40

Wonderen raken als een lopend vuurtje bekend en ze worden nog sneller geloofd als men aan de rand van de hel leeft.

Marko bracht de bevestiging naar de slachterij. Daarvandaan ging het als strovuur door het hele kamp: Dr. Pjetkin heeft de man uit Moskou op het laatste nippertje het leven gered. Een operatie die zijn weerga niet vond, nauwelijks één chirurg durfde hem aan.

De gevangenen konden zich deze medische sensatie wel voorstellen, maar zij begrepen niet waarom Dr. Pjetkin juist zo'n operatie bij deze man had gedaan. Mensen als Starobin liet men sterven... men decimeerde daarmee de duivel. Wel groeiden er steeds anderen op, maar wie weet of ze zo waren als de ouden? Men wist wat men aan Starobin had... zijn dood was gemeengoed. En nu kwam die Pjetkin om hem te redden, terwijl hij al zo goed als dood was. Dat was een fout... niet als arts schoot hij te kort, maar als gevangene.

In de barakken ontstonden opgewonden discussies. Onderwerp: wat is Dr. Pjetkin? Een van ons... of gewoon een arts? Gewoon... dat betekende: hij denkt alleen aan de medicijnen. Zijn wereld is slechts de medicijnen. Zijn hele ademhaling is alleen de medicijnen. Onverschillig waar hij is... altijd is hij arts. Hij zal nooit een normaal mens zijn die een schoft als die Starobin dood laat gaan en zich tevreden voelt als zo'n ellendeling zich uitstrekt en de laatste adem uitblaast.

Ook Jewronek en Marko discuteerden erover en Marko zei: „Mijn beste, jij bent ook een schoft. Je bedriegt al die hongerlijders met vijftig kilo vlees. Wat denk je, als jij op de grond ligt, moet hij je dan maar alleen een trap tegen je reet geven en doorlopen?"

Jewronek begreep de wenk. Hij gaf Marko een reuzenportie goulash voor Pjetkin en droeg Marko op tegen de dokter te zeggen dat natsjalnik Jewronek hem onvoorwaardelijk bewonderde.

Tot in het vrouwenkamp drong de meesterlijke operatie van Pjetkin door. Dobronin geloofde het niet, informeerde telefonisch en kreeg de bevestiging. „Ongelofelijk," zei hij 's avonds in het artsencasino. „Ze hebben daar een Dr. Pjetkin die werkelijk een longembolie opereert. Een veroordeelde. Dunja Dimitrowna, jij bent ook zo'n hemelbestormster... zou je het hem nadoen?"

„Nee." Dunja verborg haar opwinding onder een masker van onverschilligheid. Daarbij was Igor Antonowitsj zo dicht bij haar. „Waarom niet?"

„Die operatie van Trendelenburg ken ik niet. Ik heb hem nooit gezien." „Ik ook niet." Dobronin keek de kring rond. „Niemand van ons. Maar die kerel doet het. Ik wed dat hij niet lang in het kamp blijft." Dunja stortte in een woeste zee van angst, het viel niet meer te verbergen. Zij wendde hoofdpijn voor, liep naar haar kamer, gooide zich op haar bed en vouwde haar handen.

„Nee...," zei ze. „Dat is niet mogelijk! Haal Igor niet van me weg... en dit keer definitief... Nee... nee..."

Zij schreef een brief, wanhopig, vol uitroeptekens en wachtte op Marko, de bode.

De dwerg kwam twee dagen later, met vlees, een brief van Pjetkin en het nieuws dat Starobin er niet aan dacht om te sterven. Hij at al weer kippesoep met vermicelli en onderhield zich met Pjetkin over moderne Russische muziek. Starobin bewonderde Svjatoslaw Richter en noemde hem de grootste pianist die de wereld ooit gehad had. Pjetkin kon dat niet tegenspreken - hij had Richter nog nooit horen spelen.

„Ik laat een plaat komen," zei Starobin. „Igor Antonowitsj, als Richter Beethoven of Chopin speelt, scheurt hij de hemel open!"

