Hoofdstuk 19
Austin zat in zijn werkkamer achter de zeerovers aan die het
containerschip hadden gekaapt. Het vliegende tapijt waarop hij over
de virtuele zeeën vloog, was een op satellietopnames gebaseerd
computerprogramma van de NUMA: het zogenaamde NUMASat, een
geavanceerd door wetenschappers en technici van de organisatie zelf
ontwikkeld systeem dat een constante stroom beelden van de
wereldzeeën leverde. De satellieten cirkelden op een hoogte van
zo'n 650 kilometer rond de aarde in banen die het mogelijk maakten
dat de camera's en andere op afstand bestuurbare
waarnemingsapparatuur van alle plekken op de aardbol informatie
registreerden.
De satellieten leverden optische en infrarode beelden met
informatie over oppervlaktewatertemperaturen, stromingen,
fytoplankton- en chlorofylgehaltes en het wolkendek, kortom over
alle mogelijke meteorologische en andere belangrijke
omstandigheden. Het programma was gratis beschikbaar voor iedereen
in het bezit van een computer en er werd veelvuldig gebruik van
gemaakt door wetenschappers en níet-wetenschappers van over de hele
wereld.
Austin zat voor een 24inch computermonitor. Hij was informeel
gekleed in een hawaïhemd korte broek en sandalen. Met een slok bier
spoelde hij wat aspirines weg en drukte de entertoets in. Op het
scherm verscheen een satellietfoto van de onregelmatige kust van
Newfoundland.
'Oké, Joe,' zei hij in de microfoon van zijn headset. 'Ik heb
St. John's voor me en kijk naar het oosten.'
'Hebbes.' Zavala had hetzelfde beeld voor zich op het
computerscherm in zijn kantoor in het NUMA gebouw. 'Ik zoom nu
in.'
Op Austins scherm dook een wazige, blauwachtig witte rechthoek
op die geleidelijk steeds scherper werd tot een deel van de
Atlantische Oceaan herkenbaar was. Zavala vergrootte het
ingekaderde beeld. Er verschenen zwarte stipjes. De stipjes werden
groter en namen de lange slanke vorm van schepen aan. De datum- en
tijdaanduiding in de linkerbovenhoek van het scherm gaf aan dat de
foto een paar dagen geleden was gemaakt.
'Kun je nog dichterbij komen?' vroeg Austin.
'Wijs maar aan.'
Austin klikte met zijn muis op een stip. De camera leek recht
op het doel af te duiken. Honderden versgevangen vissen vulden het
scherm. Waarna de camera iets terugging tot er een visruim en een
dek vol met de gieken en lieren van een zeewaardige vissersboot
herkenbaar waren.
'Indrukwekkend' zei Austin.
'Yeager en Max hebben wat extra hormonen in de normale
zoekfunctie van NUMASat gepompt. Volgens hem kun je de kleur van de
ogen van een zandvlo zien, als het moet.'
Hiram Yeager was het computergenie van de NUMA die het
commando voerde over een omvangrijk computernetwerk, dat hij Max
had gedoopt en de totale tiende verdieping in beslag nam van het
met de groene glazen gevels hoog boven de rivier de Potomac
uittorende hoofdkwartier van de NUMA.
'Die heeft blauwe ogen,' zei Austin.
'Echt?'
'Grapje. Maar de resolutie is beter dan ik ooit heb
gezien.'
'Voordat Yeager het hele systeem heeft opgevijzeld zagen we op
z'n best één vierkante meter in zwart-wit of vier meter in kleur.
Dat heeft hij verbeterd tot één vierkante meter in kleur,' zei
Zavala. 'Wat je nu op het scherm ziet, is versterkt met informatie
afkomstig van andere satellieten en systemen van militaire
inlichtingendiensten.'
'Allemaal volstrekt legaal en volgens de regels van het spel,'
zei Austin met een licht ironisch ondertoontje.
'Zo goed als. Yeager ziet het als een kwestie van geven en
nemen, want het leger is zwaar afhankelijk van NUMASat. Ze hebben
afgesproken dat ze beelden vervagen zodra er militaire operaties
voor de deur staan. Ik heb hem verteld dat ik er gewoon niets van
wilde weten en dat vond hij oké.'
'Wie zijn wij om kritiek te hebben,' zei Austin. De Speciale
Eenheid opereerde soms onder de radar van het traditionele
overheidstoezicht. 'Heb je onze lieve ertstanker al gelokaliseerd?'
vroeg Austin
'Kijk zelf maar!' zei Zavala.
