Hoofdstuk 42
Saxon draaide de deur van zijn gehuurde vakantiewoning aan de
oever van de baai van het slot en deed het licht aan. Met een
tandenblikkerende grijns zei hij: 'Welkom in het Saxon
archeologisch conserveringslaboratorium.'
De stoelen en de bank in de muffe woonkamer waren aan de kant
geschoven om ruimte te maken voor een plastic vuilnisbak en twee in
de lengte tegen elkaar geplaatste uitvouwbare picknicktafels. Op de
tafels lagen stapels dik papier tussen platen multiplex
geklemd.
De amfora lag in twee stukken op de bank. Het gevlekte groene
oppervlak van de slanke, taps toelopende vaas was met aanslag
bespikkeld. De verzegelde bovenkant was bij de hals van de amfora
gescheiden en lag er los naast. Austin pakte een beugelzaag van de
tafel en bekeek het groenachtige stof op het zaagblad.
'Ik zie dat je met de allerbeste precisie-instrumenten
werkt.'
'Uit de eigen gereedschapskist,' reageerde Saxon duidelijk
gegeneerd. 'Ik weet dat je me een vandaal vindt. Maar ik ben
behoorlijk ervaren in het onder primitieve omstandigheden
conserveren van artefacten en ik had geen zin in de vragen van een
nieuwsgierige conservator. Het was riskant, maar ik moest zo snel
mogelijk weten wat er in die kruik zat, anders was ik gek geworden.
Maar ik ben heel voorzichtig geweest.'
'Ik had precies hetzelfde gedaan,' zei Austin, terwijl hij de
beugel- zaag weer neerlegde. 'Hopelijk vertel je me nu dat hoewel
de patiënt is overleden de operatie een succes was.'
Saxon spreidde zijn armen wijd uit. 'De goden van het oude
Fenicië waren me gunstig gezind. Het succes overtrof mijn stoutste
dromen. De amfora bevatte een grotendeels intact gebleven
papyrusrol.'
'Hij heeft heel lang in het water gelegen,' zei Zavala. 'Was
er dan nog iets van over?' 'Papyrus blijft het best bewaard in een
droog klimaat zoals dat van de Egyptische woestijn, maar de amfora
was goed verzegeld en de papyrus was in een leren huls verpakt. Ik
heb goede hoop.'
Austin tilde het deksel van de vuilnisemmer. 'Nog meer
hightech apparatuur?'
'Dat is mijn ultrasone bevochtigingskamer. De vellen waren zo
broos dat ze niet uitgerold konden worden zonder dat ze uit elkaar
vielen en moesten dus bevochtigd worden. Op de bodem van de
vuilnisbak ligt een laag water. De in vloeipapier gewikkelde
papyrusrol heb ik in een emmer met gaten in de vuilnisbak gezet en
het deksel daarna stevig dichtgemaakt.'
'En dat werkt?'
'In theorie wel. Maar we moeten afwachten.' Saxon keek naar de
tussen multiplex platen gestapelde vellen op de tafels.
'Dan is dat zeker je super-de-luxe ionenontvochtiger?' vroeg
Austin.
'Toen de rol vochtig genoeg was om uitgerold te kunnen worden,
heb ik de vellen tussen lagen vloeipapier en Gore-Tex gelegd een
stof die vocht goed opneemt. Het gewicht van de multiplexplaten
zorgt ervoor dat de vellen tijdens het drogen plat worden
gedrukt.'
'Heb je gezien of er iets op het papyrus geschreven is?' vroeg
Austin.
'Papyrus kan verkleuren als het aan licht wordt blootgesteld,
dus heb ik bij het uitrollen de gordijnen dichtgedaan. Ik heb er
met een zaklamp wel even naar gekeken, maar door de vlekken kon ik
niet veel zien. Ik hoop dat de ondergrond door het drogen lichter
wordt.'
'Hoe lang duurt het nog tot we het kunnen zien?' vroeg
Zavala.
'Het zou nu moeten kunnen, theoretisch gesproken.'
Er welde een gniffelend lachje uit Austins keel op. 'Ik krijg
steeds meer de indruk dat de heer Saxon perfect binnen het plaatje
van de NUMA past, Joe.'
'Dat ben ik met je eens,' reageerde Zavala. 'Hij is
innovatief, vindingrijk, niet bang om te improviseren en uiterst
bedreven in de schone kunst van het EBD.'
