Hoofdstuk 19

Austin zat in zijn werkkamer achter de zeerovers aan die het containerschip hadden gekaapt. Het vliegende tapijt waarop hij over de virtuele zeeën vloog, was een op satellietopnames gebaseerd computerprogramma van de NUMA: het zogenaamde NUMASat, een geavanceerd door wetenschappers en technici van de organisatie zelf ontwikkeld systeem dat een constante stroom beelden van de wereldzeeën leverde. De satellieten cirkelden op een hoogte van zo'n 650 kilometer rond de aarde in banen die het mogelijk maakten dat de camera's en andere op afstand bestuurbare waarnemingsapparatuur van alle plekken op de aardbol informatie registreerden.
De satellieten leverden optische en infrarode beelden met informatie over oppervlaktewatertemperaturen, stromingen, fytoplankton- en chlorofylgehaltes en het wolkendek, kortom over alle mogelijke meteorologische en andere belangrijke omstandigheden. Het programma was gratis beschikbaar voor iedereen in het bezit van een computer en er werd veelvuldig gebruik van gemaakt door wetenschappers en níet-wetenschappers van over de hele wereld.
Austin zat voor een 24inch computermonitor. Hij was informeel gekleed in een hawaïhemd korte broek en sandalen. Met een slok bier spoelde hij wat aspirines weg en drukte de entertoets in. Op het scherm verscheen een satellietfoto van de onregelmatige kust van Newfoundland.
'Oké, Joe,' zei hij in de microfoon van zijn headset. 'Ik heb St. John's voor me en kijk naar het oosten.'
'Hebbes.' Zavala had hetzelfde beeld voor zich op het computerscherm in zijn kantoor in het NUMA gebouw. 'Ik zoom nu in.'
Op Austins scherm dook een wazige, blauwachtig witte rechthoek op die geleidelijk steeds scherper werd tot een deel van de Atlantische Oceaan herkenbaar was. Zavala vergrootte het ingekaderde beeld. Er verschenen zwarte stipjes. De stipjes werden groter en namen de lange slanke vorm van schepen aan. De datum- en tijdaanduiding in de linkerbovenhoek van het scherm gaf aan dat de foto een paar dagen geleden was gemaakt.
'Kun je nog dichterbij komen?' vroeg Austin.
'Wijs maar aan.'
Austin klikte met zijn muis op een stip. De camera leek recht op het doel af te duiken. Honderden versgevangen vissen vulden het scherm. Waarna de camera iets terugging tot er een visruim en een dek vol met de gieken en lieren van een zeewaardige vissersboot herkenbaar waren.
'Indrukwekkend' zei Austin.
'Yeager en Max hebben wat extra hormonen in de normale zoekfunctie van NUMASat gepompt. Volgens hem kun je de kleur van de ogen van een zandvlo zien, als het moet.'
Hiram Yeager was het computergenie van de NUMA die het commando voerde over een omvangrijk computernetwerk, dat hij Max had gedoopt en de totale tiende verdieping in beslag nam van het met de groene glazen gevels hoog boven de rivier de Potomac uittorende hoofdkwartier van de NUMA.
'Die heeft blauwe ogen,' zei Austin.
'Echt?'
'Grapje. Maar de resolutie is beter dan ik ooit heb gezien.'
'Voordat Yeager het hele systeem heeft opgevijzeld zagen we op z'n best één vierkante meter in zwart-wit of vier meter in kleur. Dat heeft hij verbeterd tot één vierkante meter in kleur,' zei Zavala. 'Wat je nu op het scherm ziet, is versterkt met informatie afkomstig van andere satellieten en systemen van militaire inlichtingendiensten.'
'Allemaal volstrekt legaal en volgens de regels van het spel,' zei Austin met een licht ironisch ondertoontje.
'Zo goed als. Yeager ziet het als een kwestie van geven en nemen, want het leger is zwaar afhankelijk van NUMASat. Ze hebben afgesproken dat ze beelden vervagen zodra er militaire operaties voor de deur staan. Ik heb hem verteld dat ik er gewoon niets van wilde weten en dat vond hij oké.'
'Wie zijn wij om kritiek te hebben,' zei Austin. De Speciale Eenheid opereerde soms onder de radar van het traditionele overheidstoezicht. 'Heb je onze lieve ertstanker al gelokaliseerd?' vroeg Austin
'Kijk zelf maar!' zei Zavala.