„Zal hij overgeplaatst worden?" vroeg Dunja, toen Marko alles verteld had.

„Zullen ze Igor weghalen?"

„Waarom?"

„Men zal inzien dat hij te goed voor Workuta is."

„Wat baat dat inzicht? Hij is tot tien jaar veroordeeld... hij moet gratie krijgen, anders kan hij niet weg. En dat loopt over een andere instantie, niet over het kampbeheer in Moskou. Daar de ene ambtenaar de andere ambtenaar geen dienst bewijst, omdat elke ambtenaar zich als volmaakt beschouwt, zal het lang duren voor Igors daad in Moskou op de juiste plaats is beland." „En als het anders is?"

„Dan zijn de wegen alleen langer, Dunja. Ik zal tussen jullie blijven." Hij had goed praten, de kleine Godunow. Ook hij wist niets van de overeenkomst tussen Pjetkin en de stervende Starobin. Pjetkin had hem er nog niets van verteld... nog was de toestand van Starobin kritiek, hij lag in een zuurstoftent (ook een toewijzing die veel verbazing had gewekt en nu Jakow Andrejewitsj zelf ten goede kwam), hij leed aan storingen van het hartritme. Marianka ging elke dag naar zijn bed, staarde hem kwaad aan en zei: „Waarom ga je niet dood, miskraam? Ze moesten de zuurstofkraan dichtdraaien."

Starobin in zijn zuurstoftent kon haar niet verstaan. Hij lachte zwak naar Dussowa en dacht dat hij bijzonder goed werd verzorgd. De zesde dag mocht hij opstaan en deed hij de eerste passen... naar het raam en terug naar zijn bed. Zijn hart verdroeg het bijzonder goed, ja, hij voelde zich zelfs sterk. Hij voelde geen pijn, het bloed circuleerde normaal, de wond genas goed, de algemene lichaamszwakte week. 's Nachts droomde hij al weer van zijn vrouw en kreeg zo'n erectie dat hij zich ervoor schaamde.

„Igor Antonowitsj," zei hij de volgende morgen, „het eten is te goed. Op een zekere plaats kan ik het niet meer uithouden. Als je zulke operaties kunt verrichten, zul je tijdens mijn verblijf datgene wat ik niet onder controle heb, ook wel buiten werking kunnen stellen." „Ik zal hem amputeren," zei Pjetkin glimlachend.

„Lelijke schoft!" Starobin lachte en drukte beide handen tegen zijn onderlijf. „Ben ik niet lelijk genoeg? Dat is het enige wat er normaal en mooi uitziet."

„Dan zal ik je Marianka Jefimowna sturen."

„De hemel bescherme mij! Moet ik een tweede keer sterven?" Starobin ging overeind in bed zitten. Hij was opgewekter dan Pjetkin had verondersteld. „Wees eens eerlijk, vriendje... is zij je minnares? Ga je met haar naar bed?"

„Ja."

„Een gevangene met de geneesheer-directeur. Igor, wat een verdriet bereid je overal. Als ambtenaar moet ik dat doorgeven. Dat betekent voor jou nogmaals tien jaar en voor Dussowa een veroordeling. Maar bij jou ben ik een mens. Zij is in bed als een taïgastorm, niet waar?" „Erger. Er zijn geen vergelijkingen meer." „Hoe houd je dat uit?" „Omdat ik van Dunja houd."

Starobin keek Pjetkin aan alsof hij vuur spuwde als een fakir. „Je houdt van Dunja en kruipt met Marianka in de veren? Dat is toch schizofreen!"

„Het is noodweer, Njelep."

„Maar wel een fijn noodweer. Pas op, op een dag breekt zij je kruis. Die vrouw heeft een kracht. Terwijl jij op haar ligt, knakt ze je als droog hout." Starobin lachte, maakte nog veel grappen over Pjetkins nachtelijke ritjes, vertelde van zijn vrouw Jekaterina Pawlowna, sloeg de dekens terug en zei ontzet: „Kijk nou toch eens. Hij steekt zijn kop op." „Vanaf morgen mag je in bad. Eerst warm, dan koud." Pjetkin dekte Starobin weer toe. „Ik beloof je... over drie weken ben je bij Jekaterina Pawlowna. .."