'Pardon?' zei Saxon.
'Dat is Spaans voor Eigen Boontjes Doppen,' verklaarde
Zavala.
Saxon draaide als een boef uit een zwijgende film aan de punt
van zijn snor. 'In dat geval ben ik blij dat jullie er zijn. Als ik
de boel verziek, hebben we het tenminste met z'n allen gedaan.' Hij
deed de staande lampen uit. 'Heren, we gaan hier het bewijs zien
dat de Feniciërs al eeuwen voor de geboorte van Columbus de kusten
van Noord-Amerika bevoeren.'
Austin gleed met zijn vingers onder een multiplexplaat.
'Zullen we dan maar?'
Voorzichtig tilden ze de bovenste multiplexplaat van de stapel
en legden hem weg, vervolgens verwijderden ze de Gore-Tex en het
vloeipapier. Het papyrusvel was ongeveer vierenhalve meter lang en
bestond uit losse stukken van zo'n dertig bij vijftig
centimeter.
De gerafelde vellen waren opmerkelijk goed heel gebleven. Op
het papyrus zaten donkere vlekken over het grootste deel van het
dooraderde bruine oppervlak. Er was hier en daar een handschrift
zichtbaar, maar het meeste ging in de vlekken verloren.
Saxon keek als een kind dat een paar sokken voor zijn
verjaardag heeft gekregen. 'Verdomme! Het is beschimmeld.'
Hij was met zijn volle-kracht-vooruit-juichstemming keihard
tegen een muur gelopen. Met een doodse blik in de ogen bekeek hij
het papyrus, liep vervolgens naar een raam en staarde naar de baai.
Austin was niet van plan om Saxon te laten vallen. Hij liep naar
het keukentje en schonk drie glazen water in. Hij kwam terug, gaf
Zavala en Saxon allebei een glas en hief het zijne op.
'We hebben nog niet gedronken op de man die het leven liet bij
het uit het diepe opduiken van deze papyrusrol.'
Saxon begreep het. Zijn teleurstelling was niets vergeleken
bij het lot van de duiker die het wrak had gevonden en de kruik had
geborgen. 'Op Hutch en zijn lieftallige weduwe,' zei hij toen ze
klonken. Ze posteerden zich weer rond het papyrusvel.
Austin raadde Saxon aan zich te concentreren. 'Zet het schrift
nu eerst even uit je hoofd en vertel ons wat meer over de fysieke
eigenschappen van papyrus.'
Saxon pakte een vergrootglas op en tuurde door de lens.
'Papyrus werd gemaakt van het reuzencypergras dat in het
gebied rond de Nijl groeit,' verklaarde hij. 'Deze vellen zijn van
topkwaliteit, waarschijnlijk gemaakt van plakken die uit het hart
van de plant werden gehaald platgestampt en in stroken gesneden die
kruiselings over elkaar werden gelegd. Ook de inkt was van een
uitstekende kwaliteit. De lijm is een soort stijfsel. Ze hebben
pigment en gom gebruikt en de tekst is geschreven met een pen van
riet, waardoor het schrift zo gelijkmatig en vloeiend is.'
'En het schrift zelf,' zei Austin. 'Is het inderdaad
Fenicisch?'
Saxon bekeek de tekens nog eens heel rustig. 'Zonder twijfel.
Het tweeëntwintig letters tellende Fenicische alfabet was de enige
echt belangrijke bijdrage die hun cultuur de wereld heeft
nagelaten. Het woord alfabet is een combinatie van de eerste twee
letters. Het Arabisch, Hebreeuws, Latijn, Grieks en later zelfs het
Engels zijn uiteindelijk allemaal schatplichtig aan de Feniciërs.
Ze schreven van rechts naar links, achter elkaar door en gebruikten
uitsluitend medeklinkers. Verticale streepjes fungeerden als
interpuncties, om zinnen en woorden van elkaar te scheiden.'
'Vergeet wat we niét kunnen lezen,' zei Austin. 'Maar begin
bij wat wél leesbaar is. Ook op de Rosetta-steen ontbrak een deel
van de tekst.'
'Jullie zouden cursussen motivatietherapie moeten gaan geven,'
reageerde Saxon.