Het beeld zoomde langzaam uit. De schepen werden weer
stippen.
Zavala markeerde een stip met een rechthoek. Austin klikte het
met de muis aan. Op het scherm verscheen een reusachtig schip.
Austin leunde naar voren.
'Dit is beslist de ertstanker die we vanuit de heli hebben
gezien,' zei hij. 'Daar op de romp zie ik dat merkwaardige logo met
die stierenkop.'
'Ik heb het nagezocht. Het schip is van een organisatie die
zich PeaceCo noemt. Op hun website afficheren ze zich als een
adviesbureau voor vredes- en stabiliteitsvraagstukken.'
Austin grinnikte. 'Dat is moderne taal voor
huursoldaten.'
'Ze zijn heel open over de nieuwe functie van de ertstanker.
Ze adverteren ermee als een mobiele uitvalsbasis. Ze beweren dat ze
binnen achtenveertig uur overal ter wereld via de lucht troepen aan
de grond kunnen zetten. Ze garanderen dat het schip met de complete
eenheid binnen drie weken ter plaatse kan zijn.'
'Wie zit er achter PeaceCo?'
'Moeilijk te zeggen. Hun raad van bestuur bestaat uit een
roulerende groep gepensioneerde Amerikaanse en Britse militairen.
Het eigendom is verborgen achter diverse lagen van lege
vennootschappen die in verschillende landen geregistreerd staan. Ik
heb Yeager gevraagd om ook dit uit te pluizen.'
'Dit klinkt als munitie, nu alleen het wapen nog.'
'Verdorie, Kurt, we hebben een geladen houwitser! Ik heb een
opeenvolgende reeks beelden uit het archief opgehaald beginnend op
een tijdstip vlak voor de kaping. De foto's zijn met tussenpozen
gemaakt, dus ze dekken niet iedere minuut.'
De beelden flakkerden in een schokkerige opeenvolging als in
een caleidoscoop over het scherm. Er bewogen figuren rond een
dekluik. Het schoof opzij zodat het ruim als een donker vierkant
zichtbaar werd. Onder uit het ruim steeg een platform op, net als
de liften op vliegdekschepen. Op het platform stonden naast elkaar
twee helikopters. Er stapten mannen in de helikopters en ze stegen
op.
'Wie zegt dat tijdreizen onmogelijk zijn?' merkte Austin op.
'Dit klopt perfect met wat er later volgde.'
'Nu laat ik je het containerschip zien.'
Als uit het niets doken boven de containers opeens de beide
helikopters op. Vanuit de toestellen renden mensen weg. Na een
kleine sprong in de tijd toonden de satellietbeelden een helikopter
die boven een witschuimende plek in de zee hing waar de andere heli
was neergestort. Zavala ging met een sprong terug naar de
ertstanker. Daar landde Op het scherm verschenen beelden van het
dek van de Ocean Ad- venture. slecht één teruggekeerde helikopter
op het platform. Er stapten mensen de heli uit, die weer in het
binnenste van het schip wegzakte, waarna het dekluik over de
opening dichtschoof. Een van de mensen, die langer was dan de
anderen, zou de man geweest kunnen zijn die op Austin had
geschoten, maar voortdurend was alleen zijn rug naar de camera
gekeerd.
'Dit klopt als een bus,' zei Austin. 'Waar is dit schip
nu?'
'Volgens de officiële scheepvaartberichten was ze een paar
dagen voor de kaping uit New York vertrokken voor een reis naar
Spanje. Zo rond het tijdstip van de kaping heeft ze een
merkwaardige omweg buiten de route gemaakt, maar daarna hebben ze
de oversteek over de Atlantische Oceaan voortgezet. Met één
muisklik stuur ik dit allemaal zo naar de Kustwacht, als je
wilt.'
'Klinkt verleidelijk,' reageerde Austin. 'Maar ze is in
internationale wateren en zelfs als de Kustwacht nu ingrijpt,
pakken we alleen de kleine jongens. Ik wil het brein dat achter de
kaping zit.'
'Ik blijf rondsnuffelen. Tussen haakjes, hoe gaat het met
je?'
'Een beetje stijf, maar ik heb er wel iets van geleerd.'
'Dat je mensen met wapens uit de weg moet gaan.'
'Nou nee. Dat ik snéller moet zijn. Hou me op de hoogte als je
nog iets tegenkomt voordat je naar Istanbul vertrekt.' Austin
hoorde dat er werd geklopt. 'Ik moet nu weg, er staat iemand voor
de deur.'