Buiten in de ziekenhuiskeuken stelde hij een dieet samen voor Starobin. Veel groenten, weinig kruiden, weinig eiwit, meer koolhydraten, aardappelen, grutten, ingemaakte komkommers. Toen Starobin alleen en zonder hulp in de kamer en over de gang kon wandelen, zei Pjetkin Marko de waarheid. „Ik heb mijn vrijheid uit Starobins borstkas gesneden. Ik heb zijn belofte dat hij me naar Duitsland laat gaan."

Marko zweeg. Hij toonde niet dat hij getroffen was als door een ijzeren vuist. „En Dunja?" vroeg hij, omdat hij zag dat Pjetkin een antwoord wilde hebben.

„Ik haal haar later."

„Uit Rusland naar Duitsland? Kun je haar over de Oeral dragen?" „Ik heb in Duitsland een betere basis om Dunja hieruit te krijgen." „Zij zal in het uitgestrekte Siberië verdwijnen."

„Waar heb ik jou dan voor? Jij zal steeds in haar nabijheid blijven en me op de hoogte houden."

„Daar kunnen we honderd jaar mee worden."

„Nee. Wij zullen ons doel bereiken. Iedereen in Duitsland zal me helpen." Zo kan alleen iemand spreken die Duitsland niet kent. Marko zag ervan af er verder over na te denken. Hij trok zich in zijn kamer terug, behandelde Jewronek afwijzend, wat deze als een gevaar beschouwde. Hij werd angstig, ging op zijn bed zitten en staarde naar de vloer.

Wat te doen? Hij gaat naar Duitsland, dat is nu bekend. Wat zijn de gevoelens van een beminnende vrouw fijn. Dunja heeft er een voorgevoel van gehad en ik heb haar uitgelachen.

Hoe moet ik het haar zeggen? Hoe moet je waarheid inpakken opdat die geen vergif wordt?

Je kunt het beste je mond houden. Hij is nog niet op weg naar Duitsland. Wat zijn afgedwongen beloften waard? Moskou laat zich niet chanteren. Hij dacht net als Marianka Jefimowna. Hij dacht voor het eerst tegen beter weten in: ga dood, Starobin! Zak in elkaar en verdwijn onder de grond. Wij willen Igor houden... Naar Duitsland. Naar dat vette land, dat boert van verzadigdheid.

Naar dat land waar Igor Antonowitsj Pjetkin niets waard is. Maar hier in Rusland is hij zijn gewicht in goud waard.

Naar Duitsland dat hem niet verwacht, hem niet nodig heeft, hem als Rus scheel aankijkt, hem ergens in een hoekje stopt.

Naar dat land dat geen hart meer heeft, alleen nog loonzakjes, auto's, t.v.'s, dikke buiken en verachting voor de armoede. Igor Antonowitsj. .. dit land zal je afstoten als een vreemd lichaam. Dit land zal je eens betreuren, want je hebt de ziel van een Rus. Dit land zal je vernietigen, omdat je zo bent zoals de anderen zijn moesten. Blijf bij ons, Igor.

Marko wist geen uitweg uit dit doolhof. Hij had plotseling de reddende draad verloren. Alleen één ding restte hem nog, de deugd van de Russen: wachten.

Dat doen allen die radeloos zijn. De tijd is een wonder op zichzelf... 



Starobin genas alsof hij een plant was geweest die alleen gebrek had aan water. Nu kon hij weer bloeien. Dagelijks onderzocht Pjetkin hem, eens in de week Dussowa. „Waarom leef je nog?" vroeg zij elke keer en zij liet Starobin onthutst achter.

