Hoofdstuk 16
Voor een dermate geheime overheidsinstelling is de National
Security Agency opmerkelijk zichtbaar voor de grote buitenwereld.
Het hoofdkwartier van de NSA bevindt zich in Fort Meade, Maryland,
halverwege Baltimore en Washington, in twee hoge, achter een
blauwgetinte façade van glas gehulde kantoorgebouwen, die eruitzien
alsof ze door een melancholieke kubist ontworpen zijn.
De kantoorgebouwen zijn puur gezichtsbedrog. De constructies
geven maar een klein deel weer van een uitgestrekt ondergronds
complex, waarvan wordt gezegd dat het een oppervlakte van minstens
vier hectare beslaat. De NSA is de grootste werkgever van
wiskundigen in de VS en waarschijnlijk de hele wereld. Onder de
ruim 20.000 werknemers van de organisatie bevinden zich de beste
cryptologen van het land.
Angela Worth, de bibliotheekassistente van het Amerikaans
Filosofisch Genootschap, reed langs het NSA-complex en draaide het
parkeerterrein van het National Cryptographic Museum op. Ze was 's
morgens vroeg opgestaan, had zich ziek gemeld en was van
Philadelphia naar het zuiden gereden. Ze vond een vrije
parkeerplaats, greep een oude aktetas van de stoel naast haar en
liep met snelle passen naar de ingang van het museum.
Aan de receptioniste in de hal van het museum vroeg ze of ze
D. Grover Harris kon spreken. Een paar minuten later kwam er een
broodmagere, in een spijkerpak geklede jongeman met een warrige
haardos op haar af. Hij schudde haar hartelijk de hand.
'Hoi, Angela,' zei hij met een verlegen lachje. 'Aardig dat je
hier helemaal naar toe komt.'
'Graag gedaan, Deeg. Jij bedankt dat je me wilt
ontvangen.'
Angela had Deeg op een congres voor puzzelfans ontmoet. Ze
hadden het onmiddellijk goed met elkaar kunnen vinden. Ze voelden
zich allebei ondergewaardeerd. Deeg was innemend, zag er goed uit
en was akelig intelligent. En net als Angela stond hij nog onder
aan de maatschappelijke ladder. Hij leidde haar naar zijn rommelige
kantoortje en bood haar een stoel aan. Het vertrek was nauwelijks
groter dan een kast, een bevestiging van de lage positie die Harris
innam in de hiërarchie van het museum.
Harris nam plaats achter een bureau dat zo vol lag met stapels
papieren dat het door de eerste de beste arbo-inspecteur als
brandgevaarlijk zou worden afgekeurd. 'Je klonk nogal opgewonden
aan de telefoon. Wat heb je op je lever?'
Angela klapte haar aktetas open. Ze haalde de kopieën van het
document van Jefferson eruit en overhandigde de papieren zonder
commentaar aan Harris. Hij bladerde de pagina's vluchtig door en
kwam bij het geperforeerde stuk karton onder op de stapel. Hij
hield het tegen het licht en legde het vervolgens op een
pagina.
'Zou dit de sjabloon van een geheimschrift zijn?'
'Ik hoopte juist dat jij me dat zou kunnen vertellen,'
antwoordde Angela. 'Jij bent de expert op het gebied van codes en
geheimschriften.'
'Kom, kom. Ik ben een beginnend expert die cursussen volgt aan
de National Cryptologic School.'
'Dat is voor mij meer dan voldoende,' zei Angela. De school
van de NSA verzorgde opleidingen cryptografische analyse voor
personeel van alle departementen.
'Doe jezelf nou niet te kort. Jij bent degene die dit heeft
ontdekt,' zei hij. 'Wat denk jij hiervan?'
'Volgens mij is dit op een verkeerde plek in het systeem
verwerkt. Dit hoort eigenlijk bij de documenten van
Jefferson.'
Hij schoot recht overeind. 'Jefferson?'
'Nnjaa... Ik ben er vrij zeker van dat het zijn handschrift
is. Ik heb het met de Onafhankelijkheidsverklaring vergeleken en er
staat heel klein TJ rechtsonder op de titelpagina.'