Het beeld zoomde langzaam uit. De schepen werden weer stippen.
Zavala markeerde een stip met een rechthoek. Austin klikte het met de muis aan. Op het scherm verscheen een reusachtig schip. Austin leunde naar voren.
'Dit is beslist de ertstanker die we vanuit de heli hebben gezien,' zei hij. 'Daar op de romp zie ik dat merkwaardige logo met die stierenkop.'
'Ik heb het nagezocht. Het schip is van een organisatie die zich PeaceCo noemt. Op hun website afficheren ze zich als een adviesbureau voor vredes- en stabiliteitsvraagstukken.'
Austin grinnikte. 'Dat is moderne taal voor huursoldaten.'
'Ze zijn heel open over de nieuwe functie van de ertstanker. Ze adverteren ermee als een mobiele uitvalsbasis. Ze beweren dat ze binnen achtenveertig uur overal ter wereld via de lucht troepen aan de grond kunnen zetten. Ze garanderen dat het schip met de complete eenheid binnen drie weken ter plaatse kan zijn.'
'Wie zit er achter PeaceCo?'
'Moeilijk te zeggen. Hun raad van bestuur bestaat uit een roulerende groep gepensioneerde Amerikaanse en Britse militairen. Het eigendom is verborgen achter diverse lagen van lege vennootschappen die in verschillende landen geregistreerd staan. Ik heb Yeager gevraagd om ook dit uit te pluizen.'
'Dit klinkt als munitie, nu alleen het wapen nog.'
'Verdorie, Kurt, we hebben een geladen houwitser! Ik heb een opeenvolgende reeks beelden uit het archief opgehaald beginnend op een tijdstip vlak voor de kaping. De foto's zijn met tussenpozen gemaakt, dus ze dekken niet iedere minuut.'
De beelden flakkerden in een schokkerige opeenvolging als in een caleidoscoop over het scherm. Er bewogen figuren rond een dekluik. Het schoof opzij zodat het ruim als een donker vierkant zichtbaar werd. Onder uit het ruim steeg een platform op, net als de liften op vliegdekschepen. Op het platform stonden naast elkaar twee helikopters. Er stapten mannen in de helikopters en ze stegen op.
'Wie zegt dat tijdreizen onmogelijk zijn?' merkte Austin op. 'Dit klopt perfect met wat er later volgde.'
'Nu laat ik je het containerschip zien.'
Als uit het niets doken boven de containers opeens de beide helikopters op. Vanuit de toestellen renden mensen weg. Na een kleine sprong in de tijd toonden de satellietbeelden een helikopter die boven een witschuimende plek in de zee hing waar de andere heli was neergestort. Zavala ging met een sprong terug naar de ertstanker. Daar landde Op het scherm verschenen beelden van het dek van de Ocean Ad- venture. slecht één teruggekeerde helikopter op het platform. Er stapten mensen de heli uit, die weer in het binnenste van het schip wegzakte, waarna het dekluik over de opening dichtschoof. Een van de mensen, die langer was dan de anderen, zou de man geweest kunnen zijn die op Austin had geschoten, maar voortdurend was alleen zijn rug naar de camera gekeerd.
'Dit klopt als een bus,' zei Austin. 'Waar is dit schip nu?'
'Volgens de officiële scheepvaartberichten was ze een paar dagen voor de kaping uit New York vertrokken voor een reis naar Spanje. Zo rond het tijdstip van de kaping heeft ze een merkwaardige omweg buiten de route gemaakt, maar daarna hebben ze de oversteek over de Atlantische Oceaan voortgezet. Met één muisklik stuur ik dit allemaal zo naar de Kustwacht, als je wilt.'
'Klinkt verleidelijk,' reageerde Austin. 'Maar ze is in internationale wateren en zelfs als de Kustwacht nu ingrijpt, pakken we alleen de kleine jongens. Ik wil het brein dat achter de kaping zit.'
'Ik blijf rondsnuffelen. Tussen haakjes, hoe gaat het met je?'
'Een beetje stijf, maar ik heb er wel iets van geleerd.'
'Dat je mensen met wapens uit de weg moet gaan.'
'Nou nee. Dat ik snéller moet zijn. Hou me op de hoogte als je nog iets tegenkomt voordat je naar Istanbul vertrekt.' Austin hoorde dat er werd geklopt. 'Ik moet nu weg, er staat iemand voor de deur.'