'Bezoek?'
'Ja, en absoluut niet te versmaden. Ciao.'
Door die Italiaanse groet ging bij Zavala een lichtje op.
'Ciao? Hé...'
'Buona notte, Joe,' zei Austin. Grinnikend verbrak hij
de verbinding en liep naar de openstaande voordeur.
Carina Mechadi stond op het stoepje te wachten. Ze hief de
fles wijn in haar hand op. 'Had ik hier niet voor vanavond een
tafeltje gereserveerd?'
'Maar natuurlijk, alles staat voor u klaar, signorina
Mechadi.'
'Informeel, had je gezegd. Hopelijk heb ik dat goed
begrepen.'
Ze droeg een spijkerbroek met opgestikte bloemen en een
turkooizen mouwloze blouse. Haar kleding accentueerde haar
vrouwelijke vormen op een bijzonder flatteuze wijze.
'Heel modieus, hoor, een koningin zou het je niet beter
nadoen,' reageerde Austin.
'Dank je,' bromde ze tevreden. Ze nam Austin met eenzelfde
goedkeurende blik op. Hij droeg een witte korte broek, waaronder
zijn gespierde zongebruinde benen sportief afstaken, en om zijn
brede schouders spande een zijden hemd met bloemmotief. 'En jij
hebt een schitterend hemd aan, zeg.'
'Bedankt. Elvis Presley droeg hetzelfde patroon in de film
Blue Hawaii. Kom binnen.'
Carina liep het huis in en liet haar ogen over het knusse,
koloniale donkerhouten meubilair gaan dat scherp contrasteerde met
de witte muren, waaraan schilderijen hingen van een plaatselijke
kunstenaar van wie Austin graag werk kocht. Ook hingen er een paar
antieke zeekaarten en scheepsbouwwerktuigen, een foto van Austins
zeiljacht en er stond een schaalmodel van zijn raceboot.
'Ik verwachtte oude ankers en een opgezette zwaardvis aan de
muren. En misschien een oude duikhelm en scheepsmodellen in
flessen.'
Austin schaterde het uit. 'Vroeger dronk ik wel eens
margarita's in een duikerskroeg in Key West die er zo
uitzag.'
'Je weet best wat ik bedoel,' zei Carina glimlachend. 'Je
werkt voor het belangrijkste oceanografische instituut ter wereld.
Ik verwachtte iets meer bewijzen van je liefde voor de zee.'
'Ik neem aan dat er in jouw woning in Parijs ook niet veel te
zien zal zijn waar een vreemde uit kan afleiden wat jij voor werk
doet.'
'Ik heb een paar reproducties van beroemde kunstwerken, maar
de rest is nogal traditioneel.' Ze zweeg een moment. 'Ik begrijp je
wel. Het is gezond om wat afstand van je werk te nemen.'
'Ik ben nog niet zover dat ik naar Kansas verhuis, maar de zee
is een veeleisende maïtresse. Daarom bouwen oude zeekapiteins hun
huis vaak ver in het binnenland.'
'Maar toch, het is heel gezellig hier.'
'Het is niet goed genoeg voor een fotoreportage in de
Architectural Digest, maar voor een oude zeerob zoals ik is
het een uitstekende plek om tussen het werk door op adem te komen.
Dit was een bouwval toen ik het kocht, maar het ligt direct aan de
rivier en vlak bij Langley.'
Carina haakte in op het feit dat hij Langley noemde. 'Heb je
voor de CIA gewerkt?'
'Inlichtingenwerk onder water. Vooral het bespioneren van
Russen. De afdeling werd gesloten toen er een eind aan de Koude
Oorlog kwam. Daarna ben ik naar de NUMA overgestapt, waar ik als
technicus werk.'
Ook al ging Austin het dan uit de weg, zijn affiniteit met de
zee viel wel degelijk af te leiden uit zijn boekencollectie. Op de
planken langs de muur stonden de zeeverhalen van Joseph Conrad en
Herman Melville naast tientallen wetenschappelijke en historische
werken over de wereldzeeën. De meest beduimelde boeken waren
filosofisch van aard. Ze trok er een duidelijk veelgelezen
exemplaar tussen uit.
'Aristoteles. Dat is zware kost,' zei ze.
'Door de grote filosofen te lezen heb ik steeds diepzinnige
citaten paraat waardoor ik me slimmer kan voordoen dan ik
ben.'
'Dit is meer dan alleen voor bon mots. Hier is veel in
gelezen.'