Hij pakte een pen en een notitieblok met spiraalband op en
boog zich over het uiteinde van de papyrusrol. Hij likte langs zijn
lippen, krabbelde wat in het blok en ging door met het volgende
fragment. De ene keer bestudeerde hij een enkel woord en dan weer
een paar regels. In zichzelf mompelend werkte hij zo de hele lengte
van de rol af.
Uiteindelijk keek hij met een triomfantelijke glans in zijn
ogen op. 'O jongens, ik kan jullie wel zoenen!'
'Ik heb er een gewoonte van gemaakt nooit iemand te kussen met
een snor, man of vrouw,' zei Austin. 'Vertel wat er staat
alsjeblieft.'
Saxon tikte op het notitieblok. 'De eerste fragmenten zijn
geschreven door Menelik, die zichzelf de favoriete zoon van koning
Salomo noemt. Hij heeft het over zijn missie.'
'Menelik is ook de zoon van Sheba,' merkte Austin op.
'Dat zij niet wordt genoemd is niet zo verbazingwekkend.
Salomo had ontelbare vrouwen en vriendinnen.' Hij wees op een paar
regels tekst. 'Hier staat dat hij dankbaar is voor het vertrouwen.
Dat is iets wat hij een paar keer herhaalt en dat is
interessant.'
'In welk opzicht?' vroeg Austin.
'Volgens de legendes heeft Menelik toen hij nog vrij jong was,
samen met een halfbroer, de zoon van Sheba's dienstmaagd de Ark des
Verbonds uit de tempel gestolen en naar Ethiopië gebracht, waar hij
het koninklijk geslacht van Salomo heeft voortgezet. Sommige
beweren dat dat met Salomo's medeweten is gebeurd en hebben ze ter
vervanging een kopie van de Ark gemaakt. Er is een verhaal bekend
waarin hij de Ark in het geheim naar Ethiopië heeft gebracht. In
een ander maakt hij het weer goed. Geplaagd door wroeging brengt
hij de Ark terug en Salomo vergeeft het hem.'
'Dan deed Salomo dus ook aan motiveringstherapie,' zei Austin.
'Wie kun je beter vertrouwen dan iemand die een gedane misstap wil
goedmaken?''Dat Salomo bekendstond om zijn wijsheid was zeker niet
voor niets. Er staan hier fragmenten op het papyrus waaruit blijkt
dat Menelik iets van grote waarde vervoerde.'
'Verder niet iets specifiekers?' vroeg Austin.
'Helaas niet, nee. De rest van de tekst is voornamelijk een
scheepsjournaal. Het is door Menelik geschreven, wat betekent dat
hij de kapitein was. Ik kwam ook diverse malen het woord Scythen
tegen. De Feniciërs namen vaak huurlingen in dienst voor de
bewaking van hun schepen. Er is sprake van een "Grote Oceaan" en
beschrijvingen van de weersomstandigheden, maar het journaal is
door de schimmelinwerking grotendeels weggevaagd.'
'Nou is het jouw beurt om mij op te vrolijken,' zei Austin
hoofdschuddend.
'Ik denk dat dat wel lukt,' reageerde Saxon. Hij wees op
verschillende onaangetaste plekken. 'De rol was heel strak
opgerold. De schimmel is er niet al te diep in doorgedrongen. In
deze regels wordt een landing beschreven. De kapitein beschrijft
dat ze een langgerekte baai in varen, haast als een kleine zee,
waar hij de oceaan niet meer ruikt.'
Austin hing aan zijn lippen. 'De Chesapeake Bay?'
'Het zou kunnen. Het schip ging voor anker bij een eiland in
de monding van een brede rivier. Hij omschrijft het water als
eerder bruin dan blauw.'
'Het viel me op dat het water nogal troebel van de modder was
toen we vanmorgen wegvoeren,' zei Zavala. 'Bij de Aberdeen Proving
Grounds kwamen we langs een eiland.'
Austin had de in een plastic map verpakte kaart van de
Chesapeake Bay nog steeds bij zich. Hij spreidde hem uit op de
grond en streek de vouwen plat. Hij leende een viltstift van Saxon
en zette een X bij Havre de Grace aan de monding van de
Susquehanna. 'Hier hebben de Feniciërs dus een tijdje gelegen. Wat
hebben ze met de lading gedaan?'
'In een goudmijn verstopt misschien,' opperde Saxon.