„Ze mag me niet," zei hij tegen Pjetkin. „Waarom eigenlijk? Ik heb Workuta altijd bevoordeeld, hoe gek jullie verlangens ook waren. Elke keer als ik gezonder ben en zij constateert dat, is zij beledigd. Wanneer mag ik terug naar Moskou om dit beschuldigende gezicht niet meer te zien?" „Over vier dagen." „En ik ben beter?"

„Volkomen. Tot op een kleinigheid na."

„Aha! Dus toch een achterdeur! Hoe lang kan ik nog leven?"

„Je kunt honderd jaar worden, Njelep. Alleen drie dingen mag je niet: niet te veel zuipen..."

„Heb ik nooit gedaan."

„Geen wilde opwindingen..."

„Een beroerde raad voor een Russische ambtenaar die de verbeterkampen controleert."

„Zorg ervoor dat je je niet stoot."

Starobin staarde Pjetkin onthutst aan. „Ben je dronken?"

„Ik zal het je uitleggen, Jakow Andrejewitsj. Je hebt aanleg voor trombose.

Een kleinigheid kan die al veroorzaken. Als je valt en je krijgt een blauwe plek, als je uitglijdt als het glad is... dan kan er zich in je lichaam weer zo'n stukje geronnen bloed vormen waardoor een ader verstopt raakt. Heeft een arts je nog nooit gezegd dat je aanleg voor trombose hebt?" „Nee." Starobin zag er verschrikt uit. „Dat zit dus zo? En niemand waarschuwt me? En dat moet ik helemaal in Workuta van die verdomde Igor Antonowitsj horen? En nu moet ik me gedragen als een rauw ei? Mijn huisarts in Moskou is een idioot en ik zal het hem zeggen ook!" Hij dronk peinzend zijn vruchtensap, waarvan een kist uit het centrale magazijn was gestuurd. „Verder kan me niets gebeuren?" „Je kunt onder een auto komen." „Met mijn hart, bedoel ik."

„Je hart is gezond. Je hebt nooit wat aan je hart gehad."

„De laatste dagen dacht ik steeds dat ik kou gevat had."

„Ook dat is ongewoon. Met zo'n trombose in de hoofdstam zou ieder ander al lang dood zijn. Jij bent een medische sensatie."

Starobin liep heen en weer in de kamer. Zijn lelijkheid was onthutsend. „Wil je daarover in het,Russische Chirurgisch Medisch Contactblad' schrijven?" „Een gevangen arts in dit voorname blad?" „Ik zal met de hoofdredacteur spreken."

Pjetkin maakte een afwerend gebaar. „Liever niet. Ze zullen na dit artikel zeggen: die arts moeten we onthouden. Dat zou mijn vertrek naar Duitsland alleen nog maar moeilijker maken."

Starobin sloeg zijn handen in elkaar. „Heb je die onzin nog niet uit je hoofd gezet?"

„Nee. Waarom?"

„Mijn geval zou je getoond moeten hebben hoe nodig Rusland je heeft." „Laat me dan met Dunja trouwen!"

„Wat ben je koppig! Ik wil bij mijn middageten een bijl, dan kan ik bij de avondvisite je schedel splijten."

Ze spraken er nooit weer over... maar het lag tussen hen als een mijnenveld. Starobin had zijn leven weer, hij was gezonder dan tevoren... maar de prijs was het inlossen van een belofte, Igors vrijheid... een belofte, waarvoor hij in Moskou zou moeten strijden zonder het minste uitzicht op succes. De weldoeners van Igor, die de vader, de held van het land, in zijn zoon eerden, waren gestorven. Een nieuwe generatie deelde de lakens uit en die bekommerde zich heel weinig om een naam die twintig jaar geleden gelauwerd was. De briefwisseling tussen Dunja en Pjetkin werd steeds tragischer. Marko had de waarheid gezegd... hij was net zo hulpeloos als Dunja geworden en pijnigde zich zijn hersenen af hoe men Igor in Rusland kon houden. Naar Duitsland... dat was een vlucht die in het oneindige eindigde. Dat was geen nieuw begin, dat was doodgaan.

Marko sprak er zelfs met Starobin over. Hij benutte de dag dat Pjetkin zes operaties had en niet uit de operatiekamer kwam. Alle artsen waren ingeschakeld, zelfs Dussowa.