'Je bent heel opmerkzaam. Ik heb er een mooie maritieme
metafoor voor: de wijsheden in die boeken houden me verankerd als
ik in ambigue wateren op drift dreig te raken.'
Carina dacht na over het contrast tussen Austins warme
hartelijkheid en de manier waarop hij koelbloedig haar aanvaller
had uitgeschakeld. Ze zette het boek op de plank terug. 'Maar er is
niets dubbelzinnigs aan die pistolen boven de haard.'
'Je hebt mijn zwakte als verzamelaar ontdekt. Ik heb ongeveer
tweehonderd paar duelleerpistolen, die voor het grootste deel in
een brandkast liggen. De geschiedenis erachter vind ik fascinerend
maar ook het vakmanschap en de technologie die erbij komen kijken.
Wat ze over de rol van het geluk in het leven zeggen intrigeert me
mateloos.'
'Ben je zo fatalistisch?'
'Ik ben realist. Ik weet dat je je eigen geluk niet altijd in
de hand hebt.' Hij glimlachte. 'Maar ik kan wél eten voor je maken.
Je zult wel honger hebben.'
'Zelfs als dat niet zo was, zou ik van de verrukkelijke geuren
die uit je keuken komen toch het gevoel krijgen dat ik sterf van de
honger.' Ze gaf hem de fles wijn.
'Een Barolo,' zei Austin. 'Ik maak 'm meteen open, dan kan de
wijn chambreren. We eten al fresco.'
Terwijl Austin wegliep om de fles te ontkurken, stapte Carina
het terras op. De tafel werd verlicht door olielampen met gekleurd
glas, wat het decor een extra feestelijke tintje gaf. Langs de
Potomac glinsterden lichtjes en er hing een licht aromatische, maar
niet onaangename, riviergeur. Austin zette een plaat op uit zijn
enorme jazzcollectie, waarna de zachte pianotonen van een nummer
van Oscar Peterson uit de Bose luidsprekerboxen klonken.
Austin kwam met twee gekoelde glazen Prosecco naar buiten. Ze
dronken de mousserende Italiaanse wijn met een antipasto van
prosciutto di Parma op partjes honingmeloen. Daarna
excuseerde Austin zich en kwam terug met twee borden fettuccine met
pesto. Carina raakte helemaal in vervoering toen hij de borden met
in schijfjes gesneden witte truffels bestrooide.
'Mijn god! Waar vind je dit soort truffels in de VS?'
'Nergens. Een collega van de NUMA moest toch toevallig even
naar Italië.'
Carina smulde van de fettuccine en evenzeer van de secondi
gang, een gesauteerde kalfskotelet met een
champignon-en-kaassalade, eveneens met witte truffels. Onderwijl
werd ook de fles wijn vlot soldaat gemaakt. Tot ze ten slotte de
dolce, ofwel het dessert, voorgeschoteld kreeg. Terwijl ze
van een portie Ben & Jerry's Cherry Garcia snoepte, zei ze voor
ongeveer de tiende keer die avond: 'Dit is magnifico. Je kunt met
een gerust hart chef-kok aan je referenties toevoegen.'
'Grazie,' zei Austin. Hij had zich verbaasd maar ook
verheugd over Carina's eetlust. Een gezonde passie voor eten ging
ook vaak met een passie op andere terreinen gepaard. Ze sloten de
maaltijd af met een ijs- gekoeld glaasje limoncello-likeur.
Toen ze met de glazen klonken, zei Austin: 'Je hebt me nog
niet verteld waarom je babysitter speelde voor een oud beeld op weg
naar Amerika.'
'Dat is een lang verhaal.'
'Ik heb alle tijd en nog een hele fles limoncello.'
Ze lachte zachtjes en staarde over de rivier, terwijl ze haar
gedachten ordende. 'Ik ben in Siena geboren. Mijn vader, een arts,
was een amateurarcheoloog met een speciale belangstelling voor de
Etrusken.'
'Begrijpelijk. De Etrusken waren een mysterieus volk.'
'Helaas was hun kunst erg in trek. Als klein meisje bezocht ik
een opgraving die volledig door tombaroli, grafrovers, was
leeggeplunderd. Er lag nog een arm van puur marmer op de grond.
