Nu smokkelen ze geen drank meer. Ze smokkelen regeringen. Regeringen van staten als Nevada. Er worden artikelen over geschreven. En boeken en redevoeringen. Preken. Maar verdraaid,' Leiter lachte ineens. 'Misschien kun je ze met dat oude verroeste wapen van je een slag toebrengen uit naam van vrijheid en gerechtigheid. Heb je die Beretta nog?'

'Ja,' zei Bond. 'Die heb ik nog.'

'Heb je nog dat nummer met dubbel-nul, dat betekent datje iemand mag neerschieten?' 'Ja,' zei Bond droog.

'Welnu,' zei Leiter, terwijl hij opstond. 'Laten we dan naar huis en naar bed gaan om dat schuttersoog van je een beetje rust te gunnen. Ik krijg de indruk dat je het nodig zult hebben.'