Hoofdstuk 32

Zavala beëindigde zijn uitvoerige inspectie van de Subvette en stapte met een brede glimlach op zijn gezicht terug op de aanhanger. Austin interpreteerde die montere gelaatsuitdrukking als een goed teken. Tijdens de terugreis naar de verlaten werf had Zavala zijn best gedaan niets te laten merken, maar de bedroefde blik in zijn ogen over de schade aan zijn creatie had hij niet kunnen verbergen.
'Ze is zo sterk als een tank,' zei hij, 'dus het chassis is nog volledig intact en het voortstuwingsmechanisme is ook prima in orde, maar de lampen zijn stuk en er zijn een paar sensoren beschadigd. Ze is voorlopig uit de running en ik neem haar mee terug naar de States.'
Austin legde zijn hand op Zavala's schouder. 'Het was voor een goed doel. Anders waren we nu hartstikke dood geweest. Je kunt te allen tijde een nieuwe maken en deze aan het Cussler Automobielmuseum schenken. Kijk eens aan, daar is je lift.'
Er draaide een trekker het terrein van de werf op. Austin had Mustafa gevraagd een robuuster exemplaar dan die kippenwagen van Achmed op te trommelen voor het transport van de aanhanger met de duikboot naar het vliegveld. Na een paar telefoontjes had de kapitein iemand gevonden die het op zich wilde nemen. Terwijl de aanhanger aan de trekker werd gekoppeld, bedankte Austin Mustafa nogmaals voor al zijn hulp. Zavala reed met de trekker mee, waarna Austin en Carina in de huurauto stapten en de aanhanger over de kustweg naar het vliegveld van Dalyan volgden.
Austin en Carina liftten mee met Zavala in het vrachtvliegtuig naar Istanbul. Op het vliegveld scheidden hun wegen. Zavala wilde doorwerken aan de voorbereidingen voor het transport van de duikboot terug naar huis en zou in de buurt van het vliegveld overnachten. Austin en Carina gingen terug naar het hotel waar ze hun eerste nacht in Istanbul hadden doorgebracht. Ditmaal deelden ze een kamer.
De volgende morgen nam Austin een taxi naar de opgraving aan de Bosporus en liep naar een houten loopbrug die speciaal voor de kruiwagens was aangelegd. Hij werkte zich langs de honderden arbeiders die met spades en houwelen op de drooggelegde zeebodem inhakten.
Hanley zat op de hard geworden modder gehurkt een paar scherven aardewerk te bestuderen. De archeoloog kwam overeind en stak een be- modderde hand uit.
'Goed dat ik je zie, Kurt. Heb je zin om weer wat in deze heerlijke oude Marmara-drek te graaien?'
'Dat hou ik nog even van je tegoed,' antwoordde Austin. Hij bekeek de bedrijvigheid om hen heen. 'Zo te zien zit er aardig vaart in.'
Hanleys gezicht liep rood aan van enthousiasme. 'Dit is de meest fantastische opgraving waar ik ooit aan heb meegewerkt.'
'Dan hoop ik dat je toch nog de tijd hebt om iets voor me te doen,' zei Kurt.
'Ik sta bij jou en de jonge dame nog in het krijt voor het vrijwilligerswerk dat jullie hebben gedaan. Waar is Carina trouwens?'
'Die is zich aan het opfrissen. We gaan samen lunchen.'
'Doe haar mijn hartelijke groeten. Maar goed, wat kan ik voor je doen?'
Austin diepte uit de canvas tas die hij van kapitein Mustafa had geleend de latex mallen van de tweede Navigator op. 'Kun je hier gipsen afdrukken van maken?'
Hanley hield een van de mallen schuin omhoog om het reliëf te bekijken. 'Geen probleem. Het duurt een paar uur voordat dat spul droog is.'
'Dan halen we ze na de lunch op.'
Hanley nam de zak met de mallen van Austin over. 'Waar is Joe?'
'Hij verpleegt zijn duikboot. Die heeft bij een duik wat klappen opgelopen en is voor jou waarschijnlijk niet meer inzetbaar.'
'Dat is niet zo fijn om te horen,' zei Hanley. 'Voor een verkenning van de directe omgeving van de opgraving hadden we hem heel goed kunnen gebruiken, maar zoals je ziet, ligt het grootste deel op het droge.'
Nadat Austin nog eens had benadrukt dat hij na de lunch terug zou komen, riep hij een taxi aan en vroeg de chauffeur hem naar het Topkapi Paleis te brengen. Een ingewikkeld web van gebouwen, binnenplaatsen, paviljoens en parken domineert Seraglio Punt, een heuvelachtige landtong op de plek waar de Gouden Hoorn, de Zee van Marmara en de Bosporus bij elkaar komen. Vierhonderd jaar lang, in de machtigste tijden van het Ottomaanse Rijk, hadden de Ottomaanse sultans en hun hofhouding in het Topkapi geleefd.