Hij hield het blad vlak voor zijn ogen en floot onhoorbaar
tussen zijn tanden. 'Jefferson. Het zou kunnen.'
'Ik ben blij dat je dat zegt,' zei Angela met een zucht van
opluchting. 'Ik was al bang dat ik je tijd hier verdeed.'
'Mijn hemel, nee!' Harris schudde zijn hoofd. 'De meeste
mensen weten niet dat Jefferson een ervaren cryptoloog was. Hij
gebruikte geheimschriften bij zijn communicatie met James Madison
en anderen uit de regering. Dat heeft hij geleerd in de tijd dat
hij gezant in Frankrijk was.' Hij stond op. 'Kom, dan zal ik je
iets laten zien.'
Hij ging haar voor naar de tentoonstellingsafdeling en bleef
staan voor een vitrine waarin een bruine houten cilinder op een
spoel lag. De cilinder had een doorsnede van zo'n vijf centimeter,
was ruim twintig centimeter lang en opgebouwd uit een reeks
schijven. In de randen waren letters gegraveerd.
'Dit is in een huis bij Monticello gevonden,' zei Harris. 'We
denken dat dit een "coderingsrol" is, door Jefferson uitgevonden
toen hij onder Washington minister van Buitenlandse Zaken was. Je
schrijft een tekst en dan hussel je de letters tot een code door
aan de schijven te draaien. Degene die de tekst wil lezen gebruikt
ook een dergelijk apparaat.'
'Doet me wel erg aan De Da Vinci Code denken.'
Harris grinnikte. 'De oude Leonardo zou helemaal weg zijn
geweest van de evolutie die de coderingsrol heeft
doorgemaakt.'
Hij troonde haar mee naar een andere vitrine waarin een aantal
apparaten stond die op grote typemachines leken.
Ze las het tekstbordje. 'Mysterieuze codeermachines,' zei ze
met een opgewonden schittering in haar ogen. 'Daar heb ik wel eens
iets over gehoord.'
'Deze dingen behoorden tot de best bewaarde geheimen van de
Tweede Wereldoorlog. Er zijn lieden die voor deze dingen een moord
zouden hebben gedaan. Dit zijn veredelde versies van Jeffersons
coderingsrol. Hij was zijn tijd ver vooruit.'
'Jammer dat we zo'n ding niet kunnen gebruiken voor het
ontcijferen van onze tekst,' zei Angela.
'Dat hoeven we misschien ook helemaal niet,' reageerde
Harris.
Ze liepen terug naar zijn kantoortje, waar hij zich weer op de
stoel achter zijn bureau liet vallen. Hij leunde achterover en
drukte zijn vingertoppen tegen elkaar.
'Hoe ben jij in geheimschriften geïnteresseerd geraakt?' vroeg
hij.
'Ik ben goed in wiskunde. Ik doe graag kruiswoordpuzzels en
als kind maakte ik al graag acrostichons. Daardoor ben ik ook
boeken over dat soort dingen gaan lezen. Zo heb ik ook over
geheimschriften met sjablonen gelezen en over Jeffersons
belangstelling voor cryptologie.'
'De helft van alle cryptologen ter wereld zou hetzelfde hebben
geantwoord,' zei Harris. 'En omdat je er zo in geïnteresseerd bent,
heb je kunnen aanvoelen dat hier een verborgen mededeling in
verwerkt zit.'
Ze haalde haar schouders op. 'Het had gewoon iets wat ik raar
vond.'
'Rare dingen, dat is precies waar de NSA voortdurend mee bezig
is. Jefferson zou zich helemaal thuis hebben gevoeld op dit
instituut.'
'En wat heeft de coderingsrol hiermee te maken?''Niets.
Jefferson is later in zijn carrière van de coderingsapparaten
afgestapt. Ik vermoed dat hij deze sjabloon uitsluitend heeft
gebruikt voor een steganografisch systeem om te verhullen dat er in
het verhaal over artisjokken een geheime mededeling verborgen zit.
Hij heeft de boodschap in de gaatjes genoteerd en er zinnen omheen
gebouwd.'
'Het viel me op dat de zinsbouw in de tekst nogal gekunsteld
is en in sommige passages ronduit onzinnig.'
