Hoofdstuk 28

Austin ontwaakte uit een diepe slaap en graaide zijn zoemende gsm van het nachtkastje. Hij sprong het bed uit en wikkelde het bovenlaken als een Romeinse senator om zijn gespierde lichaam. Bij het zien van Carina's zandkleurige haren die over haar kussen uitgespreid lagen, verscheen er een bewonderende glimlach op zijn zongebruinde gezicht.
Hij liep het balkon op en hield de telefoon tegen zijn oor. 'De "Eagle" is geland op het vliegveld van Dalyan,' meldde Zavala. 'De aanhanger met de Subvette is het toestel al uit en staat klaar om te vertrekken.'
'Goed werk, Joe,' zei Austin. ik zie je over anderhalf uur.' Hij vertelde Zavala hoe hij op de plek moest komen waar ze de duikboot te water zouden laten.
'Het kan iets langer duren, Kurt. Ik sta hier op straat en ben op zoek naar een vrachtwagen voor de aanhanger. Op dit vliegveld zijn maar weinig auto's te huur. Ik moet ophangen. Ik geloof dat ik iets zie aankomen.'
Austin twijfelde er geen seconde aan dat Zavala dit niet zou oplossen. Voor de Mexicaanse Amerikaan met zijn zachte innemende stem was werkelijk niets onmogelijk.
Uit de badkamer klonk het geluid van stromend water. Carina was door het overgaan van de telefoon wakker geworden en was stilletjes het bed uitgeglipt. Austin hoorde haar zingen onder de douche.
'Is er iemand die mijn rug wast?' riep ze.
Daar had Austin geen tweede aansporing voor nodig. Zijn geïmproviseerde toga viel flapperend van hem af. Na het douchen wreven ze elkaar droog en kleedden ze zich aan. Austin droeg een geelbruine korte broek met een ouderwets hawaïhemd waar Don Ho zich niet voor had geschaamd. Carina trok een zongele hemdjurk over haar zwarte bikini aan. Na het via de roomservice bestelde continentale ontbijt met broodjes, hardgekookte eieren en koffie reden ze naar de jachthaven.
Austin had tegenover kapitein Mustafa open kaart gespeeld. Voordat ze de vorige avond afscheid hadden genomen, had hij de kapitein verteld dat hij en Carina op zoek waren naar een antiek artefact zonder dat ze daar officieel toestemming voor hadden. Het was niet hun bedoeling het artefact, als ze het vonden, voor zichzelf te houden, maar hij wilde dat Mustafa wist waarmee hij zich inliet. Daar stond tegenover dat hij een ruime vergoeding kon verwachten voor het extra risico dat hij liep.
Mustafa zei dat hij niet zo bang was voor regeltjes van de overheid. Austin had de boot gehuurd. Mustafa bracht hem waar hij heen wilde. Wat ze daar deden was hun zaak.
Austin had de kapitein verder verteld dat ze een onopvallende plek met een botenhelling nodig hadden. Daarop had Mustafa hem een verlaten werf gewezen waarvan de eigenaar failliet was gegaan. De werf lag tegenover de jachthaven aan de andere kant van het stadje. Carina bleef bij Mustafa en dan zouden ze Austin daar later treffen.
De werf lag aan een ongeplaveide weg met een kratergehalte dat dat van de donkere kant van de maan overtrof. Austin liep tussen de houten geraamtes van onafgebouwde boten door en inspecteerde de helling. De bovenkant was langs de randen verrot, maar het middendeel verkeerde in relatief goede staat.
Zavala was al een kwartier over tijd. Austin wachtte aan de kant van de weg en vroeg zich af of de vindingrijkheid van zijn vriend ditmaal te zwaar op de proef was gesteld. Hij spitste zijn oren toen hij motorgeronk hoorde. Hij zag een wolk van stof en veren zijn kant op komen. Hobbelend door de kuilen naderde knarsend en piepend een vrachtwagen met een astmatisch pruttelende motor. In een zwartpaarse wolk van uitlaatgassen en het kakofonisch gekakel van de kippen in de kooien die in de bak achter de cabine opgestapeld stonden, kwam de wagen tot stilstand.
Zavala stapte uit de cabine en stelde de chauffeur voor, een gespierde Turk met een glunderende glimlach en een ongeschoren kin.