'Bezoek?'
'Ja, en absoluut niet te versmaden. Ciao.'
Door die Italiaanse groet ging bij Zavala een lichtje op. 'Ciao? Hé...'
'Buona notte, Joe,' zei Austin. Grinnikend verbrak hij de verbinding en liep naar de openstaande voordeur.
Carina Mechadi stond op het stoepje te wachten. Ze hief de fles wijn in haar hand op. 'Had ik hier niet voor vanavond een tafeltje gereserveerd?'
'Maar natuurlijk, alles staat voor u klaar, signorina Mechadi.'
'Informeel, had je gezegd. Hopelijk heb ik dat goed begrepen.'
Ze droeg een spijkerbroek met opgestikte bloemen en een turkooizen mouwloze blouse. Haar kleding accentueerde haar vrouwelijke vormen op een bijzonder flatteuze wijze.
'Heel modieus, hoor, een koningin zou het je niet beter nadoen,' reageerde Austin.
'Dank je,' bromde ze tevreden. Ze nam Austin met eenzelfde goedkeurende blik op. Hij droeg een witte korte broek, waaronder zijn gespierde zongebruinde benen sportief afstaken, en om zijn brede schouders spande een zijden hemd met bloemmotief. 'En jij hebt een schitterend hemd aan, zeg.'
'Bedankt. Elvis Presley droeg hetzelfde patroon in de film Blue Hawaii. Kom binnen.'
Carina liep het huis in en liet haar ogen over het knusse, koloniale donkerhouten meubilair gaan dat scherp contrasteerde met de witte muren, waaraan schilderijen hingen van een plaatselijke kunstenaar van wie Austin graag werk kocht. Ook hingen er een paar antieke zeekaarten en scheepsbouwwerktuigen, een foto van Austins zeiljacht en er stond een schaalmodel van zijn raceboot.
'Ik verwachtte oude ankers en een opgezette zwaardvis aan de muren. En misschien een oude duikhelm en scheepsmodellen in flessen.'
Austin schaterde het uit. 'Vroeger dronk ik wel eens margarita's in een duikerskroeg in Key West die er zo uitzag.'
'Je weet best wat ik bedoel,' zei Carina glimlachend. 'Je werkt voor het belangrijkste oceanografische instituut ter wereld. Ik verwachtte iets meer bewijzen van je liefde voor de zee.'
'Ik neem aan dat er in jouw woning in Parijs ook niet veel te zien zal zijn waar een vreemde uit kan afleiden wat jij voor werk doet.'
'Ik heb een paar reproducties van beroemde kunstwerken, maar de rest is nogal traditioneel.' Ze zweeg een moment. 'Ik begrijp je wel. Het is gezond om wat afstand van je werk te nemen.'
'Ik ben nog niet zover dat ik naar Kansas verhuis, maar de zee is een veeleisende maïtresse. Daarom bouwen oude zeekapiteins hun huis vaak ver in het binnenland.'
'Maar toch, het is heel gezellig hier.'
'Het is niet goed genoeg voor een fotoreportage in de Architectural Digest, maar voor een oude zeerob zoals ik is het een uitstekende plek om tussen het werk door op adem te komen. Dit was een bouwval toen ik het kocht, maar het ligt direct aan de rivier en vlak bij Langley.'
Carina haakte in op het feit dat hij Langley noemde. 'Heb je voor de CIA gewerkt?'
'Inlichtingenwerk onder water. Vooral het bespioneren van Russen. De afdeling werd gesloten toen er een eind aan de Koude Oorlog kwam. Daarna ben ik naar de NUMA overgestapt, waar ik als technicus werk.'
Ook al ging Austin het dan uit de weg, zijn affiniteit met de zee viel wel degelijk af te leiden uit zijn boekencollectie. Op de planken langs de muur stonden de zeeverhalen van Joseph Conrad en Herman Melville naast tientallen wetenschappelijke en historische werken over de  wereldzeeën. De meest beduimelde boeken waren filosofisch van aard. Ze trok er een duidelijk veelgelezen exemplaar tussen uit.
'Aristoteles. Dat is zware kost,' zei ze.
'Door de grote filosofen te lezen heb ik steeds diepzinnige citaten paraat waardoor ik me slimmer kan voordoen dan ik ben.'
'Dit is meer dan alleen voor bon mots. Hier is veel in gelezen.'