Starobin sperde zijn ogen open toen Godunow zijn kamer inkwam en „Goedemorgen, kameraad commissaris," zei.

„Dat maakt me bijzonder ongerust," antwoordde Starobin, sprong uit bed en liep om Marko heen. Dan ging hij met zijn gestreepte pyjama, het tweede uniform van de Russen, op een stoel zitten en knikte verschillende malen. „Wat maakt je ongerust, kameraad?" vroeg Marko vriendelijk. „Dat er nog lelijker mensen zijn dan ik. Ik dacht altijd dat ik niet te slaan was. Heeft Dr. Pjetkin je gestuurd? Een goede therapie... Dat knapt me geestelijk zeker op. Hoe heet je?" „Marko Borissowitsj Godunow."

„De grote Tsaar!" Starobin lachte schallend, zijn vissenbek nam zijn halve gezicht in beslag. „Wat een grappige morgen!"

„Ik heb een wens," zei Marko, niet onder de indruk van Starobins pret. „Ik luister."

„Vergeet wat je Pjetkin hebt beloofd. Laat hem niet naar Duitsland vertrekken."

„Dat is een wens!" Starobin was zo verbluft dat hij zijn opgewektheid verloor. „Hoe kom je op die vreemde gedachten, kameraad?" „Ik ben Pjetkins vriend." „Vergis je je dan niet enorm?" „Ik ben als een vader voor hem."

„Dan heeft Igor Antonowitsj een slechte ruil gedaan. Ik kende zijn vader, de held van het land." Starobin vertrok zijn lelijke gezicht, wat hem nog lelijker maakte...

„Komt het op het uiterlijk aan, kameraad? Jij moet het het beste kunnen beoordelen. Eigenlijk denken wij er net eender over, we zijn als broers. Daarom moeten wij elkaar ook nu begrijpen. Waarom moet Pjetkin naar Duitsland?"

„Hij moet helemaal niet. .. hij wil!" „Dat is pure koppigheid." „Dat weet ik. Maar wat kan ik eraan doen?" „Hem niet laten vertrekken."

„Dan zal hij koppig met zijn dikke schedel verder om die Dunja vechten. Hij zal Moskou zo lastig vallen dat hij nooit meer uit de verbeterkampen komt. Niemand kan hem dan helpen - ook ik niet meer. Hij zal eeuwig verbannen worden. Is dat een leven? Maar bij hem is er slechts één alternatief: Duitsland of het kamp. Want van Dunja zal hij nooit afzien." „Nooit, kameraad."

„Dan is Duitsland altijd nog het beste voor hem." „En als men een uitzondering maakt en hem Dunja laat?" Starobin schudde het hoofd. „Dat beslis ik niet - dat beslist het ministerie van binnenlandse zaken. En daar is het probleem Dunja-Igor al in het archief gesloten. Je weet: wat daarin zit, is begraven, dieper en veiliger dan in een kist op het kerkhof. Niets is onherroepbaarder dan een stuk papier in een archief van de autoriteiten. Mijn beste kameraad - je wens is niet te vervullen."

„Laat Igor dan in het kamp. Mijn God - hij is Rus, geen Duitser, dat weet toch iedereen! Benoem hem tot vrije eerste arts in het kamp. Voor mijn part laat je hem bij Dussowa, die heerlijke duivelin... misschien drukt haar liefde in de loop der tijden alle herinnering aan Dunja weg. Pjetkin is geen heilige. .. de aardse nabijheid van Marianka zal hem overwinnen." „We zullen erover nadenken." Starobin dacht aan zijn belofte. Hij voelde zich in een netelig parket. „Marianka Jefimowna - ik heb eraan gedacht. Zij kan hemel en hel openscheuren, en Pjetkin slaapt bij haar met een bijna echtelijke vanzelfsprekendheid. Ik denk daarbij aan Dunja, zegt hij... wie gelooft hem? Wie kan bij zo'n vrouw aan iets anders denken? Ik hoop dat ik het voor elkaar krijg. Wij zullen zien, kameraad Godunow. .." Marko verliet het ziekenhuis onbevredigd en zenuwachtig. Die Starobin is een machtige man, dacht hij. Maar in Rusland hebben machtige mannen steeds weer nog machtiger mannen boven zich - dan is het moeilijk te hopen en voorspellingen te doen, aan successen te geloven. Hij kwam terug in de slachterij en trof Jewronek aan die al twee uur bij hem in de kamer wachtte. De boom van een kerel beefde van opwinding. „Nou?" riep hij en sprong op. „Nou? Komt hij inspecteren? Heb je hem voorbereid, Marko Borissowitsj?"