'In je boek staat dat Ofir in Noord-Amerika lag. Zeg je nu dat
ze hun spullen in de mijnen van koning Salomo hebben
verborgen?'
'Toen ik naar de mijn van Salomo zocht, heb ik me in eerste
instantie op het gebied rond de Chesapeake Bay en de Susquehanna
geconcentreerd' antwoordde Saxon. 'Zo'n honderd jaar vóór het begin
van de grote Californische Goudkoorts in 1849 werd er op
loopafstand van Washington intensief goud gewonnen.'
'Dat is bekend' zei Austin.
'Thelma Hutchins vertelde dat haar man van het bestaan van de
goudmijnen op de hoogte was,' zei Zavala.
Saxon knikte. 'Rond de eeuwwisseling waren er tussen
Georgetown en Great Falls minstens zes goudmijnen langs de Potomac.
In Maryland werden aan beide zijden van de Chesapeake ruim vijftig
goudmijnen geëxploreerd. Het goud werd gevonden in rotslagen van
het Piedmont Plateau, dat van New York tot in South Carolina
loopt.'
'Dat is een flink gebied om te onderzoeken,' zei Austin.
'Mee eens. Ik ben eerst naar bewijzen van Fenicische
aanwezigheid gaan zoeken. Die heb ik niet in Maryland gevonden,
maar verder naar het noorden, in Pennsylvania. Bij de hoofdstad van
de staat. Bij Harrisburg hebben we een verzameling stenen met
Fenicische schrifttekens erop ontdekt.'
'Wat waren dat voor stenen?' vroeg Austin.
'Een zekere W.W. Strong heeft bij Mechanicsburg in het dal van
de Susquehanna zo'n vierhonderd stenen verzameld. Dr. Strong heeft
de tekens als Fenicische symbolen geïdentificeerd. Volgens Barry
Feil is het Baskisch en er zijn ook mensen die zeggen dat het
natuurlijke inwerkingen op het gesteente zijn.'
'Hou dit even vast,' zei Austin. Hij liep het huis uit naar de
Jeep en kwam terug met de steen die hij uit het wrak had
meegenomen. Saxons mond zakte open tot op zijn adamsappel.
'Waar heb je die in hemelsnaam vandaan?'
'Die heb ik bij mijn duik naar het scheepswrak
opgevist.'
'Waanzinnig!' zei Saxon. Hij nam hem van Austin over, hield
hem vast alsof hij van breekbaar glas was en volgde de erin
gegraveerde lijn met zijn vinger. 'Dit is Beth, het
Fenicische symbool voor huis, dat later tot de Griekse B zou
evolueren. Dit bewijst dat er een verband is tussen het wrak en
Mechanicsburg.'
Austin zette een tweede X op de plek waar het wrak in de baai
lag, en een derde bij de monding van de rivier. Hij trok een lijn
van kruis naar kruis en trok die door tot in de rivier.
'Het spoor loopt dood in Mechanicsburg,' zei hij. 'Niet
helemaal. Ik heb dat gebied jarenlang bestudeerd. Heb het voor een
groot deel te voet en met de auto doorkruist. Als er een plek in
aanmerking komt, dan is het hier.' Hij zette een snelle cirkel rond
een gebied ten noorden van Harrisburg. 'St. Anthony's Wilderness
heeft me altijd geïntrigeerd vanwege de verhalen over een verdwenen
goudmijn. Er loopt zelfs een Gold Mine Road dwars door hel gebied.
In de streek doen talloze verhalen de ronde over spookstadjes en
mijndorpen liet landschap is er extreem ruig. Het is een van de
weinige stukken grondgebied die niet in kaart zijn gebracht.'
'Verhalen zijn leuk,' zei Austin, 'maar feiten zijn me
liever.'
Saxon richtte zijn aandacht weer op de papyrusrol. 'Hier is
een onaangetaste plek waar ik de enige vermelding van een mijn heb
gevonden. De omringende tekst is door de schimmel weggevaagd op één
fragment na, waarin sprake is van een hoefijzervormige
rivierbocht.' Saxons vinger volgde de loop van de rivier tot aan
een U-vormige bocht in de Susquehanna. 'St. Anthony's Wilderness
ligt ten oosten van de bocht.' Hij schudde zijn hoofd. 'Het is een
enorm gebied. Daar kunnen we jaren zoeken zonder ook maar iets te
vinden.'