'Goed gezien. Laten we aannemen dat Jefferson dit als een
extra versleuteling heeft gebruikt. Dan moeten we om te beginnen de
letters in de gaatjes van de sjabloon kopiëren.'
Angela pakte een notitieblok uit haar tas en reikte het Deeg
aan. 'Dat heb ik al gedaan.'
Harris bestudeerde de ogenschijnlijk onsamenhangende
letterreeksen. 'Fantastisch! Dit bespaart ons een hoop tijd.'
'Waar beginnen we?'
'Zo'n tweeduizend jaar geleden.'
'Pardon?'
'Tijdens de Gallische oorlogen gebruikte Julius Caesar een
vervangend schrift voor de communicatie met Cicero. Hij verving de
Romeinse letters heel simpel door Griekse. Dat substitutiesysteem
heeft hij later verbeterd. Uitgaande van het gewone alfabet
creëerde hij een geheim alfabet door de letters drie plaatsen te
verschuiven. Als je het ene alfabet op het andere legt, kun je de
letters van de ene rij naar de andere verschuiven.
'Dat is hier ook het geval?'
'Niet helemaal. De Arabieren ontdekten dat je dergelijke
geheimschriften kunt ontcijferen aan de hand van de frequentie
waarmee bepaalde letters in een tekst voorkomen. Maria Stuart, de
koningin van de Schotten, werd onthoofd nadat de ontcijferaars van
koningin Elizabeth de code kraakten van de berichten die de door
Babington geleide samenzweerders uitwisselden. Jefferson
ontwikkelde een variatie op het systeem dat als de Vigenèrecode
bekendstaat.'
'Dat is een uitbreiding van Caesars substitutiesysteem.'
'Klopt. Je maakt een vierkant door het alfabet steeds één
letter verschoven in regels onder elkaar te zetten. Zo krijg je de
tabula recta van Vigenère. Boven deze vierkante tabel noteer
je een aantal malen een sleutelwoord achter elkaar. Met behulp van
de letters in dat sleutelwoord kun je de verborgen letters in de
tekst vinden, zoiets als de markeringspunten in een grafiek.'
'Dat zou betekenen dat de letters in de klare tekst in feite
voor andere letters staan.'
'Dat is het mooie van het systeem. Het maakt het gebruik van
letterfrequentietabellen overbodig.'
Harris trok het toetsenbord van een computer naar zich toe en
nadat hij enige tijd verwoed had zitten typen, verscheen op de
monitor een geheel uit letters opgebouwd vierkant. 'Dit is de
standaardtabel van Vinegère. Het probleem is dat we het
sleutelwoord niet kennen.'
'Wat dacht je van artisjok?'
Harris schoot in de lach. 'Het lijkt de "De gestolen brief"
van Poe wel. Artisjok was het sleutelwoord dat Jefferson en
Meriwether Lewis overeenkwamen voor de ontcijfering van de code die
ze voor de expeditie door het Louisiana-territorium
gebruikten.'
Hij schreef het woord artisjok een paar keer achter elkaar
boven het vierkant en probeerde het versleutelde bericht zoals het
door de sjabloon was verschenen te ontcijferen. Daarna probeerde
hij de meervoudsvorm en schudde zijn hoofd.
'Dit ligt misschien iets te veel voor de hand,' zei Angela.
Vervolgens probeerden ze het met Adams, Washington, Franklin en
onafhankelijkheid. Allemaal met hetzelfde teleurstellende
negatieve resultaat.
'Hier kunnen we de hele dag mee doorgaan,' zei Angela.
'Decennia als het moet. Maar het is zinloos, het sleutelwoord
hoeft niet eens iets te betekenen.'
'Dus een Vigenèrecode is niet te kraken?'
'Alle geheimschriften zijn te kraken. Deze is in de
negentiende eeuw gekraakt door een zekere Babbage, een genie die
ook wel de vader van de computer wordt genoemd. Met zijn systeem
zocht hij naar opeenvolgingen van letters. Als hij die eenmaal had
kon hij daarmee het sleutelwoord vinden. Maar dat gaat voor mij te
ver. Gelukkig zitten we hier op een steenworp afstand van de beste
decodeerders ter wereld.'
'Ken jij iemand bij de NSA?'
'Ik zal mijn professor bellen.'