Later ben ik naar de universiteit van Milaan gegaan en vervolgens
naar de London School of Economics, waarna ik in de journalistiek
verzeild ben geraakt. Mijn belangstelling voor oudheden werd nieuw
leven ingeblazen toen ik onderzoek deed voor een tijdschriftartikel
over de rol van musea en handelaren bij kunstdiefstallen. Het beeld
van die marmeren arm is me altijd bijgebleven. Op een gegeven
moment ben ik voor de UNESCO gaan werken en werd daar rechercheur.
Een land zijn geschiedenis ontnemen is het ergste wat iemand kan
doen. Ik wilde die plundering een halt toeroepen.'
'Dat is een behoorlijke opgave.'
'Daar kwam ik snel achter. De handel in illegale antiquiteiten
staat op de lijst van economische delicten op de derde plaats, na
de drugssmokkel en de wapenhandel. De VN heeft de handel door
verdragen en resoluties getracht te ontmoedigen, maar de
mogelijkheden zijn gigantisch.
Het is ondoenlijk om de handel in cilinderzegels of
kleitabletten aan banden te leggen.'
'Je hebt kennelijk toch aanzienlijke successen geboekt.'
'Ik werk met een aantal internationale organisaties als
Interpol en regeringen samen bij het opsporen van bepaalde
belangrijke objecten, en dat dan vooral via handelaren,
veilinghuizen en musea.'
'En zo ben je in Irak terechtgekomen?'
Ze knikte. 'Enkele weken voor de inval waren er geruchten dat
malafide handelaren contacten onderhielden met internationale
kunsthandelaren en diplomaten die het met de wet niet zo nauw
nemen. Ze plaatsten bestellingen voor specifieke artefacten. De
dieven waren ter plaatse, klaar om toe te slaan zodra de
Republikeinse Garde uit het museum weg zou zijn.'
'En de Navigator, waar moet ik die plaatsen?'
'Ik wist niet eens dat-ie bestond. Hij stond niet op de lijst
van artefacten die ik via een louche handelaar, een zekere Ali,
probeerde terug te krijgen. De man werd vermoord waar de wereld
niet zo heel veel aan verloren heeft, maar hij wist waar die
voorwerpen waren. Ik heb het land verlaten nadat ik was
gewaarschuwd dat ze me wilden kidnappen om me als gijzelaar uit te
spelen. Niet lang daarna klopte de Baltazar Foundation bij me
aan.'
'Dat is toch de stichting die je tournee sponsort?'
'De heer Baltazar is een schatrijke man die de Iraakse
plunderingen verafschuwde. Ik heb hem gisteravond op de receptie
voor het eerst ontmoet. Zijn stichting heeft de jacht op de
artefacten gefinancierd die mij in Bagdad door de vingers waren
geglipt. Niet zo lang geleden kreeg ik van een Egyptische informant
te horen dat de Iraakse objecten in Cairo te koop werden
aangeboden. Daarop ben ik naar Egypte gevlogen en heb de hele
verzameling gekocht. Daar was ook de Navigator bij.'
'Wat weet je van het beeld?'
'Het is waarschijnlijk bij de plundering samen met de andere
spullen uit het museum weggehaald. Professor Nasir, de directeur
van het museum, kon zich herinneren dat het in de kelder opgeslagen
was. Voor hem was het niet meer dan een curiositeit.'
'In welk opzicht.'
'Het lijkt een Fenicische zeevaarder, maar hij heeft een
kompas. Bij mijn weten is er geen enkel bewijs dat de Feniciërs
over een kompas beschikten.'
'Dat klopt. Die eer valt de Chinezen te beurt.'
'Professor Nasir dacht dat het een kopie was van hel soort
goederen
waar de Feniciërs in handelden. Net zoiets als de klassieke
beeldjes die in Egypte of Griekenland als souvenirs worden
verkocht.'
'Weet die professor van jou waar het beeld is gevonden?'
'Het stamt uit een Hettitische opgraving bij de Zwarte Berg in
het zuidoosten van Syrië. Dat was in 1970. Het kwam in Bagdad
terecht, waar twijfel over de authenticiteit rees. Ik heb een
fotograaf van de National Geographic gesproken die bij de opgraving
aanwezig was.'
'Merkwaardig dat dieven er opeens zo'n belangstelling voor
hadden en er nu zelfs kapers voor in actie komen, nadat het al die
jaren in de kelder van een museum heeft gelegen.'
'Er zijn maar weinig mensen die er überhaupt van af weten.
Daarom was ik ook zo verbaasd dat de heer Saxon er op de receptie
in de Iraakse ambassade over begon.'
Austin richtte zich met een ruk op bij het horen van die naam.
'Toch niet Anthony Saxon?'