'Goeiemorgen, Kurt,' zei Zavala. 'Dit is m'n maatje Achmed.'
Ze gaven elkaar een hand en liepen naar de achterkant van de vrachtwagen. De duikboot stond onder een groen met touwen vastgesjord plastic zeil. Zavala had het geheel met extra touwen nog eens degelijk verankerd tegen de schokken van het oude vehikel. 'Daar heb ik een ingenieus knopensysteem voor moeten bedenken,' zei Zavala met een trotse blik op zijn handwerk. 'Niet slecht toch, voor een ambtenaar.'
'Helemaal niet slecht,' reageerde Austin met zijn ogen rollend. Met dit geïmproviseerde knutselwerk moesten ze in de scherpe bochten af en toe behoorlijk in de rats hebben gezeten. Hij vroeg zich af hoe de een- tentellers van de NUMA gereageerd zouden hebben als ze geweten hadden op welke wijze de vele miljoenen kostende duikboot aan de bumper van een aftandse kippenvervoerder was vastgemaakt.
Achmed manoeuvreerde de vrachtwagen achteruit naar de helling. Over motorisch aangedreven rollen gleed het lanceerplatform van de vrachtwagen langs de helling het water in, waar hij op twee lange drijvers rustte.
Ondertussen was Mustafa met Carina gearriveerd. Hij wierp een meertouw naar Zavala, die het uiteinde aan het lanceerplatform bevestigde. Austin telde een heel rolletje Turkse lira's voor de gelukkige chauffeur uit en bedankte hem voor de moeite.
Voordat hij vertrok om zijn kippen af te leveren, parkeerde hij de vrachtwagen in een onopvallend hoekje van de werf. Austin en Zavala roeiden in de sloep naar de motorkruiser, waarna Mustafa onmiddellijk gas gaf. Met de duikboot op sleeptouw voer de motorkruiser de haven uit.
Nadat de vissersboten en pleziervaartuigen geleidelijk uit het zicht waren verdwenen en er alleen in de verte nog een enkel zeil te zien was, riep Austin zijn vrienden bijeen in de schaduw van een luifel op het achterdek. Onder het genot van een kopje sterke koffie praatte Austin Zavala bij over hun overhaaste vertrek uit het verlaten dorp en het uitstapje met Mustafa van de vorige dag.
'Je hebt heel wat gedaan in die korte tijd,' reageerde Zavala.
'Een goede tijdsplanning, dat is het geheim,' zei Austin.
De boot minderde vaart toen ze de grijsbruine kale plek naderden waar een deel van de rotswand in zee was gestort. Niet al te ver van de voet van de klip wierp de kapitein het anker uit. Austin en Zavala roeiden in de sloep naar het drijvende platform en trokken het zeildoek weg.
Austin liet zijn ogen over de glimmende romp van glasvezel gaan. Afgezien van de kleur had Zavala zijn Corvette-cabrio tot in de details gekopieerd en er aanpassingen aan toegevoegd die het mogelijk maakten er onder water mee te varen.
Austin schudde verwonderd zijn hoofd. 'Dat ding ziet eruit alsof hij zo van de Chevy-productielijn is gerold. Heb je vijf minuten om me de lanceerprocedure uit te leggen, Joe?'
'Dat is in één minuut gebeurd. Het Lanceer-, Oppik- en Transportvoertuig heeft een eigen motor. Het bedieningspaneel zit aan de buitenkant aan stuurboordzijde. Laat de drijvers vollopen. Zodra het platform op de gewenste duikdiepte is, pomp je er wat water uit zodat hij op niveau blijft. Manoeuvreren gebeurt met de stuwschroeven van de LOT.
Ontsluit de bevestigingshaken. Dan vaar ik weg. Jij kunt beneden blijven of met de LOT naar het wateroppervlak teruggaan.'
'En het weer oppikken?'
'Dezelfde procedure in omgekeerde volgorde. Ik kom terug als een toestel dat op een vliegdekschip landt. Jij zet hem vast op het platform en we gaan omhoog.'
'Je bent een genie,' zei Austin. 'Krankzinnig misschien, maar wel een genie.'
'Bedankt voor je vertrouwen. Ik was bang dat het project als een frivole verspilling van NUMA-gelden zou worden gezien.'