Austin schoof een stukje papier uit de plastic kaartenmap en
hield het naast de kaart. Een gebogen lijn op het papiertje kwam
overeen met de rivierbocht op de kaart. Andere kronkellijnen hadden
de vorm van bergen en dalen ten oosten van de rivier. 'Dit is een
kopie van een Fenicische kaart van Salomo's mijn. Die is bij
documenten van Thomas Jefferson gevonden.'
'Jefferson? Dat slaat nergens op.'
'Hopelijk komt dat nog. Wat vind je van deze
plattegrond?'
Saxon las de Fenicische woorden op het papiertje. 'Hierop is
de exacte locatie van de mijn ten opzichte van de rivier te
zien.'
'Voordat we al te enthousiast worden, moet ik jullie nog wel
op een probleem wijzen,' zei Austin. 'De Susquehanna is volgens de
plaatselijke bevolking anderhalve kilometer breed en dertig
centimeter diep. Hij zit vol met stroomversnellingen en eilandjes.
Het is uitgesloten dat een schip van Tarsis de rivier
stroomopwaarts heeft bevaren.'
'Maar de lading op zich wel,' reageerde Saxon. 'In het
voorjaar is de rivier door al het smeltwater diep genoeg voor een
sloep.'
'Riskant, maar als je er de juiste boot voor hebt, kan het,'
gaf Austin toe.
'Die juiste boot bestond en werd een Susquehanna Ark genoemd'
zei Saxon glimlachend. 'In de negentiende eeuw voeren ze daarmee
van Steuben County in de staat New York naar het stroomafwaarts
gelegen Port Deposit in Maryland. Het waren voornamelijk grote
pontonvlotten van ruim twintig meter lang en een meter of vijf
breed. In het voorjaar maakten ze van de hoge waterstand vanwege
het smeltwater gebruik om hun landbouwproducten naar de markt te
brengen. De arken werden uit elkaar gehaald en het hout verkocht,
waarna de bemanning te voet terugging. De vaart stroomafwaarts
duurde acht dagen en de wandeling terug zes. Ze hebben zo voor
miljoenen dollars aan goederen vervoerd tot de spoorwegen hen weg
concurreerden.'
'Een simpel maar briljant concept,' zei Zavala. 'De Feniciërs
kunnen dus diezelfde techniek voor het transport van goud hebben
gebruikt.'
Saxon moest daar hartelijk om lachen. 'Rider Haggard draait
zich om in zijn graf. Net als de rest van de wereld ging hij ervan
uit dat de mijnen van koning Salomo zich in Afrika bevonden.'
Zavala had de kaarten nog eens goed vergeleken. 'Dit hier is
voor mij toch een probleem. De plek die op de oude plattegrond
wordt aangegeven, ligt nu onder een plas water.'
Saxon bekeek de plek die Zavala aanwees. 'Inderdaad. Dat maakt
het er niet gemakkelijker op.'
'Valt wel mee,' zei Austin. 'Ik stel voor dat we de Speciale
Eenheid bijeenroepen en morgen een uitgebreid onderwateronderzoek
starten,' zei Austin. 'Met een helikopter is het maar een kleine
sprong naar St. Anthony's Wilderness. We kunnen er morgenochtend
vroeg meteen naartoe.'
'Perfect!' zei Saxon. 'Dan neem ik de hele papyrusrol nog een
keer onder de loep en ga al mijn onderzoeksresultaten nog eens na
voor het geval ik iets over het hoofd heb gezien.'
Austin klemde zijn kin tussen duim en wijsvinger. 'Salomo
heeft wel héél veel moeite gedaan om dat relikwie voor de mensheid
te verbergen.'
Zavala voelde de ernst in de stem van zijn collega aan.
'Volgens mij ben je bang dat we mogelijk slapende honden wakker
maken.'
'Min of meer. Stel dat we dat ding vinden. Wat doen we er dan
mee?'
'Daar heb ik niet aan gedacht,' antwoordde Saxon. 'Religieuze
artefacten kunnen sommige mensen tot rare reacties
aanzetten.'
'Dat bedoel ik,' zei Austin op een zo vlakke toon dat Saxon
zijn wenkbrauw optrok. 'Salomo is waarschijnlijk een stuk wijzer
geweest om het ding te verbergen dan wij die het gaan
zoeken.'