'Je bent heel opmerkzaam. Ik heb er een mooie maritieme metafoor voor: de wijsheden in die boeken houden me verankerd als ik in ambigue wateren op drift dreig te raken.'
Carina dacht na over het contrast tussen Austins warme hartelijkheid en de manier waarop hij koelbloedig haar aanvaller had uitgeschakeld. Ze zette het boek op de plank terug. 'Maar er is niets dubbelzinnigs aan die pistolen boven de haard.'
'Je hebt mijn zwakte als verzamelaar ontdekt. Ik heb ongeveer tweehonderd paar duelleerpistolen, die voor het grootste deel in een brandkast liggen. De geschiedenis erachter vind ik fascinerend maar ook het vakmanschap en de technologie die erbij komen kijken. Wat ze over de rol van het geluk in het leven zeggen intrigeert me mateloos.'
'Ben je zo fatalistisch?'
'Ik ben realist. Ik weet dat je je eigen geluk niet altijd in de hand hebt.' Hij glimlachte. 'Maar ik kan wél eten voor je maken. Je zult wel honger hebben.'
'Zelfs als dat niet zo was, zou ik van de verrukkelijke geuren die uit je keuken komen toch het gevoel krijgen dat ik sterf van de honger.' Ze gaf hem de fles wijn.
'Een Barolo,' zei Austin. 'Ik maak 'm meteen open, dan kan de wijn chambreren. We eten al fresco.'
Terwijl Austin wegliep om de fles te ontkurken, stapte Carina het terras op. De tafel werd verlicht door olielampen met gekleurd glas, wat het decor een extra feestelijke tintje gaf. Langs de Potomac glinsterden lichtjes en er hing een licht aromatische, maar niet onaangename, riviergeur. Austin zette een plaat op uit zijn enorme jazzcollectie, waarna de zachte pianotonen van een nummer van Oscar Peterson uit de Bose luidsprekerboxen klonken.
Austin kwam met twee gekoelde glazen Prosecco naar buiten. Ze dronken de mousserende Italiaanse wijn met een antipasto van prosciutto di Parma op partjes honingmeloen. Daarna excuseerde Austin zich en kwam terug met twee borden fettuccine met pesto. Carina raakte helemaal in vervoering toen hij de borden met in schijfjes gesneden witte truffels bestrooide.
'Mijn god! Waar vind je dit soort truffels in de VS?'
'Nergens. Een collega van de NUMA moest toch toevallig even naar Italië.'
Carina smulde van de fettuccine en evenzeer van de secondi gang, een gesauteerde kalfskotelet met een champignon-en-kaassalade, eveneens met witte truffels. Onderwijl werd ook de fles wijn vlot soldaat gemaakt. Tot ze ten slotte de dolce, ofwel het dessert, voorgeschoteld kreeg. Terwijl ze van een portie Ben & Jerry's Cherry Garcia snoepte, zei ze voor ongeveer de tiende keer die avond: 'Dit is magnifico. Je kunt met een gerust hart chef-kok aan je referenties toevoegen.'
'Grazie,' zei Austin. Hij had zich verbaasd maar ook verheugd over Carina's eetlust. Een gezonde passie voor eten ging ook vaak met een passie op andere terreinen gepaard. Ze sloten de maaltijd af met een ijs- gekoeld glaasje limoncello-likeur.
Toen ze met de glazen klonken, zei Austin: 'Je hebt me nog niet verteld waarom je babysitter speelde voor een oud beeld op weg naar Amerika.'
'Dat is een lang verhaal.'
'Ik heb alle tijd en nog een hele fles limoncello.'
Ze lachte zachtjes en staarde over de rivier, terwijl ze haar gedachten ordende. 'Ik ben in Siena geboren. Mijn vader, een arts, was een amateurarcheoloog met een speciale belangstelling voor de Etrusken.'
'Begrijpelijk. De Etrusken waren een mysterieus volk.'
'Helaas was hun kunst erg in trek. Als klein meisje bezocht ik een opgraving die volledig door tombaroli, grafrovers, was leeggeplunderd. Er lag nog een arm van puur marmer op de grond. Later ben ik naar de universiteit van Milaan gegaan en vervolgens naar de London School of Economics, waarna ik in de journalistiek verzeild ben geraakt. Mijn belangstelling voor oudheden werd nieuw leven ingeblazen toen ik onderzoek deed voor een tijdschriftartikel over de rol van musea en handelaren bij kunstdiefstallen. Het beeld van die marmeren arm is me altijd bijgebleven. Op een gegeven moment ben ik voor de UNESCO gaan werken en werd daar rechercheur. Een land zijn geschiedenis ontnemen is het ergste wat iemand kan doen. Ik wilde die plundering een halt toeroepen.'