'Het is wel iets anders dan de ALVIN,' zei Austin, doelend op de duikboot die voor het onderzoek naar de Titanic was gebruikt. 'Maar ik weet zeker dat Pitt hier helemaal achter staat.' Dirk Pitt, de directeur van de NUMA, was een gepassioneerde verzamelaar van oude auto's. 'Laten we deze nieuwste aanwinst in de duikbotenvloot van de NUMA maar eens te water gaan laten.'
Ze roeiden terug naar de motorkruiser en hesen zich in hun scuba-uitrusting. Austin had Zavala gevraagd om een duikuitrusting mee te nemen die voorzien was van een communicatiesysteem. De door Ocean Technology Systems ontwikkelde headset was in de riempjes van het duikmasker geïntegreerd.
Mustafa roeide de beide mannen naar het platform. Ze klommen aan boord en sjorden de persluchtflessen op hun rug. Zavala nam achter het stuur van de Subvette plaats. Hij had de stoelen zo ontworpen dat de flessen in de rugleuning pasten. Austin vatte post op een aan stuurboordzijde van de LOT ingebouwd uitklapstoeltje. Hij bekeek het bedieningspaneel en drukte op de startknop van de door accu's aangedreven pompen. De drijvers vulden zich met water, waarop het platform en de duikboot langzaam onder water zakten.
Op een diepte van twaalf meter stelde Austin de pompregeling zo in dat het platform op hetzelfde niveau bleef zweven. Met andere knoppen kon hij de metalen klemmen waarmee de duikboot op de LOT vastzat, losklikken. De lichten van de duikboot flitsten aan. Met een luid gezoem van de verticale stuwschroeven steeg de Subvette van het platform op en bleef erboven hangen.
Austin duwde zich van het platform af en nam boven de duikboot een zittende positie in. Hij liet wat lucht uit zijn trimvest ontsnappen, waarna hij zachtjes op de passagiersstoel neerzeeg. Zavala had er bij de constructie rekening mee gehouden dat de voeten met vinnen extra ruimte nodig hadden.
Omdat hij ook begreep dat je met vinnen aan je voeten geen pedalen kan bedienen, had hij het bedieningsmechanisme van de stuwschroeven in de stuurkolom verwerkt.
Zavala draaide de duikboot een halve slag tot de voorsteven naar de kust wees. De twee lichtbundels uit de ultrasterke verstralers aan de voorkant van de duikboot verlichtten het rommelige puin van een aardverschuiving die onder een hoek van vijfenveertig graden tot op de bodem doorliep. De afgebroken klip was in stukken gebroken die qua omvang varieerden van een krop sla tot reusachtige keien waarbij de duikboot in het niet verdween.
'Jouw Navigator is een verrekt harde kerel als hij dit heelhuids heeft overleefd,' zei Zavala. 'Scherven zo groot als een bierblikje, meer is er echt niet van hem over.'
'Die oude knar was drieduizend jaar oud, dan ben je geen watje,' reageerde Austin.
Door Austins koptelefoon klonk gorgelend gegrinnik van Zavala. 'Tegen onredelijk en ongerechtvaardigd optimisme houdt alles op. Wat is nou een paar honderd ton steen? Niks toch? En waar zullen we beginnen met het zoeken naar die vriend van jou met zijn ongelooflijk harde kop?'
Een paar meter terzijde van de voet van de aardverschuiving lag een platte steen met ongeveer de omvang en vorm van een flink dressoir. 'Als we die steen nu eens als startpunt nemen,' zei Austin. 'Eerst werken we ons aan de rechterkant daarvan geleidelijk zigzaggend omhoog tot aan de oppervlakte en daarna herhalen we dat op dezelfde manier aan de linkerkant. Let vooral op zuilen, een lateisteen of een timpaan. Alles wat er als door de mens gemaakt uitziet.'
Zavala stuurde de Subvette langs de voet van de aardverschuiving. Opgeschrokken door de plotselinge verschijning van de duikboot schoten hele scholen prooivisjes alle kanten op. Aan de buitenrand van de aardverschuiving gekomen draaide Zavala met een gracieuze bocht naar een iets hoger niveau. Dit grasmaaipatroon volgend bestreken ze heen en weer varend geleidelijk het halve oppervlak van de aardverschuiving. Zo nu en dan stopte hij bij een vorm die veelbelovend leek en draaide de duikboot zodanig dat de koplampen er recht op schenen.