Het paleis was nu één groot museum. Austin wandelde door de Keizerlijke Poort met de twee karakteristieke torens en kwam in een schaduwrijk park met loofbomen vol rondslenterende toeristen uit alle delen van de wereld. Hij passeerde de schatkamer, waarin een fortuin aan kostbare juwelen werd bewaard, en liep door naar het gebouw waarin het Konyali-restaurant was gevestigd.
Carina zat aan een tafeltje op de binnenplaats en staarde over het in de zon glinsterende water. Ze had haar vrijetijdskleding die ze aan de Turkooizen Kust had gedragen verwisseld voor een lange hemdjurk van een grove roodbruine stof die schitterend bij de geelbruine tint van haar gezicht kleurde. Austin droeg een geelbruine lange broek en had zijn favoriete wilde Hawaïaanse bloemenweelde verruild voor een minder opvallend donkergroen polohemd.
Hij trok een stoel bij het tafeltje. 'Die sultans hadden dondersgoed door wat bij onroerend goed het belangrijkste is. De ligging, de ligging en nogmaals de ligging.'
Ze begroette hem met een betoverende glimlach. 'Het is echt spectaculair! '
'De prijzen zijn exorbitant en het eten is allesbehalve eersteklas. Daarbij is het zelfbediening. Maar het uitzicht is het mooiste van heel Istanbul. En met de salades en de kebabs is niks mis hier.'
Austin bood aan de consumpties te gaan halen. Hij kwam terug met twee verse groene salades en twee grote glazen citroenlimonade.
Carina nam een voorzichtig hapje van de sla. 'Je hebt dit perfect uitgekozen. Zijn er nog plekken waar je niet bent geweest?'
'Ik moet veel reizen voor mijn werk.'
'Wat doe je nu eigenlijk precies voor werk?'
'Zoals ik al eerder zei, ik ben technisch ingenieur.'
Ze trok een fijn getekende wenkbrauw op. 'De NUMA geniet wereldfaam op het gebied van zeeonderzoek. Maar jij en Joe zijn het grootste deel van jullie tijd bezig met vechten tegen boeven en het redden van in nood verkerende dames, waar ik je heel dankbaar voor ben.'
'Geen dank,' zei Austin. 'Ik ben ook leider van de Speciale Eenheid van de NUMA. Die bestaat uit Joe en nog twee anderen. We onderzoeken mysterieuze kwesties op, onder en boven de zee die niet zo een- twee-drie in het normale plaatje passen.'
'En hoe verhoudt zich dit mysterie tot wat je in het verleden hebt meegemaakt?'
Austin staarde naar de vrachtschepen die in de verte een lange rij vormden
'Objectief bezien zou ik zeggen dat het hier om een kwestie gaat waarbij iemand iets wil en bereid is om alles en iedereen die hem daarbij hindert, uit de weg te ruimen. Subjectief gezien vrees ik dat het nog veel dieper gaat.'
‘Wat bedoel je daarmee?'
'Als je veel onder water bent, krijg je daar een zesde zintuig voor. En dat zegt me dat hier meer achter steekt dan we zien. Achter dat agressieve geweld loert een groter onheil.'
'Alsof het allemaal nog niet bizar genoeg is,' zei ze met een zenuwachtig lachje. 'Wat gaan we nu doen?'
' Eet lekker je lunch en geniet van het uitzicht en de zon, dan gaan we straks de gipsen afgietsels die Hanley voor ons heeft gemaakt bekijken.'
'Denk je dat we daar nog iets aan hebben?'
'Dat hoop ik. Er is iemand die niet wilde dat we dat tweede beeld zouden vinden. Ik denk dat we hier verder in Turkije wel klaar zijn. Het vliegtuig van de NUMA gaat morgen terug naar de States. Thuis kunnen we de koppen weer bij elkaar steken. Ik wil me wat meer in die hele zaak rond Baltazar verdiepen.'
'En ik moet van de stukken voor de tournee nog een toonbare expositie maken. Kurt,' zei ze op fluistertoon. 'Niet omdraaien. Volgens mij zit een van de mannen die ons op de boot hebben aangevallen daar aan een tafeltje.'
'Nu moet je niet paranoia worden.'
Hij stond op en ging achter Carina staan. Hij legde strelend zijn handen op haar achterhoofd en wierp daarbij een onopvallende blik op de overige tafeltjes. Een alleen zittende man zag dat Austin zijn kant op keek en tilde zijn krant iets op alsof hij zat te lezen.
'Je hebt gelijk. Ik ga kijken wat hij in zijn schild voert.'
Carina keek geschrokken toe hoe Austin naar het tafeltje slenterde. Hij stak zijn hoofd over de rand van de krant en keek de man recht in het gezicht. 'Kiekeboe!'
De man liet de krant zakken en door zijn samengeperste lippen klonk een grom.