'Dat is een behoorlijke opgave.'
'Daar kwam ik snel achter. De handel in illegale antiquiteiten staat op de lijst van economische delicten op de derde plaats, na de drugssmokkel en de wapenhandel. De VN heeft de handel door verdragen en resoluties getracht te ontmoedigen, maar de mogelijkheden zijn gigantisch.
Het is ondoenlijk om de handel in cilinderzegels of kleitabletten aan banden te leggen.'
'Je hebt kennelijk toch aanzienlijke successen geboekt.'
'Ik werk met een aantal internationale organisaties als Interpol en regeringen samen bij het opsporen van bepaalde belangrijke objecten, en dat dan vooral via handelaren, veilinghuizen en musea.'
'En zo ben je in Irak terechtgekomen?'
Ze knikte. 'Enkele weken voor de inval waren er geruchten dat malafide handelaren contacten onderhielden met internationale kunsthandelaren en diplomaten die het met de wet niet zo nauw nemen. Ze plaatsten bestellingen voor specifieke artefacten. De dieven waren ter plaatse, klaar om toe te slaan zodra de Republikeinse Garde uit het museum weg zou zijn.'
'En de Navigator, waar moet ik die plaatsen?'
'Ik wist niet eens dat-ie bestond. Hij stond niet op de lijst van artefacten die ik via een louche handelaar, een zekere Ali, probeerde terug te krijgen. De man werd vermoord waar de wereld niet zo heel veel aan verloren heeft, maar hij wist waar die voorwerpen waren. Ik heb het land verlaten nadat ik was gewaarschuwd dat ze me wilden kidnappen om me als gijzelaar uit te spelen. Niet lang daarna klopte de Baltazar Foundation bij me aan.'
'Dat is toch de stichting die je tournee sponsort?'
'De heer Baltazar is een schatrijke man die de Iraakse plunderingen verafschuwde. Ik heb hem gisteravond op de receptie voor het eerst ontmoet. Zijn stichting heeft de jacht op de artefacten gefinancierd die mij in Bagdad door de vingers waren geglipt. Niet zo lang geleden kreeg ik van een Egyptische informant te horen dat de Iraakse objecten in Cairo te koop werden aangeboden. Daarop ben ik naar Egypte gevlogen en heb de hele verzameling gekocht. Daar was ook de Navigator bij.'
'Wat weet je van het beeld?'
'Het is waarschijnlijk bij de plundering samen met de andere spullen uit het museum weggehaald. Professor Nasir, de directeur van het museum, kon zich herinneren dat het in de kelder opgeslagen was. Voor hem was het niet meer dan een curiositeit.'
'In welk opzicht.'
'Het lijkt een Fenicische zeevaarder, maar hij heeft een kompas. Bij mijn weten is er geen enkel bewijs dat de Feniciërs over een kompas beschikten.'
'Dat klopt. Die eer valt de Chinezen te beurt.'
'Professor Nasir dacht dat het een kopie was van hel soort goederen
waar de Feniciërs in handelden. Net zoiets als de klassieke beeldjes die in Egypte of Griekenland als souvenirs worden verkocht.'
'Weet die professor van jou waar het beeld is gevonden?'
'Het stamt uit een Hettitische opgraving bij de Zwarte Berg in het zuidoosten van Syrië. Dat was in 1970. Het kwam in Bagdad terecht, waar twijfel over de authenticiteit rees. Ik heb een fotograaf van de National Geographic gesproken die bij de opgraving aanwezig was.'
'Merkwaardig dat dieven er opeens zo'n belangstelling voor hadden en er nu zelfs kapers voor in actie komen, nadat het al die jaren in de kelder van een museum heeft gelegen.'
'Er zijn maar weinig mensen die er überhaupt van af weten. Daarom was ik ook zo verbaasd dat de heer Saxon er op de receptie in de Iraakse ambassade over begon.'
Austin richtte zich met een ruk op bij het horen van die naam. 'Toch niet Anthony Saxon?'