'Ja. Hij scheen goed op de hoogte over het beeld. Ken je
hem?'
'Ik heb zijn boeken gelezen en ben een keer naar een lezing
van hem geweest. Hij is een avonturier en schrijver met een
onconventionele kijk op de geschiedenis die door de toonaangevende
wetenschappers niet wordt erkend.'
'Kan hij iets met de kaping te maken hebben gehad?'
'Dat kan ik me niet voorstellen. Maar het is de moeite waard
om uit te zoeken waarom hij zo in dat beeld is geïnteresseerd. En
ik zou die Navigator zelf ook wel eens willen zien.'
'Ik heb een select groepje uitgenodigd om het beeld te
bekijken. Het bevindt zich in een depot van het Smithsonian
Institution in Maryland. Wil je morgenochtend ook komen?'
'Daar laat ik me door nog geen tien paarden van
weerhouden.'
Ze nam een laatste slok van haar limoncello. 'Ik heb een
fantastische avond gehad.'
'Hoor ik daar iets van een "maar" bij?'
Ze schoot in de lach. 'Sorry. Ik zou dolgraag blijven, maar ik
heb nog zoveel werk voor de tournee te doen.'
'Je breekt m'n hart, maar ik begrijp het. Ik zie je
morgen.'
Ze kreeg een idee. 'Ik wil proberen een ontmoeting met die
fotograaf van de National Geographic te regelen. Hij woont
in Virginia. Zou je mee willen gaan?'
'Officieel ben ik met ziekteverlof, maar een ritje door het
platteland komt het genezingsproces alleen maar ten goede.'
Ze stond op. 'Heel erg bedankt, Kurt. Voor alles!'
'Graag gedaan, Carina.' Hij liep met haar mee naar haar auto.
Austin verwachtte de gebruikelijke Europese kus op beide wangen en
die kreeg hij ook. Maar ze gaf hem daarna een warme, lange zoen op
zijn lippen. Ze wierp hem nog een glimlach over haar schouder toe,
stapte in de auto en reed weg.
Met een verheerlijkte glimlach op zijn gezicht keek Austin de
auto na tot de achterlichten na een bocht in de oprijlaan
verdwenen. Hij ging weer naar binnen en liep door naar het terras
om de glazen op te ruimen. Hij deed de lampen uit en wierp een
onwillekeurige blik op de rivier. Op het rimpelende water stak het
silhouet van een menselijke gestalte tegen de spiegeling van de
nachtelijke hemel af. Hij kende iedere centimeter van de oever en
wist zeker dat hij niet naar een boom of struik keek.
Hij floot een deuntje en liep met de glazen het huis in. Daar
zette hij het dienblad neer en begaf zich naar een afgesloten kast,
waaruit hij zijn Bowen pakte. De handgemaakte single
action-revolver was naast de duelleerpistolen een van de
Bowen-modellen in zijn wapencollectie.
Hij laadde het wapen, pakte een zaklantaarn en daalde vanuit
zijn woonkamer de trap af naar de begane grond waar zijn
wedstrijdskiff en speedboot lagen. Hij schoof een goed geoliede
schuifdeur open en stapte naar buiten.
Hij wachtte tot zijn ogen aan het donker gewend waren en liep
langs de gevel van het huis naar het grasveld waar Zavala hem had
aangetroffen bij het uittesten van zijn nieuwe duelleerpistolen.
Hij bleef staan en tuurde naar een open plek tussen twee hoge
bomen. De gestalte was verdwenen. Hij besloot om er verder niet
zelf achteraan te gaan en sloop terug naar het huis en de
woonkamer, waar hij de politie belde om te melden dat hij een
insluiper op zijn terrein had gezien.
Precies acht minuten later stopte er een politiewagen voor het
huis. Er klopten twee agenten aan. Samen met de politieagenten
doorzocht hij het hele terrein rond zijn huis. In de modder bij de
rivier vond Austin een voetafdruk. Voor de agenten een overtuigend
bewijs dat hij geen spoken had gezien. Ze zeiden dat ze later die
nacht nog een keer zouden komen kijken.
Austin controleerde of alle deuren goed afgesloten waren en
zette het inbraakalarm aan. Hij ging niet naar bed in zijn
slaapkamer in het torentje, maar strekte zich, volledig gekleed op
de bank in de woonkamer uit. Hij was ervan overtuigd dat degene die
zijn huis had geobserveerd, was verdwenen. Maar voor alle zekerheid
hield hij zijn Bowen binnen handbereik.