Het donkerblauwe water veranderde geleidelijk in glinsterend groen naarmate ze dichter bij het oppervlak kwamen.
De duikboot zakte weer omlaag en koerste onderlangs de voet van de aardverschuiving naar links. Austin zag een ronde vorm liggen, het leek een hoek van een voorwerp dat verder onder zand bedolven lag. Hij vroeg Zavala om dat zand er met behulp van de stuwschroeven van weg te blazen. Dit was een onder schatgravers gangbare techniek om wrakken bloot te leggen. Nadat het opgedwarrelde stof weer naar de bodem was gezonken, zagen ze de cilindrische vorm van een stenen zuil liggen.
'Probeer vanaf de zuil zo recht mogelijk langs de helling omhoog te gaan,' raadde Austin aan.
Zavala versmalde de breedte van het zigzagtraject, en heen en weer gaand ging de duikboot weer geleidelijk omhoog. Bij een van de draaien zwiepten de stralenbundels van de koplampen over een driehoekige timpaan die nogal scheef op delen van zuilen rustte. Austins priemende blik ontdekte een vreemde schaduw. Hij drukte zich uit de duikboot op en zwom naar een grotachtige opening. Met zijn duiklamp scheen hij in de holte.
Een seconde later hoorde Zavala hoe Austin in lachen uitbarstte.
'Hé, Joe, heb jij misschien kattenvoer bij je?' vroeg Austin.
'Dronkemanspraat is een symptoom van stikstofnarcose!'
ik heb geen last van een diepteroes, hoor. Maar er ligt hier een bronzen Fenicische kat.'
Door de koptelefoons klonk een vrouwelijke vreugdekreet. Carina had het gesprek gevolgd.
'Jullie hebben het!'
Austin tastte met de lichtbundel van de duiklamp de wanden van de grot af. Het beeld lag met het gezicht omhoog, als een lijk op een baar. De nis was ongeveer drie meter breed en diep, en een meter of anderhalf hoog. Austin perste zich door de opening. De taps toelopende muts was gedeukte en de armen waren afgebroken. In tegenstelling tot het andere beeld was de neus nog heel.
Austin duwde zich weer naar buiten en maakte met een gekromde duim en wijsvinger het internationale oké-teken.
'Voor een verpletterd bierblikje verkeert hij in een prima conditie. Laten we hem er uittrekken.'
in het vak aan bakboordzijde liggen touwen en hefzakken,' zei Zavala.
Austin zwom naar het lanceerplatform en haalde een tros nylon touw uit het bagagevak tevoorschijn. Het ene uiteinde bevestigde hij aan de achterbumper van de stil hangende Subvette. Aan het touw maakte hij vier hefzakken met open onderzijden vast, waarna hij de grot weer inging en het vrije uiteinde van het touw aan de voet van het beeld bond.
Met lucht uit zijn persluchtlies blies hij de zakken op en wenkte Zavala, die wat meer gas gaf. Het touw trok strak als een vioolsnaar. Het beeld verschoof een paar centimeter. Austin maakte het afkapgebaar voor zijn keel en zwom terug naar de grot. Zijn persluchtfles schraapte langs de rotsen en hij had net voldoende ruimte om zich zo om te draaien dat hij met zijn gezicht naar de opening zat. Hij duwde tegen het beeld en vroeg Zavala harder te trekken.
Het beeld schoof naar de opening en bleef weer steken. Het ruwe breukvlak van de linkerarmstomp zat achter stenen vast. Zavala stopte met trekken. Met zijn duikmes wrikte Austin de arm uit de rotsbodem los.
Bij de volgende poging kwam het beeld helemaal vrij en Austin geleidde het door de opening, waarbij hij zich met zijn voeten schrap zette tegen de achterwand van de grot. Langzaam schoof het beeld zijn gevangenis uit... maar toen Austin er achteraan wilde gaan, voelde hij dat zijn rechtervoet vastzat. Rond zijn zwemvin was een deel van de rotswand ingezakt.
Toen hij zich omdraaide om met zijn mes het riempje van de vin los te snijden daalde er vanuit het plafond een regen van steentjes op hem neer. De stenen schampten zijn benen en raakten zijn hoofd met zo'n kracht dat zijn tanden op elkaar klapten. Hij strekte zijn armen en wist het hoofd van het beeld nog net te grijpen voordat het wegglipte.