'We hebben elkaar nu vaak genoeg gezien,' zei Austin. 'Maar uw naam ken ik nog niet.'
'De naam is Buck. Maar die zult u niet lang hoeven te onthouden. U bent zo goed als dood, Austin.'
'Hoe bent u uit dat bos weggekomen?'
'Kwestie van hulptroepen oproepen.'
Austin mat het potige lichaam met het kortgeknipte militaire kapsel. 'Amerikaans accent. Green Beret of Delta Force?'
'Geen van beide, flapdrol. Navy SEAL's,' zei hij met een trotse glimlach.
'Dat verklaart waarom je zo goed kon zwemmen. De SEAL's zijn een fantastisch team. Waarom hebben ze je eruit gegooid?'
Met die gok had Austin een gevoelige snaar geraakt, want zijn glimlach was op slag verdwenen.
'Onnodig gebruik van geweld.'
'Voor wie werk je nu?' vroeg Austin.
'Voor iemand die jou dood wil hebben.'
'Sorry dat ik je werkgever daarin niet tegemoet kan komen.'
De man grinnikte minachtend. 'Ze gunnen je een langzame marteldood, maar ik zal het snel doen. Dat ben ik je schuldig. Omdat jij Ridley hebt gedood, ben ik nu de leider van de groep. Kijk maar om je heen.'
Austin speurde het terrasrestaurant af. Hij ontdekte ook de andere twee die hij naar de kust had zien zwemmen. De ene leunde verveeld tegen een muur en de andere zat aan een tafeltje. Ze keken naar Austin met een blik of ze hem rauw lustten.
'Ik zie dat je de overige leden van de Turkse zwemploeg hebt meegenomen.'
'Ga rustig met ons mee. Dan is het wat minder erg voor de dame.'
'Dood je haar ook snel en geruisloos?'
Buck schudde zijn hoofd. 'Met haar heeft mijn werkgever andere plannen.'
'Leuk je even gesproken te hebben, Buck. Maar dan ga ik mevrouw Mechadi nu eerst van de hopeloosheid van onze situatie op de hoogte brengen.'
Austin kuierde terug naar het tafeltje waaraan Carina met een van angst vertrokken gezicht zat te wachten.
'Dat had je goed gezien,' zei hij. 'Ze zijn met z'n drieën. Mij willen ze uit de weg ruimen, maar jou willen ze levend.'
'Mijn god! Wat moeten we nu?'
'Ze zullen nu nog niets doen. Hier is het te druk. Laten we wat gaan wandelen.'
Austin leidde Carina in de richting van de toegangspoort van het paleisterrein. Hun achtervolgers hielden een meter of dertig afstand. Hij pijnigde zijn geheugen in een poging zich de plattegrond van het enorme terrein voor de geest te halen op zoek naar een schuilplek waar ze tijdelijk veilig zouden zijn.
Hij kreeg een idee. Het bood geen volledige ontsnapping, maar ze zouden er wel kostbare tijd door kunnen winnen.
Carina zag het flauwe glimlachje om Austins lippen en vroeg zich af of haar vriend nog wel goed snik was.
'Wat denk je?' vroeg ze bezorgd.
'Geen tijd voor vragen nu. Doe precies wat ik zeg.'
Carina was een onafhankelijke vrouw die gepikeerd reageerde op iedereen die haar de les voorschreef, maar Austin scheen over een gave te beschikken waarmee hij zich steeds weer uit de meest netelige situaties wist te redden. Ze voelde een zachte druk van hem op haar arm en versnelde haar pas om hem bij te houden.
Austin leidde haar door de met fototoestellen zwaaiende mensenmenigte die zich op de binnenplaats voor de schatkamer verdrong. Ze glipten om de hoek van een fraai vrijstaand marmeren gebouw, waarin ooit de bibliotheek van de sultan gehuisvest was, en zetten het op een rennen. Ze holden door de rijkelijk versierde Poort van Geluk naar een volgende enorme binnenplaats. Austin leidde haar naar rechts, snelde door een open vertrek waar de viziers van de sultan vroeger bijeenkwamen, en hield zijn ogen strak op een lange zuilenrij en de kaartjescontrole bij de ingang van de harem gericht.
Ze hadden geluk! De controleur die normaal altijd bij de ingang stond, was voor het roken van een sigaret weg gewandeld.
Zonder ook maar even in te houden duwde Austin Carina door het onbewaakte poortje naar een deur. Die bleek niet op slot. Austin trok hem open, duwde Carina naar binnen en stapte achter haar door de portiek de harem van de sultan in. Hij sloot de deur achter zich.
'Wat nu?' vroeg Carina. Ze was buiten adem van deze laatste snelle actie. Austins wond speelde op en hij drukte zijn hand op zijn ribben.
'Dat laat ik je weten zodra ik iets verzonnen heb,' zei hij.