„Hij komt helemaal niet." Marko ging op de wankele stoel zitten. De enorme hoop botten in de hal stonk beestachtig door elke spleet. Over de betonnen vloer kropen dikke, witte maden. Talloze malen had Jewronek Marko een echte kamer in de slachterij aangeboden, een slager zou dan bij drie andere slagers moeten slapen. Marko sloeg het af. Hier, achter de berg botten, lette niemand op hem, een van de belangrijkste voordelen die een Rus kan behalen. Uit het gezichtsveld zijn - dat kon een heel leven waard zijn. „Komt hij niet?" vroeg Jewronek, lispelend van geluk. „Nee. Hij gaat een dezer dagen terug naar Moskou. Hij heeft geen belangstelling voor de slagerij."

„Heb jij dat klaargespeeld, Marko Borissowitsj?"

„Ja," zei Marko eenvoudig en blij liegend. „Er zijn grotere problemen dan de verdwijning van een paar honderd kilo vlees."

„Ik omhels je!" Jewronek drukte Marko tegen zich aan, kuste hem met grote overwinning op zijn kale hoofd en liep weg. Hij was ervan overtuigd in Godunow een man te hebben wiens geheimzinnige macht niet hoog genoeg gewaardeerd kon worden.

Met het volgende transport naar het vrouwenkamp bracht Marko de treurige boodschap naar Dunja: „Het is allemaal nog als een fantastische wolk. Ik geloof, Igor weet zelf niet meer wat hij wil. Maar hij is eenmaal op drift geraakt, hij kan niet meer terug..."

Precies vier weken later reisde Starobin terug naar Moskou. Hij was volkomen gezond, een nauwkeurig onderzoek, elektrocardiogram en röntgenonderzoek, had bewezen dat zijn bloedsomloop normaal functioneerde, zijn hart krachtig sloeg en er geen schade van de operatie was. De reeds legendarisch geworden operatie van Trendelenburg in Workuta was een volledig succes. Ook in Moskou wist men dat al. Professor Demichow had gezegd: „Ik zou die Pjetkin graag leren kennen." Een fatale wens want achter Pjetkins naam stond een klein, alles verhinderend rood kruis. Pjetkin bracht Starobin naar de trein. Daar hij gevangene was, gingen er twee soldaten mee. Een vreemd beeld voor iemand die de situatie kende. Starobin had van de andere artsen en van kolonel Baranurian, Marianka Dussowa afscheid genomen in het kamp - nu zat hij in de speciale afdeling, had Pjetkin een hand gegeven en wou dat de trein snel vertrok. Afscheid nemen in zo'n situatie was verdomd sentimenteel, je moest het onderdrukken.

De deuren klapten dicht, Pjetkin legde voor de laatste maal zijn hand op Starobins schouder.

„Goede reis en doe Jekaterina Pawlowna en de kinderen de groeten." „Dank je, Igor Antonowitsj." „Denk je aan je woord, Njelep?"

„Loop naar de duivel!" Starobin drukte zich in de kussens, trok zijn gevoerde muts over zijn gezicht en zweeg.

Toen de trein begon te rijden, keek hij niet naar buiten en niet om. Hij wist dat Pjetkin naar hem zwaaide en dat was te veel voor hem. En hij wist het nu heel zeker: hij zou Workuta nooit meer inspecteren.