De professor had net een college en Harris liet een bericht
achter. Met Angela's toestemming kopieerde hij het manuscript. Hij
was zo op de geschreven tekst gespitst geweest, dat hij nog
nauwelijks aandacht aan de tekening had besteed.
Angela zag dat hij de lijnen en X'en bestudeerde. 'Dat is een
ander deel van het mysterie. Eerst dacht ik dat het de plattegrond
van een tuin was.' Ze vertelde hem wat ze op de website van het
oudetalenwoordenboek had gevonden.
'Heel boeiend, maar laten we ons voorlopig op de boodschap in
de hoofdtekst concentreren.'Harris kopieerde de pagina's. Angela
stopte de originelen terug in haar aktetas. Harris liep met haar
mee naar de uitgang en zei dat hij, zodra hij iets hoorde, haar dat
direct zou laten weten. Twee uur later werd hij gebeld door de
professor. Harris vertelde hem over het dechiffreerprobleem. Nog
voordat hij de naam Jefferson goed en wel had uitgesproken, zei de
professor dat hij onmiddellijk langs moest komen.
Professor Pieter DeVries stond Harris al bij de incheckbalie
van de beveiliging op te wachten. In zijn ongeduld om de tekst te
zien sleurde de professor Harris haast letterlijk mee naar zijn
kantoor.
De professor zag er helemaal uit als de briljante maar
verstrooide wiskundige die hij was. Hij droeg vrijwel altijd een
tweed kostuum, ook in de warme maanden, en had de gewoonte om aan
zijn sneeuwwitte sik te plukken als hij diep in gedachten
verwijlde, wat meestentijds het geval was.
Hij bestudeerde de artisjokkentekst. 'Je zei dat je dit van
een jongedame van het Filosofisch Genootschap hebt gekregen?'
'Dat klopt. Ze werkt daar in de onderzoeksbibliotheek.'
'Hier was mij waarschijnlijk niets aan opgevallen als deze
sjabloon' - die Angela bij Harris had achtergelaten - 'er niet bij
was geweest.' Hij pakte het geperforeerde stuk karton op, keek er
met een blik van afkeer naar en legde het weer weg. 'Het verbaast
me dat Jefferson zo'n grof ding als dit zou hebben gebruikt.'
'Ik ben er nog niet zo zeker van dat hier een boodschap in
verborgen zit,' zei Harris.
'Er is een manier om daar achter te komen,' reageerde de
professor.
Hij scande de rijen letters in een computer en zat een paar
minuten te typen. Op het scherm verwisselden de letters voortdurend
van plaats tot er ten slotte een woord in beeld verscheen:
AREND.
Harris tuurde naar het scherm en schoot in de lach. 'Dat
hadden we kunnen weten. Arend was de naam van Jeffersons
lievelingspaard.'
De professor glimlachte. 'Babbage zou zijn ziel hebben
verkocht voor een computer met nog niet een tiende van de
capaciteit van deze.' Hij typte het sleutelwoord in en gaf de
computer de opdracht de boodschap in het bericht, dat hij al had
gescand te ontcijferen.
De brief die Jefferson in 1809 aan Lewis had geschreven,
verscheen in klare tekst in beeld.
Harris leunde over de schouder van de professor.
'Ik geloof mijn ogen niet,' zei hij. 'Dit is waanzinnig.'
Harris haalde het papier met de merkwaardige tekening erop
tevoorschijn. 'Volgens Angela zijn dit woorden in het
Fenicisch.'
'Dat komt overeen met wat Jeffersons bron in Oxford in deze
brief stelt.'
Harris voelde zich opeens heel erg moe. 'Ik heb het gevoel dat
dit wel eens héél belangrijk zou kunnen zijn.'
'Aan de andere kant kan dit sprookje ook best bedrog zijn, een
product van slimme fantasie.'
'Denkt u dat echt?'
'Nee. Dit manuscript is volgens mij echt. Het verhaal dat
erachter zit, is een andere zaak.'
'Hoe gaan we dit aanpakken?'
De professor plukte zo hard aan zijn sik dat het haast een
wonder leek dat hij niet het hele baardje van zijn kin trok.
'Héél voorzichtig,' zei hij.