Een seconde nadat de duikboot Austin en de Navigator de grot uit had getrokken, stortte het plafond in.
Zodra Zavala zag dat Austin veilig was, gaf hij gas. De grotopening verdween onder een inzakkende muur van stenen. Austin hield zijn hand tegen zijn hoofd waar hij door een vuistdikke steen was geraakt.
'Kurt, alles goed met jou?'
'Had ik ook maar een bronzen kop!'
Zonder verder nog acht te slaan op het bonzen in zijn hoofd zwom Austin naar het beeld. De Navigator hing scheef in het water, omdat hij niet gelijkmatig door de hefzakken in evenwicht werd gehouden. Zavala stuurde de duikboot tot boven het lanceerplatform. Vervolgens manoeuvreerde Austin het beeld naar een laadvlak aan de achterzijde en maakte het touw van de duikboot los. Door de hefzakken rustte het beeld niet met zijn volle gewicht op het lanceerplatform, dat anders gevaar liep te zinken.
Austin nam achter het bedieningspaneel plaats en trof de voorbereidingen voor de terugkeer naar het wateroppervlak. Zijn vingers verstarden boven de knoppen toen hij met zijn scherpe gehoor het hoge zoem-geluid van een motor opving dat door de nadering door het water aanzwol.
'Carina,' riep hij in zijn microfoon, 'zie jij een boot aankomen?'
'Ja, er komt er een recht op ons af. Heel snel.'
Austin reageerde heel kalm. 'Luister goed. Vraag kapitein Mustafa het anker op te halen en meteen weg te varen.'
'We kunnen jullie toch niet achterlaten,' zei Carina.
'Wij redden ons wel. Wegwezen!'
De urgentie die in Austins stem doorklonk was onmiskenbaar. Carina gaf Austins opdracht aan Mustafa door. Austin hoorde vaag Mustafa's reactie. Maar zijn woorden werd door geschreeuw overstemd, direct gevolgd door het scherpe geratel van mitrailleurvuur.
De verbinding werd verbroken.
Austin zwom naar de Subvette. 'Doof de lampen,' zei hij.
Austin maakte zich zorgen over Carina, maar hij en Zavala wisten heel goed dat ze beter niet meteen konden reageren. Tegelijkertijd was nietsdoen hen allebei absoluut vreemd.
'Wat nu?' vroeg Zavala.
'We gaan omhoog om te kijken wie de ongenode gasten zijn.'
Zavala richtte de lange neus van de duikboot op en gaf zo min mogelijk gas. Austin zag aan de oppervlakte boven hen naast de boot van Mustafa het silhouet van een kleiner schip en gebaarde Zavala te stoppen. Er klonk een klik in de koptelefoons. Er was weer radioverbinding met de boot.
Met het lijzige accent van een Texaan zei een stem: 'Hoe gaat het, jongens? Ik zie jullie luchtbelletjes. Waarom komen jullie er niet gezel- lig bij?'
'Ik ga niet in op uitnodigingen van vreemden,' antwoordde Austin. 'Wie bent u?'
'Een vriend van mevrouw Mechadi. Kom nou maar. Jullie lucht raakt anders toch op.'
Zavala klikte een notitieleitje van zijn trimvest los en schreef er een vraagteken op.
Austin zweeg een moment en overwoog wat te doen. Als ze deden wat de vreemdeling wilde, werden ze onherroepelijk voor hun kop geschoten.
Hij pakte het leitje over en schreef in hoofdletters: MOBY-DICK?
Zavala liet het voorstel van Austin even op zich inwerken en zijn maag draaide zich om bij het idee alleen al. Hij veegde Austins opmerking weg en schreef: AU!
Waarop Austin schreef: SUGGESTIES?
Zavala schudde zijn hoofd en krabbelde op het leitje: AHAB, WE KOMEN ERAAN.
Hij klikte het leitje weer vast en liet de Subvette tot op de bodem zakken. Daar draaide hij de duikboot een halve slag en richtte de neus onder een schuine hoek omhoog. Met luid geraas van de stuwschroeven schoot de duikboot razendsnel accelererend naar de oppervlakte.
Zavala en Austin zetten zich schrap in hun stoelen.