'Ja. Hij scheen goed op de hoogte over het beeld. Ken je hem?'
'Ik heb zijn boeken gelezen en ben een keer naar een lezing van hem geweest. Hij is een avonturier en schrijver met een onconventionele kijk op de geschiedenis die door de toonaangevende wetenschappers niet wordt erkend.'
'Kan hij iets met de kaping te maken hebben gehad?'
'Dat kan ik me niet voorstellen. Maar het is de moeite waard om uit te zoeken waarom hij zo in dat beeld is geïnteresseerd. En ik zou die Navigator zelf ook wel eens willen zien.'
'Ik heb een select groepje uitgenodigd om het beeld te bekijken. Het bevindt zich in een depot van het Smithsonian Institution in Maryland. Wil je morgenochtend ook komen?'
'Daar laat ik me door nog geen tien paarden van weerhouden.'
Ze nam een laatste slok van haar limoncello. 'Ik heb een fantastische avond gehad.'
'Hoor ik daar iets van een "maar" bij?'
Ze schoot in de lach. 'Sorry. Ik zou dolgraag blijven, maar ik heb nog zoveel werk voor de tournee te doen.'
'Je breekt m'n hart, maar ik begrijp het. Ik zie je morgen.'
Ze kreeg een idee. 'Ik wil proberen een ontmoeting met die fotograaf van de National Geographic te regelen. Hij woont in Virginia. Zou je mee willen gaan?'
'Officieel ben ik met ziekteverlof, maar een ritje door het platteland komt het genezingsproces alleen maar ten goede.'
Ze stond op. 'Heel erg bedankt, Kurt. Voor alles!'
'Graag gedaan, Carina.' Hij liep met haar mee naar haar auto. Austin verwachtte de gebruikelijke Europese kus op beide wangen en die kreeg hij ook. Maar ze gaf hem daarna een warme, lange zoen op zijn lippen. Ze wierp hem nog een glimlach over haar schouder toe, stapte in de auto en reed weg.
Met een verheerlijkte glimlach op zijn gezicht keek Austin de auto na tot de achterlichten na een bocht in de oprijlaan verdwenen. Hij ging weer naar binnen en liep door naar het terras om de glazen op te ruimen. Hij deed de lampen uit en wierp een onwillekeurige blik op de rivier. Op het rimpelende water stak het silhouet van een menselijke gestalte tegen de spiegeling van de nachtelijke hemel af. Hij kende iedere centimeter van de oever en wist zeker dat hij niet naar een boom of struik keek.
Hij floot een deuntje en liep met de glazen het huis in. Daar zette hij het dienblad neer en begaf zich naar een afgesloten kast, waaruit hij zijn Bowen pakte. De handgemaakte single action-revolver was naast de duelleerpistolen een van de Bowen-modellen in zijn wapencollectie.
Hij laadde het wapen, pakte een zaklantaarn en daalde vanuit zijn woonkamer de trap af naar de begane grond waar zijn wedstrijdskiff en speedboot lagen. Hij schoof een goed geoliede schuifdeur open en stapte naar buiten.
Hij wachtte tot zijn ogen aan het donker gewend waren en liep langs de gevel van het huis naar het grasveld waar Zavala hem had aangetroffen bij het uittesten van zijn nieuwe duelleerpistolen. Hij bleef staan en tuurde naar een open plek tussen twee hoge bomen. De gestalte was verdwenen. Hij besloot om er verder niet zelf achteraan te gaan en sloop terug naar het huis en de woonkamer, waar hij de politie belde om te melden dat hij een insluiper op zijn terrein had gezien.
Precies acht minuten later stopte er een politiewagen voor het huis. Er klopten twee agenten aan. Samen met de politieagenten doorzocht hij het hele terrein rond zijn huis. In de modder bij de rivier vond Austin een voetafdruk. Voor de agenten een overtuigend bewijs dat hij geen spoken had gezien. Ze zeiden dat ze later die nacht nog een keer zouden komen kijken.
Austin controleerde of alle deuren goed afgesloten waren en zette het inbraakalarm aan. Hij ging niet naar bed in zijn slaapkamer in het torentje, maar strekte zich, volledig gekleed op de bank in de woonkamer uit. Hij was ervan overtuigd dat degene die zijn huis had geobserveerd, was verdwenen. Maar voor alle zekerheid hield hij zijn Bowen binnen handbereik.